DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 98
Honderd en elfden jaargang
1909.
WOENSDAG
28 APRIL.
INNENL AN D.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—.
/Wonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Drankwet.
Telefoonnummer 3.
KENNISGEVING.
Tweede Kamer
Tweede kamerverkiezing.
Minister Heemskerk naar Indië?
Vermist.
Zoutlagen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat bij hun col
lege is ingekomen een verzoekschrift van T. KOELE-
MEIJ, te N. Kiedorp, om verlof tot den verkoop van
alcoholhoudenden anderen dan sterken drank in het
perceel Omval, F 5.
Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen
tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bezwa
ren worden ingediend.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, 2(1 April 1909.
G. RIPPING, Voorzitter.
L. VAN I)ER VEGT. lo. Secr.
liet HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22
Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezete
nen, dat hij hem ingekomen en aan den ontvanger der
Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter in
vordering zijn overgegeven:
de kohieren der Personeele belasting Nos. 5, 6 10,
voor het dienstjaar 1909,
executoir verklaard door den Directeur der directe be
lastingen in Noordholland te Amsterdam den 23 en
21 April 1909;
dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet
bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de ter
mijn van zes weken binnen welken daartegen bezwaar
schriften kunnen worden ingediend.
Alkmaar, den 26 April 1909.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur,
voornoemd,
G. RIPPING.
ALKMAAR, 28 April.
Abdoel Hamid's lot is beslist. De Nationale Verga
dering heeft tot zijn onttroning besloten. Toen den
ouden man deze beslissing werd medegedeeld, was hij
terneergeslagen, maar gelaten. Voor zijn leven vrees
de hij evenwel. Ilem werd echter verklaard, dat zijn
leven door de geheele natie werd gewaarborgd. Veel
geloof hechtte hij daaraan niet: hij zeide, dat men dik
wijls verklaart, dat het leven zal worden geëerbiedigd,
doch dan later vati meening verandert.
Dat zijn vrees wel eenigen grond had, bewees de
kreet van officieren hij de begrafenis van gevallen
collega's: „weg met den Sultan!, dood aan den Sultan!
Dat is uitgesteld tot vanavond, maar Allah gave dat
het reeds zoover was!"
Slechts één wensch had de sultan: zijn laatste le
vensdagen te mogen doorbrengen in het paleis Tsjera-
gan, waar ook zijn broeder Moerad gevangen zit. De
telegrammen zeggen evenwel, dat men hem zou opslui
ten in het paleis van Beilerbei, aan de Aziatische
oever van den Bosporus, waar keizer Eugenie in 1869
vertoefde.
Abdoel Hamid was echter niet allen sultan, maar
ook khalif, opvolger van Mahomed in het wereldlijk en
geestelijk gezag. Dit beteekent in de oogen van de fa
natieke Muzelmannen oneindig veel meer dan het sul
tanaat. En hiermede hadden de Jong-Turken reke
ning te houden. Zooals wij reeds eenige malen op
merkten, Konstantinopel is geen Turkije, wat in de
hoofdstad werd goedgekeurd, behoeft niet persé de in
stemming te verwerven in het geheele, groote, geloo-
vige rijk.
De Jong-Turken hebben evenwel een handigen zet
on het politieke schaakbord gedaan. Zij hebben den ge
loofsijver op voortreffelijke wijze afgeleid door Mehe-
ined Resjad Effindi, den feitelijken troonopvolger, den
troon aan te bieder. De scepter is aangenomen en 101
saluutschoten hebben dit den volke verkondigd.
Over zee begaf de nieuwe sultan, die sinds lang in
t paleis aan den Bosporus bewaakt werd, uit vrees
vor ccn reactionnairen aanslag, zich naar Stamboel.
J'ij <:'c salvo's van de kanonnen werd hij overal met
militaire eerbewijzen ontvangen door de troepen en
door de bevolking warm toegejuicht. Ook aan den
Bosporus geldt de leuze: de sultan is (politiek) dood,
leve Ci sultan!
