DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
BLOOKER'S
CACAO;
Damrubriek.
m
m
m
m
bf-
m
JÖ1
m
K.
M
11
6
1
S
JB
is
No. 71
Honderd en elfden Jaargang.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
V R IJ D A G
26 MAART.
Breek met de sleur; drink
in plaats van koffie,
DAALDERS
véél goedkooper,
véél gezonder,
altijd goed.
BA KSJISjCH.
BINNENLAND.
M
B
11
IP
B
Telefoonnummer 3.
Zij, die zich met 1 April
op dit blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum verschijnende
nummers gratis en franco.
De Uitgevers
Tweede Kamer.
Wjk
ijüi
IP
Hof van Arbitrage.
'ëm
'SÉ
■I
m
Éll
SÉ
li
Im
De hoogbeschaafde westerling kijkt op den Turk
neer o. a. om de baksjisch, om die groote fooien, die
gelden bestemd tot omkooperij van vele ambtenaren
en anderen in hel Turksclie rijk. En ais men over lur-
kije schrijft, geeft men onomwonden toe, dat het
systeem van omkooperij, dat in dit land bestaat, het
geheele leven' belieerscht.
Als men over andere Europeesche landen in het
openhaar schrijft of spreekt, geeft men niet zoo onom
wonden toe, dat het baksjisch-euvel ook daar bestaat.
Doch als men over de gewoonten in andere Europee
sche landen praat, in particuliere gesprekken, hoort
men bizonderheden, welke iemand de haren te berge
doen rijzen. Nu moet men uit den aard met zulke ver
balen, welke weinig of niet in de pers voorkomen,
uiterst voorzichtig zijn. Het spreekt van zelf, dat de
verteller licht geneigd zal zijn tot overdrijving, omdat
hij gaarne voor buitengewoon goed ingelicht doorgaat,
voor kenner van zaken, die zelfs bij de groote alge-
meene publiciteit van tegenwoordig voor het groote
publiek verborgen blijven. Er zal hier licht overdrij
ving in het spel komen en de lust om den hoorder met
veel wereldwijsheid te overbluffen.
Maar toch zóóveel weet iedereen wel van de
baksjisch, dat zij buiten onze grenzen in Europa ook
in andere landen dan Turkije veel voorkomt.
Wij hooren van een staat in het buitenland, waar
men geen zaken kan drijven, indien men niet dc doua
ne flink „stopt." Wij hooren van een omkooperij door
een grooten leverancier van een minister (en niet den
minister van een miniatuurstaat), die inderdaad aan
„gedurfdheid" niets te wenschen overlaat. Wij hooren
hoe een consul van een staat ontslagen wordt, omdat
hij geweigerd heeft mee te knoeien met ambtenaren
van dien staat, toen die zich buitenslands bevonden.
AAN DE DAMMERS!
Met dank voor de vele oplossingen, die wij èn van
probleem no. 18 èn van vraagstuk no. 8 mochten ont
vangen.
Probleem no. 18 was' een aardig stukje werk van on
zen stadgenoot M. de Leeuw. De ontleding daarvan
was zeer aardig.
Ziehier de oplossingen van den auteur:
Wit speelt 39—34, 35—30, 40—34, 37—31, 44—40,
50:39, 29:40, 33:4, Kb-41, 40—34, 41—37, 36:18,
4:26!!
Hier betuigen wij den auteur nogmaals onzen dank
voor het toegezonden probleem.
De oplossing van vraagstuk no. 8 was eenvoudiger.
Hoe benutte wit de tempozet?
Wit speelde 32—28, 26—21, 28:8, 38—32, 33:4.
Van beiden mochten wij goede oplossingen ontvan
gen van de heeren: D. Gerling, J. Houtkooper, C.
Lammers, M. de Leeuw, G. van Nieuwkuijk, F. W. Ro-
derwijn, B. D. de Roos, .1. Speets en J. W. Teerink, al
len te Alkmaar; S. Homan en H. Lindeboom, beiden
te Oudorp; T. v. d. Velde te Huiswaard, (Gem. Koe
dijk) A. Volkers te Sint-Pancras, P. ZwakmanDz. te
Bergen en J. A. Wolff te Groningen.
