DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Feuilleton
No.
Honderd en elfden Jaargang.
1909.
DONDERDAG
25 MAART.
Zooals ook wij vergeven
BINNENLAND.
70
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
/Wonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
Zijdie zich met 1 April
op dit blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum verschijnende
nummers gratis en franco.
De Uitgevers.
Tweede Kamer.
ALKMAARSCHE COURANT.
ALKMAAR, 25 Maart.
Men heeft gisteren in ons blad een bericht kunnen
lezen met een vraagteeken er achter n.l. „De Zuid-Pool
bereikt V
Zelden is er voor een ideaal zoo vurig gestreden als
voor do ontdekking van de polen. Eeuwen duurt deze
strijd en zijn geschiedenis vertelt van het vreeselijke
lot diergenen, die het slachtoffer van hun streven zijn
geworden. Eigenlijk is dit streven heel eenvoudig:
men wil zijn eigen huis kennen, men wil weten hoe de
aarde, die wij bewonen, er uit ziet. Dat verschillende
wetenschappen door de ontdekking der polen gebaat
zullen zijn is mede een voorname reden voor het steeds
herhaald wordende onderzoek. En eindelijk zit in niet
geringe mate het element „sport" in die pooltochten.
De Zuidpool heeft zich over het geheel niet in de
belangstelling mogen verheugen die de Noordpool
steeds ten deel viel. Van Cook af aan, die op zijn twee
de reis om de wereld (17721775) vaststelde dat er op
den 71sten breedtegraad geen Zuidelijk vastland meer
was, hebben de Engelschen steeds een groot aandeel
in het onderzoek gehad. De Engelscliman Scott be
reikte in 1902 op de „Discoverij" het verste punt, 82
graden 17 minuten. Aan deze expeditie nam de held
van de berichten van thans, luitenant Shackleton deel.
Zij deed hem besluiten zelf een expeditie te onderne
men. Op Nieuwjaarsdag 1908 verliet hij met zijn reis
gezellen Lyttelton op Nieuw-Seeland met een ouden
walvischvaarder. De expeditie telde 28 man, van wie
er 12 de „landtroepen" vormden, wien de moeielijkste
taak natuurlijk wachtte. Afgesproken was dat het
schip „De Nimrod" in Februari 1909 zou teragkeeren
en dat schijnt geschied te zijn. De zomer zou gebruikt
worden voor het aanleggen van voorraad-depots en tij
dens den winter zou er gereisd worden en zouden er
wetenschappelijke onderzoekingen worden verricht. In
drie gedeelten had men de expeditie verdeeld. Getracht
zou worden de geografische en magnetische zuid
pool te ontdekken en de kusten van het gebied dat
naar koning Eduard VII is genoemd, te onderzoeken.
Voor den tocht naar de pool zou gebruik gemaakt wor
den van een automobielslede, terwijl de honden, tot he
den steeds als trekdieren gebruikt, werden vervangen
door ponnies.
Het eerste telegram van Shackleton over zijn tocht
beslaat in de Daily Mail ettelijke kolommen. Het zal
ongetwijfeld gevolgd worden door meerdere, maar
reeds dit eerste bericht geeft een denkbeeld van den
strijd, die deze dappere Engelschman, dien men gerust
den pionnier van het Zuidpoolgebied mag noemen,
heeft gestreden. De N. Rott. Ct. deelt o.d. het volgen
de van die telegrammen mede:
ROMAN VAN
W. HEIMBÜRG.
Naar het Duitsch.
36)
Wij reden met de tram naar huis en zij ging dade
lijk naar haar slaapkamer; toen ik haar volgde stond
zij half gekleed voor haar toilettafel en zag zich zelve
in den spiegel.
„O tante", zeide zij, zich plotseling omkeerende,
„weet u wel wat u van mij gemaakt hebt?" En met
sidderende handen haar prachtig haar in een wrong
draaiende riep zij uit: „Een onnatuurlijke moeder,
die haar plicht vergeet, hebt u allen van mij gemaakt;
slechter dan een dier! Ik heb dat al dien tijd al ge
dacht en nu is het mij duidelijk geworden. Ik wil het
niet langer verdragen, ik wil mijn jongen hebben.
Mijn eigen Hans George! Hoe komt Caroline er toch
toe mij iets af te nemen dat mij toebehoort. Ik wil
het kind hebben. Ik ga hem halen en als u u voor mij
schaamt, ga dan wegGa naar die andere huichelach
tige mensehen, ga gerust heen!"
Zij wees naar de deur en pakte mij hard bij den arm.
