A I» VERTENT I EN. EenNETTE JONGEN gevraagd ter opleiding. te huis Een bekwaam Schilder gevraagd. Uit Nieuwe Nledorp. Gevraagd voor dadelijk een net het geval is. Spreker komt tot een ander verschil tusschen de lin kerzijde, dat door velen bij deze verkiezing is aangehe ven als strijdleus: staatspensionneering. Er is door bekwame en mensehlievende mannen een bond voor staatspensionneering opgericht. Van deze zaak wordt thans een overgroot gebruik gemaakt. Zou men, iemand, met wien men het overigens eens is, niet willen hebben als volksvertegenwoordiger omdat hij hierover anders denkt Spreker vindt den naam staatspensionneering niet gelukkig gekozen. Hij ziet in pensioen een voortge zette belooning voor gedane diensten, voor gedaan werk. Een ambtenaar van den staat krijgt het recht hierop, een bediende van een particulier heeft dit recht ook, niet van den staat, maar van den patroon. Ieder patroon is moreel verplicht iemand, die hem jaren trouw gediend heeft, te helpen als hij oud is. Het heeft spreker grootelijks verbaasd dat hier in Noord-Holland de leuze om staatspensionneering zoo veel ingang heeft gevonden. Spreker zit in twee colle ges n.l.in het Hoogheemraadschap van de Hondsbos- sche en Duinen te Petten en het Hoogheemraadschap van de uitwatcrende sluizen in Kennemerland en West- Friesland. Door hem en anderen is daar sinds jaren aangedrongen op een bepaling, opdat oude menschen, die in dienst zijn pensioen krijgen. Na jaren strijden is het hem, met zijn stem als beslissende, als dijkgraaf gelukt zulk een bepaling te krijgen, bij de uitwaterende sluizen. Bij de Hondsbossche heeft hij het niet gedaan gekregen. Men wil daar elk geval op zich zelf beoordeeleu maar dat heeft het college geld gekost, want spreker heeft een grooto stem in het kapittel en zorgt dat een oud man een flinke som krijgt. Doch dat is niet de zekerheid, de man heeft recht op pensioen. Dit is echter heel iets anders, dan ieder straatslijper en dronkaard maar pensioen te geven. Zouden vele werkgevers misschien voorstanders hiervan zijn, om den last van hun eigen schouders af te wentelen? Is staatspensionneering mogelijk? Er wordt gezegd ja. Nederlanders betalen echter niet graag belasting en met de eerlijkheid neemt men het ten aanzien van den staat niet zoo nauw. Pensioen zonder bijbetaling zou enorme sommen kosten. Niemand weet wel hoe veel. Zou het gunstig werken? Zou het niet velen weerhouden te zorgen voor den ouden dag? Thans zijn er velen die in hun jonge jaren iets op zij zouden kun nen leggen voor den ouden dag, maar het niet doen. Spr. kan zich denken dat een werkman het er in goe de tijden beter van neemt. Maar velen springen met hun verdiende penningen raar om en zij zouden wel iets op zij kunnen leggen. Onlangs verklaarde een jong, oppassend werkman, die langen tijd werkzaam geweest was bij den bouw van het krankzinnigenge sticht Duin en Bosch te Castricum, dat werklieden met een weekloon van j 1825 vandaar zijn vertrok ken met een schuld van 200 a 300 bij den kastelein. W anneer ieder wist, dat bij oud en gebrekkig wor den, de staat voor hem zorgt, zouden dan ongewensch- te toestanden niet erger worden Men moet beginnen met te sparen om iets van den staat te kunnen krij gen. Natuurlijk er zullen enkelen geholpen moeten worden. Nimmer wil spreker zeggen, hoe hij zal stemmen over een wet, die misschien ingediendzalworden. Graag wil hij staatshulp, maar niet onder den naam van staatspensioen, want dat is het niet. Een vergelijking met een ministerspensioen gaat niet op, immers de mi nister heeft aan den staat zijn dienst en kennis gege ven, een straatslijper echter