BUITENLAND.
STADSNIEUW S-
Uit Wferingerwaard.
Broek op Langendijk
Pet Hnfje.
Arrondlssements-Rechtbank te Alkmaar.
is hij nog bezig nan het prutsen, zou je zoo zeggen.
Want het zijn allemaal kleinigheden, waar hij nu inee
bezig is; hier plakt hij een gaatje in het zeil, daar
bindt hij een touwtje vast, elders draait hij aan een
schroefje; den meesten tijd schijnt hij bezig aan het
spannen van draden.
Ondanks zijn drukte heeft hij ons echter „deux mi
nutes" gegeven, om het toestel te verklaren. Opgeto
gen hebben we geluisterd naar zijn uitleg, en volko
men begrepen we, waarom onze collega's, die van
Frankrijk uit ons de eerste beschrijvingen hebben toe
gezonden, zoo'n geestdriftigen toon hebben aangesla
gen.
De theorie was heel mooi, maar op de praetijk heb
ben we Zondagmiddag. en -avond lang moeten
wachten.
Het werd vijf uur, de menigte wachtte trouw en ge
duldig. Een paar muziekkorpsen brachten wat afwis
seling.
regen zessen hoorden we, dat men eigenlijk nooit
vóór dit uur vliegt, daar eerst dan de wind gaat lu
wen. En werkelijk, om 'n uur of zes werd het toestel
uit den hangar naar buiten gesleept. Luide hoera's
van het publiek natuurlijk. Daar werkte de motor; de
aluminium geschilderde schroeven tolden rond en le
ken zilveren strepen in het zonlicht. Alles vol belang
stelling, nu zou 't dan toch beginnen.
Het duurde echter nog een kleine drie kwartier,
vóór het toestel op de rails was gesleept. Naar men
weet, vaart het over een rail de lucht in; een zwaar
gewicht, door een staaldraad over twee katrollen aan
het toestel verbonden, valt snel naar beneden, rukt
het toestel langs de rails en werpt het de lucht in.
Het was kwart voor zeven toen het zware gewicht
naar boven werd gehesehen; zeven uur, toen alles
klaar was. De duizenden aan den rand der hei waren
in hevige spanning; wij zagen, dat de Graaf z'n hand
schoenen aantrok en op het toestel aanstapte. Maar
hij kwam er telkens van terug en redeneerde met zijn
landgenoot Clemenceau, een neef des ministers, werd
er gezegd, en liekend als leerling-vlieger, druk over de
wolkenstapcls, die snel uit het noorden kwamen aan
gedreven. De ingenieur Lefèbre echter bleef onver
moeid doorwerken, maakte de laatste toebereidselen.
En de wind blies plotseling uit het noorden, fel en
guur. Houd op, zei de Graaf, en men staakte het werk.
Y\ at n teleurstelling dat was voor de duizenden,
die daar uren en uren hadden staan wachten, is te be-
grijpen.
Het werd acht uur, de wind woei nog steeds uit het
noorden, maar niet meer zoo krachtig. Dus zou men
't nóg eens probeeren.
De duizenden toeschouwers waren honderden gewor
den, men kon nu door de dunne rijen heenzien en over
al waren er groote gaten in gevallen. Met lileeke en
vermoeide trekken stond een 50-tal uitverkorenen
rondom het toestel.
Twee minuten vóór halfnegen: graaf De Lambert
gaat in het toestel zitten.
Danr ratelen de schroeven weer.
En grijpt Lefèbre het koord, dat het zware gewicht
moet doen vallen, waarmede het toestel langs de rails
de lucht in zal geslingerd worden. Een oogenblik kij
ken De Lambert en Lefèbre elkander dan aan,
doen of niet doen, vreezen we nog.
De Lambert knikt, rrrr, daar valt het gewicht, schiet
het toestel langs de railieder beeft van span
ning.... daar zwaait het sierlijk de lucht in. zet den
kop in de hoogte, stijgt een meter of vijftien naar bo
ven en als we hoera roepen, met hoeden, petten
t-n zakdoeken zwaaien, is De Lambert al 'nheel eind
weg, boven n mastboschje in de verte. Zie, daar
zwenkt hij, neemt een draai. En we merken, hoe de
rechtervleugel wordt opgezet en hoe makkelijk zóó'n
bocht wordt gemaakt, terwijl de honderden getrouwen
juichen, vliegt De Lambert heel het terrein rond, met
de snelheid van een trein. Reeds is hij eenmaal rond
geweest en gekomen aan het punt, waar hij straks zijn
eerste draai heeft genomen, als hij plotseling daalt.
