STADSNIEUWS.
Een paniek.
Strafrecht en strafproces.
Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar.
Burgers en militairen.
Levering of aanneming door gemeenteraad::-
leden.
Haagsch geld.
Dat hielp
Ongeluk.
Zelfmoord voorkomen.
Treurig ongeluk.
Arbeidswet
Uit Scho >rl.
Uit Graft.
Uit Stompetoren.
Uit Winkel.
Zondagavond werd in den Utrechtschen Schouwburg
voor een goed bezette zaal door het Ned. Tooneel „Me
vrouw Sans-Gêne" gegeven. Het spel was meesterlijk.
In het laatste bedrijf kwam echter storing. Het pu
bliek werd een brandspuit gewaar en er was Ve°l rook
in de zaal. Er ontstond een paniek. Een groot getal
menschen verwijderden zich, doch kwamen gedeeltelijk
weer terug, toen ze zagen dat er geen gevaar bestond.
De spelers en anderen deden hun best om de toeschou
wers te bewegen te blijven zitten. De rook bleef echter
aanhouden en het loopen begon opnieuw.
Het bedrijf werd dientengevolge gauw afgespeeld,
waarna de schouwburg spoedig leeg was.
Naar medegedeeld werd, ontstond de rook wijl in
een kachel hout geworpen was, dat aan het smeulen
gegaan was.
nen, om dergelijke gevaarlijke vuurwapenen aan kin
deren te verkoopen.
Door het hoofdbestuur van den Vrijz.-Dem. Bond is
een commissie benoemd ter bestudeering van de noo-
dige hervorming in strafrecht en strafproces. Zij be
staat uit de volgende leden: dr. P. H. Rosenstein, Den
Haag; inr. G. T. J. de Jongh, Amsterdam; mr. J.
Limburg, Den Haag; mr. J. R. B. de Roos, Den Haag,
mr. H. L. A. Visser, Amsterdam; mr. A. A. Cnopius,
Utrecht.
De commissie is door den bondsvoorzitter geïnstal
leerd. Zij koos mr. Limburg tot voorzitter en is aan
stonds begonnen met de voorbereiding en verdeeling
der werkzaamheden.
(L. en V.)
Ameiika.
De heer Prof. Dr. Bavinck, Hoogleeraar aan de
Vrije Universiteit te Amsterdam, hield gisteravond in
de bovenzaal van het café Central een lezing over
Amerika.
Er bestaat, zoo begon spreker, een band van sym
pathie en vriendschap tusschen Amerika en Holland,
welke reeds eeuwen oud is, door dezelfde grondslagen
waarop het Christendom daar en hier wordt erkend.
Spreker gaf een,beschouwing, die van de ontdekking
in 1492, en deed daarbij uitkomen, dat Amerika niet
ineens maar in 2 gedeelten is ontdekt. Het zuidelijk
gedeelte werd in 1492 door Columbus gevonden, het
noordelijk gedeelte veel later door Henry Hudson De
ontdekkingsreizen die men ondernam om een anderen
weg naar Indië te vinden, ten einde bevrijd te zijn van
de Portugeezen, brachten Hudson toevalligerwijze op
het eiland Manliattam, waar thans Nieuw-York staat,
vroeger Nieuw Amsterdam genoemd.
Veel wat men in Nieuw-York ziet en hoort, getuigt
van een oud-Hollandschen geest en zonder eenige over
drijving mocht spreker zeggen, dat er een gevoel van
dankbaarheid in Amerika jegens Holland bestaat.
Men heeft nagegaan dat er in het tijdperk van 1820
1907 146.000 Hollanders naar het nieuwe werelddeel
emigreerden en daardoor hebben zich dan ook plaatsen
gevormd b.v. Grand Rapid, waar de bevolking voor U
gedeelte uit Hollanders bestaat.