II ori s spel is geëindigd, het nieuwe begonnen.
Over 'at ide drama zullen wij maar niet veel zeggen.
Turk'ji h. :'t een moeielijk en zorgelijk tijdperk achter
don rug. De regeering van Abdoel Hamid heeft het
rijk niet Nukkig gemaakt. Maar evenmin is de sultan
door die regeering gelukkig geworden. Te midden van
zijn rijk mrnen leefde hij als een kluizenaar. De man,
die hen rden koks onderhield, durfde haast niet te
eten. oortdurend het sehikbeeld eencr samenzwering,
die liet op zijn leven gemunt had, voor oogen hebbend,
was doodvonnissen teekenen hem een lust. Zoolang
Abdoel Hamid den tyrranieken scepter heeft gezwaaid
over het Turksche rijk, heeft hij niet geleefd, maar
slechts en slecht geregeerd. Hij werd genoemd de
zieke man, beter zou men hem een ci-devant homme
kunnen heeten, iemand die mensch geweest is.
Onmiddellijk is gisteren een nieuwe staat van za
ken voorbereid. Er is een nieuw ministerie samenge
steld en er wordt krachtig schoon schip gemaakt.
Aan den nieuwen sultan is de roep van verlichter
denkbeelden voorafgegaan. Moge die roep bewaarheid
blijven en hij van Turkije maken een geordenden staat.
Moge hij er in slagen aan de Halve Maan, die bijna
geheel was verduisterd, nieuw licht en nieuwen glans
te verschaffen!
Aan de orde was gisteren de voortzetting der inter
pellatie van den heer Duymaer van Twist naar aanlei
ding van het kon. besl. betreffende de keuring van
voor export bestemd vleesch.
De minister van Landbouw, N. en II. zegt, dat de
heer Duymaer van Twist bijzonder veel hart heeft
voor de zaken welke hij verdedigt. De warmte van
dien afgevaardigde heeft echter wel eens invloed op
zijne waarneming. Dc minister meent, dat het wel wat
eenzijdig was om het licht te laten vallen op een deel
van de betrokkenen, en niet het geheele doel der wet
in het oog te houden. De minister herhaalt, dat het
volstrekt niet de bedoeling is om het den menschen
lastig te maken. Het is evenmin om de grooten als
om de kleinen te doen, maar eenig en alleen om den
exporthandel te bevorderen.
De heer Duymaer van Twist, repliceerende, houdt
vol, dat duizenden bij liet bedrijf der exportslachterij
betrokken, door den maatregel getroffen zullen wor
den.
Nogmaals dringt spr. er op aan om den toestand te
laten gelijk hij thans i3.
De heer Smeenge vraagt waarom het K. B. van 20
Maart op 12 April alweer voor wijziging moest worden
voorgedragen. Veel beter had de minister, naar spr.
oordeel, gedaan, om den bestaanden toestand te hand
haven tot 1 October.
Ook spr. dringt aan op wijziging der tijdstippen van
keuring. Afschaffing der dagen en uren zou een stap
in de goede richting zijn.
Do heer Hügenholtz is eenigszins getroffen door den
toon waarop de minister den interpellant beantwoord
de. De minister verdedigde het goede doel der wet,
maar dat wordt door niemand in twijfel getrokken.
Daar gaat het niet om. liet gaat hier om de willekeu
rige bepalingen, die hier gemaakt zijn, bepalingen, die
het kleinbedrijf zullen dooddrukken. Ook spr. komt op
tegen het stellen van bepaalde dagen en uren voor de
keuring. Spr. komt er tegen op, dat het wordt voor
gesteld alsof die exportslachters lastige menschen zijn,
die onredelijke eischen stellen.
