"RI
«r»-5-K c^'ïzj:
-««- dooS„vrtr°.iavrB-w-
™f B.' - tfjüss
DrwrT in«tUSSChen de tWee planneu kiezei>'
S Se"11 Z" "VTO"
tröSSJ"*"* Wgeu «tU'de
J«T d^k^wd*' T t
d' bed"li"e ds '*"k ™*-''
44. HP
Sel L alstrImg IS' Het tWCede plan komt "er
JaL hct eene verworpen wordt, kiest men liet
ZaDrn-ȣ-Zeffaten allM te onderzoeken.
Zie vervolg Eerste Blad!
■MM
dige iudeeling en inrichting der school zooveel te
wenschen over, dat wij meermalen door den districts
schoolopziener zijn aangespoord daarin zoo spoedig
mogelijk te voorzien.
Het gevolg hiervan was een opdracht aan den di
recteur der gemeentewerken tot het gereedmaken van
een plan tot uitbreiding en verbetering van de Meis
jesschool, waaraan bij' schrijven van 3 November 1.1.,
no. 88, is voldaan, welk plan voor uwe vergadering ter
inzage wordt gelegd.
Daaruit zal u blijken, dat de directeur der gemeente
werken een tweeledig plan heeft opgemaakt, het eer
ste beoogende a het verbeteren en verbouwen van de
bestaande school en b het bijbouwen van twee lokalen, I 439.61, 480.99, 515.03 of gemiddeld'over de
waarvan de gezamenlijke kosten zijn geraamd
den geacht en of met het verplegen der weezen in onze
gemeente wellicht een andere dan de tot nu toe gevolg
de weg behoort te worden betreden. Bij die vraag een
oogenblik stil te staan, kwam hun des te noodzakelij
ker voor, nadat zij eene berekening hadden gemaakt
van de kosten, waarop het verplegen van eiken wees,
onder de tegenwoordige omstandigheden, aan de ge
meenschap komt te staan. Het resultaat was van dien
aard, dat zij meenen den Raad daarvan deelgenoot te
moeten maken. Er is een uitvoerige staat opgemaakt,
die meer zegt dan een lang betoog. Daaruit blijkt o.a.
dat de kosten per wees in deze gemeente over de jaren
19031907 hebben bedragen: 454.95VS, 458.70,
zijn geraamd op
J 13940; het andere, strekkende a tot het verbeteren
en verbouwen van de bestaande school en b het bijbou
wen van vier lokalen en de daaruit voortvloeiende wer
ken, waarvan de gezamenlijke kosten op 18020 zijn
geraamd, de kosten van beide plannen te verhoogen
voor het aanschaffen van meubilair respect, met
662.50 en 1285.
,.^t' 'Czondheids-commissie, ter zake gehoord, heeft
bij schrijven d.d. 7 December 1.1., no. 249, aan ons vol-
lege doen weten, „dat zij zich met de voorgenomen ver
bouwing zeer goed kan vereenigen." Dit is ook het
geval met onze commissie van bijstand voor de publie
ke werken, die eenparig verklaard heeft aan laatstbe
doeld (het grootste plan) de voorkeur te geven. Deze
commissie heeft bovendien overwogen of in dat plan
bezuinigingen zouden kunnen worden aangebracht,
wat, naar hare overtuiging, niet mogelijk is.
Ook ons college geeft aan laatstbedoeld plan de
voorkeur. Opgemerkt moge worden, dat het kostenbe-
diag, voor zooveel aangaat het bijbouwen van nieuwe
lokalen, met 25 kan verminderd worden wegens de
van het Rijk te ontvangen bijdrage.
Wij hebben de eer uwer vergadering voor te stellen
te besluiten:
Burgemeester en Wethouders te machtigen om over
te gaan tot het doen verbeteren en verbouwen van de
ge
noemde jaren: per dag 1.29, per week 9.04, per jaar
469.98.
