DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. lo. 147 Honderd en elfde jstrgang 1909 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor P ikmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Aaderlijke nummers 3 Cents. MAANDAG der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. 28 JUNI Hinderwet. Verkiezing Gemeenteraad. De groote vacantie. Uit Hof- en Hoofdstad. BINNENLAND. Telefoonnummer S. Zij, die zich met! JULI op ons BLAD ABONNEEREN, ontvangen de tot dien datum verschij nende nummers gratis en franco. DE UITGEVERS. i. Het ministerie-Heemskerk. S&ggS c Jhr.fMr. J. Röell. Dr."A. Kuyper. Tweede Kamer. Geschenk aan H. K. H. Prinses Juliana. RANT BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, Jat zij bij be sluit van heden vergunning hebben verleend aan lo. W. WIJPKEMA, aldaar, tot het oprichten van een heete luchtoven in het perceel Achterdam, wijk 0 No. 30; 2o. II. A. DE JONG, aldaar, tot het oprichten van een loodgieters- en zinkwerkerswerkplaats in het per ceel Nieuwstraat, wijk O No. 7 c. Burgemeester en wethouders voornoemd, JAN DE WIT Dz., Voorz., lo.B DONATH, Secretaris. Alkmaar, 24 Juni 1909. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR, Gelet op art. 9 der Gemeentewet; Brengen ter algemeene kennis, dat de verkiezing van leden van den Gemeenteraad, ter vervulling der plaatsen, welke zullen openvallen door de periodieke aftreding alszoodanig van de heeren Mr. II. Boelmans ter Spill (in district I) H. J. F. Wanna en G. de Groot Jz. (in district II) en H. P. Ibink Meienbrink en N. Glinderman (in district III), zal plaats hebben op DINSDAG 29 Juni a.s. en de stemming en her stemming zoo noodig, op WOENSDAG 7 JULI en DONDERDAG 15 JULI a.s. De tot invulling bestemde formulieren voor de op gaven van candidaten zijn kosteloos ter Secretarie der gemeente verkrijgbaar. ALKMAAR, 15 Juni 1909. Burgemeester en Wethouders voorn., JAN DE WIT Dz., Voorzitter, lo. Burg. DONATH, Secretaris. Over enkele dagen gaan de schooldeuren weer dicht, zijn de vacanties begonnen. In drieën gaan dan de leerlingen uiteen. Een klein troepje mag mee met de vaders en moeders, vaak een flink eind van huis, waar zij dan in een nieuwe streek mee mogen wandelen, aan de table d'hote eten en ver dere hotelgenoegens smaken. Dit zijn de uitverkorenen. Een tweede soort gaat eens een tijdje uit logeeren of gaat mee naar een vacantie-kolonie zij hebben een aangenamen tijd in de vacantie. En de rest de groote menigte blijft thuis, waar zij soms genieten, vaak zich vervelen en niet zelden kattekwaad uithalen. Wij weten hoe groot het genot der uitverkorenen is, wat een heerlijke tegenstelling er is tusschen de saaie school en dat heerlijk nieuwe, dat een zomerbuitenver- blijf in het buitenland beteekent. En toch betwijfelen wij het ten sterkste of den kipderen met minder uit gaven niet heel wat meer genot en profijt zou zijn te verschaffen, of er ten slotte in die beminnelijke ge woonte om de kinderen mee pp reis te nemen niet veel verkeerds is. Er moesten toch middelen zijn om de kinderen goed- kooper en eenvoudiger buiten te brengen, om meer op hun uitspanning en hun ontwikkeling bedacht te zijn. Maar jawel. De school dat is de normaal-record- ontwikkelaar, dat is de opvoeder bij uitsluiting en bij uitnemendheid. Naast die school nog op te voeden, de steeds langer wordende vacanties te gebruiken om het lichaam, het karakter, het gemoed te ontwikkelen, welke ook in ons modern schoollokaal nog altijd te