Gemeenteraad van Alkmaar.
STADSNIEUWS.
VERGADERING van den
10. Reorganisatie van den gemeentelijken
geneeskundigen dienst.
13. Gratificatie weesvader C. van der Hilst.
„Zanglust."
Tentoonstelling.
Te water.
Brand, tlchting.
De justitie te Heerenveen heeft de gevaogenhou
ding gelsit vsn v. d. L., ambtenaar bij de CclJpera-
tieve Landbouwhat k te Steenwfjkerwold, verdacht vsn
brandstichting in een leegstaand schoolgebouw (naai
school), eigenares, de Maatschappij van Weldadigheid
Dit gebouw brandde geheel af. Men wil, dat men
hier te doen heeft met een wraakneming, die v. d
L. voor zijn moeder volvoerde. In denzelfden nacht
werden ook andere baldadigheden uitgevo rd. V. d
L. moet ontkennen, de dader te zgn.
Ontspoord.
Tusschen het station De Steeg en den PinkelscheD
ovorweg zgn gisterochtend eenige wagens van een
goederentrein ontspoord. Drie wagens werden ver
brgseld, terwgl een der sporen eenigen tijd was vei
sperd. Geen persoonlijke ongelukken.
Uit Oudorp.
In de godsdienstoefening der Herv. Gemeente op
den morgen van den eersten Paaschdag, zullen door
een kerkkoortje, onder leiding van de organist, den
Heer H. Lindeboom, eenige gewijde liederen worden
gezongen.
Vervolg van het tweede blad
7. Rechtspositie verpleegsleiM iu het Stads-
ziekenhuie.
Bij adres d.d. 16 Januari LI. heeft het bestuur der
Nederlandsehe vereeniging tot bevordering der belan
gen van verpleegsters en verplegers „Nosokomos" zich
tot uwe vergadering gewend met het verzoek eene ver
ordening vast te stellen, die de rechtspositie van de
verpleegsters, in dienst dezer gemeente, zal regelen.
Bedoeld adres werd in de vergadering van 27 Januari
1.1. om bericht en raad in handen gesteld van B. en
VV.
Daaraan voldoende berichten dezen dat op bedoeld
adres het advies is ingewonnen van het bestuur van
het Stads-Ziekenliuis, 't welk mededeelt, dat naar zijn
oordeel de rechtspostie van de verpleegsters voldoende
geregeld is in de Verordening op het bestuur van het
Stads-ziekenliuis en het daarmede verband houdende
huishoudelijk reglement, zoodat genoemd bestuur eene
nudere regeling vooralsnog onnoodig acht.
B. en W. sluiten zich bij die meening aan en stellen
voor:
aan het bestuur van „Nosokomos," Nederlandsehe
vereeniging tot bevordering der belangen van ver
pleegsters en verplegers, gevestigd te Amsterdam, als
beschikking op zijn adres d.d. 16 Januari 1.1. te berich
ten, dat de rechtspostie van de verpleegsters in het
Stads-ziekenhuis alhier voldoende geregeld is.
De heer Pot zegt, dat hij in 't algemeen meer
voelt voor de omschrijving der plichten dan voor die
der rechten. Hier is toch echter iets, dat, naar hem bij
informatie bleek, niet is zooals het wezen moest. Spre
ker bedoelt de regeling van den vrijen tijd der ver
pleegsters. Spr. heeft zich om inlichtingen daarom
trent gewend tot den heer Preijer, regent, en het re
sultaat was niet schitterend. Het is hem gebleken,
dat de verpleegsters slechts één vrijen dag hebben in
de 3, soms in de 4 weken. Er zijn, zooals de voorzitter
wel weet, streken waar ook maar één vrije Zondag be
staat in de 14 dagen, n.l. bij de koelies. Dat is goed
voor menschen, die veel moeten verdienen. Niet dat
spr. nu het leven der verpleegsters bij de koelies wil
vergelijken, maar hij wil er alleen maar mee zeggen,
dat ze met vrije dagen veel te zuinig zijn bedeeld, en
acht het gewenscht, dat ze meer tijd hebben om zich
te ontspannen.