Na even gesproken te hebben over een zeereis m de
dagen van Columbus, gaf prof. Bavinck een beschrij
ving van de door hem gemaakte overtocht, waarin hij
o. a. de zee vergeleek bij een grenzelooze oneindigheid,
die erkenning van 's menschen kleinheid doet zien.
Het ootmoedig besef van die kleinheid bezielt den
inensch gedurende den geheelen reis en men bedenkt,
dat zelfs het grootste schip niet bestand is tegen de
onmeetlijke kracht van het water.
Spreker noemde het een toeval dat Nieuw-lork zoo
mooi, zoo indrukwekkend schoon is gelegen en gat
daarna een beschrijving van die stad.
Het natuurschoon in 't algemeen noemde hij nu met
zoo bewonderenswaard. Wel waren er schoone tatree-
leu, doch de algemeene indruk is niet zoo imponeerend
als hier. Na eene vergelijking van de Hudsonrivier
met den Rijn, kwam hij tot den Niagara-waterval en
het groote en het grootsehe van dit natuurtafreel
schetste hij zoo schoon, dat deze beschrijving een die
pen indruk op de aanwezigen maakte.
Alvorens een overzicht te geven van het volk dat
het land bewoont, zeide spreker dat het moeielijk is
een beschrijving te geven van een volk dat uit zooveel
verschillende rassen bestaat als het Amerikaansche,
te meer daar, waar het land nog in wording is, dit ook
gezegd mag worden van het volk. De geschiedenis
van het Amerikaansche volk ligt z. i. in de toekomst.
Stilstaande bij de Indianen en Roodhuiden, zeide
spr. dat deze zich zoo langzamerhand terugtrekken in
hunne territoren, om daar te blijven totdat zij geheel
zijn uitgestorven, waartoe zij gedoemd schijnen te zijn.
In den laatsten tijd werd er van de talen dier volks
stammen veel studie gemaakt en het is gebleken dat
die talen veel zuiverder en scherper zijn in hare uit
drukkingen, veel meer zeggingskracht hebben dan wel
ke moderne Europeesche taal ook.
Indertijd is men daar ter verkrijging van arbeids
krachten gedwongen geweest de Afrikaansche negers
naar Amerika over te brengen, hetgeen als slavenhan
del geschiedde. Toen men in 1868 den slavenhandel
zag afgeschaft door den toenmaligen President Lin
coln, dacht men dat de gevolgen van het invoeren der
slaven waren verdwenen. Het bleek dat men zich ten
zeerste vergiste, daar al spoedig bemerkt werd, dat de
negers concurrenten zouden worden voor de blanken,
terwijl zij in tegenstelling met het blanke ras, door
hunne snelle voortplanting eens de blanken in aantal
zouden overtreffen.
Voorbeelden werden genoemd, waaruit bleek, hoe
groot de scheiding is tusschen het blanke en het zwar
te ras. Eigenaardig mag het heeten, dat, terwijl men
in Amerika zoo enorm veel doet ten bate van de volks
ontwikkeling, zoodat b. v. de kinderen van huis wor
den gehaald om naar school te gaan, en de bibliothe
ken in wagens bij de bewoners rondrijden, een leer
plichtwet nog niet in 't leven wordt geroepen. Men
moet dit evenwel nalaten omdat die wet ook de neger
kinderen zou gedwongen hebben naar school te gaan,
hetgeen men liever niet ziet, daar men de ontwikke
ling dier kinderen liefst zooveel mogelijk tegenwerkt.
De oorzaak van de strenge toepassing der Lynchwet
werd door spr. toegeschreven aan de antipathie, den
haat en wrok van den blanke jegens den neger, die bij
slechts verdacht zijn, met de toepassing dier wet wordt
gestraft.
De negerkwestie noemde spr. een probleem, voor
welker oplossingen men 3 manieren noemde, n.l. al de
negers moeten weer naar Afrika teruggezonden wor
den, wat spr. onmogelijk vond, of de verwezenlijking
van de gedachte dat de negers op den duur wel zullen
sterven, wat spr. evenmin mogelijk achtte, terwijl er
ten slotte nog overbleef te trachten elkander te leeren
waardeeren, de verstandhouding beter te doen worden.
