A I» VERTENT I EN.
EenNETTE JONGEN gevraagd ter opleiding.
te huis
Een bekwaam Schilder
gevraagd.
Uit Nieuwe Nledorp.
Gevraagd voor dadelijk een net
het geval is.
Spreker komt tot een ander verschil tusschen de lin
kerzijde, dat door velen bij deze verkiezing is aangehe
ven als strijdleus: staatspensionneering.
Er is door bekwame en mensehlievende mannen een
bond voor staatspensionneering opgericht. Van deze
zaak wordt thans een overgroot gebruik gemaakt. Zou
men, iemand, met wien men het overigens eens is, niet
willen hebben als volksvertegenwoordiger omdat hij
hierover anders denkt
Spreker vindt den naam staatspensionneering niet
gelukkig gekozen. Hij ziet in pensioen een voortge
zette belooning voor gedane diensten, voor gedaan
werk. Een ambtenaar van den staat krijgt het recht
hierop, een bediende van een particulier heeft dit recht
ook, niet van den staat, maar van den patroon. Ieder
patroon is moreel verplicht iemand, die hem jaren
trouw gediend heeft, te helpen als hij oud is.
Het heeft spreker grootelijks verbaasd dat hier in
Noord-Holland de leuze om staatspensionneering zoo
veel ingang heeft gevonden. Spreker zit in twee colle
ges n.l.in het Hoogheemraadschap van de Hondsbos-
sche en Duinen te Petten en het Hoogheemraadschap
van de uitwatcrende sluizen in Kennemerland en West-
Friesland.
Door hem en anderen is daar sinds jaren aangedrongen
op een bepaling, opdat oude menschen, die in dienst
zijn pensioen krijgen. Na jaren strijden is het hem, met
zijn stem als beslissende, als dijkgraaf gelukt zulk een
bepaling te krijgen, bij de uitwaterende sluizen. Bij de
Hondsbossche heeft hij het niet gedaan gekregen. Men
wil daar elk geval op zich zelf beoordeeleu maar dat
heeft het college geld gekost, want spreker heeft een
grooto stem in het kapittel en zorgt dat een oud man
een flinke som krijgt. Doch dat is niet de zekerheid,
de man heeft recht op pensioen.
Dit is echter heel iets anders, dan ieder straatslijper
en dronkaard maar pensioen te geven. Zouden vele
werkgevers misschien voorstanders hiervan zijn, om
den last van hun eigen schouders af te wentelen?
Is staatspensionneering mogelijk? Er wordt gezegd
ja. Nederlanders betalen echter niet graag belasting
en met de eerlijkheid neemt men het ten aanzien van
den staat niet zoo nauw. Pensioen zonder bijbetaling
zou enorme sommen kosten. Niemand weet wel hoe
veel. Zou het gunstig werken? Zou het niet velen
weerhouden te zorgen voor den ouden dag? Thans zijn
er velen die in hun jonge jaren iets op zij zouden kun
nen leggen voor den ouden dag, maar het niet doen.
Spr. kan zich denken dat een werkman het er in goe
de tijden beter van neemt. Maar velen springen met
hun verdiende penningen raar om en zij zouden wel
iets op zij kunnen leggen. Onlangs verklaarde een
jong, oppassend werkman, die langen tijd werkzaam
geweest was bij den bouw van het krankzinnigenge
sticht Duin en Bosch te Castricum, dat werklieden
met een weekloon van j 1825 vandaar zijn vertrok
ken met een schuld van 200 a 300 bij den kastelein.
W anneer ieder wist, dat bij oud en gebrekkig wor
den, de staat voor hem zorgt, zouden dan ongewensch-
te toestanden niet erger worden Men moet beginnen
met te sparen om iets van den staat te kunnen krij
gen. Natuurlijk er zullen enkelen geholpen moeten
worden.
Nimmer wil spreker zeggen, hoe hij zal stemmen
over een wet, die misschien ingediendzalworden. Graag
wil hij staatshulp, maar niet onder den naam van
staatspensioen, want dat is het niet. Een vergelijking
met een ministerspensioen gaat niet op, immers de mi
nister heeft aan den staat zijn dienst en kennis gege
ven, een straatslijper echter niet.