Alleen vraagstuk no. 3 van F. Laas, Alkmaar.
Eenige dagen geleden, 13 Maart 1909, werd het vol
gende interessante part'jtje gespeeld tusschen de hee
ren M. Mok (Amsterdam) met wit en S. Kan (Rotter
dam) met zwart.
Wit Hollandsche Zwart
1.3328 opening 1. 2024
niet bepaald fout, maar beter is
1823, waartoe men na eenige
zetten toch gedwongen wordt.
2.3933 2. 1420
zwart wil schijnbaar een aanval
Enz. Enz. Iedereen ken-: deze of dergelijke verhalen.
Gaat men hierop af, dan zouden wij tot de conclusie
komen, dat de besmetting der baksjisch overal is door
gedrongen en dat wij, Nederlanders, er alleen daarom
zoo betrekkelijk goed afkomen, omdat wij eenvoudig
ziju, in den regel niet op een grooten voet leven en
elkaar te goed kennen. Het zal wel niet waar zijn, dat
de besmetting geheel en al buiten onze grenzen is ge
bleven. Doch wij mogen ons op dit gebied laten kij
ken. Ook hier is, gelooven wij, plaats voor gemoti-
veerden nationalen trots.
Dit nu is zeker zoo'n buitengewoon heuglijk ver
schijnsel, dat wij noodzakelijkerwijs alles moeten doen
wat in onze macht is om den toestand zoo te houden
en om de geringste moreele besmetting direct aan de
kaak te stellen en te bestrijden.
Is dit juist, dan loont het de moeite ons de vraag
te stellen of het oogenblik ook gekomen is om sani
taire maatregelen tegen die moreele besmetting aan
onze oostelijke grenzen te nemen. Wij zijn tegenwoor
dig zoo geneigd om allerlei van Duitschland over te
nemen, om naast het vele goede, dat daar te vinden.is,
ook het minder goede te accepteeren, er is zoo'n druk
erkeer met deze buren, dat wij speciaal tegenover de
üuitsche baksjisch dubbel voorzichtig moeten zijn.
En nu is er juist in de laatste dagen, gelijk Woens-
lag op deze plaats werd medegedeeld, op ondubbelzin
nige wijze "gebleken van het voortwoekeren van dit
kwaad bij onze Duitsche neven. Wat ons uit een pro
ces in een der Berlijnsche voorsteden gebleken is over
de baksjiscli-methoden, welke worden toegepast door
Berlijnsche geneesheeren, mannen vau de allergrootste
eputatie zelfs, is wel van dien aard, dat wij daarvoor
zeer nadrukkelijk moeten waarschuwen. Het blijkt, dat
vele geneesheeren, professoren zoowel als doctoren,
daar handlangers hebben, wien 'n groote baksjisch
wordt uitbetaald voor eiken patiënt, dien zij aanbren
gen. Het is fraai noch verkwikkelijk wat hier ge
beurt, het is zeker allerminst mooi, waar het hier we
tenschappelijke „aristocraten" betreft, maar nog véél
erger is wat wij thans hooren over de baksjisch-me-
thoden van de Duitsche handelaren. Hier lezen wij
over een omkooperij op groote schaal, die het Duitsche
handelsbedrijf in zijn wortel heeft aangetast en waar--.
tegen thans vermoedelijk bizondere strafrechterlijke
maatregelen zullen worden genomen. De Rijksdagcom
missie voor het nieuwe wetsontwerp ter aanvulling
van de wet tegen oneerlijke concurrentie beeft beslo
ten bepalingen tegen het geven van deze baksjisch,
hier teekenend „Schmiergelder" genoemd, in het ont
werp op te nemen.