niet. Ten opzichte van de rechtspleging zal er tusschen rechts en links wel geen verschil bestaan. Daarover zal spreker daarom maar zwijgen trouwens van han delsrecht bijv. weet spreker niets af, zelfs toen hij zijn doctoraal in de rechten deed, wist hij er niets van af. De moeielijkste paragraaf is die der defensie. Was het mogelijk, spreker zou met den eenigen anarchist in de Kamer, den heer van der Zwaag, zeggen: geen man en geen cent. Wij leven echter in een tijd dat oorlogen niet zijn buitengesloten. Wc krijgen een vredespaleis in ons land en wel maakt de idee van arbitrage in alle landen voortgang, maar een oorlog hangt dikwijls af van een nietigheid. Spreker is Noordhollander genoeg om in geval van een oorlog ons vrije Nederland te ver dedigen of onze neutraliteit te beschermen. Het leger zooals het thans is acht hij evenwel niet het beste. De vrij-liberalen denken hierover niet gelijk. Spreker zou gaarne zien dat het leger zoo weinig mogelijk kostte en anders werd ingericht. Voor een volksleger acht hij onze natie niet geschikt. Wij zijn geen soldaten, we zijn te vrij, wij kunnen ons te weinig schikken in de onvermijdelijke discipline. Discipline is noodig, gelijk we gezien hebben bij onze stamverwanten in Zuid-Afri- ka, bij wie men onze karaktertrekken terugvindt. Men zou denken, dat de Boeren, die kunnen schieten als scheermessen, die kunnen rijden als de besten, uiterst geschikt waren om te vechten. Hun ontbrak in den oorlog echter de discipline. Sprekers oudste zoon heeft toen het land waar hij leefde in gevaar kwam zich met sprekers volle instemming bij de vechtenden geschaard en is tot het laatst toe in het gevecht gebleven. Die zoon heeft hem verklaard, dat gebrek aan disci pline der Boeren eenige fout was. Sprekers oplossing van het defensie-wezen zou zijn, dat ieder die gezond en krachtig was na strenge keu ring verplicht zou zijn om zonder loting eenigen tijd geoefend te worden in de behandeling der wapens, in samenwerking in het geval van nood. De kern van het leger moet bestaan uit goedbezoldigde soldaten en on der-officieren. In het staatsleger wil hij niet hebben de jeugdige verongelukten in de maatschappij die, zoo als thans dikwijls het geval is, dienst nemen als vrijwil liger. De oefeningen moeten zoo kort mogelijk gesteld worden. Thans gaat er veel kostbare tijd verloren met onnoodig soldaatjesspelerij. Op deze wijze zijn bezuini gingen aan te brengen. Ten aanzien van de doode verweermiddelen, meent spreker dat er veel te veel geld wordt uitgegeven, bijv. met betrekking tot de millioenen, die worden uitgegeven voor de stelling Am sterdam. Spreker wijkt in dit opzicht af van het program der vrij-liberalen, maar de bond laat den liberalen vrij, ten aanzien van de onderdeelen van het program. De paragraaf over de staatshuishouding is thans aan de beurt. Alinea 1 luidt: Bij het beheer van alle onderdeelen der staat huishouding sta beleidvolle zuinigheid op den voor grond. Bij het aanwijzen der middelen worde het beginsel gehandhaafd, dat de ontwikkeling der volkswelvaart geene belemmering ondervindb. In het belang eener billijke verdeeling van lnsten be- hooren heffing naar inkomsten en naar kapitaal eene voorname plaats te bekleeden, met regeling van ieders bijdrage in verhouding tot zijne financieele krachten. Bij de heffing der in ons belastingstelsel onontbeer lijke invoerrechten en accijnzen zij het streven de eer ste levensbehoeften slechts bij uitzondering te bezwa ren. Het begin zullen wel allen met de oud-liberalen eens zijn. Spr. is overtuigd dat er met de rijksmiddelen soms wordt omgesprongen Ik meen thans voldaan