Het was niet mogelijk een woord in het midden te
brengenik moest zwijgen voor de heftigheid van dit
anders zoo zachte meisje, het was een lang onderdruk
te kreet, de kreet der moeder naar het kind dat zij ter
wereld gebracht heeft, evenals een dier waaraan men
zijn jong ontneemt kan schreeuwen. Zij wierp zich
neder op het tapijt, verborg het gezicht in haar armen
en schreide hartstochtelijk.
„Johanna! arm kind!" zei ik, „het kan immers niet.
Begrijp dan toch dat het niet mogelijk is en daarom
onmogelijk, omdat je het kind ongelukkig zou maken!
Je mag die tweede zonde niet voegen bij de eerste, het
zou schandelijke zelfzucht wezen als je het kind bij je
Op White Island werden de reizigers 4 dagen door
een sneeuwstorm opgehouden. Een hulpgroep, die tot
zoover was meegegaan, ging bij White Island terug.
Slecht licht en spleten in het ijs kostten bijna het le
ven aan een der reizigers en een pony. Den 13en No
vember werd een depot bereikt op 79 graden 36 min.
Z. B. en 168 graden O.L., dat reeds in September was
aangelegd. Een pony werd met mais en andere voor
raden bepakt; de dagrantsoenen werden verminderd
Bij de reis naar 't Zuiden werd de 168e meridiaan ge
volgd. De ponies zakten dikwijls tot hun buik in de
mulle sneeuw. Op 81 graden 4 min. Z.B. werd een po
ny doodgeschoten en een depot aangelegd, o.a. van po
ny-vleesch. Een gedeelte van de geschoten pony werd
meegenomen.
Den 26en November werd het verst Zuidelijke punt
van de Discovery-expeditie gepasseerd. De oppervlakte
was nu buitengewoon zacht, met groote golvingen. De
ponies kregen last van sneeuwblindheid. Op 28 Novem
her werd er weer een pony doodgeschoten; een depot
werd aangelegd op 82 graden 45 min. en 170 graden O.
L. Op 30 Nov. werd er nog een pony neergelegd. Aan
houdende in Zuid-Zuidoostelijke richting, naderde
Shackleton een nog niet bekende hooge bergketen, die
een Zuid-Oostelijk verloop had. Den 2en December
werd een ijsval bereikt, ontstaan door groote persing.
Sneeuw- en ijsruggen liepen in de richting van het
land. De reizigers ontdekten een gletscher van 120 En-
gelsche mijlen lang en naar schatting 40 Engelsche
mijlen breed, welke zich in de richting Zuid-Zuidwest
uitstrekte. Tot zoover was Shackleton gegaan over de
ijsbarrière, een onmetelijk ijsveld, dat zeer vlak is en
vermoedelijk drijft in een betrekkelijk ondiepe golf.
Den 5en December begon men den gletscher te beklim
men; dat was op 83 graden 33 min. Z.B. en 172 O.L.
De gletscher was erg gespleten; een gevolg van sterke
persing. Het stuk dat den 6en werd overgetrokken, was
zóó moeilijk begaanbaar, dat er een dag noodig was
om 600 M. vooruit te komen. Den 7en December viel
een pony door een sneeuwlaag en verdween in een
spleet van ongemeten diepte.
Den 8en December trokken de wolken op; het werd
helder en de reizigers ontwaarden nieuwe bergketenen,
die zich uitstrekten naar het zuiden en zuidwesten.
Dikwijls vielen zij door verraderlijke sneeuwlagen, die
gletscherspleten bedekten; maar doordien zij dan aan
bet leer- en touwwerk bleven hangen, konden zij weer
worden opgehaald.
Den gletscher van 6 tot 18 Dcc. opwaarts volgende
werd een hoogte bereikt van 6800 Eng. voet. Op 85 gra
den 10 min. 33 graden Z.B. werd weer een depot aan
gelegd en alles achtergelaten behalve voedsel, instru
menten en kampbenoodigdheden. De rantsoenen wer
den tot 20 ons per man verminderd. Den 26en Decem
ber bereikten zij een plateau, dat op 9000 voet hoogte
was gelegen en geleidelijk hooger werd tot 10.500 voet.
De tweede slede werd hier achtergelaten. Er blies een
voortdurende sneeuwstorm uit het zuiden. De tempe
ratuur wisselde van 37 graden O. tot 70 graden C.
wou nemen, want het zou vaderloos wezen en bespot
worden door de menschen en ongelukkig zijn*. Begrijp
je dat dan niet?"
„O, die vreeselijke menschendie onbarmhartige
wereldkon ik maar weggaan, vluchten, ver, ver weg,
waar niemand ons kent!"