veel quantitó negligeable zijn wie, behalve een heel, heel enkele, denkt daaraan. l)e autoriteiten, de Nederlandsche staat, de ouders, zij denken aan niets dan school. Naast de millioenen voor onderwijs een ton te vinden voor kinderbibliothe ken, wie durft er anders dan in zijn benauwdste droo- men aan denken Waarlijk do geheele maatschappij is bevangen door school-adoratie, die wij schoolmeesterachtig zou den duiven noemen, indien juist niet onder de beste onderwijzers de meesten waren, die deze schoolmeester achtige eenzijdigheid hebben afgelegd en waarschuwen voor de belachelijke overschatting van het schoolonder wijs. Doch helaas alleen enkele zeer bekwame onderwij zers en paedagogen schijnen dit kwaad te hebben on derkend. Verder gaat de wetenschap in den regel nog niet, dat de moderne school maar een deel, een betrek kelijk klein deel van de opvoeding verzorgt. Lichaam-, karakter-, gemoeds-, hand-, oog-ontwikkeling de school geeft die niet of slechts heel weinig. Nu reageeren onze jongelui zelf daartegen b. v. met de onmatige beoefening van het voetbal. Dat geeft ontwikkeling eenzijdige ontwikkeling, maar ontwik keling dan toch van het lichaam. Het scherpt de energie alweer bizonder eenzijdig, maar er wordt dan toch energie gekweekt, gevoel voor discipline, vastheid van oog en.voet. Doch uit den aard is die reactie tegen het schoolle ven eenzijdig en onvoldoende. En daar komt nu de groote vacantie, een heerlijke tijd om den jongen die ontwikkeling te geven, welke de school hem onthoudt en die hij zichzelf niet dan door voetbal en dan maar zeer eenzijdig kan verschaffen en die vacantie laat men geheel ongebruikt voorbij gaan. Het is wonderlijk, het is tiendubbel vreemd, waar het juist gefortuneerde menschen betreft, die voor hun kinderen vrij wat over hebben en niets liever willen dan hen beter en gezonder maken en hun genoegen doen. Dezen doen niets of zij nemen de kinderen mee op hun zomerreis. Nu is dat wij zeiden het reeds heel aangenaam voor de kinderen. En het ontwikkelt hen zeer zeker. Maar wat een schaduwzijden zijn er ook weer! In de eerste plaats de te groote reis voor kleine kin deren, het gevaar dat zij jong al blasé worden. Dan het feit dat het hotelleven niet voor hen is ingericht, dat zij dus weinig of geen speelgelegenheid hebben en om de andere gasten dikwijls onnatuurlijk zoet gehou den moeten worden. Verder de eensdeels vaak te luxueuse, te hoog opgezette inrichting der maaltij den, anderzijds de in degelijkheid en eenvoud te kort schietende voeding. Hoeveel aangenaams er dus ook is in een dergelijk hotel verblijf, hoeveel mooie herinneringen men daar aan later kan hebben, te ontkennen is het niet, dat liet I. verkeerde luxe gewoonten kweekt; II. niet geeft wat een beter ingericht zomerverblijf zou kunnen opleveren aan werkelijke ontwikkeling. Dat de luxe bevorderd wordt, wij hebben slechts aan de lengte der reis, de lengte der menu's, de gewoonte om groot-menschje te spelen in kleei'en en houding, wij hebben slechts aan dit alles te herinneren om dit gedeelte van onze stelling verder onbesproken te laten. Doch wat missen de kinderen in zulk een buitenver blijf? In een volgend artikel zullen wij daarop een antwoord trachten te geven. (Wordt vervolgd). In de Prov. Geldersche en Nijmeegsche Courant schrijft Ego over het toekomstig Kamer-presidium: Wie er nu Kamer-president' zal worden? Zooals ik u al de vorige week schreef en 't interview de Beau fort heeft mij later vrij wel'bevestiging