De Voorzitter is het ten deele met den heer
Pot eens, en geeft in overweging regenten uit te noo-
digen het reglement met betrekking tot deze zaak te
herzien.
De heer Uitenbosch wijst er op, dat wat de
rechtspositie der verpleegsters betreft, slechts enkele
artikelen in het reglement van het Stadsziekenhuis
voorkomen, waarin daarvan eenigermate sprake is.
Waar nlgemeen het streven is om minstens 14 vrije
dagen in het jaar toe te staan, en voor andere ambte
naren de vacantie reeds beter is geregeld, daar komt
het hem voor, dat ook voor de verpleegsters een her
ziening noodig is. Tevens vraagt spr. zich af, of met
het oog op de invoering van de wet op het arbeids
contract geen herziening had moeten plaats hebben:
hij meende dat de verpleegsters onder de bepalingen
van het arbeidscontract vallen.
l)e heer Glinderman bestrijdt deze meening,
het Stadsziekenhuis is een publiek-rechterlijk lichaam.
Spr. is er voor, dat de verpleegsters meer vrije dagen
worden gegeven en gelooft dat de Raad daarin kan
meegaan, ul zou dat misschien de kosten van het Zie
kenhuis verhoogen.
De V oorzitter zal op de zaak niet verder in
gaan, maar men moet het niet voorstellen of de ver
pleegsters zoo aanhoudend werkzaam zijn. Er is aan
het Ziekenhuis een recreatiezaal, waar zij zich kunnen
ontspannen.
De heer Glinderman stemt dat toe, maar het
geldt hier alleen het verbonden leven.
0 o r z i 11 e r is dat eens en met het oog daar
op acht hij dan ook wenschelijk, dat het reglement
wordt herzien. Evenwel meent spr., dat de Raad
zich dan toch wel zal vereenigen met de conclusie van
het voorstel van B. en W.
Daarna wordt conform het voorstel van B. en W.
besloten.
8. Netwerk van Ijzergaas aan het terrein van
den gemeenterelniglngsdienst.
Van den Minister van Waterstaat is, onder dagtee-
kening van 31 December 1.1., No. 215, bij het college
van B. en W. een schrijven ontvangen, waaruit blijkt
fiat door ingezetenen van Akersloot, die geregeld met
paard en rijtuig den op den westelijken dijk van het
Noordhollandsch kanaal liggenden kunstweg tusschen
Akersloot en Alkmaar berijden, er zijne aandacht op
gevestigd is, dat hunne paarden menigmaal angstig
worden door papieren en andere voorwerpen, welke
wegwaaien van de bewesten en onmiddellijk langs den
weg gelegen opslagplaats van de vuilnisbelt der ge
meente Alkmaar, in verband waarmede zij verzoeken
dat op dit punt langs de westzijde van het kanaal een
hek worde geplaatst.
De Hoofd-ingenieur-Directeur van den Rijkswater
staat in de 9e directie omtrent dit verzoek geraad
pleegd, stelt voor dat het Rijk langs de kanaalzijde van
don weg, voor zoover deze langs de genoemde opslag
plaats loopt, d. i. over een lengte van ongeveer 135 M.
Iiezuiden de brug, een hek of schering zal aanbrengen
gemaakt van ijzeren regels en stijlen.