„Overal zou je de zeden en wetten tegen je hebben,
Johanna en welk een verdriet zou je doen aan den
man dien je hebt liefgehad als je hem zijn zoon afnam,
weet je dat wel? Het is het eenige wat hij bezit en
liefheeft."
Zij keerde mij haar gloeiend, betraand gezicht toe.
„Ja mompelde zij, „de schuld moet ik alleen betalen
dat is nu eenmaal mijn lot, ik heb geen recht op
hem, dat weet ik."
Zij stond op, kuste mij en vroeg of ik haar vergiffe
nis wou schenken, zij zou zich niet weer tegen het lot
verzetten. „Maar doe mij één genoegen tante, laat
mij mij niet weer onder de menschen vertoonen, ik
wil geen enkelen blik slaan in dat afschuwelijke leven
met zijn duizend onrechtvaardigheden."
En 't spreekt van zelf, dat ik haar alles beloofde
wat zij maar wilde.
Johanna sprak nooit over haar verblijf in Italië.
Wel zat zij soms stil te peinzen met een gelukkigen
trek op het gelaat, als zij er toevallig aan herinnerd
werd. Zij wou plotseling niets meer weten van het
plan in een kinderziekenhuis te gaan. Ach neen, wat
gingen haar die vreemde kinderen aan, zij wou veel
liever niet aan kleine kinderen herinnerd worden. En
toch, waar werd zij er niet aan herinnerd?
Boven ons hoofd hoorden wij kleine voetjes trappe
len, de kinderen van den concierge speelden op straat
met de tol en hadden intusschen toezicht op het jong
ste kind, dat in een wagentje lag te slapen; overal op
straten en in steegjes kleine menschjes, die de nade
rende lente toejuichten. Ik had dokter Lömsberg, die
mij behandeld had, reeds meer dan eens over haar ge
consulteerd. Hij ried mij aan van woning te verande
ren; een meisje dat altijd buiten gewend "was geweest,
kon het leven in een stad niet uithouden. Zij had be
hoefte aan meer warmte en zon, wij moesten naar een
Den 27en verloren zij het gebergte uit het oog. Daar
Shackleton bemerkte dat zijn mannen tengevolge van
het onvoldoende voedsel verlapten liet hij op het
plateau nog een depot aanleggen, een daad van voor-
liehtigheid, die hem en den zijnen het leven heeft ge
red.
Den 4en Januari ging het weer verder, met slechts
cén tent. De palen van de tweede tent werden meege
voerd om onderweg als bakens te worden uitgezet. De
sneeuwoppervlakte werd nu zachteen storm bleef 60
uur aanhouden. Op 7, 8 en 9 Januari daalde de tem
peratuur in den sneeuwstorm tot 72 graden O.; de
vind had een snelheid van 70 Eng. mijlen in 't uur;
het was onmogelijk om van de plek te komen. De le
den der expeditie hadden herhaaldelijk last van 't be
vriezen van ledematen.
Den 9en Januari verlieten zij het kamp en bereikten
88 graden 23 min. Z. B., 162 graden O. L. Dit is de
verst Zuidelijke plek, nog ooit bereikt. Hier werd de
TJnion Jack geheschen, de vlag, die door de Koningin
was geschonken. Bergen waren niet te zien. Shackle
ton en de zijnen zagen de vlakte zich uitstrekken naar
hot Zuiden. Nu werd teruggekeerd naar het depot op
het plateau. Daarbij moesten de gemaakte sporen wor
den gevolgd, want de vlaggen op de tentpalen waren
door den wind afgerukt. Minder hevige stormwinden,
die de reizigers nu in den rug hadden, maakten het de
zen mogelijk, dagelijks twintig tot negen-en-twintig
Eng. mijlen af te leggen.
Het depot aan het boveneinde van den gletscher
werd op 19 Januari bereikt. De sneeuw was nu van
den gletscher weggeblazen; een oppervlakte van ver-
aderlijk glad blauwachtig ijs moest nu worden begaan.
De afdaling langs den gletscher geschiedde in een
stormhet was een werk van langen duurde slede
moest aan touwen naar beneden worden gelaten. Den
26en Januari 's morgens was de voorraad levensmidde
len op; men kwam slecht» langzaam vooruit; om 16
Engelsche mijlen af te leggen, moest 2 uren worden
gegaan. De sneeuw lag op sommige plaatsen voeten
diep en bedekte verraderlijke spleten. In den middag
van den 27en Januari werd het depot aan den voet van
den gletscher (83 graden 45 min.) bereikt. Men vond
daar voedsel, en kon nu verder gaan naar het Grisi-
depot. Daar kwamen zij den 2en Februari. En nu be
gon een vreeselijke tijd; want het voedsel in de depots
bleek steeds onvoldoende om de volgende voorraadhalte
te halen. Daarbij werden de mannen ziek; een kreeg
een zwaren aanval van dysenterie, als gevolg van 't
gedwongen nuttigen van paardenvleesch. Gelukkig
bleef het uit het zuiden stormen, hetgeen de expeditie
leden als 't ware in de gcede richting vooruitblies.