De heer Reyne acht ook overdreven de bewering
van den interpellant, dat duizenden in het kleinbedrijf
der exportslachterij door het kon. besl. getroffeii en
geschaad zullen worden. Wel zijn er eenige bezwaren
aan dat besluit verbonden, maar die zijn wel te over
winnen. Spr. verheugt er zich over, dat de minister
de Rijksveeartsen niet aan hun eigenlijke taak onttrek
ken wil.
De heer Van Wichen leest een rede voor, die niet
te verstaan is en buiten de orde schijnt te zijn, daar
de voorzitter aanhoudend hamert. Eenige klanken om
trent nuchtere kalveren dringen tot de perstribune
door. Voor het verleenen van eenige faciliteiten zul
len de exportslachters den minister dankbaar zijn.
De heer Van Citters vraagt, als overgangsmaatre
gel, dat vooralsnog zal zijn toegelaten om zich voor
keuring te wenden tot den Rijksveearts ter plaatse op
anderen keurmeester. De kleine exportslager zal daar
door zeer gebaat zijn.
De minister zegt er niet aan te denken absoluut af
scheid te nemen van de hulp der Rijksveeartsen maar
zij moeten zich bezig houden met hun eigenlijke taak
en dat kunnen zij niet doen wanneer zij met de keu
ring worden belast.
Na repliek van den heer Smeenge wordt de interpel
latie gesloten onder dankzegging van den minister.
Aan de orde is het ontwerp-Schepenwet (Toezicht op
schepen, bemanning, enz.)
De heer Plate is bereid mede te werken tot alles,
wat dit wetsontwerp kan verbeteren, maar hij vreest,
dat het door amendementen niet te verbeteren zal
zijn, omdat er te veel principieele fouten in zijn.
W at van dit ontwerp verwacht kan worden is een
groot aantal ambtenaren; wat er niet van verwacht
kan worden is een op gezonden basis ingericht toezicht.
Wat was de aanleiding tot dit ontwerp? De toestand
van de vissehersvloot, die dringend toezicht eischte.
Men heeft zich echter niet bepaald tot het visschers-
bedrijf, maar heeft ook de schepen in de groote vaart
in het wetsontwerp opgenomen, hetgeen tot misvattin
gen moest leiden, omdat men met volkomen ongelijk
soortige grootheden te doen heeft. Wij zijn verder ge
gaan in deze dan eenige andere natie.
Het eenige wat men later dan ook van deze wet zal
kunnen zeg'gen, zal wellicht zijn, dat de uitvoering
een doode lettor is geweest. Spr. heeft reden om aan te
nemen, dat de ontwerper van dit wetsvoorstel onbe
kend was met de statistiek van het aantal zeerampen
onzer koopvaardijvloot. Daarbij blijkt, dat bij de.
koopvaardij geheel andere factoren werkzaam zijn dan
de visscherij. De koopvaardijvloot is aan veel stren
ger eischen onderworpen, alles wordt gedaan om ram
pen te voorkomen, maar toch zal niemand betwisten,
dat de overheid mag, neen verplicht is toe te zien, op
reddingsmateriaal enz., maar de overheid onthoude zich
van onnoodige inmenging, van onnoodige maatrege
len. Juist dan kan men op beperkt terrein nuttig
werkzaam zijn. Een bozwaar tegen dat wetsontwerp
is, dat niemand zich een duidelijk beeld kan maken
van hetgeen men wil. Er zijn denkbeelden in uitge
drukt, welke spr. verkeerd voorkomen. Gaarne geeft
hij toe, dat het eerste ontwerp den indruk gaf van niet
af te zijn, maar ook in dit ontwerp komen onduidelijke
definities voor. Enkele noemt spr. er op.
De heer Mees waardeert dit wetsontwerp als een
product van de werkzaamheid van het vorig Kabinet.
Spr. herinnert aan de wordingsgeschiedenis van dit
ontwerp. Het verwijt van uniformiteit der voorgestel
de regeling acht spr. ongegrond. Het was trouwens
van de veelzijdige commissie, die het avant projet sa
menstelde, niet te wachten. Slechts de hoofdtrekken
van het toezicht zijn trouwens in de wet aangegeven;
deze kunnen uniform zijn, terwijl de uitwerking aan
algemeene maatregelen van bestuur wordt overgela
ten.
