DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
a/p,
No. 61.
Honderd en elfden Jaargang,
1909.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
/Wonderlijke nummers 3 Cents.
MAANDAG
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
15 MAART.
BINNENLAND.
Uit Hof- en Hoofdstad.
Telefoonnummer 3.
VERORDENING TOT REGELING DER BE
LOONINGEN VAN HET ONDERWIJZEND
EN BEDIENEND PERSONEEL AAN DE
BURGERAVONDSCHOOL EN AAN DE
AVONDSCHOOL VOOR HANDWERKSLIE
DEN.
COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis dat in het ge
meenteblad van Alkmaar, No. 297, is opgenomen het
besluit van den Raad dier gemeente van 10 Februari
1.1., waarbij is vastgesteld eene
Welke verordening, heden afgekondigd, gedurende
drie maanden voor een ieder ter gemeente-secretarie
ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van
J 0.10 in afdruk is verkrijgbaar gesteld.
Alkmaar, 13 Maart 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATE, Secretaris.
ALKMAAR, 15 Maart.
tr''i
In Frankrijk heerschte de laatste dagen weer onrust
en woeling.
Daar is in de eerste plaats de onrust in het ministe
rie. De minister-president Clemenceau en de minister
van financiën Oaillaux konden het sinds in eenigen
tijd samen niet te best meer vinden en de heer Oail
laux en zijn collega van marina Picard konden het niet
eens worden over extra-credieten voor de marine. Zoo
als in Frankrijk te doen gebruikelijk is werden er reeds
namen voor opvolgers genoemd, zelfs voor een geheel
ministerie men heeft in de republiek steeds het wa
genschot in voorraad, waarvan in een ommezientje
eenige kabinetten kunnen worden getimmerd. Maar
het behoeft niet. Het oude kabinet is nog eens door
den gebruiker nagezien, die de naden heeft dichtge
stopt, zoodat het nog wel eenigen tijd dienst kan doen.
In parlementaire taal heet dit: De ministerraad heeft
onder voorzitterschap van president Fallières verga
derd, er is tusschen de ministers van marine en finan
ciën een overeenkomst getroffen. Dat de minister-pre
sident zich hierbij voorloopig neerlegt spreekt wel van
zelf. Het ministeriëele onweer is dus weer van de lucht.
Een tweede bron van onrust was gelegen in het le
ger. Indisciplinaire handelingen komen er steeds
meer voor. Een generaal te Toulon heeft daarover het
zijne gezegd. Hij heeft verklaard, dat er te veel ca
naille schuilde onder de koloniale troepen en dat offi
eieren tegenover dit canaille veel te welwillend waren.
Daarover is een ware storm opgestoken en er is zelfs
sprake van dat de officieren der koloniale regimenten
te Toulon samen een protest zullen indienen bij
den minister van oorlog, om zich over deze woorden
te beklagen.
En eindelijk is er woeling ontstaan door het optre
den van postambtenaren te Parijs. Zij zijn ontevre
den, en, zoo verklaarde de onderstaats-secretaris voor
de posterijen, in plaats van hun grieven bloot te leg
gen, gaan ze den boel opscheppen, alsof de regeeriug
zou zwichten voor pogingen tot bangmakerij.
De ontevreden ambtenaren zijn na een opgewonden
vergadering naar de Jfamer getrokken, toen naar de
woning van den onderstaats-secretaris waar ze nul op
het rekwest kregen, en vervolgens naar het hoofdkan
toor der posterijen waar ze herrie maakten en het ver
keer stremden. Acht en veertig werden er in hechtenis
genomen, van wie er acht spoedig weer vrijgelaten
werden. Maar de veertig overigen, die geweigerd had
den de lokalen te verlaten, zullen er niet zoo gemakke
lijk afkomen. Hun wacht een veroordeeling tot een
straf, die kan wisselen van twee weken tot twee jaar.
Deze ongeregeldheden hadden Vrijdag plaats. Za
terdagochtend verlieten de telegrafisten aan het hoofd
kantoor hun toestellen, zoodat het telegrafische ver
keer onderbroken was en het telefonische belemmering
ondervond. De beambten werden gewaarschuwd, dat
zij, als zij niet onverwijld het werk hervatten, onmid-
el ijk ontslagen zouden worden. Dit heeft geholpen;
s middags was de staking geëindigd. Maar gisteren,
Zondag, is er een vergadering gehouden, waarin een
motie van orde werd aangenomen, waarbij wordt ver
klaard, dat men volkomen solidair is met het pro-
testeerende personeel, waarbij de maatregelen der re
geering (o.a. schorsing van een dertigtal postbeamb
ten) worden afgekeurd, en waarbij wordt opgewekt
met alle middelen te trachten, deze te doen terugtrek
ken.