In verband met deze cijfers achten B. en W. de con
clusie niet gewaagd, dat de verzorging der weezen, ook
financiëel, niet in goede richting wordt geleid. Als
men nagaat, dat in onze gemeente menig werkman met
zijn gansche gezin met een weekloon van gemiddeld 9
moet rondkomen, is het duidelijk dat dit bedrag voor
één enkelen wees, niet zelden gesproten uit een derge
lijk werkmansgezin, te hoog moet worden genoemd.
B. en W. willen hiervan vroegere regenten geen ver
wijt maken. Zij weten te goed, dat de omstandigheden
tot deze buitengewoon hooge verpleegkosten hebben
bijgedragen. Het is vooral het gebouw, waarin de wee
zen zijn gehuisvest, 't welk die kosten zoo buiten alle
verhoudingen heeft opgedreven. Bij het stichten van
dat gebouw in 1867 werd aangenomen, dat gemiddeld
60 weezen daarin zouden worden verpleegd; hun aan
tal bedroeg toen 53; desvereischt, zoo zeide men, zou-
oen daarin gemakkelijk meer dan 80 weezen kunnen
worden opgenomen. Men ging uit van de meening,
dat het getal weezen, naarmate de stad zich zou uit
breiden, geleidelijk grooter worden zou. De ondervin
ding leerde juist het tegendeel. Sedert 1867, dus over
de laatste 41 jaren, zijn gemiddeld 37 weezen verpletgd
gewoiden. Echter blijkt uit een daarvan door een op-
gemaakten staat dat, wel verre van grooter te worden
Hf» Tioi nri vi rr koolnnl 1* 1 1 l
bestaande Meisjesschool en het bijbouwen van vier lo-I de neiging bestaat tot eene geleidelijkevermindering
kalen, overeenkomstig het door den directeur der ge- van het aantal weezen. vermindering
meentewerken opgemaakte plan, overgelegd bij zijn I Over het tienjarig tijdperk 1867—1875 bedroeg het
OvJrnd'? *TTb7' 1907 n0- 88- aantal l*r semiddeld 46. Over het tic^arig tijd-
Over dit voorstel staakten de stemmen in de verga- I perk 1877—1886 bedroeg het aantal per jaar gemiddeld
i ring van 1Maart, zoodat thans een nieuwe afem- I 44. Over het tienjarig tijdperk 1887—1896 bedroeg
van 11 Maart, zoodat thans een nieuwe stem
ming moet plaats hebben.
De heer Van B u ij s e n vraagt het woord.
De voorzitter is van meening, dat in deze
zitting de discussie over dit punt niet geopend kan
worden zonder toestemming van den raad.
De heer Van B u ij s e n zou dan de raad willen
\erzoeken de beraadslagingen te heropenen, alleen, om
gelegenheid te hebben een schetsplan tot verbouwing
in te dienen dat afwijkt van dat van B. en W.
De voorzitter meent, dat dat niet aangaat,
dat kan alleen, als het plan van B. en W., waarover
opnieuw gestemd moet worden, is verworpen. Hij vindt
dat de heer Van Buijsen op deze wijze pressie zou uit
oefenen op de stemming.
De lieer Van B u ij s e n zegt, dat het
wensch is, dat alle leden van den raad met kennis van
zaken oordeelen over zijn plan. Den vorigen keer is ge
zegd, dat men sprekers plan niet zoo kan beoordeelen,
daarom wenseht hij nu een schetsplan in te dienen,
dat door den directeur van gemeentewerken nader kan
het aantal per jaar gemiddefd 33. Over het tienjarig
tijdperk 18971907 bedroeg het aantal per jaar ge
middeld 27.
Het getal weezen bedraagt thans (Februari 1909)
een van 20, een van 19, een van 18, twee van 17,
een van 16, vier van 15, twee van 14, vijf van 13 ja
ren, wier opvoeding dus binnen betrekkelijk korten tijd
zal voltooid zijn, zoodat het te voorzien is, dat de ge
leidelijke vermindering zal blijven voortgaan. Van de
overige 6 kinderen zijn twee 11, een 10, een 9, een 8
en een 6 jaren oud.