En als men nu hoort, wat een zoo gezaghebbend blad
als de „Frankfurter" over deze aangelegenheid schrift
moet men wel toegeven, dat er alle aanleiding is om
krachtig in te grijpen. Vroeger zoo betoogde het
blad heeft men de attenties tusschen handelsvrien
den, tusschen leveranciers en de bedienden van klanten
gewisseld, verdragen, omdat zij van geringe beteekenis
waren. Men heeft er expres den staat niet in gehaald,
omdat men het zelf wel dacht te kunnen klaar spelen.
Doch deze slechte gewoonten zijn met groote snelheid
voortgewoekerd. De attenties wordei. cadeau's, groote
cadeau's, ja direct omkoopingsgelden, bestemd om de
bedienden van den klant een oog toe te laten doen bij
gebreken van de geleverde waar zoowel als om concur
renten uit te sluiten. Deze gewoonte wordt met den
dag erger. De producenten kunnen dagelijks duidelij
ker merken, dat zij met het leveren van goede waar
tegen billijken prijs de concurrentie niet meer kunnen
volhouden. Zij moeten meeknoeien, zij moeten hóe
langer hoe meer fondsen besteden om den bediende der
gaan ondernemen op wits korten
vleugel.
3.4439 3. 10—14
4.50—44 4. 18—23!
5.34-30! goed gespeeld, nu wordt zwart gedwongen
tot 2025, daar anders door 30—25 een opsluiting
dreigt aan den langen vleugel.
5. 20—25!
6.31—27 6.25:34
7.40:20 7.15:24!
veel beter dan 14:25.
8.4540 dit opspelen van schijf 45 is zeer juist. Wit
v il hiermede ruit 30 weer bezetten.
8. 5—10
9.40—34 9.17—21
10.34—30 10.12—18
11.37—31 11. 7—12
12.4137, beter is 3126, want nu
heeft zwart gelegenheid, wit op te sluiten.
12.21—26
13.30—25 13.10—15
met het doel 14—20 te kunnen
spelen.
14.4440 ten einde bij afruil door zwart, toch weer
ijdig ruit 30 te kunnen bezetten.
14.14—20
15.25 14 15. 9 20
16.40:34 16.4—9
17.3430 17.20—25
Hiertoe werd zwart wel haast
gedwongen, daar wit anders 3025
had gespeeld.
18.49—44 18.25:34
19.39:30 19.15—20
20.4741. Wit speelt nu niet 3025, omdat zulks
zijn korten vleugel te zeer zou verzwakken, een schijf
op 30 is in dezen stand zeer sterk. 4641 mag in de
zen stand nooit.
20.20—25
21.44—39 21.25 34
22.39 30 22. 9—14
Zwan gaat door met zijn aanval
23.3025. Wit kon nu niet meer afwachten tot
klanten om te k'oopen op straffe van anders door hun
concurrenten, die minder gewetensbezwaren hebben,
verdreven te worden. Het kwaad neemt steeds toe.
Het is afschuwelijk uit een moreel oogpunt. Doch 'oo-
endien vermindert het de qualiteit van het geprodu-
eerde, vermindert het de inspanning der technici, om
dat het er niet meer op aankomt zoo goed en zoo goed
koop mogelijk te leveren^ maar zooveel mogelijk
baksjisch uit te deelen.
Geen wonder dat men zich ongerust maakt, geen
wonder dat men op maatregelen zint om deze besmet
ting tegen te gaan.
Mogen de baksjisch ook aan de Nederlandsche gren
zen bij voortduring tegengehouden kunnen worden.
Aan de orde was gisteren het wetsontwerp tot wijzi
ging en aanvulling der vet tot regeling van het Mid
delbaar Onderwijs.
De heer Roessingh wijst op den aandrang die zich
steeds meer en- meer openbaart om ook hef platteland
van Hoogere Burgerscholen te voorzien, teneinde de
concurrentie voor kinderen van het platteland mogelijk
te maken met die uit de groote steden. Zal nu deze
wet die verbetering brengen? Spr. gelooft het niet,
want hij vreest dat de sbsidie-aanvragen van het plat
teland zullen worden afgewezen.