Op den 27en Februari was de toestand zóó kritiek
geworden, dat een der reizigers onder de hoede van
een ander moest worden achtergelaten; terwijl Shackle
ton met een derde vooruit gingen om hulp te halen.
Gelukkig was de overwinteringsplaats niet ver meer;
en den len Maart kwam een hulp-expeditie met Shack
leton aan het hoofd de beide achtergelatenen halen.
pension gaan in 't bosch.
Hoewel de financiëele bezwaren niet gering te ach
ten waren, was ik op het punt op zijn voorstel in te
agan, maar Johanna was er niet toe te bewegen, zij
wilde bepaald niet. En toen geheel Dresden in bloei
stond, zoo onbeschrijfelijk weelderig en schoon, ston
den Johanna's arme oogen ach zoo dof en droevig.
Dagen lang bleef zij in haar hoekje zitten, en ik kon
er hoegenaamd niets aan veranderen; tot op eens het
schrikkelijke geschiedde.
De dokter was reeds menigmaal bij ons geweest,
was soms nu en dan bij ons blijven soupeeren en Jo
hanna was altijd heel vriendelijk en voorkomend voor
hem. Dat gaf mij moed: zij kon zich dus wel goed
houden als zij wilde. Was hij*weg, dan zonk zij weer
afgemat in haar hoekje.
Eens op een dag was Johanna uitgegaan; zij bleef
lang weg en ik keek reeds of zij niet terugkwam; daar
zag ik haar met den dokter aankomen. Zij liep hard,
aan haar geheele wijze van doen zag ik dat' zij angstig
was, ik ging hen tegemoet en deed de deur voor hen
open. Zij stormde mij letterlijk voorbij naar haar ka
mer en deed de deur op slot; de dokter keek mij met
le grootste verbazing aan.
„Wat wil juffrouw Johanna? wat heeft zij toch?"
„Ik weet het niet, ik hoopte van u opheldering te
krijgen; waar is u haar tegengekomen, dokter?"
„Juffrouw Johanna heeft mij op straat opgewacht
en aangesproken. Ik bemerkte dadelijk dat zij vreese-
ljjk opgewonden was. Ik moest haar niet kwalijk ne
men dat zij mij opgewacht had, zij was reeds bij mij
aan huis geweest en mijn vrouw had haar aangeduid
waar zij mij waarschijnlijk kon aantreffen, zeize, ter
wijl ze de woorden er uit stootte, zij wou mij zoo graag
wat vragen. Ik bood haar aan naar huis te gaan en
daar rustig te praten, maar zij keek mij maar steeds
aan met groote, angstige oogen. „Neen neen, niet
naar huis,' riep zij, „ik wou alleen maar vragen of
kleine kinderen ook sterven kunnen ten gevolge van
het tanden krijgen?" En daar zij zich waarschijnlijk
ergerde over mijn verbluft gezicht, begon zij te lachen,
o zoo n zenuwachtige, krampachtige lach, die in even
Do tocht naar het verste zuiden had 126 dagen ge
duurd. Als de voornaamste resultaten noemt Shackle
ton de volgende: Er is een goede geologische collectie
bijeengebrachten er is steenkool gevonden in een
kalkformatie. Dan is een complete reeks meteorologi
sche waarnemingen voltooid. Acht verschillende berg
ketens zijn ontdekt en over de honderd bergen. Shack
leton cn de zijnen hebben tal van gletschers opgenomen
en gefotografeerd; ook vonden zij aanwijzingen dat de
vergletschering vroeger uitgestrekter is geweest.
De geografische zuidpool is ongetwijfeld gelegen op
een plateau van 10.000 a 11.000 Eng. mijlen boven den
zeespiegel.
Behalve de groote sledetocht zijn twee andere uiterst
belangrijke tochten volbracht: die naar de plek van de
magnetische zuidpool en die naar den top van den Ee-
ïebus. De beklimming van den Eerebusden beroemd
sten vulkaan in de zuidpoolstreken, op het Eerebus-
ciland is ten uitvoer gebracht door luitenant
Adams, Sir Philip Broeklehurst, professor David, A.
Forbes Mackay, Eric Marshall en Mawson.