Ook is er gesproken over een algemeene staking,
terwijl de secretaris van het syndikaat van electriciens
duidelijke toespelingen heeft gemaakt op een alge
meene staking van alle vereenigingen, die publieke of
particuliere werken verrichten. Bovendien was er
sprake van het verhinderen van een geregelden post
dienst.
Wat er van dit alle3 gedaan is, is op dit oogenblik
niet bekend.
Misschien weten we méér als de courant wordt afge
drukt.
Maar dat het ook gisteravond en heden in de Fran
sche hoofdstad woelig is geweest, ligt voor de hand.
Nederland en Venezuela.
In een circulaire aan de consuls der republiek in
den vreemde vestigt de minister van buitenlandsche
zaken van Venezuela hun aandacht op het voorschrift
van de wet op den eonsulairen dienst, volgens hetwelk
de consuls paspoorten hebben te verleenen alleen aan
enezuelanen of vreemdelingen, die" ze om eenige bij
zondere omstandigheid vragen, in welk geval zij de
daarvoor vastgesteld emolumenten mogen berekenen
Deze maatregel, schreef de „Wekker," is er wederom
een, die paal en perk stelt aan een gestadige schending
der grondwet van Venezuela en het verkeer tusschen
onze kolonie en de naburige republiek vergemakkelij
ken en bevorderen zal.
Tweede Kamerverkiezingen.
Door het hoofdbestuur van den Bond voor" Staats-
pensionneering zal aan de af deelingen een circulaire
worden gezonden, waarin zij met klem herinnerd zul
len worden aan hare gehoudenheid om niet als afdee-
lingen candidaten voor het lidmaatschap der Tweede
Kamer te stellen of te steunen.
Dit geschiedt naar aanleiding van ingekomen be
richten, dat een of twee afdeelingen hiertoe willen
overgaan.
De Haagsche briefschrijver van de Arn. Ct vertelt,
dat te Scheveningen de werklooze visschers-bevolking
op de volgende wijze een broodje tracht op te scharre
len. Langs het strand wandelend zag ik op de plaat
sen, waar s zomers het strand bedekt is met badstoe
len, een lange rij Scheveningers, neergehurkt in het
zand op circa een meter afstand van elkaar, met klei
ne schopjes regelmatig het zand omkeeren en doorzoe
ken. Ik bleef staan, verwonderd over dat omwerken
van den toch zoo onvruchtbaren grond, tot een van de
werkenden mij het raadsel oploste.
„We zoeken centen, meneer, die de „rijkdom" hier
's zomers laat vallen 1"
In den regel is de vangst mager, maar naar men mij
vertelde, en begrijpelijk is, vindt nu en dan een geluk
kige wel eens iets, dat meer de moeite waard is dan
een cent hoeveel sieraden en groote muntstukken
worden er s' zomers niet verloren in het mulle zand?"
De Amsterdamsche briefschrijver van het Utr. Dag
blad schrijft o. a.
„Mijji leest in de heden uitgekomen kranten dat
V illem Ilutschenruyter, de voormalige administra
teur van het Concertgebouw, als voorzitter der Am
sterdamsche Toonkunstenaarsvereeniging en redacteur
van haar orgaan Toonkunst is afgetreden, hoofdzake
lijk om gezondheidsredenen.
Het vermoeden wordt ingegeven, dat er nog andere
redenen voor dit heengaan bestaan. Ik geloof er wel
iets van te weten waar die liggen.
Na den strijd over het Concertgebouworkest van
eenige jaren geleden, waarbij Hutschenhuyter moest
capituleeren, voor Mengelberg en wie hem steun-
cen, heeft men den vroegeren administrateur
met uit het oog verloren. De „Nieuwe Muziekhandel"
w aaraan zijn naam verbonden was, moest ondervinden
dat zij machtige vijanden had; ben ik goed ingelicht,
dan heeft men haar stelselmatig geboycot van zekere
ztlde. Muziek met het stempel „Nieuwe Muziekhan
del voorzien, was gewoonweg onspeelbaar, moest el
ders opnieuw worden gekocht.
liet orgaan 1 oonkunst kon evenmin goed doen, en
toen Ilutschenruyter met zijn idealistisch Beethoven-
mis-plan kwam, was dat in veler oogen niet anders
dan een poging om het Concertgebouw te knauwen.