rntusschen zal door de uitvoering van het werk de
veiligheid van het verkeer over den bij het Rijk in be
heer zijnden weg wel verhoogd, doch het kwaad zelf
(.het overwaaien van papieren) niet weggenomen of
verminderd worden. Voor dit laatste zou het goed zijn
meent de hoofdingenieur-directeur die door den minis-
ter wera geraadpleegd, indien door de gemeente Alk-
maar het netwerk van ijzergaas boven de houten af
rastering zuidwaarts werd verlengd tot het einde van
het als opslagplaats gebruikte deel van het gemeente-
terrein, d. tot 135 M. bezuiden de brug en dat dit
netwerk nog werd verhoogd met een naar binnen
opstaanden rand, ter breedte van minstens
Voorts zou het gewenscht zijn dat een dergelijk net
werk van ijzergaas door de gemeente ook werd aange
bi acht langs het onmiddellijk benoorden de brug gele
gen open gedeelte van het terrein der vuilnisbelt. Het
plaatsen van een schering langs de kanaalzijde van den
weg benoorden de brug, dat in ieder geval voor reke
ning van de gemeente Alkmaar als beheerder van den
weg zou moeten komen, is niet bepaald noodig te ach
ten en zou hier ook bezwaarlijk uitvoerbaar zijn, daar
het kanaalboord, krachtens de overeenkomst van Mei
1889, voor het aanleggen en lossen van schuiten der
gemeentereiniging wordt gebezigd."
In verband hiermede verzoekt de minister in den
aangegeven zin wel de noodige maatregelen te willen
doen treffen, opdat de veiligheid van het verkeer over
het onderwerpelijke gedeelte kanaaldijk in het vervolg
verzekerd zij.
Ofschoon zij in het schrijven van den Minister voor
komende voorstelling, dat de gemeente nog onder
houdsplichtige is van het boord en het jaagpad benoor
den de brug over 104 M. lengte, onjuist is, achten B
on W. de klachten van de ingezetenen van Akersloot
gegrond en verdient het aanbeveling de geopperde be
zwaren in den door den Minister aangegeven zin op te
heffen. De kosten van dit werk, waarover de commis
sie van bijstand voor de publieke werken is gehoord,
die zieh daarmede kan vereenigen, zijn door den Di
recteur der gemeentewerken op 293.60 begroot. Zij
stellen voor daartoe te besluiten.
De V oorzitter deelt mede, dat de heer Looman
tot zijn leedwezen zich heeft vergist bij de kostenbere
kening. De door hem bedoelde rollen ijzergaas zijn
niet 50 M., doch 100 M., mitsdien moet de begrooting
verminderd worden tot 221.30. Voorts vestigt spr.
er de aandacht op, dat een berekening van den heer
Pot kwam op 167.70, doordat de heer Pot minder ar
beidsloon had gerekend en een ander soort van carboli-
neuin wenschte te gebruiken.
De heer Meienbrink is van oordeel, dat de be
grooting te laag zal blijken, hij meent, dat er veel meer
nieuwe palen zullen moeten zijn. Het houtwerk acht
hij te zwak voor het ijzergaas.
De Voorzitter meent, dat men gerust op de
begrooting kan afgaan.
De heer G o v e r s zegt, dat de heer Pot van mee
ning is, dat de werklieden van de reiniging het werk
kunnen doen, waardoor men arbeidsloon kan uitspa
ren. Dat is spr. niet eens, die menschen zijn daar-
voofniet geschikt. Spr. kan zieh wel vereenigen met
het voorstel van B. en W. en de Commissie van Bij
stand.
De heer Pot wijst den heer Govers er op, dat hij
niet heeft bedoeld, dat werklieden van de reiniging het
werk zouden kunnen doen. Hij heeft dan ook wel ar
beidsloon gerekend, doch naar hij meent is 25 vol
doende in plaats van 50, daar er geen 14 dagen aan
behoeft te worden gewerkt. Dat heeft spr. reeds in de
Commissie gezegd en toen is dat toegestemd
De heer de Groot ontkent dit laatste.
De Voorzitter meent, dat de zaak niet van zoo
heel veel gewicht is. Het werk wordt uitbesteed, is
er dus op te veel arbeidsloon gerekend, dan zal dat wel
blijken. Spr. stelt voor B. en W. voor dit werk een
crediet van 221.30 te verleenen.
Conform besloten.