te hebben aan de taak, waar toe ik mij tegenover den secretaris dezer kiesvereeni- ging heb verbonden. Ik heb het program der vrij-libe ralen ontwikkeld. Ten slotte wil ik echter dit zeggen: Hoe de stemming in dit district ook moge zijn, ik heb een hartelijken en hartgrondigen wenscli. dat n.l. degeen, die het district Alkmaar zal vertegenwoordi gen, de belangen van Nederland zal behartigen. (Ap plaus). De voorzitter bracht den spreker dank voor de wij ze, waarop deze het program der vrij-liberalen had ontwikkeld. Een bijzonder woord van dank wijdde hij ook aan de heeren van buiten voor hun opkomst, aan alle aanwezigen voor de betoonde belangstelling en voor de aandacht, waarmede de rede is aangehoord. Ik sluit zoo zeide spreker de vergadering, en ik doe dit als voorzitter van de kiesvereeniging „Bur gerplicht," die den heer van Foreest bereids candidaat gesteld heeft, met den wensch, dat deze verkiezing mo ge uitvallen in denzelfden geest als de vorige, in het vertrouwen dat we ons in onzen afgevaardigde, den heer van Foreest voor het vervolg evenmin bedrogen zullen vinden als tot nog toe. (Applaus). Alhier is in de afgeloopen week in een vergadering van de anti-militairisten-vereeniging een debat ge houden over de al of niet noodzakelijkheid van het ge zag, tusschen ds. Haars, doopsgezind predikant, en ds. Schermerhom, hervormd predikant, beiden alhier. Ds. Haars voerde het eerst het woord, die begon met te betoogen, dat de anarchisten, najagend een sa menleving zonder gezag, de menschen niet nemen zoo als ze zijn, maar te veel vertrouwen in het goede en groote in den menseh stellen. Het is een utopie, de menschen de vrijheid te geven om te doen, wat zij willen. Vele neigingen moeten in bedwang gehouden worden door de wet en door het gezag, dat de wet handhaaft, immers zonder het gezag beteekenen de wetten niets. Werd alles overgelaten aan de neiging van de menschen, hun'werk zou gelijk staan met dat der zee, die het eene uur aanbrengt, wat ze het andere weer terughaalt. Nergens leert de geschiedenis waar op de heeren Domela Nieuwenhuis en Schermerhorn zich een vorige maal beriepen, dat er een samenleving van menschen bestaan heeft, welke zonder gezag sa menleefde, van een gemeente met leden zonder vlek ken, zooals de doopsgezinden dat uitdrukken, is nim- op onverantwoordelijke wijze. I mer sprake geweest. De geschiedenis leert juist, dat in Ti .lino,. v.., er altijd gezag is uitgeoefend. Zelfs in kleinen kring Doorman dezen wensch van zijn lief vrouwtje best kon inwilligen, want dat hij geld genoeg heeft is hier in de zakenwereld wel bekend. Komt tijd, komt raad, mis schien slaat ze nog eens op hol en dan zal hij wel tot bezinning komen. Jullie vrouwen bent altijd in de verkeerde richting energiek! Groet je vriendin van mij en zeg haar dat ook kleine auto's dure voorwerpen zijn. Je Dirk Dikke" de naam was onleesbaar. Dat laatste zou wel niet goed zijn, zooiets schreef nog nooit een beminde, maar, die heele brief kon toch niet aan Margot gericht zijn! Het angstzweet brak Henk uit, hij wist niet meer, wat hij denkeu moest. Met bevende vingers zocht hij verder en vond een begin van een brief, ook van zijn vrouw afkomstig. Hoe snel veranderde de uitdrukking van zijn gelaat! Wat bevatte deze brief dan wel, dat de heer Door man plotseling de lade en het bureau sloot, hals over kop wegliep, hoed en stok kreeg en de straat opholde? „Lieve moeder, ik dank 1 hartelijk voor de lijst voor mijn portret; ik denk dat mijn lieve Henk er mee in zijn nopjes zal zijn. Ik heb veel pleizier gehad, toen ik vernam dat I I ine's handschrift hebt verwisseld met het mijne; wij