De ongesteldheid des keeren Hutschenruyter is
waarlijk geen voorwendsel, doch wat zijn besluit om
het veld te ruimen ongetwijfeld zal hebben verhaast, is
de treurige overweging dat zijn aanblijven de zaak
aarvoor hij zich gespannen had, niet anders dan scha-
den kon!
Iïet bestuur van de looukunstenaarsvereeniging
spreekt van „tegenwerking." Niet moeilijk te raden
uit welken hoek de wind waait.
•Ja, t is niet alles harmonie bij hen die de muziek
maken.
Mag ik om te besluiten iets verklappen uit mijn
brievenbus
Daar worden bij dag en bij avond allerhande pape
lassen in geworpen, van belasting-waarschuwingen tot
postwissels,* van bedelbrieven tot proefblokjes bouillon
proefpotjes schoensmeer, proefbusjes cacao toe. „Klak,
zeit de klep: een arme huisvader die morgen een enve
lop met postpapier en couverts komt terug halen
„klak! een uitnoodiging voor een Toorop-tentoonstel
lmg,idakhet beste adres voor glazenlappen
„klak!" een bacteriënvrije melkboer.
Zoo klakte zich met een groen kaartje bij me binnen
mejuffrouw Holstein, planeet- en handlezeresvoor
spelt de Toekomst en het Verleden met buitenlandsche
en planeetkaarten en handlezen.
Het verleden voorspellen zoo'n oolijke juf!
Op een ander kaartje:
Wegens vertimmering groote uitverkoop. Daaron
der:
Oostuumrokken van 3, 4 en 5 gulden, nu 1.80. On
geloovig.
Dit ongeloovig stond er vet gedrukt bij.
Kan daar nu ons ministerie niets aan doen, dat
zelfs de costuumrokken al aan het paganisme verval
len?"
Over do Buhlig-coneerten schrijft de heer Karei de
Jong in het Weekblad voor Muziek van gisteren.
„Naar het derde concert van Richard Bulilig ben ik
niet heengegaan; de beide vorigen hadden mij niet ge
noeg belangstelling voor het spel van dezen pianist
kunnen inblazen. Maar de beide dienstmeisjes van mijn
hospita zijn er geweest; niet op mijn invitatiebiljet,
wat ik eene beleediging aan het adres des concertge
vers zou hebben geacht. Maar hoe dan? Want dienst
meisjes betalen toch nog minder 2 entree per persoon
dan het gegoede Amsterdamsche publiek. Nu, het ver
haal. hoe zij entree hebben bekomen, werpt een eigen
aardig licht op de wijze waarop hier in Amsterdam
soms een „aardig gevulde zaal" verkregen wordt, en
daarom wil ik de geschiedenis meedeelen. Kort nadat
ik mijn gewoon invitatiebiljet ontvangen had, hoorde
ik dat de 2 meiden den volgenden avond naar een con
cert gingen, 'n heel mooi concert, en dat ze twee plaat
sen voor 30 cents hadden gekocht. Tk kreeg direct een
vreemd vermoeden en vroeg een van haar het biljet te
mogen zien. Zooals ik vermoedde was ook dit een in
vitatiebiljet, een der vele die den rondbrenger meege
geven waren voor liefhebbers die aan het ééne toege
zondene niet genoeg hadden. Zoo'n biljet is door de
gemeente als vrijkaart gestempeld en mag dus eigen
lijk niet verkocht worden met het oog op de stedelijke
belasting op de entreegelden van publieke vermakelijk
heden. Het biljet in quaestie was haar aangeboden
voor 2 kwartjes, maar zij had tot 30 cents afgedongen.
„En weet je nu ook wat je te hooren krijgt?" vroeg
ik.
„Noe„" antwoordde ze, „maar 't is een heel mooi
concert, sei-die feut, en 't kost 2 gulden entree."
1 oen ik vertelde dat ze een heelen avond piano te
hooren kreeg had ze spijt van haar geld, maar zou
toch gaan. En van morgen vroeg ik of ze genoten had
en of 't vol geweest was.
„Ja, t was nog al fol, maar 'k heb me soo ferfeeld,
'k ben haast in slaap gefalle. En die fent dee soo
gauw met s n hande ofer de piano, dat was wel aardig
en se hebben erg geklapt en dan kwam ie nog is te
rug" enz.