9. Kantoor van den Waarborg.
Sedert 1 Maart 1853 heeft deze gemeente voorzien
in een alleszins voldoende localiteit waarin het kan
toor van den Waarborg is gevestigd. Zij nam deze
Rijkszorg op zich zonder eenige geldelijke vergoeding.
Van de twaalf gemeenten in welke een kantoor van
den Waarborg is gevestigd, staat Alkmaar in dat op
zicht geheel alleen.
B. en W. stellen den Raad voor aan den Minister
van Financiën een schrijven te richten, waaraan het
volgende is ontleend:
Waar het Rijk met betrekking tot den dienst van
den Waarborg overal in de behoeften van eigen huis
houding voorziet, zal het Uwer Excellentie, naar wij
vertrouwen, niet verwonderen, dat ook deze gemeente
van de zorg, welke zij thans gedurende 56 achtereen
volgende jaren belangeloos heeft gedragen, wenscht te
worden ontheven.
Wij hebben daarom de eer Uwer Excellentie beleef
delijk te verzoeken, maatregelen te willen nemen om
de localiteiten in de Ridderstraat Wijk A No. 17,
waarin het kantoor van den Waarborg gevestigd is, te
doen ontruimen, tenzij Zij er de voorkeur aan mocht
geven bedoelde localiteiten voor gemeld doel van de
gemeente te huren voor eene som van 300 's jaars,
op nader overeen te komen voorwaarden.
De heer Glinderman zou de huursom willen
verminderen tot 250: hij acht 300 wel wat veel.
De voorzitter heeft daartegen geen bezwaar.
De heer Glinderman wijst er nog op, dat een
te hooge huur misschien zou kunnen leiden tot ver
plaatsing van het kantoor naar Hoorn, waar de goud
en zilver-industrie van meer beteekenis is.
De voorzitter zou dat niet zoo erg vinden. In
het college was spr. de minderheid die tegen de som
van 300 was. Spr. vraagt of de heer Glinderman er
een voorstel van maakt om inplaats van 300 250
huur te vragen.
De heer Glinderman acht het gewenscht ook
omdat men dan meer in overeenstemming is met an
dere plaatsen, en wil het voorstel wel doen.
Daarna wordt in stemming gebracht 300 of 250.
Met 11 tegen 6 stemmen wordt besloten den prijs van
300 te handhaven.
oor j 250 stemden de heeren de Lange, Meienbrink,
Wanna, Van der l'een de Lille, Glinderman en de
Groot
Het is sedert lang het voornemen van B. en W. ge
weest den Raad eene wijziging voor te stellen van den
geneeskundigen dienst in deze gemeente. In verband
daarmede hebben zij in hun vergadering van 3 Sep
tember 1908 de stads-heelkundigen, de heeren Dirken
en Schroder en de stads-geneeskundigen, de heeren Co
nijn en Degenaar tot eene samenspreking uitgenoo-
«iigd, met het doel hun meening te leeren kennen over
de vraag of het wellicht wenschelijk moet worden ge
acht den genees- en heelkundigen dienst der gemeente
m dier voege te reorganiseeren, dat de scheiding tus
schen geneeskundigen en heelkundigen worde opgehe
ven en dat aan elk hunner een wijk worde toebedeeld,
zoowel voor den geneeskundigen als den heelkundigen
dienst.
De heeren Conijn en Degenaar verklaarden die reor
ganisatie onvoorwaardelijk wenschelijk en noodig te
achten. De heeren Dirken en Schroder daarentegen op-
peiden bedenkingen en namen op zich daarover schrif
telijk te dienen van bericht.
Gebleken is dat- er totale verdeeldheid ter zake tus
schen de deskundigen bestaat. Wat ons aangaat, zeg-
te1* scharen ons zonder aarzelen aan de
zijden van de heeren Conijn en Degenaar.
B. en W. stellen den raad voor te besluiten:
Burgemeester en Wethouders uit te noodigen aan
deze vergadering de noodige voorstellen te doen tot
reorganisatie van den gemeentelijken geneeskundigen
dienst, in dier voege dat de gemeente in vier genees
kundige wijken worde verteeld en dat nan elk der aan
dien dienst verbonden deskundigen, onder den titel
van gemeente-arts, de medische zorg over eene wijk
worde opgedragen.