gegeven zou men 't presidium aan Dr. Kuyper denken aan te bie den. Wat ik later hoorde geeft mij voldoende aanlei ding om aan te nemen dat er veel kans op bestaat, dat 't gebeurt. Maar een andere vraag iszal de afge vaardigde voor Ommen 't aannemen? Eerlijk gezegd, geloof ik dat Dr. Kuyper meer nog dan president Roëll de kwaliteiten bezit om de beraad slagingen zoo te leiden, dat die leiding werkelijk „ge voeld" wordt in dien zin, dat er wat meer achter-heen gezeten zal worden. Leiding van een parlementaire vergadering wil nog wat meer zeggen, dan de heeren laten spreken zoo lang en zoo dikwijls als 't reglement van orde toestaat en daarbij met strikte onpartijdig heid en eerlijkheid recht te doen wanneer d'er zoo nu en dan eens iets gezegd-wordt, dat niet door den beu gel kan. Zonder ook maar in 't minst op Roëll's voor treffelijke leiding te willen afdingen, geloof ik toch dat Gleichman in z'n besten tijd 't nog van hem won. Maar nog eens: zal dr. Kuyper de zware lasten van een Kamer-presidium willen en wenschen? Een Ka mer-presidium vordert werkelijk heel den mensch, dat wil zeggen, al zijn tijd! En zou de groote partij-leider die uren van den dag niet liever doorbrengen in de are na zelf? Zal de anti-revolutionnaire partij in de ko mende periode zijn krachtige, bewuste leiding niet dub bel en dwars noodig hebben? Hoeveel er ook voor al deze bezwaren te zeggen moge wezen, toch zijn er in parlementaire kringen die wel denken, dat dr. Kuyper de plaats van jhr. Roëll zal gaan innemen. We zullen zien De ITaagsche kouter heeft het it| zijn brief in de Prov. Gron. Courant eveneens over den uitslag van de Kamerverkiezingen en bespreekt de houding van dr. Kuyper aldus: De vraag is nu maar hoe zicli de leider zal gedra gen, welke eischen hij stelt, welke voorschriften liij geeft en of de lieereu Heemskerk c.s. bereid zijn naar zijn pijpen te dansen. Want dat is bij lange na niet zoo zeker. Dr. Kuyper is er de man niet naar om van zijn triomf geen gebruik te maken; hij zal de lakens dus wel willen uitgeven. Doch de tegenwoor dige premier hij moge vóór de verkiezingen een beetje gecoquetteerd hebben met de vroegere reclitsche kabinetten, hij is volstrekt niet uit het hout gesneden waaruit men poppen maakt, die door anderen met touwtjes in beweging gebracht worden. En zoo de heer Heemskerk al zou willen buigen de heeren Wentholt, Sabrou en mr. Van Swinderen zijn er ook nog en zelfs van de katholieke leden van 't Kabinet is het niet zoo zeker, dat zij zich geheel aan handen en voeten gebon den zullen overleveren aan den Calvinistischen leider der „vereenigde" rechterzijde. Daarenboven is de coa litie niet zoo absoluut-Kuyperiaansch getint; de 25 katholieke leden zijn in 't verbond de sterksten en al hebben zij, zonder eenigen winst te behalen voor zich zelf, trouw meegeholpen om de linkerzijde af te bre ken, aan den opbouw van een puur Calvinistisch re- geerings-stelsel zullen zij niet zoo van harte medewer ken. Ook de Christelijk-historischen, die slechts een klein aandeel van den buit hebben verkregen, zullen zich met hun 12 stemmen niet zoo,gewillig onder de tuchtroede van den Qmmener afgevaardigde, den meester, leider, misschien straks den chef van 't kabi net, krommen. Er wachten ons wellicht nog aardige verrassingen. Wie weet of de bondgenooten, door 't volgen van het parool van Dr. Kuyper, niet spoedig tot de ontdekking zullen komen, dat zij het paard van Troje hebben binnengehaald. De kerkelijke partijen hebben, ook