Wat is dat? Ineens is hij weg, achter de bosohjes. Ge
vallen? Geland? Een ongeluk? Niemand was er van
het wachten zoó moe of hij rende de hei op, naar het
toestel toe. De ren viel niet mee, het was 'n klein
kwartier met den looppas. We vonden het toestel on
geschonden, den graaf De Lambert ongerept en dade
lijk gereed om ons te vertellen, dat hij vrijwillig was
geland, en niet gevallen. De regen was op de mag
neet van zijn motor gedrongen en had daar den boel
bedorven. Zoodra hij dit gemerkt had, was hij, een
gunstig stuk hei ziende, geland.
Zóó eindigde deze vlieg-geschiedenis. De Lamber
zal nu opnieuw moeten vliegen, want hij heeft twee
maal gedurende tien minuten in de lucht te blijven
om den door den heer Heerma van Voss uitgeloofden
prijs van In.000 te verdienen. En hij heeft nu maa
5 a 0 minuten gevlogen.
.De duisternis viel, toen we in een stortregen
over Brabantsche landwegen naar bewoonde streken
sukkelden.
Toch hebben wc zien vliegen. Den eersten vliegtocht
in Nederland bijgewoond.
-- De heer Heerma van Voss bericht, dat graaf de
Lambert vandaag nog eens te Leur zal viegen, ii
geen geval vóór namiddag 4 uur.
Ik' eerste vliegdemonstratie te 's-Gravenhage za
plaats vinden a.s. Donderdag op Quick's terrein, ach
ter het verversehiuksknnaal.
Een botsing.
Zondagmiddag is de équipage van mevr. S. v. L.,
te Haarlem, die zich van de kerk naar huis liet rijden,
op de Dreef in botsing gekomen met een uit de Ha-
zenpaterslaan komende electrische tram. Koetsier en
palfrenier werden door den schok op den grond gewor
pen, waarna de paarden met het zwaar gehavende rij
tuig op hol sloegen.
Reeds bij de Buiten-Sociëteit werden zij echter ge
grepen. Mevr. S. v. L. bleek toen niet noemenswaard
verwond te zijn. Ook de koetsier en palfrenier waren
ongedeerd op den grond terecht gekomen.
Van de tram werd het voorbalkon beschadigd. De
wagenvoerder had aan het ongeval geen schuld, en
had nog door snel remmen een erger ongeluk weten te
voorkomen.
Door den kerkeraad der Ned. Ilerv. Gem. is toezeg
ging van beroep gedaan aan Ds. IT. J. Engelkes, pred.
te Kolhorn.
St. Pancras
den heer D.
Uit Sint Pancras.
De kiesvereeniging „Burgerplicht" te
heeft Maandagavond in het lokaal van
Stammes een algemeene ledenvergadering gehouden.
Van de 68 leden waren opgekomen 33.
Met een opwekkend woord tot eendrachtig samen
werken met de a.s. gemeenteraadsverkiezing werd de
vergadering geopend door den heer P. Mooy als voor
zitter.
De heer C. Kloosterboer, secretaris, las de notulen
van de gehouden vergadering op 12 Febr. 1909, welke
agenda, candidaatstelling voor den gemeenteraad.
Alsnu kwam aan de orde het eenige punt van de
agenda, candidaatstelling voor de gemeenteraad.
Eerst werd behandeld de periodieke aftreding van
den heer Ju. Wagenaar, welke met 30 van de 33 weer
opnieuw candidaat werd gesteld, welke candidatujr
door hem werd aanvaard.
Hierna had een stemming plaats voor de vacature
van den heer D. Kloosterboer, welke door het bedan
ken als lid van de kiesvereeniging had te kennen ge
geven, niet meer voor het lidmaatschap van den raad
in aanmerking te willen komen.
Met 17 stemmen werd de heer P. Bakker Pz. tot
candidaat gekozen, welke ook zijn candidatuur
vaardde.
Met een opwekkend woord om zoo veel mogelijk elk
in zijn kring zijn best te doen om met de verkiezing
deze twee liberale candidaten te doen zegevieren, sloot
de voorzitter de bijeenkomst.