De lieer De Waal Malt fijt wil niet onderzoeken in
hoever het stelsel van subsidieeren van Bijz M. O. past
in het stelsel van onze Onderwijswet. Daarover is reeds
zeer veel gezegd. Spr. wil dan ook alleen nagaan het
karakter dezer wet en de bezwaren welke er tegen zijn
aangevoerd.
De heer Roodliuyzen betreurt het, dat hij zich niet
kan scharen aan de zijde van den heer Roessingh. Spr.
wijst er op, dat er tegenwoordig omtrent het Bijz. on
derwijs andere denkbeelden aan de linkerzijde bestaan
dan vroeger. Het geldt hier geen eerepalm en royali
teit te verwerven, maar aan elke groep te geven wat
aan die groep toekomt, in het belang van het volkson
derwijs in het algemeen.
Met ingenomenheid heeft spr. dit wetsontwerp be
groet.
Alleen betreurt hij het, dat 's ministers ambtsvoor
ganger hier niet zit om het te verdedigen. Dat zou
veel hebben bijgedragen tot bestendiging van den vrede
op onderwijsgebied.
Ten slotte wijst spr. er op, dat niet verkapte H. B. S.
worden opgericht.
De verdere beraadslaging wordt geschorst.
De heer Hubrecht brengt namens de Commissie van
Rapporteurs over het wetsontwerp betreffende de peii-
odieke traktementsverhooging der departementsambte
naren rapport uit.
Dit voorstel, strekkende tot het instellen eener par
lementaire enquête naar organisatie, inrichting en
werkwijze der departementen van algemeen bestuur,
wordt naar de afdeelingen verzonden.
Aan de agenda "voor afdeelingsonderzoek, worden
alsnog een aantal wetsontwerpen van kleinen omvang
toegevoegd.
Vrijdag 2 April, 11 uur, sectie-onderzoek van het
voorstel-Lohman tot wijziging van het R. v. O. (wijzi
ging Arbeid kamer).
Ook Dinsdag na de pauze afdeelingsonderzoek.
Op de nominatie voor den Hoogen Raad worden ge
steld: le candidaat mr. Fentener van Vlissingen; 2e
candidaat mr. Pleyte; 3e candandidaat mr. Segers.
De voordracht zal H. M. de Koningin schriftelijk
zwart op 25 speelde, daar hij schijf 30 zeer moeielijk
verdedigen kon.
23. 1—7
24:43—39
Versterking van den korten vleugel.
24.11—17
25.27—22 25.18:27
26.31 11 26. 6 17
27.37—31 27.26 37
28.42 31 28.12—18
29.3126 ten einde zwart te verlokken 1822 te
spelen.
29.18—22??
Stand na den 29en zet van zwart.
■My:
E
m
mot.
■mW:'
B
iHP
ÉÜP
Zwart 2, 3, 7, 8, 13, 14, 16, 17, 19, 22, 23, 24.
Wit 25, 26, 28, 32, 33, 35, 36, 38, 39. 41, 46, 48.
Zwart heeft de valstrik niet gezien, want wit
speelt nu 3227. Zwart moet drie stukken slaan
van 23 cp 34 en wit slaat 27:40 (5 stukken)-. Zwart
geeft op.
Zeer mooi is de zet, maar ook mooi, de manier
waarop wit zijn korten vleugel verdedigt, hetgeen zeer
lastig is.
Vraagstuk no. 9. Hoe kan wit zich in onderstaan
de stelling van de winst verzekeren?
worden toegezonden.
De algemeene beschouwingen over de wet op het
M. O. worden voortgezet.
De heer Ter Laan constateert, dat de minister zelf
zegt, dat dit wetsontwerp een eerste stap is en daarom
acht spr. het noodig, dat over het beginsel der subsidi-
eering van het M.O. gesproken worde. De minister
vraagt of het beginsel redelijker wijze niet billijk is en
of niet hetzelfde moet gegeven worde als aan het L. O.