al verloren zij van den Haag den slag, vroolijk feestgevierd; zoowel in de Calvinistische als Katholieke kringen. Dat is verklaarbaar. Toch vragen zij zich reeds nu eenigszins verlegen af: wat zullen we met onze overwinning doen? De Minis terraad was er al buitengewoon over bijeen en de pre mier gaat naar 't Loo om met H. M. te raadplegen. Als Dr. Kuyper de leiding neemt, valt heel 't coalitie- gebouw in puin, en dwingt men hem om op den achter grond te blijven, dan is het leed van 't Ministerie niet te overzien. De Amsterdamsche briefschrijver van het „Nieuws blad van het Noorden" schrijft over de Middenstands tentoonstelling en zegt De Middenstands- tentoonstelling is werkelijk een succes; de kroon op 't moeizame werk van eenige ja ren onverdroten inspanning. Deze strooming hield zich steeds buiten de politiekerij en ze is er wèl bij gevaren. Zij hield, van mee-afaan, 't oog gericht op de practijk der dingen. In haar bestuur zitten vakman nen, geen juristen. Aan èèn advocaat, als raadsman, heeft men genoeg. De heer Meuwsen en de* andere „voortrekkers" van de beweging hebben, in hun pogen om te bewijzen dat de Middenstand niet ten doode was opgeschreven, doch veeleer een krachtig, gezond, eigen leven kan leiden, goed-practische middelen gekozen; niet hun heil 't meest gezocht in theoretiseeren Zij hebben hun vakgenooten, in de allereerste plaats, aan 't verstand gebracht, hoe eendracht, samenwer king, verbroedering, solidariteits-gevoel, in de plaats moesten komen van naijver, vijandschap, „jalousie de métier." Ze bepleitten de theorie, neergelegd in het oude: goedkoop is duurkoop; m. a. w. verdedigden het verkoopen van goede, deugdelijke warenbestreden het dwaze slachten der kip van de gouden eitjes... Toch, nog lang niet uit de modeZij propageerden nog veel meer voortreffelijke voorschriften alshet gewicht van accurate boekhouding en van dagelijk- sche inventarisatie; de mogelijkheid om bij solide adressen krediet te bekomen, mits uit de deugdelijk- ingerichte boeken blijkt, dat eene zaak levensvatbaar heid bezit; op het samen „en gros" inkoopen en 't ge kochte gelijkmatig verdeelen tegen overredige som; op 't noodzakelijke van vakkennis, en nog heel wat meer. De heer Muller, de man van het fijne kristal, trachtte op te wekken lust om door de wijze van uit stalling het aesthetisch gevoel te streelen; die, voorts, kampt voor het echt-origineele van Hollandsch fabri kaat; onverdroten te-velde trekt tegen karakterloos, zielloos navolgen van vreemd model. Door al deze en nog veel meerdere middelen heeft men de Midden standsbeweging gemaakt tot wat ze nu is. In zijn brief „Uit de Amstelstad" houdt Valerius de volgende beschouwingen naar aanleiding van de ten toonstelling van Huisindustrie, welke te Amsterdam zal worden gehouden: Ieder, die slechts enkele malen reist van Amster dam naar Haarlem, of omgekeerd, kent het „Station „Kleêrenmaker." Zoo noemt Volksmond de reeks ach terwoningen der Haarlemmer Houttuinen tegenover de Eilandskerk, waar, in kamer aan kamer, thuiswer kersin dit geval kleermakers aan den arbeid zijn. Men ziet er in de onoogelijke woningen het geheele ge zin aan het kleermaken, vader, moeder en kinderen, en er tevens het huishouden voeren. Verborgen ellen de, een ellende waaraan zij gewoon zijn geraakt, grijnst den reiziger uit deze onoogelijke kamerwoningen te gen. En de bleekheid van alle leden van het gezin, de slapheid der kinderen maken het geheel deerniswaard. Er schijnt geen