De heer Uitenbosch zegt, dat het met eeni
gen schroom is, dat hij als leek over deze kwestie het
woord vraagt, maar het heeft zijn aandacht getrokken
dat door B. en W. bij de behandeling dezer zaak, dat
B. en W., die bij een ander punt zoo uitvoerig het pro
en contra hebben aangegeven, dat hier niet gedaan
hebben. Slechts enkele officiëele stukken zijn overge
legd; van de heeren Dr. Dirken en Schroder een uit
voerig rapport, waarin zij hun zienswijze neergelegd
hebben, en van de heeren Conijn en Degenaar een
weerlegging van het stuk der beide andere doktoren
Dit komt hem eigenaardig voor, en spreker had liever
gezien, dat ook van de heeren Conijn en Degenaar een
zelfstandig rapport was overgelegd. Hij weet niet of de
behandeling van deze zaak door B. en W. dus in de
goede richting is geschied.
Spr. gevoelt zeer veel voor het voorstel van B. en W,
daardoor zullen de patiënten niet meer van het kastje
naar den muur worden gestuurd. Doch waar door
twee der doktoren degelijke bezwaren zijn ingebracht,
tegen een verlaten van het oude systeem, daar is spre
ker wel wat huiverig om thans uitspraak te doen, te
meer waar hij er nog niet van overtuigd is, of de ar
men niet zullen worden de dupe van het nieuwe sy
steem. Gaarne zou hij willen dat B. en W. daarvan de
zekerheid konden geven. De voorzitter moge ja knik
ken, maar spreker is er nog niet zoo zeker van. Is er
bijv. voor de behandeling der zieken volgens het nieu
we systeem een goede plaats. Zal dat in het zieken
huis gebeuren, of bij de doktoren aan huis?
De voorzitter acht al c|ie vragen overbodig. B
en W. stellen thans voor, hen uit te noodigen nadere
voorstellen te doen, dan krijgt men alles in de perfec
tie aangegeven. Het staat duidelijk in de bijlage.dat
dit de bedoeling is. Het eigenlijke voorstel tot reorga
nisatie komt dan later.
De heer de Groot vraagt of er omtrent* de te
genwoordige wijze van behandeling klachten zijn inge
komen.
De voorzitter antwoordt, dat dat wel eens is
gebeurd al was het niet in den laatsten tijd.
De heer Glinderman is wat bang voor de kos
ten, die deze reorganisatie met zich zal brengen. Hij
heeft er zoo iets van gehoord, dat men in elke wijk een
lokaal zal moeten hebben voor de behandeling der pa
tiënten.
De voorzitter gelooft dat niethet ligt in de
bedoeling regenten van het ziekenhuis te verzoeken de
polikliniek beschikbaar te stellen.
Voorts zegt spr. dat de wijken zullen worden gecom
bineerd.
De heer Glinderman zegt, dat het voor hem
toch een vraag blijft, of de patiënten er beter van zul
len worden, nu de dokter hun wordt aangewezen, en
zij niet meer zullen kunnen gaan naar dengene, die
hun als specialiteit voor een bepaald geval het meest
gewenscht voorkomt.
De voorzitter meent, dat men zich de zaak
niet juist voorstelt. Waar het een eenigszins ernstig
geval, een operatie of zoo iets betreft, wordt de arm
lastige patiënt immers dadelijk in het ziekenhuis op
genomen.
De heer Glinderman blijft er bij dat de eene
dokter voor bepaalde gevallen bekwamer is dan de an
dere.
De voorzitter verklaart, dat B. en W. dit
voorstel niet zouden doen als zij ook maar een oogen-
blik konden vermoeden, dat het niet in het belang der
patiënten was. Het is hun juist te doen om het de
patiënten gemakkelijker en aangenamer te maken.