Spr. erkent, dat de socialisten dit bij het L. O. hebben
toegegeven en zij zijn bereid hetzelfde te doen bij het
M. O., doch slechts onde: bijzondere waarborgen. Wor
den de geëischte waarborgen niet gegeven, dan kunnen
zij hun stem aan het ontwerp niet geven.
En de soc.-dem. achten de waarborgen in dit ont
werp onvoldoende. Ten slotte houdt spr. een pleit voor
de scholen met M. U. L. O. Het zijn goede scholen en
eene regeling van dat onderwijs had bij dit ontwerp
niet mogen ontbreken, daar die scholen opgekomen zijn
uit het volksleven. Zij kunnen echter de H. B. S. niet
vervangen. Er zijn thans 200 scholen voor M. U. L. O.
in ons land met 800 onderwijzers. Dat moet verande
ren. De jaarwedden der leerkrachten moeten verbeterd
en het schoolgeld beter geregeld. Daarom stelt spr. de
volgende motie voor:
„De Kamer van oordeel, dat het stelsel van subsidi-
eering der scholen met M. U. L. O. moet worden ver
beterd, gaat over tot de orde vanden dag.
De heer Tydeman is verwonderd over de indiening
en behandeling van dit wetsontwerp. De Regeering be
schouwt dit ontwerp als een overgang, als een beschei
den stap, als een kleinigheid om aan enkele scholen
subsidie te verzekeren. Maar waartoe dan die haast?
Spr. noeint het echter geen kleinigheid wat wordt voor
gesteld.
Om paedagogische, financiëele en politieke redenen
is spr. er tegen, om het M. U. L. O. te vervangen door
IT. B. S. Spr. is tegen deze partieele regeling en wil
deze zaak in een stuk behandelen als het rapport der
ineenschakelingscommissie verschenen is.
De heer Van Wijnbergen verdedigt den «poed welke
gemaakt is, daar dit ontwerp reeds zoo lang hangende
Dit ontwerp beoogt niet anders dan het onderwijs,
dat de verschillende groepen noodig hebben, tot die
groepen te doen komen.
Heden 11 uur voortzetting.
Thans staat vast, dat ook het geschil omtrent de
maritieme grensscheiding tusschen Zweden en Noor
wegen, voor het Hof van Arbitrage zal worden behan
deld. De behandeling dezer zaak zal op 17 April een
aanvang nemen. Scheidsrechters zijn de heeren mr. J.
A. Loeff, oud-minister van justitie, voorzitter; Teich-
mann en Hammarskjöld.
De behandeling van het Casa-Blancageschil zal op
1 Mei aanvangen. Scheidsrechters zijn de heeren
Hammarskjöld, gouverneur van Upsada, voorzitter;
Kriege, Renault, Fusinato, en Fry.
Als agenten zullen optreden voor Frankrijk prof.
Weiss en voor Duitschland dr A. Lentze, geheimer
Legationsrat en adviseur aan het ministerie van bui-
tenlandsche zaken te Parijs.
S D. A. P. en S. D. P.
Het Volk van gisteravond bevat het bericht, dat mr,
Mendels voor het lidmaatschap der nieuwe soc.-dem.
partij bedankt heeft, en dat hij ook te kennen heeft
gegeven, geen nieuwe candidatuur voor de Provinciale
Staten van Utrecht te zullen aanvaarden.
Zwart 6, 8. 10, 12, 13, 14, 19, 20, 23, 36.
Wit 16, 21, 25, 34, 35, 38, 41, 43, 47, 48.
P«robleem no. 19 van den heer P. Zwakman Dz.,
Bergen.
MM
■ff.-
my.
Zwart 10, 13, 14, 17, L8, 19, 20, 23, 28, 29 (dam) 33.
Wit 25, 27, 37, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48.
Oplossingen voor 31 Maart bureau van dit blad.
Correspondentie.
D. B. Gz. te S. P. Eindspel ontvangen met hartel.
dank, wordt de volgende week geplaatst.
M. deL. te A. Dank voor uw schrijven. Aardig zetje.
Zullen dadelijk na verschijning 't eerste nummer in de
rubriek bespreken.