Maandagavond hield de vereeniging ,,'t Belang der
Jeugd" hare algemeene vergadering, onder voorzitter
schap van den heer II. J. Houtkooper. Ondanks de
bijdrage groot 100 aan de gemeente voor een derde
leerkracht aan de openbare school, was het bestuur
toch in staat aan de vergadering voor te stellen, we
derom de leerlingen der openbare school als belooning
voor getrouw schoolbezoek een feest te bereiden, en
welvoor de 3 hoogste klassen een bezoek aan Amster
dam, terwijl de laagste klassen een reisje naar Bergen
zullen maken.
Hiertoe werd besloten, en als datum der feesten
werden vastgesteld 15 en 16 Juli a.s. Bij monde van
den heer A. Dirkmaat werd den leden in herinnering
gebracht, dat de heer TT. J. Houtkooper door de libe
ralen candidaat gesteld is voor den gemeenteraad en
hoopte dat de leden van ,,'t Belang der Jeugd" ge
trouw ter stembus komen, teneinde de verkiezing van
den liberalen candidaat te bevorderen.
e P r>e drecM»che strafzaak
De lloogc Raad, uitspraak doende in de zaak
Garsthagcii, werkman te Pnpendrecht, door het Hof
te s-11c11ogonboseh veroordeeld tot 2 maanden gevan
genisstraf wegens smaadschrift tegen den gemeente
veldwachter te l'apendrccht, De Mey, en den rijksveld
wachter te Sliedreeht, Van" den Berg, in de „Dord
recht.sche Courant" van 11 September 1907, vernietigde
liet arrest van dat Hof op grond, dat het bewijs niet
wettig geleverd was, en verwees de zaak naar het Hof
te Arnhem.
Toestanden te Appe'tern.
Zaterdag is voor den reehter-commissnria versche
nen de heer ,1. V I.. I burgemeester der gemeente
Appel tern,wegens Ixdeediging van den gemeenteveld
wachter an der Scheer, die hem wegens dronken
schap bekeurd had.
Ook in de zaak van den veldwachter V. d. M. aldaar,
gesehorst wegens het vermoedelijk plegen van onzede
lijke handelingen is de instructie geopend.
Over de toestanden in die gemeente werd voor eeni
ge weken gemeld, dat na Nieuwjaar 15 diefstallen met
braak werden gepleegd; bij acht personen, onder wie
gemeente-secretaris, wethouder en veldwachter ruiten
stuk werden gegooid; koren van den loswal in de Maas
werd geworpen; s nachts onrijp koren werd afge
maaid; een hooimijt in brand werd gestoken; gaten in
roei booten werden geboord, om deze te laten zinken;
vischnetten, tot een gezamenlijke waarde van 200ö'
werden vernieldeen woning met drek werd besmeerd.
Het gelukte de politie eenige personen wegens mis
handeling voor den rechter te Tiel te brengen, waar
zij wei-den veroordeeld. In hooger beroep las de pro
cureur-generaal aan het Hof te Arnhem een brief van
den burgemeester voor, waarin deze de schuld van het
gebeurde op de politie wierp.
Voor eenige jaren werd de heer T. veroordeeld tot
eend geldboete wegens weigering, om als getuige in
eep strafzaak op te treden.
Naar aanleiding van het interview van een der re
dacteuren van „Het Volk," met mr. Tideman, omtrent
een bewering van deze, dat dr. A. Kuyper, toen hij mi
nister-president was j 11.000 had ontvangen van den
heer R. Lehman te Amsterdam voor het toekennen van
een ridderorde, schrijft dr. A. Kuyper in het volgende
ingezonden stuk in „De Standaard":
In no. 2829 van „Het Volk" leest men de mededee
ling van een interview, reeds blijkens den titel: Lint-
jeshandel, strekkend, om den indruk te maken, als had
ik in 1903 de verleening van een ridderorde bevorderd,
ten einde daaruit munt te slaan, niet spreekwoorde
lijk, maar in eigenlijken zin.