Er moet vrede komen tusschen die rassen, en het
meest bevorderlijke tot dien vrede noemde spr. het heb
ben van een en denzelfden godsdienst.
Een ander probleem, waarvan de oplossing spr. min
der gemakkelijk toescheen was het groote verschil in
de hoedanigheid der landverhuizers, die zich in de
laatste jaren daar vestigen. De eersten waren de be
woners van West- en Noord-Europa, de laatsten zijn
die van Zuid- en Oost-Europa, de eersten emigreerden
met het doel een beter bestaan te zoeken of om een
vrijheid van godsdienst te mogen genieten, de laat
sten komen veelal met revolutionaire ideeën en plan
nen, waarop de Unie steeds sterk moet toezien.
Het getal onontwikkelden neemt steeds toe. De hoe
danigheid en de aard der emigranten der laatste jaren
hebben het noodig gemaakt dat een scherp toezicht
er op wordt gehouden, dat er een sterke controle op
wordt uitgeoefend.
De Chineezen en Japaneezen die zich daar tegen
woordig ook veel vestigen zijn door hun spaarzaam le
ven met een laag loon tevreden, hetgeen de ontevre
denheid der Amerikanen opwekt, daar een algemeene
loonsverhooging h. i. eene algemeene volksontwikke
ling in den weg staat.
Onder het Amerikaansche volk zeide spr., zijn er
helaas nog velen die aan^Jod noch aan Zijn Gebod ge-
looven; gelukkig zijn er meerderen die het godsdien
stig leven opvatten in dien zin dat dat het ware God
dienen niet bestaat in het dagelijks herhalen van ge
beden, maar in het daadwerkelijk handelen naar Gods
wil. De woorden „indien gij gelooft toon dit in uw
werken en daden" zijn voor den Amerikaan niet zin
loos. De bevordering van het Evangelie geschiedt
daar veel meer dan in Europa, vooral de vrouwen heb
ben in dit grootsehe werk een leeuwenaandeel.
liet Amerikaansche volk maakt op de geheele we
reld een grooten indruk door de ontwikkeling op het
gebied der techniek.
liet volk is daardoor ontwaakt, en het ontwikkelt
zich met reuzenschreden. De uitvinding van naai- en
zaaimachines, telegraaf, telephoon e. a., strekt Ame
rika ten eere; men zegt zelfs dat Edison de man van,
voor en door de uitvindingen 800 pa"tenten van 'ver
schillende door hem gedane uitvindingen bezit.
Het optimisme van den Amerikaan vormt een schoon
contrast met het pessimisme van den Europeaan. Het
zelfvertrouwen dat den Amerikaan bezielt, het bewust
zijn van eigen kracht, bevorderen de energie in hooge
mate.
Deze energie toont zich vooral bij de Amerikaansche
vrouw, die 's morgens is de vrouw des huizes, 's mid
dags de ladij en 's avonds the membre of different so
cieties. De schaduwzijde van deze verscheidenheid in
roeping is echter dat dit veelbewogen leven dikwijls
te veel vergt van de lichamelijke krachten.
Bij het onderwijs wordt het systeem „learning bij
doing" gebruikt, hetgeen spreker practisch vond daar
wij in Europa veel kennen doch de Amerikanen veel
kunnnen. De afstanden die er vroeger in zoo geringe
mate bestonden in de verschillende rangen der maat
schappij, heffen zich al meer en meer op terwijl de ar
beid in Amerika ten zeerste wordt gewaardeerd en
hooggehouden.
De hooge tarieven van invoer houden de loonen
hoog, ofschoon bij verlaging van den loonstandaard
de arbeider nog een beter leven zou hebben dan hier
daar de noodzakelijke levensbehoeften zooals vleesch,
boter, melk en eieren er veel goedkooper zijn.