Het eigeubelang der veeders biedt geen voldoenden
waarborg voor de deugdelijk- en zeewaardigheid der
schepen. Men vergelijke slechts de gegevens der en-
queêtecommissie.
Dn heer Schaper vindt het beschamend dat dit ont
werp onder pressie van het buitenland werd ingediend
en waarschijnlijk onder pressie van het buitenland zal
tot stand komenieder kent de geschiedenis van de
drijvende doodkisten en dat de heer Plate het nog op
kon nemen voor de kapitalistische reeders, kon spreker
niet begrijpen. Ilij herinnert aan de rampen van de
Berlin, de Pluto enz., die gedwongen werden te varen
bij noodweer. De gezagvoeders zijn de loonslaven der
kapitalistische maatschappij, en hoe kan de heer Plate
nu zeggen: onze reeders zijn bedachtzaam en voorzich
tig genoeg en hebben geen controlewet noodig. Spre
ker zou wenschen dat die gezagvoerders het voorbeeld
volgden van de mindere schepelingen en zich organi
seerden tegen do grooten kapitalisten. Hij is tegen
over dit ontwerp niet zoo pessimistisch gestemd als de
heer Plate en vreest niet, dat de uitvoering een doode
letter zal blijven. Voor een goede uitzicht zal streng
toezicht noodig zijn. Een groote fout noemt spreker
liet, dat in de Staatscommissie geen mindere schepe
lingen zitting hebben gehad. Grievend was het voor
den Zeemansbond, dat in die Staatscommissie wel
zitting had een eigenaar van zoogenaamde drijvende
doodkisten, terwijl de matrozen werden uitgesloten.
In tegenstelling met den heer Plate vindt spreker,
dat dit wetsontwerp niet ver genoeg gaat.
Waarom omvat het ook niet de Zuiderzeevaart?
Spr. betreurt het dat de rechtspositie der schepelin
gen in dit ontwerp niet voldoende geregeld wordt en
wijst op het adres van den Zeemansbond, waarin op tal
van maatregelen en aanvullingen wordt aangedrongen.
Heden 11 uur voortzetting.
In het district Enkhuizen is het met de samenwer
king tusschen de „rechtsche" partijen nog niet geheel
in den haak. De heer N. Oosterbaan, door de Centr.
Anti-rev. Kieavereen. gesteld, is nu ook de candidaat
der Roomseh-Katholiekenechter, de Christ. Histori-
schen zijn zoo ver nog niet gekomen. Wel hebben zij
onlangs besloten tot krachtige samenwerking, doch on
der beding, dat öf Enkhuizen öf Kampen den Chr.
Ilist. zou worden toegewezen. Na het besluit der De-
putatenvergadering, zal hierop wel geen kans zijn.
Vooral omdat het district Enkhuizen „hangt" aan en
kele stemmen, is het van groot gewicht, hoe de Chr.
Hist, weldra zullen besluiten. De te Enkhuizen be
staande Chr. Hist. Kiesver. werd de vorige week ont
bonden. Naar wij vernemen, heeft het meerendeel der
leden zich aldaar bij de plaatselijke anti-rev. kiesver-
eeniging aangesloten. (Hbld.)
De Haagsche correspondent van de Tel. schrijft:
Met groote hardnekkigheid blijft te 's-Gravenhage
het gerucht loopen, dat de gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indië, de heer Van Heutsz, in het ko
mende najaar zal aftreden, en, indien de rechterzijde
bij de Juni-verkiezingen in de meerdeheid komt, zal
worden opgevolgd door mr. Th. Heemskerk, den tegen-
woordigen minister van Binncnlandsche Zaken. Ver
volgens zou dan de openvallende minister-plaats wor
den bezet door dr. Kuyper. Ik geeft dit bericht na
tuurlijk onder voorbehoud, maar kan er toch bijvoegen,
dat er enkele bijzonderheden zijn, die het geloofwaar
dig maken.