Reeds heeft men een groot gedeelte van het gebouw,
t welk met den tuin eene oppervlakte van 3385 M2.
™den uitgewerkt en waarop diens advies wordt ge
vraagd, alsook dat van de commissie van bijstand,
i "ar?.ver kan dan in de volgende vergadering wor
den beslist; dan kunnen alle leden met kennis van za
ken oordeelen. Dat acht spr. een goeden gang van za-
De voorzitter is van oordeel, dat het een
goede gang van zaken ware geweest, indien de heer
Van Buijsen zijn amendement, want dat is het, vroe
ger schriftelijk had ingediend. De vorige maal is hij
er zoo maar mee in de vergadering gekomen.
De heer Van Buijsen herinnert er aan, dat
hy de vonge maal heeft voorgesteld de zaak aan te
houden was men daarop ingegaan, dan had spr. gele-
genheid gehad om zijn plan in te dienen, en als den
dag daarop B. en W. sprekers plan hadden willen
beslaat (d. i. voor het tegenwoordig aantal weezen
liet zijn I ruim 147 M-. per wees) tot gymnasium ingericht en
daarmede aan zijn vorige bestemming onttrokken.
Maar nog altijd verblijven de weezen in veel te groote
dus ongezellige zalen, in een gebouw, dal allerminst
voor het doel geschikt is te achten.
B en W. meenden dus al dadelijk het denkbeeld te
moeten opperen dit gebouw voor zooveel de onderver
dieping betreft, aan zijne tegenwoordige bestemming
te onttrekken en de weezenverpleging op anderen voet
in te richten.
Twee wegen staan daartoe epen. Men zou kunnen
omzien naar een geschikter, doelmatiger, minder kost
baar gebouw en voortgaan met gestichtsvcrpleging of
I >e heer Van den Bosoh is het met den heer
üorbeek eens. Regenten hebben hun ontslag inge
diend en volgens de wet, wordt thans in het bestuur
tijdelijk voorzien door B. en W.
Het komt spr. voor, dat eerst de gewone toestand
moet worden hersteld.
Regenten moeten het zijn, die over de wijze van ver
pleging oordeelen, die vormen het college, dat aan B.
en W. voorstellen tot wijziging moeten doen.
Men dient dus af te wachten wat het nieuwe college
van regenten doen zal.
De neer Boelmans ter Spill vindt, dat er
niet veel tegen deze beschbuwing is te zeggen, maar
het voorstel van de lieeren Dorbeck en Van den Bosch
heeft toch ook zijn bezwaren. Spr. komt er tegen op,
als zou het voorstel van B. en W. voorbarig zijn. Het
is B. en W. er niet om te doen de zaak a tort et a
travers door te drijven. Het idee heeft alleen voorge
zeten, dat de raad een beginselbesluit zou nemen, meer
niet.
Daarvoor is het, meent spr. nu juist de tijd, nu er
een tijdelijk bestuur is, en er geen vader en moeder
zijnnu is het de juiste tijd om te beslissen. In den
laatsten tijd is er in de verpleging der weezen juist een
strooming gekomen, die de verpleging in gezinnen ver
kieslijk acht boven de gestichtsverpleging, zelfs de te
genwoordige minister van justitie, de heer Nelissen
heeft zich ten gunste van de vetpleging in gezinnen
uitgelaten.
De raad neemt nu nog geen besluit dat de verple
tte? gewijzigd moet worden, maar 't is eenvoudig de
vraag, hoe denkt de raad erover. Indien de raad'zich
daarover uitspreekt, dan weet men bij de benoeming
van nieuwe voogden en voogdessen wat men wil. An
ders blijft de zaak hangende. Het is wenschelijk dat
de raad zich uitspreke, opdat men bij het kiezen der
regenten daarmede rekening houdt.
Ziedaar, zegt spr., wat B. en W. bewogen heeft
thans het voorstel te doen. Wil de raad thans geen
uitspraak doen, dan is dat niet zoo erg, doch de bezwa-
len pleiten zijns inziens er tegen, om eerst de regenten
te benoemen.
