DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 130 Honderd en elfde Jaargang 1909. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, P Wonderlijke nummers 3 Cents. DINSDAG Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs, COSTER ZOON, Voordam C 9. 8 JUNI. De verkiezingen. Een persoonlijk feit Y ölefocsnntnnmer ALRMAARSCHE COURANT. "•T-'V Het is ile derde keer thans, dat de Centrale kiesver- eenigiug "den heer van Foreest in dit distriet candi- dnat gesteld heeft voor het lidmaatschap van de Twee de Kamer. Zes jaren hoeft hij nu het district. Alkmaar vertegenwoordigd. Is een candidaat eenmaal gekozen, dan blijven in den regel de kiezers hein trouw. Vier jaar geledon kwam in dit distriet niet alleen dit ver schijnsel voor den dag, maar bleek uit het stemmental, hij de stemming immers gestegen van 1700 t-ot 3275, dat liQt zittende Kamerlid zich meerderer steun had verworven. Wij vertrouwen, dat in dit opzicht in ons district 1909 een herhaling zal bieden van 1903. Onze afgevaardigde verdient niet anders. Wij hopen dat de kiezers alvorens ter stembus te gaan zich ernstig zul len afvragen, hoe de heer van Foreest zijn mandaat heeft vervuld, om na te gaan of hij, blijkens de wijze waarop hij in de Kamer is opgetreden, nog de man hunner keuze is, of de man hunner keuze zal worden. Over de persoonlijke eigenschappen van onzen afge vaardigde wensehen wij te zwijgen. Anderen die hem beter kennen en meer met hem in aanraking kwamen dan wij, hebben die eigenschappen bij herhaling ge prezen. IImi aantal is legio, en hoe kan het ook an ders, «waar het geldt do dijkgraaf van den Ilondsbos- sehe en Duinen tot Petten en van de uitwaterende sluizen in Kennemorlnnd en West-Friesland, waar het betreft de voorzitter of het bestuurslid van zoo talrij ke vereenigingen en commissies op landbouwgebied, van vereenigingen ook hier ter stede, waar het geldt iemand, die bij en met honderden in dit district be kend is. Eén eigenschap heeft ons in hem altijd hijzonder aantrekkelijk geschenen: het is zijn zelfstandigheid. Zeker hij is oud-liberaal, maar hij gaat niet door dik en dun met zijn partijgonooten mee. Wanneer er een voorstel in de Tweede Kamer aanhangig is, waarover c»en beslissing moet worden genomen, dan vraagt hij niet van wien hot afkomstig is, om tegen te stemmen als het .niet van zijn eigen partij gekomen is, maar dan beslist hij naar eigen inzicht en eigen overtuiging. Wanneer niet de grondbeginselen van zijne partij op het spel zijn, wil hij vrij staan. En de vrij-libernlen la ten elkaar volkomen vrij ten aanzien van de onderdee- len van een program. Met den heer van Foreest zendt ge geen papier naar liet Binnenhof, maar een liberaal, die zijn grijheid lief heeft. En voegen we er on middellijk aan toedie ook opkomt voor de vrijheid van anderen. In het „sehrildijk pleit van dwang en vrijheid" staat hij pal aan de zijde van liet laatste. Na tuurlijk er moeten wetten zijn. Alleen de idealist alleen degeen, die zich de menschen ideale wezens denkt, kan dit misschien ontkennen. Wetten loggen echter de vrijheid aan banden. En mot name daar, waar de persoonlijke vrijheid in gevaar komt, dient hun aantal zooveel mogelijk beperkt te worden. Daarvoor zullen we den heer van Eoreest steeds op de bres zien staan. Maar ook zullen wij hem op zijn post zien, wanneer het geldt af te weren een aanslag oponzehan delsvrijheid, een aanslag op ons openbaar onderwijs. Wat we van hem in de toekomst te verwachten heb ben we kunnen het vinden in het verleden. Volgen we hem eens eventjes naar het Binnenhof, om hem gade te slaan te midden van de mede-afgevaardigden, om na te gaan hoe hij daar stemt, om te hooren hoe hij daar spreekt aan zijn werk kent men den werk man. Een veelspreker is hij niet. Hij spreekt alleen als hij iets te zeggen heeft, doet niet mee aan het houden van theoretische bespiegelingen, maar volstaat met het maken van practische op- en aanmerkingen. Maar dan ook heeft hij het oor en het vertrouwen van de Kamer. Men is in de Kamer op zijn advies, waar het polder- en andere