RECHTZAKEN.
Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 27 April.
Duivendiefstal.
Laurentius B„ timmermansknecht te Ileer-Hugo-
uaard was ten laste gelegd, dat hij te Oudorp op 23
December heeft weggenomen eenige duiven ten nadee-
le van Cornelis Buren.
Oornelis Buren te* Oudorp, als eerste getuige ge
hooid, vertelt, dat hij omstreeks Kerstmis vijf duiven
had, die hij in een schuur van zijn vader bewaarde.
anaf het Ondorperpad was het duivenhok zicht
baar. Den 23en Dec. had getuige ze om een uur of
vijf nog gevoederd, den 24en om 8 uur 's morgens mis
te hij ze. Den 2en Januari zag getuige 4 van z'n dui
ven terug in een korfje van zekeren Zwan, die ze op
liet Hof te Alkmaar wilde verkoopen. Getuige riep
de hulp in van den gemeente-veldwachter en kocht ze
terug voor 70 ets.
Froderik Kleijmcer, timmermansknecht te Alkmaar,
deelt mede, dat hij den 23en December op den Dijk be
klaagde, met wien. hij kennis gemaakt had in de lees
zaal, ontmoette.
Samen gingen ze daarna langs het landpad naar
Oudorp, waar beklaagde een kwartier alleen weg ging
en getuige bij het bruggetje bleef wachten. Toen be
klaagde terugkwam had hij een korf duiven bij zich en
beiden begaven zich weer naar Alkmaar. Bij de Frie-
sche brug- gekomen, waar een lantaarn staat, liet be
klaagde de duiven aan getuige zien, daarna begaven
beiden zich naar Zwan, beklaagde ging met 4 duiven
naar binnen, een jonge duif, welke getuige tegen twee
oude met beklaagde geruild had, werd eerst uit de
mand genomen. Thuisgekomen bleek het getuige,
dat hij van z'n ouders geen duiven mocht houden,
waarom hij de duif verkocht voor 0.20.
De veldwachter sprak later getuige aan over de dui
ven, waarop hij antwoordde, dat de duiven gekocht wa
ren, wat hij dadelijk aan beklaagde schreef.
Petrus Gerardus Zwan, koopman van pluimgedierte
te Alkmaar, kreeg een paar dagen voor Kerstmis
's avonds om een uur of 7 beklaagde bij zich met een
mand met duiven, waaruit hij twee witte pauwstaarten
kocht, samen voor 0.30. Een uur te voren had be
klaagde hem op straat gevraagd of hij ook duiven
kocht. Den volgenden dag kocht zijn vrouw ook 2
duiven. De eerste Zaterdagsmarkt in Januari ging
getuige met de 4 duiven naar de Hofmarkt, waar hij
Cornelis Buren bij zieli kreeg, die zeide: „Dat zijn
mijn duiven."
Antje Cabrie, huisvrouw van Zwan, was er bij tegen
woordig, dat haar man duiven kocht, of de persoon,
die de duiven verkocht beklaagde is, weet zij niet. Den
volgenden dag, toen haar man niet thuis was, kwam
Kleijmeer bij haar en verkocht haar twee zwartbonte
duiven.
Beklaagde zegt de duiven voor 40 ets. gekocht to
hebben van een man en een vrouw, die hij in Oudorp
ontmoette.
Aan den rechterconmiissaris had beklaagde verteld,
in Oudorp z'n eigen duiven te hebben gehaald, welke
hij wilde verkoopen.
Do officier van justitie is van meening, dat beklaag
de wel degelijk schuldig is aan het hem bij dagvaar
ding' ten laste gelegde. Beklaagde geeft omtrent de
herkomst der duiven steeds verschillende verklaringen,
die bewijzen voor zijn schuld zijn. Twee weken ge
vangenisstraf werd goëischt.