Ten opzichte van de rechtspleging zal er tusschen
rechts en links wel geen verschil bestaan. Daarover
zal spreker daarom maar zwijgen trouwens van han
delsrecht bijv. weet spreker niets af, zelfs toen hij zijn
doctoraal in de rechten deed, wist hij er niets van af.
De moeielijkste paragraaf is die der defensie. Was
het mogelijk, spreker zou met den eenigen anarchist in
de Kamer, den heer van der Zwaag, zeggen: geen man
en geen cent. Wij leven echter in een tijd dat oorlogen
niet zijn buitengesloten. Wc krijgen een vredespaleis
in ons land en wel maakt de idee van arbitrage in alle
landen voortgang, maar een oorlog hangt dikwijls af
van een nietigheid. Spreker is Noordhollander genoeg
om in geval van een oorlog ons vrije Nederland te ver
dedigen of onze neutraliteit te beschermen. Het leger
zooals het thans is acht hij evenwel niet het beste. De
vrij-liberalen denken hierover niet gelijk. Spreker zou
gaarne zien dat het leger zoo weinig mogelijk kostte
en anders werd ingericht. Voor een volksleger acht
hij onze natie niet geschikt. Wij zijn geen soldaten,
we zijn te vrij, wij kunnen ons te weinig schikken in de
onvermijdelijke discipline. Discipline is noodig, gelijk
we gezien hebben bij onze stamverwanten in Zuid-Afri-
ka, bij wie men onze karaktertrekken terugvindt. Men
zou denken, dat de Boeren, die kunnen schieten als
scheermessen, die kunnen rijden als de besten, uiterst
geschikt waren om te vechten. Hun ontbrak in den
oorlog echter de discipline. Sprekers oudste zoon heeft
toen het land waar hij leefde in gevaar kwam zich met
sprekers volle instemming bij de vechtenden geschaard
en is tot het laatst toe in het gevecht gebleven.
Die zoon heeft hem verklaard, dat gebrek aan disci
pline der Boeren eenige fout was.
Sprekers oplossing van het defensie-wezen zou zijn,
dat ieder die gezond en krachtig was na strenge keu
ring verplicht zou zijn om zonder loting eenigen tijd
geoefend te worden in de behandeling der wapens, in
samenwerking in het geval van nood. De kern van het
leger moet bestaan uit goedbezoldigde soldaten en on
der-officieren. In het staatsleger wil hij niet hebben
de jeugdige verongelukten in de maatschappij die, zoo
als thans dikwijls het geval is, dienst nemen als vrijwil
liger. De oefeningen moeten zoo kort mogelijk gesteld
worden. Thans gaat er veel kostbare tijd verloren met
onnoodig soldaatjesspelerij. Op deze wijze zijn bezuini
gingen aan te brengen. Ten aanzien van de doode
verweermiddelen, meent spreker dat er veel te veel
geld wordt uitgegeven, bijv. met betrekking tot de
millioenen, die worden uitgegeven voor de stelling Am
sterdam.
Spreker wijkt in dit opzicht af van het program der
vrij-liberalen, maar de bond laat den liberalen vrij, ten
aanzien van de onderdeelen van het program.
De paragraaf over de staatshuishouding is thans
aan de beurt.
Alinea 1 luidt:
Bij het beheer van alle onderdeelen der staat
huishouding sta beleidvolle zuinigheid op den voor
grond.
Bij het aanwijzen der middelen worde het beginsel
gehandhaafd, dat de ontwikkeling der volkswelvaart
geene belemmering ondervindb.
In het belang eener billijke verdeeling van lnsten be-
hooren heffing naar inkomsten en naar kapitaal eene
voorname plaats te bekleeden, met regeling van ieders
bijdrage in verhouding tot zijne financieele krachten.
Bij de heffing der in ons belastingstelsel onontbeer
lijke invoerrechten en accijnzen zij het streven de eer
ste levensbehoeften slechts bij uitzondering te bezwa
ren.
Het begin zullen wel allen met de oud-liberalen eens
zijn. Spr. is overtuigd dat er met de rijksmiddelen soms
wordt omgesprongen
Ik meen thans voldaan te hebben aan de taak, waar
toe ik mij tegenover den secretaris dezer kiesvereeni-
ging heb verbonden. Ik heb het program der vrij-libe
ralen ontwikkeld. Ten slotte wil ik echter dit zeggen:
Hoe de stemming in dit district ook moge zijn, ik
heb een hartelijken en hartgrondigen wenscli. dat n.l.
degeen, die het district Alkmaar zal vertegenwoordi
gen, de belangen van Nederland zal behartigen. (Ap
plaus).