Dat de regenten te beslissen hebben, daar komt
spreker tegen ophet is de raad die beslissen moet.
Mocht de meerderheid van den raad zich uitspreken
voor de verpleging in gezinnen, dan kunnen B. en W.
verder gaan, en de voorbereidende maatregelen, waar-
bij ten eerste is de benoeming1 van nieuwe voogden en
voogdessen, die belast zullen zijn met het toezicht op
de verpleging in de gezinnen, nemen.
De heer Pot zou de geschiedenis in de rechts
kwestie maar willen laten voor rekening van B. en W„
en eenvoudig willen stemmen.
De heer \on den Bosch zou met den heer
ter b p 11 kunnen meegaan als 't vast stond, dat
(ie raad m casu het recht van beslissen heeft. Spr.
twijfelt daaraan. Het bestuur van het weeshuis is re-
kenplichtig aan den raad, meer niet.
De raad kan over de wijze van verpleging van ge
dachten wisselen, er zijn meening over uitspreken, en
dat kan een aanwijzing zijn voor regenten, doch die
lijyen ten allen tijde vrij, om de wijze van verpleging
te bepalen. Spr. gelooft niet, dat de raad dat mag
doen. Daarom meent hij, dat er eerst regenten moe-
spele^11' raaclslid acht spr. het verkeerd regent te
De heer de W
om
1 ftvomuuio UI
wel men zou kunnen overgaan tot het doen verplegen
der weezer. in gezinnen, hetgeen in de laatste jaren
door vele paedagogen ten zeerste wordt aanbevolen.
Het komt B. en W. voor, dat verpleging in gezinnen
voor Alkmaar de voorkeur verdient. Van niet gering
belang daarbij is, dat voor de weezen een betamelijk
kostgeld zal kunnen worden betaald, waardoo'r de keu
ze van gezinnen zeker ruimer zal kunnen zijn. Zou
het ongetwijfeld aanbeveling verdienen die
i w wiiiuii aan- iauuuuvunng vermenen die gezinnen
inkomen nU at Van R en W' kunnen „te, Alkmaar te zoeken, niets zou beletten
o I ?m zwakke of tuberculeus kinderen te doen verplegen
tof tel 1 i thans voor de stemming te verdagen Jn zoodanige gemeenten als door den geneesheer in het
tot de volgende vergadering. belang dier kinderen werd geacht, b. v. in gezinnen
De heer 1 an den Bosch vraagt het woord. Esmond aan Zee of in Gelderland.
De voorzitter
t vwo,, moet I Wanneer, na rijpe overweging, dit ook de meeninc
uü .°i 7 discussie zal worden heropend. Tan den Raad mocht zijn, dan is het thans het
vindt dat de raad eerst
rr Za^ worden heropend. muviii, zou, uan is net tüans het nnom
d£or dfw an°1 T1 d«i heer Van Buijsen wordt blik om daartoe in beginsel te besluiten zeggen B en
waarna H, I™! be^ ,en Glinderman ondersteunt. I t1™ wèl-doorwrochte voordracht. Men zou dan
aarna de raad goedvindt, dat de besprekingen wor- I al dadelijk verschoond ziin van de HH ;i:.i_„
den hervat. besprekingen wor
De heer Van den Bosch gelooft, dat, als hij
den heer Van Buijsen goed heeft begrepen, het dezen
alleen te doen is, om zijn plan in te dienen en de dis
cussie te verdagen tot de volgende vergadering. Spr
wil daarin gaarne meegaan, daar ook hij vindt, dat
het gewenscht is, dat over een voorstel als dit, dat een
belangrijke uitgaaf vordert, men met kennis van za
ken oordeelt en in de gelegenheid zal zijn het plan van
vin T- T' diei.al'S deskundige op de hoogte
van de zaak is nader te bezien. Dan kan men i„ de
geen ze«r' dat zijn voorstel
n£g t1!"8 had" H,J heeft een «chetsteeke-
gemaakt, die hij gaarne zou zien uitgewerkt dan
zii^L/V 7? f t 6 r meent> dat het dan goed
zijn het punt thans van de agenda af te voeren
De herstemming over het voorstel van B. en W uit
stellen acht hy in dit stadium der zaak wat grappig
va^den^ Van d€n Bosch verklaar? darhij'
van den heer van Buy sen den indruk heeft gekregen
ander.
tW hm nit n B7ij Sen, stemt dat*toe. Wil men
lilans net punt van de agenda
goed.