Lezer, t gaat mij niet aan, wie het profijt heeft van
de 30 cents die het vrijbiljet opbracht hoewel ik niet
mag aannemen dat de concertgever tot een dergelijke
exploitatie last gegeven zou hebben. Maar ik mag
toch vragen eerstens: is het goed om op deze manier
zalen te vullen, en tweedens: mag een ernstig kunste
naar zijn beteekenis afmeten naar het applaus van een
op zulke wijze gerecruteerd auditorium. Zeker, men
speelt aangenamer voor een intelligent en belangstel
lend gehoor al heeft 't grootendeels niet betaald, dan
voor leege stoelen, maar ik zou leege stoelen preferee-
ren boven een auditorium dat zich slechts heeft laten
verlokken door de begeerte om het deftige concertge
bouw eens van binnen te zien, en later betuigt liever
naar flora of naar Carré te zijn gegaan."
Aan den Amsterdamschen brief van het N. v. h.
1\ oorden ontleenen we het volgende
De namen van Dr. Ileye wiens gedachtenis pas in
en lande gehuldigd is, en van dr. Mezger, wiens
overlijden tal van oude herinneringen van het Amster
dam van vóór een kwarteeuw te voorschijn riep!, die
beide namen zijn geschikt om den echten Amsterdam
mer, die iets gevoelt voor de stad zijner geboorte, het
schaamrood naar de wangen te jagen
Zóó is 't, en niet anders. Dr. Ileye was de radicaal
uit de vijftiger jaren. In dien tijd had men nog geen
„Burgerplicht, laat staan „Vooruitgang" en nóg
„minder Kiesclubs. Kun-je begrijpen! Wanneer er
een candidatuur voor den Raad viel te vervullen, dan
kwamen, op zekeren avond, een stuk of wat Van
Leghen s, Bickers, Iluydecoper's en andere patriciërs
gezelligjes bijeen. Dan zorgde de pachter van he buf
fet der lokaliteit voor fijne thee, daarna voor de noo-
dige „langhalzen." Men praatte gemoedelijk. De hee-
ken, met hunne vervaarlijke witte stropdassen en va-
ken met hunne vervaarlijke witte stropdassen en va
dermoorders, die in de patricische ooren prikten, mach
tig statig uit. Men kwam dan zoo onder 't keuvelen
overeen: We zullen nu maar eens meneer Zus of
meneer Zoo „polsen." De candidaat haalde z'n wenk
brauwen hoog op; sprak zeer bescheiden, nederige
woorden over eigen nietigheid, vergeleken met de ta
lenten, de gaven, de beteekenis der anderenSpar
telde voor de leus, wat, tegen. Eindigde met, honig-
zoetglnnlachend en handwuifjes makend van: heusch,
u overschat me, waarde vrienden!.... Aan te nemen.
Een paar weken later zat hij op het Prinsenhof. De
verkiezing zelve was een formaliteit, anders niet. Men
moest 't eens probeeren om de deftige, toonaangeven
de heeren in de wielen te rijden!.Mensch, je brood
je was ermee gemoeid. Tusschen de dagen der regen
ten van de rolparuiken en den tijd-van-toen was,
ja, een verbazend groot onderscheid naar den schijn;
niet naar de werkelijkheid.
Dr. Heye, gekozen tot lid van den Raad der hoofd
stad, was een vreemde eend in de bijt. Een burgerjon
gen, die zich had opgewerktDe z.g. patriciërs
konden, bij naarstige studie van hun eigen toe
komst, tot de ontdekking geraken dat ze eigenlijk.
op den keper beschouwd. maar, ziet ge, dat was al zoo
lang geleden!
Dr. Heye's bloedeigen vader was een brave burger
man, die alles opofferde om zijn jongen te laten stu-
deeren. En als dr. Heye nu, eenmaal op „het kussen"
gezet, den noodigen eerbied voor de zeer-deftigen ge
toond had; een volgzaamheid en lenig conservatisme
aan den dag had gelegd, die de horde der reactionnai-
ren versterkte, wel, men zou hem zijn „homo no-
vus"-schap hebben vergeven. Maar Heye begon met
allerlei nieuwigheden. Hij sprak over noodzakelijke
maatregelen ten bate der volksgezondheid. Op het ge
bied van onderwijs, scholenbouw, wat niet al meer, wil
de hij hervorming, verbetering. Of die noodig waren?.