Diofstal van een schaaf.
Teeuwis R., arbeider te Schoorl, had op of omstreeks
20 December een blokschaaf weggenomen, toebehooren-
de aan Pieter Obdam.
Beklaagde bekent, dat hij zich op een Zondagmiddag
in September op het terrein eener in aanbouw zijnde
villa heeft begeven en daar de blokschaaf zonder eeni
ge bedoeling heeft weggehaald. Beklaagde heeft de
schaaf bij thuiskomst in z'n boet gegooid en er niet
meer naar omgekeken.
Pieter Obdam, timmermansknecht te Schoorl, werk
te in September aan het huis, dat voor juffrouw Jel-
gersma aldaar werd gebouwd. Getuige liet z'n werk
tuigen achter, waaronder ook de blokschaaf, die was
blijven slingeren.
's Maandags miste liij de schaaf en hoorde later van
zijn broer, dat hij een zwager van beklaagde met de
schaaf, waarop getuige's initialen en het nummer 08
stond, aan het werk had gezien.
De broer van den vorigen getuige, Jacob Obdam, ver
klaart Abram Duin met de schaaf te hebben bezig ge
zien. Met z'n broer is hij naar den veldwachter ge
gaan, die de zaak verder onderzocht heeft.
Abraham Duin, beklaagde's zwager, deelt mede van
beklaagde permissie te hebben om werktuigen uit zijn
boet te halen om te gebruiken. Op zekeren dag haalde
hij dus ook de bewuste schaaf weg.
Het wettig en overtuigend bewijs acht de officier
van justitie geleverd, weshalve hij een gevangenisstraf
van 2 weken eischt.
Wederspannigheid.
Klaas de Gr. (niet verschenen) bevond zich 27 Maart
te Hoorn op den openbaren weg in staat van dronken
schap, waarom de agent van politie Pieter Bartholo
mew de Jongh het noodzakelijk achtte hem naar het
politie-bureau over te brengen. Beklaagde was hier
van evenwel niet gediend, stribbelde tegen, wilde zich
los rukken en eindigde met de Jongh een klap tegen
zijn maag te geven. Wegens wederspannigheid werd
door den officier van justitie 2 weken gevangenisstraf
geëischt.
De volgende beklaagde, Beene S. had zich evenals
den vorigen beklaagde in staat van dronkenschap op
den openbaren weg bevonden, n.l. den 28en Maart in
de plaats zijner inwoning, Enkhuizen.
Sieuwert Klouwers, die dien avond op surveillance
was, vond het volgens zijn verklaringen, noodig, be
klaagde naar het arrestantenlokaal over te brengen.
Beklaagde begon bij de overbrenging evenwel zoo te
rukken en te trappen, terwijl hij trachtte den agent in
de handen te bijten, dat deze moest dreigen zijn wagen
te gebruiken.
Ook tegen hem werd door den officier van justitie
twee weken gevangenisstraf geëischt.
OEMENQD NIEUWS.
Sedert eenige dagen wordt bij het korps rijdende ar
tillerie te Arnhem vermist dc wachtmeester R.hij is
vermoedelijk gedeserteerd met medeneming van eenige
gelden die hij in zijn functie van menagemeester der
onderofficieren onder zijn berusting had.
In aansluiting aan ons bericht van gisteren kan
thans worden medegedeeld dat bij verder boren geble
ken is, dat de zoutlaag der bovengenoemde boring bij
Winterswijk, beginnende bij 492 M., dikker is dan de
reeds doorboorde 9 M. Gisteren werd onder toezicht
van den hoofdingenieur der mijnen uit Heerlen nog 5
M. in dit zout geboord, zonder dat daarbij den bodem
werd bereikt. Het doorboorde zout is tot nog toe zui
ver steenzout, waarschijnlijk met zeer weinig kalizou-
ten vermengd. De kalizouten zijn eventueel op groo-
ter diepte te verwachten.