De voorzitter bracht den spreker dank voor de wij
ze, waarop deze het program der vrij-liberalen
had ontwikkeld. Een bijzonder woord van dank wijdde
hij ook aan de heeren van buiten voor hun opkomst,
aan alle aanwezigen voor de betoonde belangstelling
en voor de aandacht, waarmede de rede is aangehoord.
Ik sluit zoo zeide spreker de vergadering, en
ik doe dit als voorzitter van de kiesvereeniging „Bur
gerplicht," die den heer van Foreest bereids candidaat
gesteld heeft, met den wensch, dat deze verkiezing mo
ge uitvallen in denzelfden geest als de vorige, in het
vertrouwen dat we ons in onzen afgevaardigde, den
heer van Foreest voor het vervolg evenmin bedrogen
zullen vinden als tot nog toe. (Applaus).
Alhier is in de afgeloopen week in een vergadering
van de anti-militairisten-vereeniging een debat ge
houden over de al of niet noodzakelijkheid van het ge
zag, tusschen ds. Haars, doopsgezind predikant, en ds.
Schermerhom, hervormd predikant, beiden alhier.
Ds. Haars voerde het eerst het woord, die begon
met te betoogen, dat de anarchisten, najagend een sa
menleving zonder gezag, de menschen niet nemen zoo
als ze zijn, maar te veel vertrouwen in het goede en
groote in den menseh stellen. Het is een utopie, de
menschen de vrijheid te geven om te doen, wat zij
willen. Vele neigingen moeten in bedwang gehouden
worden door de wet en door het gezag, dat de wet
handhaaft, immers zonder het gezag beteekenen de
wetten niets. Werd alles overgelaten aan de neiging
van de menschen, hun'werk zou gelijk staan met dat
der zee, die het eene uur aanbrengt, wat ze het andere
weer terughaalt. Nergens leert de geschiedenis waar
op de heeren Domela Nieuwenhuis en Schermerhorn
zich een vorige maal beriepen, dat er een samenleving
van menschen bestaan heeft, welke zonder gezag sa
menleefde, van een gemeente met leden zonder vlek
ken, zooals de doopsgezinden dat uitdrukken, is nim-
op onverantwoordelijke wijze. I mer sprake geweest. De geschiedenis leert juist, dat
in Ti .lino,. v.., er altijd gezag is uitgeoefend. Zelfs in kleinen kring
Doorman dezen wensch van zijn lief vrouwtje best kon
inwilligen, want dat hij geld genoeg heeft is hier in de
zakenwereld wel bekend. Komt tijd, komt raad, mis
schien slaat ze nog eens op hol en dan zal hij wel tot
bezinning komen. Jullie vrouwen bent altijd in de
verkeerde richting energiek! Groet je vriendin van
mij en zeg haar dat ook kleine auto's dure voorwerpen
zijn. Je Dirk Dikke" de naam was onleesbaar.
Dat laatste zou wel niet goed zijn, zooiets schreef nog
nooit een beminde, maar, die heele brief kon toch niet
aan Margot gericht zijn!
Het angstzweet brak Henk uit, hij wist niet meer,
wat hij denkeu moest. Met bevende vingers zocht hij
verder en vond een begin van een brief, ook van zijn
vrouw afkomstig. Hoe snel veranderde de uitdrukking
van zijn gelaat!
Wat bevatte deze brief dan wel, dat de heer Door
man plotseling de lade en het bureau sloot, hals over
kop wegliep, hoed en stok kreeg en de straat opholde?
„Lieve moeder, ik dank 1 hartelijk voor de lijst voor
mijn portret; ik denk dat mijn lieve Henk er mee in
zijn nopjes zal zijn. Ik heb veel pleizier gehad, toen
ik vernam dat I I ine's handschrift hebt verwisseld
met het mijne; wij hadden gewed, dat niemand er on
derscheid in zou zien dat komt nog van onzen kost
schooltijd.