De tijden, welke daarna kwamen, hebben er antwoord
op gegeven! Maar de Amsterdamsche Raad van 185*
was niet gediend van zulke noviteiten; radicale bui
tenissigheden. Op de onder-onsje's van de fijne thee en
de „langhalzen" werd beslotenHeye moet er uit
En men knikkerde den bekwamen, voor zijn tijd
vooruitstrevenden man uit den Raad!.... Heye had
niet de taaie, de stalen wilskracht om dit grievende,
hem aangedaan, te dragen met wijsgeerige berusting;
vastbesloten om toch te zegevieren, ten slotte.Hij
was ontmoedigd. Trok zich terug. Wilde zich met niets
anders meer bemoeien dan met z'n gedichten. Liep,
jaren-achtereen, in Amsterdam rond als een zonder
ling, "gekleed in jas van vreemd soutane-fatsoen;
met een „kachelpijp" model '45 op den schedel, welke
hoed door middel van keelbandjes werd vastgehou
den
Nu hoeft men iemand, die van Amsterdam slechts
iets zeer-oppervlakkigs weet of kent niets meer te zeg
gen om 't besef te wekken van wat zulk-een te lijden
had van de straatbengels, en ookvan anderen,
ouderen, z.g. meer-beschaafden
Schwamm dr' iiber't Is al zoo lang geleden.
Maar ik stip slechts aan, hoe Amsterdam, in die tijden,
een van zijn beste, verdienstelijkste .medeburgers be
handelde
GEMENGD NIEUWS.
Uit Schagen.
Den 14den Maart had in het N. H. Koffiehuis alhier
oen concert plaats van de heeren Simon Denijs, zan
ger, Joh. Büchele, viool en Dortillaet van Tright, pia
no. De heer Sam Swaab, viool, was door ongesteldheid
verhinderd te komen spelen en werd daarom vervangen
door den heer Büchele, ook leerling van Fiedler. On
danks het zeer ongunstige weer, dat het voor de bui-
tenmenschen geheel onmogelijk maakte te komen, was
de zaal toch tamelijk goed bezet. De aanwezigen heb
ben groot genot gesmaakt. Voor het eerst speelde de
heer van Tright, Schagen's muziekdirecteur, op een
concert eenige piano-nummers. De kennismaking met
die zijde van zijn kunstenaarstalent was een hoogst
aangename. Zijn gevoelvolle voordracht en zijn prach
tige techniek veroverden aller harten. De toejuichingen
na^ „Morceaux Poétiques" van Moskowski en „Noctur
ne" van Brassin waren wel verdiend. Ook de kennis
making met den jongen violist was een aangename.
Deze beschikt over een goede techniek en een mooie
voordracht. Hem hier nog meermalen te hooren zal
wel veler wensch zijn. De zanger Denijs beschikt over
een groote stem, die in krachtige aria's veel doet ge
nieten. Ook zijn toegiftje „Al in de plantage" maakte
een goeden indruk. Als accompagnateur van violist
en zanger gaf de heer v. Tright blijken dit met groot
talent te kunnen doen.
Als gewoonlijk besloot een bal den avond.
I oen de wet op het arbeidscontract in werking zou
treden was er geen blad in ons land of het wijdde er
eenige artikelen aan om de burgers op de hoogte te
brengen van de strekking en bedoeling dier wet. Bo
vendien verschenen er tal van brochures met inlich
tingen en kon men contracten kant en klaar gedrukt
voor enkele centen maar bekomen. De winkeliersver-
eeniging alhier meende echter nog het best te doen met
de wet door een bevoegd persoon mondeling te laten
toelichten en om die reden trad den 13den in het N.
II. Koffiehuis alhier Mr. J. Keyzer, advocaat en pro
cureur te Amsterdam als spreker op met het onder
werp: de wet op het arbeidscontract. Een zestigtal
belangstellenden luisterden met aandacht naar de uit
eenzetting van den spreker, die uitstekend op de hoog
te van zijn onderwerp bleek te zijn. In het algemeen
raadde hij den arbeider aan zich liefst te verbinden
zonder contract en dus alleen onder de voor hem meest
al gunstiger bepalingen der wet. Het was een leerza
me rede die Mr. Keijzer hield. De vergadering werd ge
lild door den voorzitter der winkeliersvereeniging, den
heer ILaat, die spreker aan de hoorders voorstelde
en hem later kortelijk dank bracht voor zijn gehouden
besprekingen.
Uit Ursem.
- Door den heer A. Hille alhier zal een kapitale
veestalling gebouwd worden, onder toezicht van den
heer Kriller te Stompetoren. De begrooting bedraagt
2700; aannemer is geworden de heer W. Klaver te
Rustenburg voor 2197.