waterstaatsaangelegehheden betreft gesteld. Men kiest hem tot rapporteur over de hoofd stukken 9 en 10 (waterstaat, landbouw, nijverheid en handel) der staatsbegrooting. Men kiest hem tot rapporteur voor wetsontwerpen, rakende deze afdeelingen van staatsbestuur. Zoo werd hij in zijn seetie, waarvan de meerderheid uit leden der rechterzijde bestond met op twéé waaronder zijl eigen na algemeene stemmen benoemd tot rappor tem- over het zoo gewichtige ontwerp tot gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee. Soms treedt hij door zijn technische kennis bijzonder op den voorgrond, spreekt dan wel heel" gemoedelijk poseert niet als de deskundige, maar zegt waarop het staat. Morgen zullen we hiervan eens een staaltj geven. Hooren we nu eens op welke wijze hij zijn stem uit brengt. We beroepen ons hierbij op het handboekje van den heer Schaper. Bij de stemming over liet wetsontwerp tot verleening van J 250.000 subsidie tot herstel van den Bathpolder in Zeeland (door den heer Schaper genoemd een „werk van particuliere begunstiging/') behoort de heer van Foreest tot de 37 tegenstemmers, evenals de vrijz.-de- mocraten. Tegen het amendement-van Dedem was hij om alle opcenten, 10 op de vermogens- en 10 op de bedrijfsbe lasting te schrappen (verworpen met 49, waaronder alle vrijz.-dem. stemmen). Evenzoo stemde hij tegen de Motie-van Kol om de Kamer te doen uitspreken, dat geen bedrijfsbelasting op At jeh geheven moet worden, zoolang het'boetestel sel in zwang bleef, evenals de vrijzinnig-democraten. Vóór het voorstel om een kazerne bij Utrecht in te richten voor de koloniale reserve stemde liij, evenals de vrijz.-dem. Tégen de met 47 tegen 27 stemmen verworpen mo tie-Schaper tegen de gratie-verleening aan de fabri kanten Pot en Terborg stemde hij, in afwijking met rlo vrijzinnig-democraten. Vóór de motie-Schaper en Helsdingeu, om te be treuren het. optreden van den heer Verwor als waar nemend burgemeester tijdens do staking te Kromme nie. Hij Was de eeltige oud-liberaal die, evenals de vrijz.-dem. vóór stemde. Evenals de vrijz.-dem. stemde hij tegen het wetsont werp om op onpractische en zeer du te wijze de Lands drukkerij uit te breiden. Idem ten aanzien van het voorstel tot subsidie aan boerenleenbanken. In den nacht van Staal stemde hij vóór de oorlogs- begrooting, maar ook stemde liij vóór de oorlogsbe- grooting van ridder van Rappard bij welke stemming de vrijz.-dem. het niet eens waren en welke de oorzaak is geweest van het aftreden van het ministerie; vóór ook (in tegenstelling met de meeste vrijzinnig-demo craten) hij de behandeling der eerste ooringsbegroofing" van minister Sabron (aangenomen met 65 tegen 15 stemmen. In afwijking met de vrijzinnig-democraten stemde hij tegen de met 69 tegen 16 stemmen verworpen mo tie-van Kol 0111 de behandeling van het ontwerp tot stichting van een fonds tot afwerking dezer stelling' uit te stellen tot een nader onderzoek nopens de vraag of verdere afwerking wenschelijk is. Met de vrijz.-democraten stemde hij tegen het wets ontwerp tot stichting van genoemd fonds -hij was de eenige oud-liberaal. Morgen zullen wc dit lijstje nog even voortzetten. Wij willen niet zeggen, dat het uitbrengen van een stem een afdoend middel tot beoordeeling van een al gevaardigde is daarvoor is natuurlijk ook noodig te weten, op welke wijze die stem gemotiveerd wordt Maar in elk geval valt er voor do kiezers uit dit lijstje iets te leeren. Het is niet mijn gewoonte de artikelen van mijn hand met mijn naam te teekenen en daarin het per soonlijk voornaam woord enkelvoud te gebruiken. Thans ben ik tot mijn spijt genoodzaakt van dit goede gewoonte af te wijken, omdat op de eer en op de eerlijkheid van mijn persoon een smet geworpen is, waartegen ik mij in het openbaar gisteravond heb wil len en heden zal verdedigen. Gisteravond werd do courant, welke ik de eer en het genoegen heb te leiden, genoemd„de pleitbezorger van de oud-liberalen," vandaag moet ik zijn de pleitbezor ger van mijzelf. Voor de lezers, die gisteravond niet op de vergade ring in de