Tine's broeder, de lange Eduard, die in een automo
bielfabriek in betrekking is gekomen, heeft haar eeni-
Men heeft hem wel eens in de Kamer gezegd, dat hij
te veel bezuinigingsman is. Hij is inderdaad een be-
zuinigingsman, maar uit volle overtuiging.
Ook in deze paragraaf ligt opgesloten, dat de vrij-libera
len niet willen besehermende rechten. Er wordt te
genwoordig allerlei gezegd over progressieve belasting.
Daarin ligt veel goeds, maar zij moet niet in het on
bepaalde worden doorgevoerd. In ons land trekt ieder
een een zuur gezicht tegen een verhoogd belastingbil
jet ook de rijke. Hi t is een gevaar, als men den
menschen het vel over de ooren wil trekken. Bij velen
is het gevoel voor de beurs grooter dan hun nationali
teitsgevoel. Dezulke zullen ons land gaan verlaten,
niet alleen nog om het betalen, maar vooral om het
inmengen van belasting-ambtenaren in particuliere za
ken. Spreker kent een rijk man die hierom naar Bel
gië is getrokken en de vrees bestaat, dat onze natie het
loodje zou leggen. Overdrijven wil hij dit gevaar niet,
maar bestaan doet het.
Spreker komt tot het laatste artikel, onder opmer
king, dat hij geen speciaal koloniaal verstand heeft.
Het koloniale beleid moet gericht zijn op het
welzijn der koloniën in verband met dat van het moe
derland.
De behartiging der belangen van de inlandsche be
volking is plicht, zoowel van den wetgever als van alle
bestuursorganen.
Gestreefd worde naar eene ontwikkeling der koloniën
in de richting van zelfbestuur, onder hoofdleiding van
het moederland.
Bij de bestuursinrichting worde gestreefd naar de
centralisatie, onder daadwerkelijk toezicht der Indische
Regeering, met gebruikmaking van bestuurskrachten
uit de inlandsche bevolking en met deelneming, waar
mogelijk, van niet-ambtelijke ingezetenen aan de be
stuurstaak.
De invloed der Indische regeering breide zich gelei
delijk uit over het zich onder onze vlag bevindende ge
bied.
De deelneming der koloniën aan het wereldverkeer
worde bevorderd en de particuliere ondernemingsgeest
aangemoedigd.
Hieromtrent valt niet veel te zeggen.
Ziehier, het program van den Bond van oud-libera
len. Onwillekeurig heeft spreker zich zelf betrapt, dat
hij, al sprekende, van zijn oorspronkelijk plan is afge
weken. Ilij heeft immers over onderdeelen van dat
program zijn eigen opinie gezegd. Daardoor zou hij
don schijn op zich hebben kunnen laden, dat hij ten
slotte dan toch hier is gekomen, om zijn eigen candi-
datuur aan te bevelen. Dat is echter geenszins het
geval.
anneer een nnder in dit district als afgevaardigde
naar de Tweede Kamer gekozen mocht worden, zou
hem dit in heel veel opzichten niet onaangenaam zijn.
Ontegenzeggelijk heeft het bekleeden van de betrek
king van volksvertegenwoordiger zijn aangename en
zijn goede zijde. Maar er is zoo gaat spreker voort
zooveel, dat mij bindt aan Noord-Holland, dat het
mij soms over den kop gaat en dat ik dikwijls niet in
staat ben alles goed te behartigen.
Een punt is er echter, waarom het mij zou spijten,
dat ik na eenige jaren lid der Tweede Kamer te zijn
geweest, dit niet meer zou zijn, wanneer dat punt in
behandeling kwam.
Ik bedoel hetgeen voor alles voor Noord-Holland van
groot gewicht is, n.l. de ingediende wetsontwerpen tot
gedeeltelijke, naar ik hoop dat zal worden geheele af-
dijking der Zuiderzee.