Allerlei geologische monsters en ook merkwaardige
rersteeningen werden tijdens de opstijging verzameld.
Ook de tocht naar de magnetische Zuidpool is een
gedurfd werk. Prof. David, die hier de leiding had, is
122 dagen met zijn mannen uitgebleven. Op den terug
tocht zijn deze lieden herhaaldelijk in levensgevaar ge
weest.
Ingekomen was gisteren een voorstel van den heer
De Savornin Lobman tot vereenvoudiging der werk
wijze van de Tweede Kamer.
De heer De Savornin Lohman, dit voorstel toelich
tende, wijst er op, dat nog niet alle leden met dit voor
stel op de hoogte zijn. Hij zou prijs stellen op een
spoedige behandeling, omdat, mocht het voorstel ver
worpen worden, er leden zijn die een ander voorstel
zouden willen indienen, omdat men het er algemeen
over eens is, dat er verandering moet komen in de
werkwijze der Kamer.
De voorzitter geeft in overweging dit voorstel naar
de afdeelingen te zenden.
De heer Patijn stelt voor ook namens 9 andere le
den, het voorstel van den heer Lohman te stellen in
handen eener commissie van voorbereiding. Daartoe
wordt besloten. De benoeming dier commissie (be
staande uit 7 leden) wordt aan den voorzitter overge
laten, die zoo spoedig mogelijk die commissie zal be
noemen.
Aan de orde is de voortzetting der beraadslaging
over de interpellatie-Bos, betreffende de houding door
de Regeering aan te nemen tegenover de z. g. Kolle-
wijnsche spelling en de daarop voorgestelde motie van
den heer Roodhuyzen, strekkende om de Regeering uit
te noodigen een staatscommissie te benoemen om te
overwegen welke wijzigingen in de schrijfwijze van
onze taal behooren te worden aangebracht.
De heer Ter Laan zijn j. 1. Donderdag onderbroken
rede vervolgende, betoogt, dat op de lagere school 600
urefi per kind wordt besteed aan de taalquaestie en
'wee jaar nadat het kind de school verlaten heeft,
blijkt, dat al die moeite tevergeefs is geweest. En is
het niet belachelijk, dat men zijn taal niet kan schrij-
zulk een zenuwachtig schreien overging. Zij bedwong
zich echter weldra en vroeg weder doodsangstig: „Kun
nen kleine kinderen sterven aan het tanden krijgen?"
„Ja. zeker," zei ik. „Maar hoe ter wereld Op eens
kreeg zij een vuurroode kleur en zij liep hard weg. Ik
liep haar natuurlijk achterna en begreep dat er iets
niet met haar in orde was. Wat is dat? Is er een kind
dat haar zoo na aan het hart ligt Ik kreeg 'ook een
vuurroode kleur, dat voelde ik. „Zij kan alleen haar
neefje meenen," antwoordde ik en vermeed den onder
zoekenden blik van den dokter. „Misschien heeft zij
vanmorgen bericht gekregen uit Zülla het is haar
petekindje en het is aan het tanden krijgen toe.".
„Maar die opgewondenheid is toch niet natuurlijk,"
zeide hij op koelen toon. „Ik zou u raden u tot een
zenuwspecialiteit te wenden juffrouw Maaszen, dat is
het eenige wat ik er op weet. U had de jongedame
moeten zien bij die vraag dat kan niet langer zoo
gaan. Ik verzoek u met aandrang mijn raad op te
volgen. Komt er krankzinnigheid voor in haar fami
lie?"
„Ik weet alleen dat Johanna's moeder zich* zelve het
leven benomen heeft in een aanval van melancholie."
„Dat is werkelijk al voldoende om de grootste voor
zichtigheid met het jonge meisje in acht te nemen.
Mocht ik iets voor u kunnen doen, juffrouw Maaszen,
ik ben geheel tot uw dienst."
Toen hij vertrokken was wist ik werkelijk geen raad.
Ik besloot aan een specialiteit in zenuwziekten te
schrijven en verzocht hem den volgenden dag te ko
men; ik wist toch bij ervaring, dat Johanna dien dag
niet meer te voorschijn zou komen. Al riep en smeek
te ik nog zoo aan de deur, het was toch te vergeefs.
Daar kwam een heel onverwacht bezoekhet was
rits von Breitenfeld. Hij kwam eens kijken hoe het
ons ging. George had hem verzocht ons eens een be
zoek te brengen.
Hij schrikte van mijn bezorgd gelaat. „Nu, wat is
er? Is u ziek of is het Johanna? Waar is zij? Neem
mij niet kwalijk, juffrouw, maar u ziet er werkelijk el
lendig uit!"
(Wordt vervolgd).