hadden gewed, dat niemand er on derscheid in zou zien dat komt nog van onzen kost schooltijd. Tine's broeder, de lange Eduard, die in een automo bielfabriek in betrekking is gekomen, heeft haar eeni- Men heeft hem wel eens in de Kamer gezegd, dat hij te veel bezuinigingsman is. Hij is inderdaad een be- zuinigingsman, maar uit volle overtuiging. Ook in deze paragraaf ligt opgesloten, dat de vrij-libera len niet willen besehermende rechten. Er wordt te genwoordig allerlei gezegd over progressieve belasting. Daarin ligt veel goeds, maar zij moet niet in het on bepaalde worden doorgevoerd. In ons land trekt ieder een een zuur gezicht tegen een verhoogd belastingbil jet ook de rijke. Hi t is een gevaar, als men den menschen het vel over de ooren wil trekken. Bij velen is het gevoel voor de beurs grooter dan hun nationali teitsgevoel. Dezulke zullen ons land gaan verlaten, niet alleen nog om het betalen, maar vooral om het inmengen van belasting-ambtenaren in particuliere za ken. Spreker kent een rijk man die hierom naar Bel gië is getrokken en de vrees bestaat, dat onze natie het loodje zou leggen. Overdrijven wil hij dit gevaar niet, maar bestaan doet het. Spreker komt tot het laatste artikel, onder opmer king, dat hij geen speciaal koloniaal verstand heeft. Het koloniale beleid moet gericht zijn op het welzijn der koloniën in verband met dat van het moe derland. De behartiging der belangen van de inlandsche be volking is plicht, zoowel van den wetgever als van alle bestuursorganen. Gestreefd worde naar eene ontwikkeling der koloniën in de richting van zelfbestuur, onder hoofdleiding van het moederland. Bij de bestuursinrichting worde gestreefd naar de centralisatie, onder daadwerkelijk toezicht der Indische Regeering, met gebruikmaking van bestuurskrachten uit de inlandsche bevolking en met deelneming, waar mogelijk, van niet-ambtelijke ingezetenen aan de be stuurstaak. De invloed der Indische regeering breide zich gelei delijk uit over het zich onder onze vlag bevindende ge bied. De deelneming der koloniën aan het wereldverkeer worde bevorderd en de particuliere ondernemingsgeest aangemoedigd. Hieromtrent valt niet veel te zeggen. Ziehier, het program van den Bond van oud-libera len. Onwillekeurig heeft spreker zich zelf betrapt, dat hij, al sprekende, van zijn oorspronkelijk plan is afge weken. Ilij heeft immers over onderdeelen van dat program zijn eigen opinie gezegd. Daardoor zou hij don schijn op zich hebben kunnen laden, dat hij ten slotte dan toch hier is gekomen, om zijn eigen candi- datuur aan te bevelen. Dat is echter geenszins het geval. anneer een nnder in dit district als afgevaardigde naar de Tweede Kamer gekozen mocht worden, zou hem dit in heel veel opzichten niet onaangenaam zijn. Ontegenzeggelijk heeft het bekleeden van de betrek king van volksvertegenwoordiger zijn aangename en zijn goede zijde. Maar er is zoo gaat spreker voort zooveel, dat mij bindt aan Noord-Holland, dat het mij soms over den kop gaat en dat ik dikwijls niet in staat ben alles goed te behartigen. Een punt is er echter, waarom het mij zou spijten, dat ik na eenige jaren lid der Tweede Kamer te zijn geweest, dit niet meer zou zijn, wanneer dat punt in behandeling kwam. Ik bedoel hetgeen voor alles voor Noord-Holland van groot gewicht is, n.l. de ingediende wetsontwerpen tot gedeeltelijke, naar ik hoop dat zal worden geheele af- dijking der Zuiderzee. V an dit onderwerp heb ik, ik durf het zelf zeggen, veel studie gemaakt. Ik ben, tot mijn groot genoegen, hoewel de linkerzijde in mijn afdeèling in de minder heid was, daar gekozen tot rapporteur met algemeene