V an dit onderwerp heb ik, ik durf het zelf zeggen,
veel studie gemaakt. Ik ben, tot mijn groot genoegen,
hoewel de linkerzijde in mijn afdeèling in de minder
heid was, daar gekozen tot rapporteur met algemeene
stemmen op twee na. Ik heb met het uitbrengen van
het rapport Veel werk gehad, hoewel ik op de hoogte
was van alle geschriften, die in den loop der jaren over
- - yvtI '^e verschillende plannen in zake het Zuiderzee-vraatt-
f, rnog^" f i geSchreVPn en dle kle\ne tuf-tufs, die stuk zijn verschenen. Veel moeite heb ik daaraan be-
ik zoo leuk vind zijn zoo razend duur, dat ik niet met stecd. Tot mijn zeer groot genoegen ben ik kort na
mijn goeie Henk er over spreken wil. Hij is zoo goed en he, indienen der plannen door de regeerTng, door het
attent voor me, en het zou hem zeker heel erg spijten,
als hij mij dat genoegen moest ontzeggen. O, moeder,
F weet niet hoe gelukkig ik met Henk ben! H(j is wel
een beetje jaloersch, doch daar let ik niet meer zoo op
en dat zal van zelf wel over gaan.
Ik moet nu wel afbreken, men kan niet eens kalm
een brief schrijven Tine is daar, of ik mee ga win
kelen. Later meer.
Wat stond er voor de deur toen Margot 's avonds
thuis kwam?
Een kleine automobiel! Margot was in de wolken
en Henk's gezicht straalde, maar toch zag hij er een
beetje verlegen uit,
„Maar, mannie, is het heusch waar, is die auto wer
kelijk voor mij."
„Zeker, kindje, zeker. Je wou er immers graag eentje
hebben."
bestuur der Zuiderzee-vereeniging. die zich menige op
offering aan moeite, tijd en geld geheel belangeloos
is er een paar ton door de leden voor de propaganda
besteed getroost, aangezocht, het voorzitterschap te
aanvaarden van een speciale commissie, die met het
oog op die plannen een onderzoek zou willen instellen
in hoeverre bij de uitvoering dier plannen van het
nieuwe materiaal, namelijk gewapend beton, gebruik
gemaakt zal kunnen worden en welke bezuinigingen
hierdoor zullen kunnen worden bereikt.
Ik wil eerlijk zeggen, dat het mij vreeselijk spijten
zou indien in de volgende wetgevende periode dit on
derwerp aan de orde zou komen, ik aan de behandeling
niet zou kunnen meedoen, ik niet in staat zou zijn in
de Kamer al mijn best te doen, ik durf zeggen, al het
gewicht in de schaal te leggen, om de zaak tot een goed
Noueti nf! Mnor "i t, r v. I ,C te brenef'n- Als lk z°u moeten zien, dat dit werk
verteld heeft 7eo- l i begrijp toch met, wie je dat zonder mij' tot stand gebracht werd, zou het mij spij-
verteld heeft. Zeg eens, hoe weet je dat? ten, hoewel mij dit overigens in heel veel opzichten
1 1, nuf 8che1"1 ,lat Je ook nooif weten- werkelijk niet zoo onaangenaam zou zijn, wanneer ik
een toevalniet meer in de Tweede Kamer terug mocht komen.
Het was slechts.
is het samenleven zonder gezag onmogelijk gebleken.
Spreker herinnerde aan de kolonie Blaricum. Collega
Kielstra heeft, toen hij daarheen ging, gezegd, dat er
geen gezag zou zijn, maar dat hij de meerdere en lei
der zou wezen door dieper inzicht, door zedelijk over
wicht. Een regeling dus. Maar verre daarboven is
te verkiezen de wet, die vastgelegd is, en minder ge
legenheid tot willekeur biedt dan een regeling.
Het gezag heeft zijn zondenregister toegegeven.
Maar dat ligt niet aan het gezag, doch aan de men
schen die hot uitoefenen en die niet gevormd worden
door de omstandigheden. Spreker gevoelt voor wat
Maeterlinck zegt in zijn Wijsheid en Levenslot, „de
omstandigheden halen slechts naar buiten hetgeen in
den mensch is".
Wetten zijn niet willekeurig, in hen zijn neergelegd
de denkbeelden, die in den mensch leven. Wie de
noodzakelijkheid van het gezag erkent, geeft toe dat
de maatschappij het recht heeft gehoorzaamheid aan
de wetten te eischen. Eerbied heeft spreker voor de
dienstweigeraars, maar hun overtuiging kan niet door
de maatschappij geëerbiedigd worden, immers dan zou
den velen, zoo niet allen, om des gewetens wille niet
willen dienen. Spreker laakte het, dat de beide straks
genoemde redenaars door ophemeling tot dienstwei
gering aanspoorden en vroeg of het aangaat, wanneer
men meent dat jongelui van dien leeftijd niet kunnen
uitmaken, of zij al of niet lid eener kerk zullen wor
den, diezelfde jongens in staat te achten te oordeelen
over de vraag, of de handhaving van het gezag al dan
niet noodzakelijk is.