Aan het slot zijner met veel aandacht gevolgde rede
gekomen, ried spr. dengenen die het hier goed hebben
aan niet te emigreereu, doch zij die neiging gevoelen
hun maatschappelijke positie te verbeteren, die kun
nen er heen gaan, mits zij erkennen willen dat aan
pakken de boodschap is, en als zij niet te veel geloof
slaan aan enkele exceptioneele gevallen waaruit men
zou kunnen opmaken dat fortuna den emigrant zonder
haar te zoeken in de armen loopt.
Voor jongelui met kracht en energie, met arbeid
zaamheid en geduld is en blijft Amerika voorloopig
wel een land der toekomst.
Deze vergadering, die door een zeer talrijk publiek
werd bijgewoond, werd door den spreker met gebed ge
opend en gesloten.
Zitting van heden.
In de eerste zaak hedenmorgen hadden zich vijf be
klaagden te verantwoorden, n.l. Arend B., Adrianus
S„ Jacob R., Klaas W. en Jan V., allen te Medemblik.
Ilun was ten laste gelegd, dat zij in den nacht van 8
Februari aan het herhaald verzoek van verschillende
personen om de zaal van Johannes Boers, waar de ^re
derijkerskamer „Onderling Genoegen" een uitvoering
gaf. te verlaten, geen gehoor hebben gegeven.
Een vijftal getuigen werden gehoord. De eerste, Jo
hannes van Rijn, gemeente-veldwachter te Medemblik,
deelt aan de rechtbank mede, dat hij in genoemden
nacht met zijn collega Tramper op surveillance was.
Hun werd door den caféhouder Beers verzocht de orde
te handhaven in zijn café, waar de beklaagden na het
sluitingsuur van de andere café's zonder entrée te be
talen, waren binnengekomen. Beklaagden wilden noch
betalen noch de zaal verlaten. Beers verzocht getuige
daarom beklaagden uit de zaal te verwijderen. Aan dit
verzoek werd gehoor gegeven. Getuige heeft meerma
len last van beklaagden.
Nicolaas Tramper, rijksveldwachter te Medemblik,
herhaalt hetgeen zijn collega reeds heeft medegedeeld.
Op verlangen van Beers zouden zij beklaagden de
zaal uitzetten, toen ook de president van „Onderling
Genoegen" het verzoek deed. Daarna werd tot het uit
zetten overgegaan.
Johannes Beers, caféhouder te Medemblik, vertelt
den 7en Februari zijn zaal te hebben afgestaan aan de
Rederijkerskamer „Onderling Genoegen" tot het ge
ven harer uitvoering. De beschikking over de zaal was
daardoor overgedaan aan de vereeniging. Om half
twaalf kwamen beklaagden binnen en willen het ge
stelde entrée niet betalen. Op last van den president
riep getuige de politie.
Johannes Ferdinandus Bodifee, president van „On
derling Genoegen" te Medemblik verklaart, dat de re
derijkerskamer den 7en Februari een uitvoering gaf in
de zaal van den heer Beers. Vrij laat in den avond
kwamén beklaagden binnen. Er was juist even geen
controle aan de deur, zoodat ze zonder betalen binnen
stapten.
Dirk de Reus, penningmeester van „Onderling Ge
noegen" zag beklaagden om half twaalf met elkaar
aan éen tafeltje zitten in de zaal van Beers. Het Be
stuur van de vereeniging riep, toen ze niet wilden be
talen, door middel van Beers de hulp van de veld
wachters in, die beklaagden uit de zaal verwijderden.
Beklaagden ontkennen lastig te zijn geweest en be
weren vrij spoedig de zaal te hebben verlaten. Volgens
de verklaringen van de veldwachters evenwel zijn en
kele nog bij den arm gepakt, zoodat de mouw van een
hunner scheurde.