stemmen op twee na. Ik heb met het uitbrengen van het rapport Veel werk gehad, hoewel ik op de hoogte was van alle geschriften, die in den loop der jaren over - - yvtI '^e verschillende plannen in zake het Zuiderzee-vraatt- f, rnog^" f i geSchreVPn en dle kle\ne tuf-tufs, die stuk zijn verschenen. Veel moeite heb ik daaraan be- ik zoo leuk vind zijn zoo razend duur, dat ik niet met stecd. Tot mijn zeer groot genoegen ben ik kort na mijn goeie Henk er over spreken wil. Hij is zoo goed en he, indienen der plannen door de regeerTng, door het attent voor me, en het zou hem zeker heel erg spijten, als hij mij dat genoegen moest ontzeggen. O, moeder, F weet niet hoe gelukkig ik met Henk ben! H(j is wel een beetje jaloersch, doch daar let ik niet meer zoo op en dat zal van zelf wel over gaan. Ik moet nu wel afbreken, men kan niet eens kalm een brief schrijven Tine is daar, of ik mee ga win kelen. Later meer. Wat stond er voor de deur toen Margot 's avonds thuis kwam? Een kleine automobiel! Margot was in de wolken en Henk's gezicht straalde, maar toch zag hij er een beetje verlegen uit, „Maar, mannie, is het heusch waar, is die auto wer kelijk voor mij." „Zeker, kindje, zeker. Je wou er immers graag eentje hebben." bestuur der Zuiderzee-vereeniging. die zich menige op offering aan moeite, tijd en geld geheel belangeloos is er een paar ton door de leden voor de propaganda besteed getroost, aangezocht, het voorzitterschap te aanvaarden van een speciale commissie, die met het oog op die plannen een onderzoek zou willen instellen in hoeverre bij de uitvoering dier plannen van het nieuwe materiaal, namelijk gewapend beton, gebruik gemaakt zal kunnen worden en welke bezuinigingen hierdoor zullen kunnen worden bereikt. Ik wil eerlijk zeggen, dat het mij vreeselijk spijten zou indien in de volgende wetgevende periode dit on derwerp aan de orde zou komen, ik aan de behandeling niet zou kunnen meedoen, ik niet in staat zou zijn in de Kamer al mijn best te doen, ik durf zeggen, al het gewicht in de schaal te leggen, om de zaak tot een goed Noueti nf! Mnor "i t, r v. I ,C te brenef'n- Als lk z°u moeten zien, dat dit werk verteld heeft 7eo- l i begrijp toch met, wie je dat zonder mij' tot stand gebracht werd, zou het mij spij- verteld heeft. Zeg eens, hoe weet je dat? ten, hoewel mij dit overigens in heel veel opzichten 1 1, nuf 8che1"1 ,lat Je ook nooif weten- werkelijk niet zoo onaangenaam zou zijn, wanneer ik een toevalniet meer in de Tweede Kamer terug mocht komen. Het was slechts. is het samenleven zonder gezag onmogelijk gebleken. Spreker herinnerde aan de kolonie Blaricum. Collega Kielstra heeft, toen hij daarheen ging, gezegd, dat er geen gezag zou zijn, maar dat hij de meerdere en lei der zou wezen door dieper inzicht, door zedelijk over wicht. Een regeling dus. Maar verre daarboven is te verkiezen de wet, die vastgelegd is, en minder ge legenheid tot willekeur biedt dan een regeling. Het gezag heeft zijn zondenregister toegegeven. Maar dat ligt niet aan het gezag, doch aan de men schen die hot uitoefenen en die niet gevormd worden door de omstandigheden. Spreker gevoelt voor wat Maeterlinck zegt in zijn Wijsheid en Levenslot, „de omstandigheden halen slechts naar buiten hetgeen in den mensch is". Wetten zijn niet willekeurig, in hen zijn neergelegd de denkbeelden, die in den mensch leven. Wie de noodzakelijkheid van het gezag erkent, geeft toe dat de maatschappij het recht heeft gehoorzaamheid aan de wetten te eischen. Eerbied heeft spreker voor de dienstweigeraars, maar hun overtuiging kan niet door de maatschappij geëerbiedigd worden, immers dan zou den velen, zoo