onoogelijker buurt in heel Amsterdam dan daar, aan „Station kleerenmaker." Droever wordt het, als men weet, hoe noodig het is, dat het geheele gezin medewerkt, dat het huishouden onder het werk doorgaat, wil de vader genoeg verdienen om het gezin te onderhouden. Want schamel is het loon door de groote confectiemagazijnen hem toegekend. Zóó en zóó veel stuks van dit of dat kleedingstuk heeft hij wekelijks te leveren, wil hij voldoende geld ontvangen. Dit thuiswerk schaadt het gezinsleven, maar het schaadt ook of kan ook schaden hem die in een confec tiemagazijn dit goed koopt, want de atmosfeer der ka mer, de besmetting bij ziekte van kind of ouder, deelt zich aan het werk mede. Niet genoeg is bekend, dat zelfs kleederen voor den deftigen stand, ook door thuiswerkers gemaakt, een zelfde gevaar loopen. „U kunt niet denken hoe algemeen dit gevaar is" zei mij de heer Brouwer Jr., voorzitter der Veree- uiging voor de Nederlandsche Tentoonstelling voor Huisindustrie, toen hij mij rondleidde in „Velox" en op het terrein van „Velox" bij het Rijksmuseum, waar weldra deze tentoonstelling geopend wordt. „Zie deze staatsierok, met twaalf honderd gulden betaald, is „thuiswerk." Daar, al die wapenrok ken thuiswerk „Wij kennen de firma's evenals de werklieden, maar we noemen die niet, omdat het ons- niet te doen is om aan te klagen, maar de toestanden van het thuiswerk en der thuiswerkers te laten zien, opdat ieder kan oor- deelon, hoe dringend noodig verbetering is. „Voor enkele jaren wees ik op de ellende der huis industrie hier te lande. Men wilde mij niet gelooven en beweerde, dat die bij ons tot de uitzonderingen be hoorde. Ik hield vol en het onderzoek de enquête heeft bewezen dat de Huisindustrie in Nederland we lig bloeit, als men bij dezen kanker aan het volksbe staan van „bloeien" spreken mag. „Het gevaarlijkst is de Huisindustrie, als het levens middelen betreft. De eerste zorg der Regeering zal moeten zijn deze industrie streng te verbieden. „Daar heeft u, b. v. het garnalenpellen. 's Morgens vroeg, zoodra de garnalen gekookt zijn, haalt de moe der haar kinderen uit bed, of stoot ze er uit. Ongewas- schen, half gekleed, met vieze handjes en ongereinigdo mond, aan de handjes soms nog het bruin van het ta bakstrippen van den vorigen avond, gaan de kinderen half slaperig aan het pellen, tot het tijd wordt, dat ze naar school gaan. Dan worden ze met een veeg ge- wasschen, aangekleed of doen dit zelf, krijgen een bo terham, stoppen die naar binnen en gaan, nadat ze van half zes of zes uur af garnalen gepeld hebben, naar school. Daar komt van het leeren weinig terecht. De kinders suffen of vallen in slaap. Thuis gekomen, pel len ze weer van wat nog te doen valt. Eten gauw, gaan naar school en weer thuis, soms aan het tabakstrippen, tot het tijd wordt naar bed te gaan. Van die kinderen zijn geen behoorlijke mensohjes te maken, wat de onderwijzer ook doet. Het „thuiswerk" vernielt hen. Als ze voor goed van school zijn, is het geleerde spoedig vergeten en wor den zij stompzinniger dan te voren. „In den vorm van het garnalen pellen toont zich het thuiswerk als moordend voor de kinderen en al lergevaarlijkst voor de verbruikers. En niet alleen de kinderen, maar ook de volwassenen pellen, en wie staat er voor in, dat hun handen zuiver, hun gestel normaal is? Er zijn gevallen te noemen, dat menschen, bezocht door de meest vieze en besmettelijkste ziekten, in de plaats, waar ik 's morgens vroeg, bij tijd en ontijd, het garnalen-pellen