De officier van justitie acht het wettig en overtui
gend bewijs van het ten laste gelegde bewezen. Be
klaagden hebben den boel dien avond in wanorde ge
bracht. De eisch luidt 10 boete of 10 dagen hechte
nis.
Tlieodorus Johannes de W., arbeider te Wimmenum,
was den 20 Januari gedagvaard voor het kantonge
recht omdat hij zich den 31sten December 1908 in ja
gende houding en zonder schriftelijk bewijs had be
vonden op land, toebehoorende aan Simon Kabel, door
deze gepacht van de gemeente Egmond-Binnen.
Den 12 Februari was bekl. veroordeeld tot 2 maal
5 boete of 2 maal 3 dagen hechtenis. Beklaagde is
van dit vonnis in liooger beroep gekomen en stond
thans voor de Atrondissements-reclitbank terecht.
Beklaagde bekent zonder jachtacte uit te zijn ge
gaan met een geweer om te jagen, hij ontkent evenwel
op het land van Kabel te zijn geweest. Wel jaagde hij
op het land, dat zijn vader van de gemeente Egmond-
binnen huurt. Een schriftelijk bewijs daartoe bezat hij
evenwel niet.
Getuige Hendrik Dirk de Vries, onbezoldigd rijks
veldwachter te Egmond-binnen zag beklaagde tot
schieten gereed staan op het land van zijn vader, daar
na overgaan naar dat van Kabel, dat grenst aan dat
van zijn vader.
Simon Kabel, landbouwer te Wimmenum verklaart
een grasland te hebben gepacht, de jacht hoort aan
getuige. Getuige had niemand, ook beklaagde niet,
het recht gegeven op genoemd land te jagen.
Cornelis Wittebrood, arbeider te Wimmenum, getui
ge a décharge, zag vanuit zijn woning beklaagde op
liet land van zijn vader en daarna op het weggetje, dat
het land van beklaagde's vader van dat van Kabel
scheidt. Verder ging beklaagde niet.
De tweede getuige a décharge, Jacobus de Waard,
arbeider te Wimmenum, verklaart zijn broer geholpen
te hebben met hazen keeren den 31sten December. Ook
deze getuige zag beklaagde niet op het land van Ka
bel.
De officier van justitie eischt met vernietiging van
het vonnis van den kantonrechter beklaagde's veroor
deeling tot 2 maal 5 boete of 2 maal 3 dagen hechte
nis, met verbeurdverklaring van het geweer, subs, 4
boete of 2 dagen hechtenis.
Arii II. te Oude-Niedorp, heeft den 17en Februari
opzettelijk klappen toegediend aan Cornelis Dekker,
aldaar.
Cornelis Dekker Gzn., als getuige gehoord, vertelt
den 17en Februari 's avonds om half elf op de dorps
straat te hebben geloopen. Hij werd aangegrepen, te
gen een hek geduwd en kreeg klappen in zijn gezicht,
zoodat getuige over den grond rolde.
De officier van justitie acht het wettig en overtui
gend bewijs thans geleverd en acht het niet noodig,
Zondagavond heeft te Deventer tusschen burgers en
huzaren een ernstige en bloedige vechtpartij plaats ge
had.
Daarbij is een korporaal gevallen, die vermoedelijk
zijn rechterbeen en den enkel heeft gebroken, terwijl
een andere korporaal een sabelhouw in het aangezicht
heeft gekregen, waarbij zijn neus erg is verwond. Ook
een huzaar kreeg een belangr'jke hoofdwonde.
Van de burgers kreeg er maar één een hoofdwonde.
De politie stelt een onderzoek in.