Naar aanleiding hiervan veroorloof ik mij op te
merken
le. dat ik het aanzoek om een decoratie in Januari
1902 gedaan, terstond afsneed door op te merken, dat
hiervoor geen enkele titel aanwezig was. Bij het aan
zoek werd van geldaanbod ook niet met één enkel
woord gerept;
2e. dat anderhalf jaar later te mijner kennisse
kwam, dat de consul-generaal van Griekenland zich in
nationalen zin verdienstelijk had gemaakt, door aan
de Nederlandsche krijgsgevangenen uit den Boeren
oorlog, die de Engelschen op één der Bermuda-eilan
den hadden geïnterneerd, de middelen te verschaffen,
om naar bun vaderland terug te keeren, alsmede door
aan de Nederlandsche kolonie op Ceylon gelden te
zenden voor de wederopbouwing van haar monumenta
le kerk uit de 17e eeuw, die in was gestort. Vooral in
den consul-generaal van een vreemde mogendheid
mocht dit niet onopgemerkt blijven, en uit dien hoofde
is hij toen voorgedragen voor een decoratie in de orde
van Oranje-Nassau
3e. dat ik het feit, dat dc aanzoekster van den ge
decoreerde 25 per week ontving, eerst zag uit het
thans meegedeelde interview. Wel wist ik, dat zij en
hare familie reeds voor jaren geholpen werden;
4e. dat n.a of in verband met deze decoreering, door
mij niets, onder wat vorm ook, is ontvangen, noch voor
mij zeil, noch met bestemming voor een verkiezings-
aetie, die in 1903 bovendien niet aan de orde was;
5o. dat het volgend jaar bij de Provinciale stem
bus van 1904 mij niet 7000, maar tweemaal 2000
door genoemden consul-generaal ter beschikking is ge
steld, gelijk hij dit steeds bij elke verkiezing de ge
woonte heeft te doen; en gelijk hij ook nu bij de stem
bus van 1909, als man van rechts, dit deed;
6o. dat niet door dezen heer in 1905 mij 11.000
zijn gezonden, maar dat deze som van 11.000 het
totaal bedrag was van een bijeenverzameling door be
doelde jonge dame bij onderscheidene personen voor de
stembus gehouden, niet op mijn verzoek, maar geheel
eigener beweging, gelijk zij, in echt Engelschen stijl,
nog op allerlei andere wijzen bij de verkiezing als
agente zonder aanstelling optrad;
7o. dat ik mijn dochter verzocht haar voor die ener
gieke bemoeiing mijn dank te betuigen, en zelf, toen
alles afgeloopen was, haar dien dank vóór mijn vertrek,
herhaalde;
8o. dat er nooit of nimmer tusschen de verstrek-
ng van deze gelden, en bovenbedoelde decoratie
eenig verband is gelegd of beweerd, 't zij van belofte,
t zij van afspraak, t zij van beding in den zin van
een do ut des; doch dat nadruk, verklaard is, dat al
zulk verband rechtstreeks was uitgesloten, hetgeen be
aamd werd. Dit herhaalde ik nog onlangs toen zij we
derom voor ile stembus van 1909 gelden aanbracht;
9o. dat ik op een mij gedane vraag, of mij ook na
tionale belangen in den vreemde bekend waren, die om
bijzonderen steun riepen, ik door mijne dochter liet
wijzen op Smyrna en Groenland, zonder dat ik hiervan
verder iets hoorde;
10e. dat de andere heer, van wien in het interview
gerepl wordt, niet op de lijst kon geplaatst zijn, daar
het kabinet, dat aftrad, uiteraard, geen lijst gearres
teerd heeft;
11e. dat ik aan mannen van het vak de vraag ter
beoordeeling laat, of het niet een res mali exempli is,
zoo een curator, die in zijn kwaliteit iets op het spoor
meent te komen, dat geheel buiten de zaak ligt., brie
ven en kaarten, hem niet door zijn cliënt, maar door
een derde, onder verband van geheimhouding, toever
trouwd, zonder daartoe door dien derde gemachtigd te
zijn, laat registreeren en ze later als politiek wapen,
gelijk te Ommen geschied is, gebruikt.
En 12e dat ik in de meening van de redactie van
„De Nieuwe Courant", alsof een minister in functie
zich volstrekt buiten alle stembusactie moet houden,
niet geheel deel; dat Engeland en Amerika deze ma
nier van doen veeleer eeren; en dat nog onlangs zelfs
in „De Nederlander" het spreken bij de stembus door
een minister werd bepleit. Maar dat, ook al verschilt
men hierin van mij in opinie, het toch wel nooit een
minister verboden zal zijn, om van een hem bekende
gelden, die met het oog op de stembus bijeenverzameld
zijn, in ontvangst te nemen, ten einde ze over te ma
ken aan den thesaurier van het comité, waarvoor ze
bestemd zijn, en waarvan hij zelf 25 jaren lang voor
zitter is geweest."