Ds. Haars wees ten slotte op het verschil tusschen
sociaal-democraten en anarchisten. De eersten willen
alles door de wet, de anderen alles zonder de wet. Bei
den denken een einde te kunnen maken aan de ellen
de, maar beiden vergeten, dat zij maar een klein deel
van de waarheid hebben.
Ds. Schermerhorn kreeg na tien minuten pauze het
woord. Spreker achtte het een groote fout van zijn
collega Haars, dat deze zeide, dat de anarchisten de
menschen als ideale wezens voorstellen. De toekom
stige samenleving stelt spreker zich voor als een com
munistische maatschappij, waarin het persoonlijk ei
gendom en het geweldsgezag niet meer bestaan, maar
waarin de toestand overigens niet ideaal is.
Met maeterlinck is spreker het oneens: Juist de
omstandigheden brengen in ons, wat niet in ons zit,
dwingen ons anders te zijn, dan wij zouden willen we
zen. Men denlte maar eens aan den invloed van de
besta ansonzekerheid.
Engelen zijn de menschen niet, zeker niet, maar ze
zijn solidaire wezens. Buiten het gezagsprincipe heeft
juist het solidariteitsgevoel, ten allen tijde wonderen
verricht, gelijk Kropotkine heeft aangetoond in zijn
„Wederkeerig dienstbetoon." Wetten dienen niet tot
regeling van het leven der menschen. De gansche
ontwikkeling der wet is niets anders, dan het bepalen
van de verhouding tusschen heerschers en verdrukten.
De wetten worden opgedrongen, om den toestand te
behouden zooals ze is. Voor het vaststellen van
een leefregel zijn ze niet noodig. Spreker wees in dit
verband op het gilde-wezen.
Collega Haars heeft erkend, da.t er zooveel geleden
wordt. Hij schrijft dit echter niet toe aan het gezag,
maar aan de toepassing daarvan. De anarchisten zeg
gen juist, dat het gezag instand houdt en verdedigt
oen maatschappij, waarin veel onrecht is. Millioenen
leven bij genade van enkelen, duizenden werkloozen
loopen rond. De Staat en de wettenmakers doen niets
anders dan den verkeerden grondslag dezer maat
schappij' verdedigen. Vandaar het streven, door de
eeuwen heen waarneembaar, om zich aan het gezag te
onttrekken. Dat dit met succes is geschied, bewijst
spreker's optreden. Drie eeuwen geleden zou hij dit
niet gewaagd hebben, dan toch zou hij op den brand
stapel zijn gekomen. Het menschelijk denken heeft
zich van het gezag vrijgemaakt, de wetenschap even
zoo, met de kunst en den godsdienst is dit eveneens
het geval.
11- eischen vrijheid van overtuiging en beginsel,
sluit in zich de vrijheid om naar die overtuiging, naar
dat beginsel te handelen. Dit is een logisch christe
lijk beginsel, wat voor spreker een algemeen mensche
lijk beginsel beteekent.
De bewering, dat, indien ieder naar zijn overtuiging
zou mogen handelen, er geen enkele meer zou willen
dienen, is een bewijs, dat wij naar wetten moeten leven
die niet meer in de menschen leven.
Het gezag komt niet van onderen op, dat doet de
drang naar het natuurlijk gezag, dat doen leefregelen.
In het gezin is ook gezag, zeker, maar dat is heel iets
anders, dat beoogt het grootst mogelijke geluk van het
kind, terwijl een regeering het gezag enkel uitoefent
om te heerschen, niet om het geluk van de onderdanen
te bevorderen, want wanneer deze een strijd voeren
voor betere levensvoorwaarden, stuiten ze juist op het
gezag.
Anarchisten willen geleidelijke hoogere levensbe
schouwingen aanbrengen en gevoelens van menschen-
recht bewust maken. Zij willen evolutie, maar moe
ten ten slotte de revolutie aanvaarden. Die begrippen
vullen elkander aan: als de knoppen der boomen in het
voorjaar openbarsten, dan is dit ook een revolutie, als
gevolg van voorafgegane evolutie.