Twee inschrijvers op een werk betreffende den aan
leg van straatwegen in de gemeente Achtkarspelen,
hebben zich tot Gedeputeerde Staten van Friesland ge
wend met het verzoek, niet goed te keuren, dat het
werk aan den laagsten inschrijver worde gegund, om
dat een der borgen van dien inschrijver de zoon is van
een Raadslid, met wien hij voor gemeene rekening het
aannemersbedrijf uitoefent en die volgens algemeene
bekendheid leverancier van dien inschrijver is, terwijl
de andere borg de schoonzoon is van een wethouder
dier gemeente. Naar het oordeel van adressanten zou
hier sprake zijn van het bij art. 24 der Gemeentewet
verboden onmiddellijk of middellijk deelnemen door een
Raadslid aan leveringen of aannemingen ten behoeve
der gemeente.
Ook de afdeeling Leeuwarden van den Nederland-
schen Aannemersbond heeft hierover een adres aan
Ged. Staten gericht.
Ged. Staten hebben om verschillende redenen ge
meend, aan de bedoelde vergunning hun goedkeuring
niet te mogen onthouden.
Bezoeker bij het verlaten van een café met den kell-
ner afrekenend en hem extra een nikkelen vijfje ge
vend
„Alsjeblieft, maar wacht even, geef ik daar geen
kwartje?"
Kellner grijnzend. „Ja, mijnheer, u heeft gelijk,
maar.... 'tis een Haagsch kwartje!!"
„Historisch" verzekert „De Residentiebode."
Zondagavond stond de Lange Heerenstraat te Haar
lem geheel en al op stelten, toen een juffrouw die naar
een partijtje ging in het haar wachtende rijtuig wilde
stappen.
Onder de nieuwsgierigen, die het rijtuig aangaapten,
was ook de huisbaas, die nog ettelijke weken huur te
goed had en die nu een kabaal maakte van je welste,
met het succes echter, dat de juffrouw betaalde voor
dat ze uitging.
Inbraak.
Zaterdag is ingebroken in de Van Dijks Beschuit
fabriek te Haarlem. Met behulp van een ladder is
men binnengedrongen. Op het kantoor is alles onder
steboven gehaald. De brandkast bleef onaangeroerd.
Te Enschede is gistermorgen de 25-jarige arbeider
P. in de blauwververij van de firma B. aldaar, toen hij
een riem op een poulie wilde werpen, om den as geraakt
en mee in 't rond geslingerd. In deerniswekkenden
toestand is de ongelukkige met gebroken beenen, arm
en ribben in het ziekenhuis opgenomen.
Dat valt mee.
Onlangs h.ebben wij een bericht opgenomen over een
man te Haarlem, die, uit vrees voor inbrekers, den
spaarpot in de kachel had gezet, welke kachel latei-
door zijne vrouw werd aangemaakt en waarbij de in
houd van den spaarpot (zilvergeld) versmolt tot een
grooten klomp. De man heeft toen dien klomp zilver,
welke voor hem aan guldens een veel grooter bedrag
vertegenwoordigde dan deszelfs waarde als oud-zilver,
naar 's Rijks munt gezonden, en dezer dagen is hem
bericht geworden, dat hij ten zijnent heeft te verwach
ten een postwissel, een bedrag vermeldend, 't welk zij
ne verwachting zelfs eenigermate overtreft, en waar
door hij dus geen de minste schade van de onaangena
me vergissing ondervindt.
Een der Haagsche politiehonden heeft een blijkbaar
ernstig voorgenomen zelfmoord voorkomen.
Een agent liep, vergezeld van zijn politiehond, op
den Bezuidenhout voorbij het wachtlokaal van de tram,
dat tegenover de le Van den Boschstraat is geplaatst.
De agent liep door, maar de hond bleef even achter,
blijkbaar iets verdachts op het spoor, dat zich in het
wachthuisje bevond. De hond liep toen weer naar zijn
baas en trok diens aandacht naar het wachthuisje,
waarop de agent, op zijn schreden terugkeerende, daar
in een man aantrof, haveloos gekleed en zonder mid
delen van bestaan.