In verband met mr. Tideman's mededeelingen betref
fende dr. Kuyper en de benoeming van den heer R.
Lehman op 31 Aug. 1903 tot officier der orde van
Oranje-Nassau, wordt door de „N. Crt." in herinne
ring gebracht, dat de officieele aanspraken, welke
laatstgenoemde op een koninklijke onderscheiding ge
acht mocht worden te kunnen doen gelden, gelegen
waren in het aandeel door hem genomen in den bouw
van de aula der Gemeentelijke Universiteit te Amster
dam, welke geheel of voor een aanzienlijk deel door
hem werd bekostigd.
Omtrent de ontslag-aanvrage van den Duitse li en
rijkskanselier schrijft de „Nordd. Alg. Ztg.":
„Door eenige bladen wordt getracht, aan de door ons
ontvangen mededeeling omtrent het aanstaand.aftre
den van den rijkskanselier hare beteekenis te ontzeg
gen.
Ter meerdere verduidelijking doen wij dus opmer
ken, dat de rijkskanselier den keizer om onmiddellijk
ontslag verzocht.
Zijne Majesteit kon niet besluiten tot dadelijke in
williging van dit verzoek, en verzocht den rijkskanse
lier dringend, terwijl hij sterk den nadruk legde op
diens groote, in zijn twaalfjarige werkzaamheid als
minister aan kroon en land bewezen diensten, zijn
ambt nog zoolang te behouden, tot de hervorming van
's rijks financiën, wier afdoening een nationale nood
zaak vormt, tot stand was gebracht. De keizer liet zich
daarbij leiden door de overtuiging, dat het in de eerste
plaats aan von Bülow zou gelukken, dit werk, onder
terzijdestelling van die belastingontwerpen, welke
schadelijk zouden zijn voor de belangen van het rijk in
zijn geheel en daarom voor de verbonden regeeringen
onaannemelijk, tot een goed einde te brengen.
Het verzoek van den keizer om vooralsnog aan te
blijven, wilde de rijkskanselier niet verwerpen, doch
hij heeft onherroepelijk besloten, naar aanleiding van
de ontwikkeling der politiek, welke haar uitdrukking
vond in de verwerping van de successiebelasting, ter
stond na het tot stand komen der financieele hervor
ming zijn ambt neer te leggen.
Een belangrijke ontdekking is gedaan in de Kem
pen te Moll (provincie Antwerpen). Aldaar is
een onderaardsche waterplas ontdekt, die groot genoeg
zou zijn om heel laag België van drinkwater te voor
zien. De ingenieurs Putzeys en Rutot beweren, dat
de plas 65.000 H. A. breed, bij 25 a 30 M. diep is. De
regeering heeft, naar het Gentsche blad „le Bien pu
blic meldt, besloten den omvang van de onderaardsche
waterlaag nauwkeurig te laten opnemen en middelen
worden bestudeerd om die te leiden. De gemeente
Moll en de volksvertegenwoordiger voor Turnhout, ba
ron de Broqueville, stellen groot belang in de zaak.
De gemeente gaat met staatshulp een proefput bou
wen, die zoowat een 10.000 francs zal kosten. Als die
put klaar is, zal er omtrent twee maanden lang ge
pompt worden. Daarna worden wetenschappelijke
waarnemingen gedaan. Slaagt de proef, dan wordt
Moll met staatshulp van een waterleiding voorzien.
Het kamp van Beverloo, waar het drinkwater te wen-
sehen overlaat, zal er ook van bediend worden. Loopt
alles geheel naar wensch mede, dan kan de regeering
er aan denken het water te leiden over geheel laag
België Na de korenvelden de waterbronnen. De
Vlamingen zullen eerlang niets meer aan hun Waal-
sche buren te benijden hebben.
Eenigen tijd geleden werd te P a r ij s een ban
kroetier, de heer Fieschi, veroordeeld tot 3000 francs
boete en uitbetaling aan zijn schuldeischers van 10.000
francs.
Pit vrees voor gijzeling, wendde hij zich, op raad
van zijn advocaat, mr. Lhermitte, tot de rechtbank.
Eenige dagen later schreef hij uit de gevangenis „La
Santé' aan zijn raadsman, dat de rechter zijn verzoek
tot kort geding had afgewezen.