Harmonie aanwezig waren en het verslag wellicht niet lezen diene de volgende uiteenzetting. De voorzitter van de vrijzinnig-democratische kies vereeniging. „Vooruitgang" zeide bij de opening der vergadering, dat in de Alkmaarsche Courant „de pleit bezorger der oud-liberalen," in haar nummer van Juni verkeerd waren voorgesteld de redenen, die 4 ja ren geleden hadden geleid tot het stellen van de can didatuur-Netscher. Spreker had tegen die onjuist- voorstelling protest aangeteekeijd. Om verschilleiuh redenen was dit stuk niet opgenomen, naar zijn oor doel was daarvan maar één billijk en rechtvaardig. Di Alkmaarsche Courant bleek in deze zaak Jus hetzelfdi standpunt in te nemen als de oud-liberalen bij de ver kiezingen: bestrijding zonder debat. Alleen later was hem de gelegenheid gegeven tot bestrijding. Na de rede van den heer Netscher ben ik, toen het debat was aangekondigd, onmiddellijk naar den voor zitter gegaan en heb hem het woord gevraagd voor een persoonlijk feit, uitdrukkelijk evenwel opmerkende dat ik het gaarne aan hem overliet of ik daarover gister avond het woord zou voeren dan wel of ik hedenavom over deze zaak in de courant zou schrijven. De voorzitter heeft me de gelegenheid tot verdedi ging gegeven en ik ben begonnen met te zeggen, dat ik de perstafel een oogenblik had verlaten en plaats had genomen aan het sprekerstaf eitje om een persoon lijk feit in de vergadering te brengen. Had de spreker van den avond gezegd dat het he gin der vergadering had gestaan in het teeken van vooruitgang, ik moest tot mijn leedwezen constateercn dat het niet had gestaan in het toeken van waarheid en rechtvaardigheid. De voorzitter toch had het goed gevonden ten mij nen opzichte een leugen en een halve waarheid te ver kondigen. De leugen was, dat in de Alkmaarsche Courant geen debat, was toegestaan, de halve waarheid, dat het stuk eerst later zou worden geplaatst. Den voorzitter had ik de,keus gelaten tusschen de behandeling van deze zaak gisteravond, dan wel mor genavond in de courant. Mij was het precies eender, omdat ik dacht: al is de halve waarheid nog zoo snel, de heele waarheid achterhaalt haar wel. De voorzitter had mij echter gelegenheid gegeven het geval in de vergadering te behandelen. Om dat te kunnen doen, moest de -tusschen hem en mij ge voerde correspondentie aan de vergadering worden voorgelezen. Ik verzocht den voorzitter dat wel even te willen doen. Ilij verklaarde hierop, tot zijn spijt mijn brief niet hij zich te hebben. Naar aanleiding hiervan constateerde ik, dat de voorzitter van en in deze vergadering tegen mij eèn beschuldiging had geuit, zonder dat hij haar in deze zelfde vergadering waar kon maken. Maar voegde ik er onmiddellijk aan toe dat was niet zoo erg. Ik had de geheele correspondentie immers bij me en verzocht dus even deze stukken te mogen voorlezen. De voorzitter viel me toén in de rede, zeggende, dat deze vergadering was belegd ter verkondiging van vrijzinnig-democratische beginselen, dat er door een der aanwezigen debat was gevraagd, en dat clezc zaak wel zou kunnen worden behandeld door een te benoe men commissie van onderzoek. Op dit laatste voorstel wilde ik niet ingaan. I k had den voorzitter de keuzo gelaten het feit te behan delen in de vergadering of in de courant, h ij had me eerst gelegenheid daartoe gegeven in de vergadering, doch "wenschtê dat ik de verdere behandeling zou sta ken ergo was thans de courant de eenige plaats waar die behandeling moest worden voortgezet. Alvorens ik overga tot het doen afdrukken van de stukken allereerst dit. In den brief Zaterdagmorgen om negen uur door mij op het bureau ontvangen staat .