Op dien persoon werd een brief gevonden aan zijn
huisgezin te Osnabriick, mededeelende dat hij bij ont
vangst van dit schrijven door zelfmoord een einde aan
zijn leven had gemaakt, omdat hij te Osnabriick zich
aan verduistering van eenige duizenden Marken had
schuldig gemaakt.
De politie kon niet anders doen dan den man als
vreemdeling zonder middelen van bestaan over de
grenzen zetten.
Zaterdagavond heeft te Apeldoorn een ernstig on
geluk plaats gehad.
Drie jongens, resp. 16, 15 en 13 jaar oud, speelden
's avonds te 9 uur ongeveer onder het huiswaarts kee
ren van de markt, met een geladen flobertpistooltje,
dat de 15-jarige B. D. in zijn bezit had.
Op een gegeven oogenblik ging het schot af en trof
den 16-jarigen B. Bomhof in het voorhoofd, waardoor
hij bewusteloos neerviel. Zijn kameraden, die aan een
grap dachten, liepen door.
Voorbijgangers vonden eenige oogenblikken later den
knaap, badende in zijn bloed. Hij werd bij dr. Hoefer
binnengedragen, die constateerde, dat het kogeltje in
di- schedelholte was doorgedrongen.
De knaap is toen terstond per rijtuig naar het zie
kenhuis vervoerd; de kogel is echter niet verwijderd
kunnen worden, zoodat de jongen waarschijnlijk ster
ven zal.
Het is onbegrijpelijk, hoe winkeliers zich er toe lee-
Ongeveer alle textiel-inrichtingen te Enschede wer
ken overeenkomstig den eisch der wet niet meer dan
elf uren per dag, doch ook niet minder. Het afstoffen
van de zes daags gebruikte machines geschiedt op en
kele fabrieken na het stopzetten. liet vordert slechts
eenige minuten, daar het zoogenaamde poetsen, de to
taalreiniging, des Zaterdagsmiddags plaats heeft.
Vanwege den inspecteur van den arbeid is nu in een
der fabrieken aldaar eene bekeuring ingesteld, omdat
wevers zich na stopzetten, dus enkele minuten na de
elf uren arbeidens, met 't afstoffen van weefgetouwen
bezig hielden. In dezen zal nu moeten worden uitge
maakt of dit werk „arbeid" is in den zin door de wet
bedoeld.
Voor de toez. van het beroep naar Schoorl, Groet en
Camp (ITorv. Gem.) heeft bedankt P. L. L. Post te
Wijdenes c. a.
Uit St. Pancras.
Alhier zijn de eerste kieviten gezien, als dit nu be
trouwbare voorjaarsboden zijn, dan mogen we nu op
lenteweer rekenen.
Door het Gemeentebestuur is j.l. Zaterdag aanbe
steed het herstellen en het jaarlijksch onderhoud der
gemeente-eigendommen. Voor perceel I (Graft en
Noordeind) waren 6 inschrijvers. Hoogste inschrijver
was de heer P .Boldewijn te West-Graftdijk voor 798
en de laagste de heer C. Besse te Graft voor f 705.
Voor perceel II (Oost- en West-Graftdijk) waren 2
inschrijvers en wel de heeren J. Hartog voor 660 en
P. Boldewijn voor 588.
Aan de laagste inschrijvers is het werk gegund.
Ter vervulling der vacature, ontstaande door perio
dieke aftreding op 1 Mei a.s. van den heer P. Vader
PDz., zijn in de vergadering van hoofd-ingelanden van
de Schermeer op 22 dezer op de aanbevelingslijst voor
de verkiezing van een heemraad van genoemd water
schap geplaatst de heeren: No. 1 P. Vader PDz., No.
2 I). de Jong; No. 3 G. de Jongh.
De kiezerslijst 19091910 bevat voor de 2e Kamer
der Staten-Generaal 359, voor de Provinciale Staten
359 en voor den Gemeenteraad 310 kiezers.