De voorzitter zegt,, dat het plan van B en
komen'1 lemming behoeft te
d«t\»heeiY V B n B U 3 e n zou allee" bang zijn
afgevoerd Hij'zmf^ 7°^' Ze thans wordt
gevoerd. Hy zou ze daarom liever op de agenda la-
I
is dus min of meer dringend
De heer
dadelyk verschoond zijn van de bij uitstek moeilijke
keuze van een echtpaar, geschikt en in staat om als
vader en moeder - ontwikkeld en verlicht genoeg om
als opvoeder en opvoedster van de stadskinderen op te
treden. Ook zou aan het oordeel van den Raad een
nieuw reglement op het verplegen en opvoeden der
weezen moeten worden onderworpen, terwijl eveneens
zou moeten worden omgezien naar mannen en vrou-
777 genPBTn °7- 1°, ,f,aak van re&ent en regentesse
„niet warmte en liefde te vervullen.
0p;ï"einde an?trent deze hoogst gewichtige aangele
genheid zekerheid te verkrygen en geen noodeloos werk
te doen, stellen zy den raad voor te besluiten-
Burgemeester en Wethouflers uit te noodigen maat
regelen voor te bereiden, om te geraken tot het verple
gen der burgerweezen in daartoe nader aan te wijzen
gezinnen.
- Bij' dit punt komt tevens in behandeling het adres
van den kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente
riinkiTï- D,?rbeck seert dat het allerminst in
hë df k v,ng -gt 111 te gaan op en lanS stil staa"
by de beschouwingen pro en contra het stelsel van ver
pleging m gezinnen, die men ten beste geeft. Spr. «v-
looft, dat de raad dan ook wijs zal doen zich vandaag
niet. in deze zaak te verdiepen
De voordracht van B. en W. heeft spr. in zeker op-
7.? V7C7e-U en bet is misschien goed te hoo-
-«v. M 41 JUCU
I kon t da^ Van de bestuurstafel
voeren, dan is .'t hem ^mt doch hy had toch gaarne gezien, dat alvorens
11 wijst er op, dat de oorzaak, waar-
ci niet getracht is een nieuw college van regenten
te krijgen, juist deze is, dat bij eventueele verpleging
m gezinnen de taak der regenten een geheel andere
wordt dan thans. Maar indien de raad eventueel de
gezinsverpleging niet wenseht, doch meer voelt voor
verpleging m een gesticht, zij het dan misschien in
een kleiner gebouw, dan zou spreker toch in ieder geval
witten trachten een wijziging in het reglement in te
voeren, die vroeger werd verworpen, n.l. deze: dat re
gentessen deel uitmaken van het bestuur. Het is, naar
spr. meent gebleken, hoe noodzakelijk dit is. Ook de
heer Ghnderman heeft gezegd, dat hij anders gestemd
zou hebben, indien hij alles geweten had. Dit kan ge
schieden ook zonder dat de raad zich uitspreekt, over
het een of het andere stelsel, maar in verband met de
en w-h" we,"cWiik' ~rst
«ntPC beer 1111 e n b 0 s c b zal ook niet in een be
schouwing treden over de beide stelsels van verpleging,
Door de beide wethouders is thans medegedeeld waar-
7V'1, de benoeming van nieuwe regenten is gewacht.
Ook daarover wenseht spreker niets te zeggen.