heb waargenomen, zich er mee bezig hielden. Bedenkt men nu, dat van deze vissehersplaats de heer Brouwer noemde den naam gepelde gar nalen bij groote hoeveelheden gaan naar hotels, restau- rans, vischwinkels enz. van omliggende steden, dan kan men begrijpen, aan welke gevaren zij, die garnalen eten, zijn blootgesteld. „Dit is een geval uit vele. „Als men eerst algemeen weet, welke gevaren het thuiswerk met zich brengt, hoe onvoldoend en onge zond de woningen der thuiswerkers zijn, zal ieder hel pen om het euvel krachtig te bestrijden. „De Tentoonstelling van Huisindustrie" nu, wil, door al die misstanden te laten zien, hiertoe krachtig medewerken." In parlementaire kring, nauw verwant aan het mi nisterie, wordt na de jongste stembusuitspraak, in wel ke het zittend kabinet een bewijs van vertrouwen kan zien, het aanblijven van het ministerie-Heemskerk niet anders beschouwd, dan geheel in overeenstemming te zijn met den natuurlijken loop van zaken. - De Haagsehe Courant van gisteravond bevat het volgende bericht: Naar wij vernemen, heeft Donderdag de minister raad zeer langdurig vergaderd en werd de zitting des avonds voortgezet. Besloten zou zijn, naar gezegd wordt, de portefeuilles, (zooals dat wordt genoemd), ter beschikking van H. M. te stellen, tot dusverre niet gebruikelijk als de verkiezingen uitspraak deden ten gunste van het zittende kabinet. Kamerverkiezingen. Naar uit een mededeeling in het Ilbld. blijkt, zal dr. J. Th. de Visser, gekozen in de districten Leiden en Harlingen, voor Leiden opteeren. De oud-Christ.-Historische kiesvereeniging te Utrecht heeft Zaterdagavond de volgende motie met algemeene stemmen aangenomen „De oud-Chr. Hist, kiesvereeniging, in vergadering bijeen, diep onder den indruk van de niet-herkiezing van jhr. mr. J. Roëll, als afgevaardigde voor Utrecht II, voelt zich gedrongen groote hulde uit te spreken over zijn zeer langdurig, zeer voornaam staatsmansbe- leid, en spreekt de hoopvolle verwachting uit, dat Z. Exc. zeer spoedig weder zijn intrede in de Kamer zal doen." Naar de N. R. Ct. verneemt heeft Dr. A. Kuyper een brief geschreven aan den secretaris der kiesveree niging Nederland en Oranje te Dordrecht, om zijn leedwezen erover uit te drukken, dat hij op zijn leeftijd in het district is blootgesteld geworden aan zulk een echec. In verband met bovenstaand bericht schrijft het Vad.: Als een bijzonderheid mag zeker wel vermeld worden dat de liberale meerderheid in Dordrecht nog nooit zoo groot is geweest als dit jaar; nu de „groote leider" de tegencandidaat was. Behaalde de heer Van Gijn in 1901 en 1905 een meerderheid van respectievelijk 150 en 339 stemmen, de heer De Kanter kreeg 710 stemmen meer dan dr. Kuyper, een meetkundige reeks, die te denken geeft. Reeds zijn eenige nieuwgekozen leden van de Twee de Kamer te 's-Gravenhage geweest teneinde een plaats te kiezen op de banken in 's lands vergaderzaal. Door den heer W. Blok, onder-havenmeester aan de Vissehershaven te IJmuiden, is aan H. M. de Ko ningin aangeboden, als geschenk voor Prinses Juliana, een door hem vervaardigd model van een viermast- klipperschip. H. M. heeft doen berichten, dat Zij het geschenk gaarne voor de Prinses zal aanvaarden. Het scheepje, in vitrine, heeft den naam Prinses Juliana en is ge heel getuigd, zooals een viermast-schip getuigd moet zijn. liet telt niet minder dan 30 verstelbare zeiltjes. De heer Blok heeft er een jaar aan gewerkt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 1