niet allen, om des gewetens wille niet willen dienen. Spreker laakte het, dat de beide straks genoemde redenaars door ophemeling tot dienstwei gering aanspoorden en vroeg of het aangaat, wanneer men meent dat jongelui van dien leeftijd niet kunnen uitmaken, of zij al of niet lid eener kerk zullen wor den, diezelfde jongens in staat te achten te oordeelen over de vraag, of de handhaving van het gezag al dan niet noodzakelijk is. Ds. Haars wees ten slotte op het verschil tusschen sociaal-democraten en anarchisten. De eersten willen alles door de wet, de anderen alles zonder de wet. Bei den denken een einde te kunnen maken aan de ellen de, maar beiden vergeten, dat zij maar een klein deel van de waarheid hebben. Ds. Schermerhorn kreeg na tien minuten pauze het woord. Spreker achtte het een groote fout van zijn collega Haars, dat deze zeide, dat de anarchisten de menschen als ideale wezens voorstellen. De toekom stige samenleving stelt spreker zich voor als een com munistische maatschappij, waarin het persoonlijk ei gendom en het geweldsgezag niet meer bestaan, maar waarin de toestand overigens niet ideaal is. Met maeterlinck is spreker het oneens: Juist de omstandigheden brengen in ons, wat niet in ons zit, dwingen ons anders te zijn, dan wij zouden willen we zen. Men denlte maar eens aan den invloed van de besta ansonzekerheid. Engelen zijn de menschen niet, zeker niet, maar ze zijn solidaire wezens. Buiten het gezagsprincipe heeft juist het solidariteitsgevoel, ten allen tijde wonderen verricht, gelijk Kropotkine heeft aangetoond in zijn „Wederkeerig dienstbetoon." Wetten dienen niet tot regeling van het leven der menschen. De gansche ontwikkeling der wet is niets anders, dan het bepalen van de verhouding tusschen heerschers en verdrukten. De wetten worden opgedrongen, om den toestand te behouden zooals ze is. Voor het vaststellen van een leefregel zijn ze niet noodig. Spreker wees in dit verband op het gilde-wezen. Collega Haars heeft erkend, da.t er zooveel geleden wordt. Hij schrijft dit echter niet toe aan het gezag, maar aan de toepassing daarvan. De anarchisten zeg gen juist, dat het gezag instand houdt en verdedigt oen maatschappij, waarin veel onrecht is. Millioenen leven bij genade van enkelen, duizenden werkloozen loopen rond. De Staat en de wettenmakers doen niets anders dan den verkeerden grondslag dezer maat schappij' verdedigen. Vandaar het streven, door de eeuwen heen waarneembaar, om zich aan het gezag te onttrekken. Dat dit met succes is geschied, bewijst spreker's optreden. Drie eeuwen geleden zou hij dit niet gewaagd hebben, dan toch zou hij op den brand stapel zijn gekomen. Het menschelijk denken heeft zich van het gezag vrijgemaakt, de wetenschap even zoo, met de kunst en den godsdienst is dit eveneens het geval. 11- eischen vrijheid van overtuiging en beginsel, sluit in zich de vrijheid om naar die overtuiging, naar dat beginsel te handelen. Dit is een logisch christe lijk beginsel, wat voor spreker een algemeen mensche lijk beginsel beteekent. De bewering, dat, indien ieder naar zijn overtuiging zou mogen handelen, er geen enkele meer zou willen dienen, is een bewijs, dat wij naar wetten moeten leven die niet meer in de menschen leven. Het gezag komt niet van onderen op, dat doet de drang naar het natuurlijk gezag, dat doen leefregelen. In het gezin is ook gezag, zeker, maar dat is heel iets anders, dat beoogt het grootst mogelijke geluk van het kind, terwijl een regeering het gezag enkel uitoefent om te heerschen, niet om het geluk van de onderdanen te bevorderen, want wanneer deze een strijd voeren voor betere