Hr zijn evenwel sinds de weeshuiskwestie aan de or
de een paar punten in het debat gebracht, die zijns
inziens de aandacht verdienen. B. en W. hebben aan
£id Hof egCV°7d C€nige ciJfers. waarvan de juist-
hmd door een oud-regent is bestreden, en die geflat
teerd zyn genoemd. Voorts is er in de Alkmaarsche
I
-- H
ander wordt gezegd, dat
't
van regen-
er ook gebeurt,
zal
s vO iO Cl
Courant een openbrief verschenen aan den raad, van
de hand van den heer N. H. de Lange, waarin een In
ander wordt gezegd, dat wel degelijk overweging ver-
dient. Al zou spreker zyn voor gezinsverpleging
komt hem voor dat evengoed de benoeming
en had kunnen plaats hebben. Wat er o
er moeten regenten zijn, en het eerste werk Ta? dus
moeten zyn die te benoemen. Betreffende die benoe
ming wil spr. tevens dezen wensch uitspreken dat B
en W. er rekening mee zullen houden dat het ook aan
beveling verdient personen uit de middenklasse die
daanmw in aanmerking kunnen komen, voor te'dra-
d,ï der weezen. bel""e
De heer Van der Fop,, a tui t
ma aanneemt. OnL- i,.,„r. L J>'aemissealsaxio-
een onderwerp van zoodanigen aard werd behandeld
dat allereerst voorzien was geworden in den tegenwTor-
,tjf „iri'l™,het Burgerweeshuis, een toestand.
ten. Dat is ten opzichte van de school beter" daar
is ra77e„t:!rb0-in- kah plaabs hebben.' De zaak
Spr. had liever gezien, dat men eerst een nieuw col
lege van regenten had benoemd. Te meer omdlt de
indmmng van dit voorstel weinig strookt met een goj
De heer Van der F„ i T., Snr 1 ™n verPIegmg der weezen.
I Spr. zou m overweging willen geven en dit liikt
hem in verband met het voorst»! 1 .V ykt-
gaan stemmen.
brief van den 85-jarigen heer N R a f U °Pe"
worden geziTn terde^ ?pdf lie to^n TTogen
inderdaad tleVa1? 'h lij" beschouwd, lijkt het hem
CnTs vL 1 h aBlet aangaat zond« de noodige
die hij echter niet1"' 'S Van Sezmsveq)leging,
verpleging acht wat al^meen de beste wijze van
ZouPhfL8v?i V7or vXerV,ann8' hem hpeft geleerd'
Zo„ glibberig te^L bSe'ft men ,zieh »P een
voorzitter
dat in deze vergader';;; be^emmi^ m^eVJtfaatTS
ben tenzii het^Tw? T'1™8 moet Plaats heb- I ;*j.'T !''Iuall(l met het voorstel alleszins noodig
en, tenzy het punt^van de agenda wordt gevoerd. bhk te,slaan in de geschiedenis g'
her-
en niet persé in de volgende!"8" j 77deU g®zieu,ee" voordracht ter "benoem
De heer V a*n~B «7i 7L"*7;"T7Ta.t gevoerd. - -«e gescniedenis van het weeshuis.
a.arvoor acht hy het wenschelijk en conform
volgende verga- ^Za™ dat 200 spoe<bg mogelijk tegemoet kan
nng van re-
vaarlijke manier is voorgelegd.
gelooft dat men dan kans loopt
niet met het VoorstefvaTT eTw^^' Ak de raad
is het het beste. d«t .:d-. kan mee«ara' dan
vragen van den heer C' W tt... --..„..p, 1
neer l. W. Bruinvis, die zeker bereid
es t
Belool
veel werk te doen, dat niet noodig is. Als
et Voorstel van B. e
biiv. van 'intouch™ "°h mo,ie »"wkt
orde van den dag K gaat °TCr tot de
heid of minderheid voor ,s °f er meerder-
De heer Van den "R„„ i_
woord nog zeggen W hii 1 W'' met Mn enkel
Weeshuis over 7e zaal denW re#6nt,va? het O.