De heer D o r b e c k kan niet anders dan ook dit
voorstel van B. en W. toejuichen. Alhoewel leek meent
spreker zonder verder in te gaan op de resultaten van
het oude systeem, reeds daarom de voordracht te moe
ten toejuichen, omdat het niet anders dan bevorderlijk
kan zijn aan een goede verstandhouding tusschen de
vier doktoren onderling. Spreker zegt opzettelijk niet
de heelkundigen en internisten, omdat dat tot verkeer
de gevolgtrekkingen zou kunnen leiden.
Wat was vroeger het geval? Dat armlastige patiën
ten soms niet werdc-n behandeld zooals 't moet. De
heelkundige verwees hem soms naar den internist, ter
wijl deze laatste het weer een heelkundig geval achtte,
en hem naar den heelkundige verwees. Het resultaat
van dit verschil van inzicht was dat de patiënt soms
verscheidene dagen liep zonder dat gedaan werd, wat
wenschel'jk was.
Een oogenblik heeft spreker gehuiverd, om met deze
voordracht mee te gaan, daar hij bang was, dat het
met te veel kosten gepaard zou gaan. Hij had gehoord
dat er sprake van was de polikliniek aan het zieken
huis op te heffen, en dat het noodig zou zijn wijkge-
bouwen te stichten, waarbij dan voorts de noodige hulp
en adsistentie voor de doktoren zou worden vereischt.
Dat alles zou belangrijk veel kosten. Nu hem ech
ter is gebleken, dat dat alles niet noodig is en men de
polikliniek aan het ziekenhuis denkt te gebruiken, nu
voelt spr. alles voor het voorstel van het Dagelijksch
bestuur. B. en W. zeggen het oude systeem is uit den
tijd en terecht. Toevallig las spreker in het eergiste
ren uitgekomen geneeskundig jaarboekje, dat in de 22
voornaamste gemeenten van ons land, waaronder alle
uni\ersiteitssteden, het nieuwe systeem wordt toege
past en er goed voldoet. Daarom meent hij den raad
met warmte te moeten aanbevelen met B. en W. mede
te gaan.
Den heer 1 an den Bosch heeft hetzelfde
opgemerkt als de heer Uitenbosch, dat de brief van de
beeren Conijn en Degenaar niets is dan een critiek op
het rapport van de beeren Dirken en Schroder. Spre
ker vreest voor de hoogere kosten en verklaart tegen
het voorstel van B. en W. te zullen stemmen. Er is
zijns inziens iets voor dat men door verschillende dok-
toren kan worden behandeld. Voor een dorp is het
noodig, dat men een dokter heeft voor alle ziektegeval
len, maar in een stad is dat anders.
In den loop der jaren is men er onbewust gekomen
tot het stelsel der specialiteiten, en dat heeft veel voor.
Zonder eenige blaam te willen werpen op de dokteren,
is het toch waar, dat, waar men voor de gemeente moet
benoemen een heelkundige, er wel degelijk op gelet
werd den besten te kiezen en zoo is het ook met de in
ternisten. Spr. vreest, dat men door het nieuwe sy
steem te aanvaarden, het kind met het waschwater
weggooit.
ui -Vi V 00r, z'tter maakt de opmerking, dat er
blijkbaar veel aan gehecht wordt, dat een armlastige
voor verschillende gevallen naar meer dan één dokter
kunnen gaan. Maar wie onzer, zegt spreker, houdt er
lo^er®..°P &a? wat de verhooging van het budget
Detreit, bij de begrooting is er op gerekend en men kan
toch met beweren dat 800 per wijk te hoog is. Men
kan den heer Dorbeck navragen, wat de heer Coijn
thans gemiddeld per visite ontvangt, niet meer dan en
kele centen.