levensvoorwaarden, stuiten ze juist op het gezag. Anarchisten willen geleidelijke hoogere levensbe schouwingen aanbrengen en gevoelens van menschen- recht bewust maken. Zij willen evolutie, maar moe ten ten slotte de revolutie aanvaarden. Die begrippen vullen elkander aan: als de knoppen der boomen in het voorjaar openbarsten, dan is dit ook een revolutie, als gevolg van voorafgegane evolutie. Na vijftien minuten pauze (het was half elf gewor den, terwijl het sluitingsuur elf uur was) kreeg ieder der sprekers nog vijftien minuten. De heer Haars wees er op, dat het gezag en de Staat de hooge roeping hebben om het individu de ge legenheid te geven zich te ontwikkelen, te zorgen, gelijk een lioogleeraar zeide, dat de mensch beschermd wordt, ook tegenover zich zelf. Het begrip Staat dateert niet, gelijk ds.Sehermer- norn zeide, uit de 1de eeuw. Het is veel ouder, men deiïke maar eens aan het oude Griekenland en Rome. De toepassing van het gezag gaat wel niet zooals men dii wenscht, maar er valt ontwikkeling waar te nemen, die uitgaat van het beste deel des volks. De groote massa is nu eenmaal zeer langzaam. Niet waai' is het, dat er in de wetenschap anarchie heerscht, zij buigt zich voor de waarheid en de rede. Collega Schermerhorn eischt het recht om <e leven naar zijn eigen geweten, maar dat gaat eenvoudig niet. Gelukkig achtte spreker het, dat de proletariërs, wan neer zij strijder voor betere levensvoorwaarden, stuiten op hel gezag. Heeft niet een bekend Franschman ge zegd, dat het volk er niet in schoonheid op wint, wan neer men het en négligeé ziet? De heer Schermerhorn wees er op, dat een ieder ge loofde de waarheid te hebben en verklaarde dat hij de menschen wel neemt zooals ze zijn daarom is hij juist zoo bang voor wetten. De zelfstandigheid der menschen moet aangekweekt worden en daarvoor is de alles voorschrijvende staat een belemmering, en dan zullen de menschen meer geneigd zijn elkander als broeders te behandelen en te helpen, gelijk bijv. in de middeleeuwen is gebleken. Ten allen tijde is er een beweging naar broederschap onder de massa geweest, altijd stiet die massa echter op de mannen van het go- zag, die haar uitroeide en verdeelde. De wet demora liseert, dat .blijkt sterk in onze dagen bij het propagee- ren van nieuwe denkbeelden. Soldaten bijv. mogen de meeting van anti-militaristen niet bezoeken, want ze moeten werktuigen der bezitters blijven. IIei gezag keert zich altijd tegen de evolutie en den vooruitgang. Naar de volmaking van de menschheid moet gestreefd worden en alleen vrijheid is een waar borg van het goede. Tenslotte deed ds. Schermerhorn nog eens uitdruk- 111 mtkomen> <kt men, gelijk dezen avond weer was gebleken, vrienden kan zijn en toch van meening ver- schillen. ttUlöHOoD AAA.iL •anaf 2»/* ct. per dag d. i. f 10.per jaar, vanaf f 2,5° entrée. GEWONE AAASL vanaf 81/* ct. per dag d. i. I' 30 per jaar, vanaf f 5.entrée. Nieuwe aansluiting, 422, H0K8BERGEN, C. J., Dir. Lsndbkt. N. Holl., Spoorstraat. B. KEUTER Az. ACHTER HE VISCHMAPKT. T A P IJ T E N KARPETTEN L O O P E R S aint j-,nger dan 16 j»ar, voor heels of halve dagen. Adres Stationsweg 15. Ongehuwde mseder wenscht een voor haar zoontje van 4 maandeD, tegen vergoeding van dit Sad1"* B'" °ndör !btter W 110' Bur' Aires: H. HOUT, Geest 23. Alleen in flesschen verkrijgbaar te A 1 km a a r: bij ANSINGH MESMAN en NIEROP SLOTHOUBER. E n k h u i z e nbij WOUTER RUITER t Helder: bij G. KOPPEN. [Hoorn: bij GEBR. EIJKEN, J. NABER en P. KARMELT. Hoofd-depot: bij de Naam l.Venn. „DE VERF HANDEL" voorh. Wed. P. PEEREBOOM te Wor- merveer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 10