overtuiging, dat in ieder o>P 1 vaste
zal ziin De 6611 weeshuis noodig
maar waar de grootTmoluSkheid^11 toestand'
nen te vinden daar eid,ls'.gescblkte gezin-
ook moeten blijven bÏÏaln Verpleglng in gedichten
Daarom zou spreker B. en W. willen uitnoodigen
spoedig een voordracht in te dienen tot benoeming
van regenten. Dat daarbij rekening wordt gehouden
met den wensch van den heer Uitenbosch acht spr. aan
té bevelen, daar onder de burgerklasse ook genoeg
meuschen zijn, die een goed oordeel hebben in zake op
voeding. Die benoeming kan dan meteen leiden tot
herziening van het reglement.
B. en blijven dan nog ten allen tijde de vrijheid
behouden, buiten deze kwestie om, de wijze van ver
pleging ter sprake te brengen.
De heer de Wit zou, indien het gewenscht blijkt
dat men vooraf overgaat tot benoeming van regenten
en regentessen, eerst het reglement willen herzien, in
den door hem aangegeven zin.
De heer de Groot verklaart zich er voor, dat
regentessen deel zullbii uitmaken van het bestuur. Hij
weet niet of het op den weg ligt van den raad, om te
besluiten tot wijziging der verpleging, maar zou voor
zich de verpleging in het gesticht willen behouden.
Spr. is niet voor verpleging in het gezin.
De heer de Lange ondersteunt het denkbeeld
van den heer de Wit, dat men het reglement gaat her
zien, eer men regenten en regentessen benoemt.
De heer Dorbeck meent, dat er misschien iets
te zeggen is voor het voorstel-deWit, doch het heeft
ook zijn bezwaren. Het nieuwe reglement behoort te
worden vastgesteld in overleg met hen in de allereerste
plaats die geroepen zijn het gesticht te beheeren. Het
is ongeveer dezelfde kwestie als met een besluit in za
ke de wijze van verpleging. Het gaat niet aan voor
den raad op eigen houtje tot die wijziging van het re
glement over te gaan.
De heer Glinderman zou B. en W. willen
iiitnoodigeii spoedig te komen met een voorstel tot
benoeming van nieuwe regenten en de kwestie die op
het oogenblik den raad bezig houdt, willen laten rusten
tot tijd en wijle de te benoemen regenten een herzie
ning van het reglement nader onder de oogen hebben
gezien.
De heer de Lange is het met den heer Dor
beck niet eens. De raad heeft krachtens artikel 4 der
armenwet het recht het reglement vast te stellen.
De voorzitter komt terug op de uitdrukking
van den heer Dorbeck, dat B. en W. de zaak omdraai
en. Dat is niet waar. B. en W. willen wel regenten
benoemen, maar t komt hun voor, dat de te benoemen
personen vooraf moeten weten hoe en wat hun taak is.
Men loopt anders gevaar menschen te kiezen, die
bijv. niet zijn voor de gelijkstelling van regenten en
regentessen, net als dat vroeger het geval was.
De heer Dorbeck is van meening, dat in het
nieuwe reglement men zich toch ook zal hebben uit te
spreken over de wijze van verpleging.
Verschillende stemmen„Neen."
De heer Dorbeck blijft er bij, dat het systeem
van verpleging- in het reglement moet worden bepaald.
Die twee zaken zullen met elkander verband moeten
houden, en komt er nogmaals op terug, dat de raad
inderdaad niet het recht heeft op eigen houtje voor
schriften te maken voor een zelfstandige inrichting.
I .orst moeten zoo komt het hem voor regenten
worden benoemd en in overleg met deze kan de raad
een nieuw reglement enz. vaststellen. Laat men dan
tevens in overleg met den heer Bruinvis eens opdiepen,
hoe het met de zaak staat, wat betreft de bedoelingen
der stichters enz.
Be heer de Wit zegt, dat het niet in de bedoe-
hng ligt een of ander systeem in het reglement vast
te leggen. De door spreker bedoelde wijziging heeft
alleen ten doel de regentessen meer kracht te geven in
het beheer van het weeshuis, ze deel te laten uitmaken
an het bestuur. Het vroegere college van regenten
wilde daar niet aan. Het is echter duidelijk gebleken,
dat het noodig is, dat regentessen stem hebben, een
beslissende stem in het bestuur der inrichting.