De heer an den B o s e h is het met den voor
zitter niet eens. Wie een beetje bemiddeld is gaat
met een eenigszins ernstig geval naar een tweede dok
ter. L zegt, dat het niet zoo is, maar er zjjn zeker tal
mensehen, die daar anders over denken. Bovendien
dat mag geen argument zijn. Wij bemiddelden hebben
de mogelijkheid om een tweeden dokter te nemen
waarom moet de behoeftige klasse den dokter nemen'
clie nuii aangewezen wordt.
Door dr. Dirken is er reeds op gewezen, dat de be
handeling in de polikliniek niet mogelijk is, daar allen
uur m°eten hebben, waarop de werkman vrij
Gaat men een anderen weg inslaan, dan zijn de be
zwaren van niet geringe beteekenis. Als elke" wijk een
wijklokaal moet hebben met verpleger en zuster, dan
is daar veel geld voor noodig. Over het salaris der
doktoren wil spreker het niet hebben, hij bedoelt alleen
de bijkomende kosten. Daarom wenscht spr. te behou
den het ysteem dat wij thans hebben.
De heer Van Buijsen vraagt of het niet mo
gelijk is te voorkomen, dat men altijd denzelfden dok
ter houdt, de wijken te rouleeren.
De voorzitter meent, dat zulks overweging
kan verdienen, doch acht het niet wenschelijk daarop
thans verder in te gaan. Als eenmaal B. en W. met
de reorganisatieplannen komen, dan hoopt hij dat men
hun de critiek niet zal sparen.
Het voorstel van B. en W. in stemming gebracht,
wordt daarop aangenomen met 12 tegen 5 stemmen.
Tegen stemden de heeren Pot, Glinderman, de Groot,
Van den Bosch en Fortuin.
11. Ontheffing ven een bepaling bedoeld in art 44
der Bouw- en Woningverordening.
Het is B. en W. voorgekomen noodzakelijk te zijn
een houten gebouwtje, staande op het terrein van den
gemeentelijken reinigingsdienst en gebruikt wordende
als kantoortje van den opzichter, gedurende de koude
dagen te doen verwarmen door middel van een kachel.
Daartegen bestaat evenwel bezwaar, op grond van
art. 44 der Bouw- en Woningverordening, tenzij de
Raad ontheffing verleene van deze verbodsbepaling.
B. en W. stellen daarom den Raad voor van de be
doelde bepaling in art. 44 der Bouw- en Woningveror-
dening ontheffing te verleenen en mitsdien het college
te machtigen het houten gebouwtje, staande op het
terrein van den gemeentelijken reinigingsdienst, te
doen verwarmen onder nader door ons college te geven
voorschriften van voorzorg.
Conform besloten.
12. Grond overdracht
B. en W. stellen den Raad voor grond, gelegen aan
de Nieuwpoortslaan van den heer J. C. Baan voor de
gemeente in eigendom over te nemen voor den prijs
van 340, komende de kosten van overdracht voor
rekening der gemeente
Na een enkele opmerking van de heeren Pot en Me
ienbrink wordt conform besloten.
De tegenwoordige weesvader C. van der Hilst zal
met 1 Mei a.s. als zoodanig dêfungeeren en het bur
gerweeshuis verlaten.
In verband met deze omstandigheid is het het colle
ge van B. en W. wenschelijk voorgekomen aan hem
eene gratificatie in eens toe te kennen van 500. In
dien de Raad zich hiermede kan vereenigen, stellen B.
en W. voor te besluiten:
a. aan den weesvader C. van der Hilst, die met 1
Mei a. s. als zoodanig zal dêfungeeren, een gratifica
tie in eens toe te kennen van 500.
b. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen te
zijner tijd de noodige financiëele voorstellen te doen
tot vinding der sub a bedoelde gelden.
De heer Uitenbosch had gedacht bij dit voor
stel een uitvoeriger toelichting te vinden. B. en W
geven geen motieven op voor het toekennen van deze
gratificatie, en dat was toch wel noodig geweest.
Der weesvader heeft zeker altijd trouw zijn salaris
genoten, tot nu toe, en waarom nu nog deze toelage,
omdat hij weggaat? Wi.i zijn blij, dat hij weggaat, zegt
spr.