„zult gij zeker wel een plaats als „ingezonden" willen geven. Mocht dit wat ik haast niet kan denken niet het geval zijn, dan mag ik het zeker terug ontvangen." In den brief, Maandagmiddag om vier uur per post aan huis bezorgd, staat „De weigering mijn ingezonden stuk „Naar aanlei ding van „De verkiezingen Alkm. Cour. van 4 Juni op te nemen, speet mij wel, doch beveemdde mij niet." (Cursiveering van mij). Zaterdag kan de schrijver het haast niet denken, dat het stuk niet opgenomen zal worden? Maandag schrijft hij, dat het hem niet bevreemdde Ik wensch op hot verschil tusschen deze beide pas sages niet in te gaan. Ik houd hem aan de laatste. En dan eisch ik van hem een pertinent antwoord op de traag Waarom bevreemdde U dat niet. Ik m o e t dat eischen in verband met de lieele leugen en de halve waarheid, gisteravond in het oj>en baar uitgesproken. Ik ben tot dien eisch verplicht in do eerste plaats tegenover me zelf, in de tweede plaats tegenover mijn directie, in de derde plaats tegenover mijn lezers. Zaterdagochtend ontving ik een couvert met het volgende briefje Geachte Heer Hoofdredacteur! Aan bijgaand stuk, dat zijn ontstaan te danken heeft aan Uwe beweringen omtrent door mij genoemde rede nen voor het stellen van een candidaat tegenover jhr. van Foreest, zult gij zeker wel een plaats als ingezon den willen geven. Mocht dit wat ik haast niet kan denken niet hel geval zijn, dan mag ik liet zeker terugontvangen. Met de meeste hoogachting-, Uw Dw. F. J. AITKES. A. 4:6:'09. Daarbij was gevoegd het volgende ingezonden stuk: Naar aanleiding- van de verkiezingen. (Alkmaarsche Courant van 4 Juni). Waar Gij Geachte. lieer Hoofdredacteur mij de eer aandoet, mij te citecren en daarbij niet geheel juist, of ten minste zeer onvolledig citeert, zult Gij voor het volgende wel een plaatsje willen beschikbaar stellen in het volgende nummer van uw blad. In 1905 heb ik zoowel schriftelijk als mondeling be weerd dat de Vooruitstrevendeu hun verkiezingsleuze gevonden hadden in het Werkprogram door den Vrij zinnig-Demoératischen Bond en de Liberale linie in gemeenschappelijk overleg- opgemaakt, en dat niets na tuurlijker was dan dat de Yooruitstrevenden onder de Vrijzinnigen <1< Democratisch gezinde liberalen tracht ten het aantal mannen dat genoemd program onder schrijft in zoo groot mogelijke getale naar de Tweede Ivamer af te vaardigen. Aan deze hoofdreden sloten zich voor ons district nog- de volgende aan. 1. Tiet stellen van den heer Netscher tegenover den heer van Foreest zal dit district noch in handen der verbonden kerkelijke partijen, noch in dat der S. D. A P. doen vallen. 2. Tot 1903 was dit distriet in de Tweede Kamer vertegenwoordigd door een Vrijzinnig-Democraat. 3. De spoorwegstaking heeft in 1903 een nadeeli gen invloed uitgeoefend op liet stemmeneijfer dat op onzen candidaat werd uitgebracht. 4. Het stellen der candidatuur Netscher zal vele vooruitstrevende vrijzinnigen en democratisch liberal kiezers terughouden hun stem uit te brengen op de candidaat der S. 1). A. B. of wat nog erger zou zijn zieh geheel van stemmen te onthouden, 5. Steeds zijn de oud-liberalen in dit distriet tegen het door ons gestelde kamerlid mr. E. lokker met een tegeueandidant van hunne richting uitgekomen. Gok in 1905 trad de partij der oud- of manifest-libo- alen vijandig op tegen aftredende Kamerleden van on ze richting. (Deventer en Groningen.) Ziehier do hoofd- en bijredenen door mij ill 1905 ge noemd, ter rechtvaardiging van het stellen der candi datuur Netscher tegenover het aftredend Kamerlid jhr. mr. P. van Foreest. En wat gold voor 1905, geldt ook voor 1909Zal le stemming in de 100 kiesdistricten moeten uitmaken of d'e Regeering van het komende vierjarig tijdperk uit de linker of uit de rechter partijgroepen zal moe ten worden samengesteld; voor dit district wordt op ien 11 Juni slechts beslist of de hier te houden her stemming zal geschieden tusschen den candidaat der kerkelijke partij aan de eene, en dien der vrij-liberalen of der vrijzinnig-democraten aan de andere zijde. Nooit kan dit distriet in handen der kerkelijke par tijen vallen, indien slechts de vrijzinnigen, van welke riehting od|c, op do dagen der stemming op hun post zijn. En schande over ieder hunner, die dan het kies recht niet tot kiesplicht maakt Gaarne geef ik u toe. De oud-liberalen steunen in Appingedam den vrijzinnig-democraat. Daar naast stel ik do vrijzinnig-democraten steunen in Amsterdam den vrij-liberaal. Ik