Do heer P o t vraagt wat er tegen is, nu het voor
stel van B. en W. in stemming te brengen. Er wordt
nu alles by gehaald, wat er niet bij hoort, zelfs vrou
wenkiesrecht, vrouwenstemrecht. Dat alles heeft er
mets bij noodig, al die omhaal, de kwestie of er bur-
germenschen m het college van regenten zullen zitten
of met, dat heeft met de zaak niets te maken.
katen we eenvoudig stemmen voor het voorstel van
n. en W. of niet.
De heer Van den Bosch
het woord.
B,ev voorzitter wil het hem wel geven, als de
raad het toestaat.
De heer de Groot meent, dat er nu al genoeg
over de zaak gesproken is.
De heer Van den Bosch wenseht dan toch
even zyn stem tegen het voorstel van B. en W. te mo-
tiveeren. Wanneer spreker tegen het voorstel van
tl. en stemt, dan is daarmede niet gezegd, dat hii
tegen de verpleging in gezinnen is. Hij' doet het al
en, omdat hy meent, dat de leden van den raad niet
moeten handelen alsof zij regenten waren. Voorts is
hy er van overtuigd, dat al heeft men gezinsverpleging
zal moeten behouden. Spr. is dus een beslist voor-
bevoeoYl T7/T Tlg 7 ,het gezin> maar zicli niet
bevoegd achtende als raadslid hierin te beslissen, zal
hy tegen het voorstel van B. en W. stemmen.
De heer Glinderman sluit zich daarbij aan.
leei 11 B u H s e n ondersteunt liet denk
beeld van den heer de Lange, om voordat regelen
worden benoemd het reglement te herzien. Hij is het
hel r!7l 1 ÏT .Dorbeck eens' dat de herziening van
reglement behoort te geschieden in overleg met
regenten, maar er is misschien wat voor te zeggen dat
de heer de Lange dan zijn voorstel zoodanig wijzigt
W teTtelT' T W°rden, uite«'°°digd een wijziging
1» v j11 met betrekking tot dit punt, dat
regentessen worden opgenomen als leden van het
bestuur, terwyl dan later alle andere wijzigingen in
overteg met. regenten kunnen worden aalgebradit.
De voorzitter meent dat dan door den raad
ook het aantal regenten moet worden vastgesteld.
De heer w B u y s e n meent dat dit er uit volgt
V 7 'r 7' kan zicb lnet hetgeen de heer
dee" da?nu d 7ereeni^n> «"«en is hij van oor-
heel dat, nu de wijziging tot dit enkele punt is geredu-
f7.' pr met? tegen 1S> dat in de volgende vergadering
tegelijk met de vaststelling dier wijziging, regmten "n
lofeinT T? l)enoemd' Spr. verklaart er zicli
ook een iooi-stander van dat vrouwen in het bestuur
weeshuis worden opgenomen.
De voorzitter zegt, dat B. en W. bereid ziin
op dit voorstel in te gaan. U
vraagt nog weer
e: Dan is
De heer Van der F een de Lill
de gezinsverpleging dus van de baan.
De heer Boelmans ter Süill un'ld»
aan de .zaak. M aar spr. slechts een enkel raadslid
zich tegen de gezinsverpleging heeft hooren verklaren
klaard dZ T- S Zi0h daar vó6r hebben ver
klaard, daar zou hy zeggen, dat de raad in beginsel
voor de gezinsverpleging is oegmset
De lieer de G^oot
spreker eens.
De
voor
is dat lang niet met den
Bf llePr B o. r b e e k vraagt dus of in de eerstvol-
1 1 vergadering met de bedoelde herziening van het
De voorz.: Zoo mogelijk, wy laten ons niet binder
Daarna wordt zonder hoofdei, stemming aldus beslot
;en.