De voorzitter meent, dat er in openbare en ge
heime zitting al zooveel over den weesvader is gespro
ken: hij is zoo van alle kanten hek eken, dat nu over
deze zaak niet veel meer behoeft te worden gezegd. In
dertijd was den weesvader het uitzicht geopend op een
verzekering.
Door de ziekte van zijn vrouw is dat onmogelijk ge
worden en daarom hadden regenten voorgesteld hem
een jaarlijksche toelage te geven van 100. 't Komt
B. en W. thans voor, dat het beter is een bedrag in
eens te geven.
De heer Glinderman vraagt, ofschoon de
vraag misschien overbodig is, of dit bedrag uit de
fondsen van het weeshuis zal worden betaald.
De voorzitter antwoordt bevestigend.
Bij den heer Dorbeck had het ook een punt van
overweging uitgemaakt, uit welke kas het betaald zou
worden. Nu het niet uit de gemeentekas gaat is spr.
er voor.
De heer Glinderman: Het is goed riemen
snijden van een andermans leer.
De heer Meienbrink vraagt of men dit mag
doen, of men beschikken mag over de kas van het wees
huis.
De voorzitter: 'tls een eenvoudige daad van
beheer, daartoe hebben wij het recht.
De heer Uitenbosch herinnert er nog aan,
dat juist die 100 door regenten voorgesteld de oor
zaak zijn geweest tot de heele kwestie. Het is bij hem
niet de vraag uit welke portemonnaie het thans gaat,
maar spr. kan geen motief vinden, waarom die 500
zou worden gegeven.
De weesvader kan er geen aanspraak op maken,
daarom zal spreker tegen stemmen.
De heer Dorbeck merkt nog op, dat regenten
eigenlijk het voorstel moeten doen, om die gratificatie
uit te keereii. B. en W. zijn daartoe niet bevoegd
meent hij.
De voorzitter stemt dat toe, men had dat be
drag dus bij suppletoire begrooting moeten aanvragen.
De zaak blijft echter hetzelfde laat men het dan als
zoodanig beschouwen.
Het voorstel wordt daarop met 13 tegen 3 stemmen
aangenomen. Tegen stemden de heeren Van den
Bosch, Meienbrink en Uitenbosch.
Na de gewone rondvraag, zie het nummer van gis
teren, werd de openbare vergadering gesloten en ging
de raad over in een zitting met gesloten deuren, (of
geheime zitting. Verslaggever), waartoe de heer Pot,
die drie onderwerpen wenschte te bespreken, het ver
zoek had gedaan.
Hier ter stede is opgericht een nieuw gemengd
koor, dat den naam „Zanglust" zal dragen en gediri
geerd zal worden door den heer J. E. de Haas. Ieder, die
lust gevoelt als lid van dit koor toe te treden, kan zich
daartoe 's Woensdagavonds van 71/210 uur aanmel
den in het repetitie-lokaal, de Christelijke school.
Evangelische Unie.
Overmorgen (Goede Vrijdag) zal 's avonds 7 uur, van
wege de „Evangelische Unie", alhier, in de Kapel-
kerk, optreden de WelEerw. Heer Ds. A. van Wijk,
herv. predikant te Zaandam.
De tentoonstellingen van werkstukken en teekenin-
gen, vervaardigd door de leerlingen aan de Ambachts
school, Burgera vond- en Avondschool voor Handwerks
lieden, zullen gehouden worden op 9, 10, '12 en 13 April
e.k., in het gebouw dier scholen, 's middags van 1 tot
4 ure.
Gistermiddag, omstreeks 5 uur, geraakte het Ö-jurig
jongetje van den heer Sluyter aan de Oude Gracht spe
lende te water.
De heer B. Adriaanse, daar op de fiets voorbijrijden
de, bemerkte het ongeval en zonder eenig bedenken
sprong liij te water en smaakte het genoegen den
knaap, die reeds een paar maal onder water was ge
weest, te redden.