Na vijftien minuten pauze (het was half elf gewor
den, terwijl het sluitingsuur elf uur was) kreeg ieder
der sprekers nog vijftien minuten.
De heer Haars wees er op, dat het gezag en de
Staat de hooge roeping hebben om het individu de ge
legenheid te geven zich te ontwikkelen, te zorgen,
gelijk een lioogleeraar zeide, dat de mensch beschermd
wordt, ook tegenover zich zelf.
Het begrip Staat dateert niet, gelijk ds.Sehermer-
norn zeide, uit de 1de eeuw. Het is veel ouder, men
deiïke maar eens aan het oude Griekenland en Rome.
De toepassing van het gezag gaat wel niet zooals
men dii wenscht, maar er valt ontwikkeling waar te
nemen, die uitgaat van het beste deel des volks. De
groote massa is nu eenmaal zeer langzaam.
Niet waai' is het, dat er in de wetenschap anarchie
heerscht, zij buigt zich voor de waarheid en de rede.
Collega Schermerhorn eischt het recht om <e leven
naar zijn eigen geweten, maar dat gaat eenvoudig niet.
Gelukkig achtte spreker het, dat de proletariërs, wan
neer zij strijder voor betere levensvoorwaarden, stuiten
op hel gezag. Heeft niet een bekend Franschman ge
zegd, dat het volk er niet in schoonheid op wint, wan
neer men het en négligeé ziet?
De heer Schermerhorn wees er op, dat een ieder ge
loofde de waarheid te hebben en verklaarde dat hij de
menschen wel neemt zooals ze zijn daarom is hij
juist zoo bang voor wetten. De zelfstandigheid der
menschen moet aangekweekt worden en daarvoor is de
alles voorschrijvende staat een belemmering, en dan
zullen de menschen meer geneigd zijn elkander als
broeders te behandelen en te helpen, gelijk bijv. in de
middeleeuwen is gebleken. Ten allen tijde is er een
beweging naar broederschap onder de massa geweest,
altijd stiet die massa echter op de mannen van het go-
zag, die haar uitroeide en verdeelde. De wet demora
liseert, dat .blijkt sterk in onze dagen bij het propagee-
ren van nieuwe denkbeelden. Soldaten bijv. mogen de
meeting van anti-militaristen niet bezoeken, want ze
moeten werktuigen der bezitters blijven.
IIei gezag keert zich altijd tegen de evolutie en den
vooruitgang. Naar de volmaking van de menschheid
moet gestreefd worden en alleen vrijheid is een waar
borg van het goede.
Tenslotte deed ds. Schermerhorn nog eens uitdruk-
111 mtkomen> <kt men, gelijk dezen avond weer was
gebleken, vrienden kan zijn en toch van meening ver-
schillen.
ttUlöHOoD AAA.iL
•anaf 2»/* ct. per dag
d. i. f 10.per jaar,
vanaf f 2,5° entrée.
GEWONE AAASL
vanaf 81/* ct. per dag
d. i. I' 30 per jaar,
vanaf f 5.entrée.
Nieuwe aansluiting,
422, H0K8BERGEN, C. J., Dir. Lsndbkt.
N. Holl., Spoorstraat.
B. KEUTER Az.
ACHTER HE
VISCHMAPKT.
T A P IJ T E N
KARPETTEN
L O O P E R S
aint j-,nger dan 16 j»ar, voor heels of halve dagen.
Adres Stationsweg 15.
Ongehuwde mseder wenscht een
voor haar zoontje van 4 maandeD, tegen vergoeding
van dit Sad1"* B'" °ndör !btter W 110' Bur'
Aires: H. HOUT, Geest 23.
Alleen in flesschen verkrijgbaar te
A 1 km a a r: bij ANSINGH MESMAN
en NIEROP SLOTHOUBER.
E n k h u i z e nbij WOUTER RUITER t
Helder: bij G. KOPPEN.
[Hoorn: bij GEBR. EIJKEN, J. NABER en
P. KARMELT.
Hoofd-depot: bij de Naam l.Venn. „DE VERF
HANDEL" voorh. Wed. P. PEEREBOOM te Wor-
merveer.