Na bekomen machtiging van H. M. de Koningin is
door Burg. en Weth. met ingang van 1 Mei a.s. de
vergunning voor den verkoop van sterken drank, ten
name van den heer O. Kieft, overgeschreven op J.
Kroon te Heiloo.
Uit Schagen
De lang verbeide avond was gister daarin de groo
te zaal van het N. H. Koffiehuis had het kinderbal
plaats, dat jaarlijks gehouden wordt voor geïntrodu-
ceerden en familieleden door de kinder-dansklassen
van den heer O. Bijpost en dochter. Reeds weken te
voren hoorde men al van het klaarmaken der costuums
voor de Spaansche dans, zag men de kinderen klepper
houtjes leeren hanteeren voor de kleppermarsch en
werd er al keuze gedaan in linten, sjerpen en andere
opschiksels.
Eenigszins geagiteerd was de kinderschaar toen het
bal begon, maar de vaste en tactvolle leiding van mej.
Bijpost deed liet zelfvertrouwen spoedig terugkeeren en
daarmee was het succes van de uitstekend ingestudeer
de dansen meteen verzekerd. Inzonderheid werd zeer
mooi door 8 gecostumeerde meisjes de Frühlings-boten
Walzer gedanst en door de 2 jongste leerlingen een
gavotte. De dames en heeren belangstellenden hadden
blijkbaar veel genoegen in het zien dansen van hun
kleine vriendjes, vriendinnetjes en verwanten. Het
was dan ook een aardig gezicht de trippelende voetjes
der meestal smaakvol gekleede kinderen de ommegan
gen en pasjes te zien maken, die de kunst van Terp
sichore in haar verschillende uitingen voorschrijft. De
Jamilie Bijpost heeft bepaald zoet gedroomd na den
zoo goed geslaagden avond. Voor haar was het een
dubbel succeseervol nu en veelbelovend weer voor de
volgende cursussen.
Uit Heer-Hugowaard.
Als bijzonderheid werd ons meegedeeld, dat op de
boerderij van den heer Kant nabij de Halte een drie
kleurig lam aanwezig is, n.l. zwart, wit en rood.
Van Broek op Largendijk
Met de eigen onderlingen tuinbouw-ongevallenverze-
kering voor „Groentecultuur" loopt het aanvankelijk
zeer goed. Reeds voor meer dan 90.000 arbeidsloon
werd reeds geteekend. Als gevolg dat „Groentecul
tuur" zich hiermee bezig houdt, breidt haar aantal le
den zich in den laatsten tijd flink uit.
Dat zal navolging vinden
De vorige week is te Groningen eene voorloopige
commissie gevormd uit personen van onderscheiden
politiek inzicht, die zich ten doel stelt de oprichting
van een vereeniging ter verkrijging van verlaging van
gemeentelasten.
Een dolle man.
In het café Ossenkoppele te Almelo zat Zaterdag
avond de bakkersknecht F. S. zoolang te zwetsen over
zijn kracht, dat dit eenige bezoekers begon te vervelen
en deze hem uitnoodigden buiten eenige proeven daar
van te geven. Buitengekomen ging S. er van door,
doch kwam eenige oogenblikken later met een brood
mes op de anderen af, dat hem evenwel spoedig af
handig gemaakt werd. De schrik schijnt hem toen on
zinnig gemaakt te hebben. Ten minste als een razende
sprong hij door het winkelraam van L. Berg, vernielde
de etalage, wilde in een bedstede springen, doch werd
door de vrouw weggeduwd. Na een glazen achterdeur
vernield te liebbeu, vloog hij over hekken en door sloo-
ten, niettegenstaande van vervolging geen sprake was,
om ten laatste na een schutting overgeklommen te
zijn, nogmaals te trachten binnen te komen door een
keukenraam van het huis van mej. Wed. H. te verbrij-
zolen. Toen dit niet lukte, verstopte hij zich in een
tuin, waar men hem ten laatste vreeselijk bloedende
vond.