geloof niet dat zulks gebeurt, omdat de oud-libe ralen te Appingedam in den vrijzinnig-democraat hun ideëelen vertegenwoordiger zien, ook niet omdat de Amsterdamsche vrijzinnig-democraten den vrij-libera len als den drager hunner beginselen beschouwen. Dat samengaan wordt hun opgedrongen door den lioogeren plicht. Front maken tegen de gemeenschappelijke vij anden ter rechter en ter linker zijikï, die bij onderlinge verdeeldheid der vrijzinnigen daar met elkander in herstemming zouden komen. Dat gevaar is in ons district buitengesloten. Maar wat zegt gij van de houding der vrij-liberalen in Amsterdam, 's-Gravenhage en Deventer, die tegen over de aftredende vrijzinnig-democraten Ketelaar, Limburg en Marchant met tgeneandidaten dui-ven uitkomen, alsof er geen antithese tusschen geloof en ongeloof aan de. eene en tusschen kapitaal en arbeid aan de luidere zijde in liet leven geroepen was. Zeker! De candidaat der vrij-liberalen in dit district is in de jaren 19011903 „opgehaald van 1706 tot 3275, is een niet te onderschatten vermeerdering in stemmeneijfer. Ten duidelijkste komen daardoor 2 za ken aan het licht: 1. De persoonlijke sympathie voor het aftredende Kamerlid. 2. De groote voorsprong van een „zittend" afgevaardigde. Want 3275 oud-li berale kiezers in het kiesdistrict Alkmaar. Geloof jij liet?. Wie ik? Ja, jij!!.och man ze maken er maar wat van(bis) Wilt gij nu in die meerdere stommen uitsluitend een loffelijk testimonium zien dat de kiezers het aftredend Kamerlid hebben uitgereikt? 't Is mij wel. Maar er ken dan ook dat de door u genoemde cijfers bij de her stemming uitgebracht, een loffelijk testimonium zijn voor de vrijzinnig-democratische kiezers, die hun be loften getrouw, al hun stemmen overbrachten op hem die met den candidaat der rechterzijde in herstemming kwam. Gij vraagtof hebben in dit district de beginselen die in het program dat hij onderteekent, zijn neerge legd, sinds 1905 het veld moeten ruimen voor die zijns tegenstanders? Zal ik u eens wat van die beginselen vertellen. Een warm voorstander en ijverig strijder van de candidatuur van Foreest keek onlangs vreemd op (oen ik hem vrij-liberaal noemde. Hij vrij liberaal? Kun je begrijpen: Hij was ouil-liberaal, vrij-liberaal was hij nooit geweest, en hoopte hij nooit te worden. Even gek vond hij het vrijzinnig genoemd te worden. Vrijzinnig was ik, omdat ik vrijzinnig-demoeraat ben; hij echter was oud-liberaal en dus niet vrijzinnig. Zouden er zoo meer zijn, lieb ik gedacht. Waar het om gaat, in ver band met onze beginselen, lean natuurlijk meer eigen aardig na het verschijnen van uw volgend artikel be sproken worden. Boven schreef ik dat de vermeerdering van het stem- mingscijfer op jhr. v. Foreest o. a. was toe te schrijven aan persoonlijke sympathie voor het aftredend Ka merlid. Toch geloof ik dat die sympathie na de rede van den heer v. Foreest op 14 Mei 1.1. te Heer-Hugowaard wel wat verminderd zal zijn. Immers, onbewezen beschuldigingen aan het adres van 1. Oandidaten voor (le Tweede Kamer, die ter wil le van een zetel de kleur hunner omgeving aannemen. 2. Van het kiesrecht, uitgesloten mannen en vrou wen, die niets voor het kiesrecht gevoelen. 3. Leiders der democraten die alleen het algemeen kiesrecht propageeïen, om daardoor een Kamerzetel le kunnen veroveren. 4 Openbare onderwijzers die do neutraliteit der open bare school schenden, en 5 Werklieden die van 1220 gulden per week ver dienen en 290 ad .1 300 schuld bij den kastelein ach terlaten, strekken noch om het aanzien eener politieke partij te verhoogon, noch om dc sympathie voor een redenaar die deze beschuldigingen uit, doch ze niet bewijst te doen toenemen. Ien slotte geef ik u toe dat door dc vrijzinnig-de mocraten weinig, te weinig propaganda is gemaakt; toch deden zij altijd nog meer dan de vrij-liberalen,. die deilen absoluut niets. Met lieleefden dank Hoogachtend, Uw Dw. Dr. (w. g.) F. J. AUKES. Voorzitter „Vooruitgang." Om half een heb ik het stuk met een schrijven teruggezonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 1