Toen de advocaat zich in het bezit wilde stellen van
een afschrift van deze beschikking, bleek die niet te
bestaan. Toch hield zijn cliënt vol, dat hij in het ka
binet van den rechter was geweest en dat deze afwij
zend beschikt had.
Viefs van deze geheimzinnige zaak begrijpend, be
gaf mr. Lhermitte zich naar den advocaat-generaal,
die den bankier bij zich liet brengen; hij geleidde den
magistraat rechtstreeks naar de bewuste kamer, wer
kelijk de zaal, waar de zittingen gewoonlijk worden ge
houden.
I' ieschi verklaarde den beambte, aldaar werkzaam,
te herkennen, maar deze verzekerde, den bankier nooit
gezien te hebben.
Daarop werd de rechter ontboden, die op den be-
wusten dag de verzoeken tot kort geding behandeld
had. Maar in dezen herkende de gegijzelde niet de
magistraat, die zijn verzoek geweigerd had!
Mr. Lhermitte opperde toen de veronderstelling, dat
de een of ander zich als rechter had voorgedaan, en
zijn cliënt ten onrechte had geoordeeld.
Hoewel het parket aan het vreemde verhaal van den
heer Fieschi niet yeel geloof hecht, heeft de advocaat-
generaal toch een nader onderzoek gelast.
Men zal de inspecteurs van politie opsporen, die,
volgens diens beweren, den bankier begeleid hebben
naar het paleis van justitie, want er moet blijken,
waar in deze dwaze geschiedenis de mystificatie
schuilt.
naam het hoofd van zulk eene regeering zou ontvan
gen."
Zoo luidt de aanhef van het manifest, waarin ten
slotte de hoop wordt te kennen gegeven dat het land
luid en duidelijk het vonnis zal uitspreken over de re
geering. die voor dit bezoek verantwoordelijk is.
Het kiesrechtontwerp in P e r z i is op bevel van
den Sjah ingetrokken, daar de provinciale comité's
de aanneming ervan weigerden. De grondwet is daar
mede weder voor onbepaalden tijd uitgesteld. De toe
stand is volgens den berichtgever te Teheran van de
„Köln. Ztg." weer verergerd. Voorname Perzen -ver
laten de stad en brengen hun kost-baarheden in veilig
heid.
De Britsche en Russische vertegenwoordigers zijn
onderhandelingen begonnen met Sardar Arsad, die
verklaard heeft, dat hij te Koem zal blijven tot de bij
eenkomst van het parlement. Saad el Dauleh heeft
op verzoek van den Sjah zijn verzoek om ontslag in
getrokken.
Te Mesjed heeft naar een Engelseh ochtendblad uit
Teheran verneemt, de gouverneur zijn ambt neerge
legd en zijn toevlucht gezocht bij het Russisch con
sulaat.
Te F e z werd Zaterdag een aanval van de troepen
van den pretendent ieder uur verwacht. De poorten
zijn gegrendeld, overal zijn wachtposten uitgezet.
De Fransche consul moet zijn landgenooten hebben
aangespoord, terstond de stad te verlaten.
Zonderling klinkt het bericht van een zeer opti-
mistischen correspondent der „Köln. Ztg." te Tanger,
dat „de troepen van den Sultan, de opstandelingen
voor zich uitdrijvend, tot in de buurt van Tesa zijn
doorgedrongen".
GEMENGDE MEDEDEELINGEN.
Ruil van studenten.
Een aanzienlijke commissie heeft zich in Engelaml
gevormd om een fonds te stichten, dat uitnemende
studenten in Engeland, Canada en de Vereenigde
Staten in de gelegenheid moet stellen een tijd aan do
universiteiten van die landen te brengen. Het moet
een ruil van studenten op groote schaal worden.
Een algemeene staking.
De Romeinsche socialisten-vereeniging heeft beslo
ten de algemeene staking te proelameeren over het
geheele land, indien de Tsaar in Italië komt, zoo
meldt de Stampa.
Doorgesneden.
Zaterdag zijn opnieuw telefoonlijnen doorgesneden,
ditmaal tusschen Angoulème, Périgueux en Parijs.
Ondanks het onderzoek, dat is ingesteld, heeft men de
schuldigen nog niet kunnen ontdekken.
Een banket.
In de Engelsche pers doen een aantal mannen van
naam (de hertog van Hamilton, de lords Dunraven,
Rothschild en Avebury, enz.) een oproeping om deel
te nemen aan een banket, dat zij den 20en Juli te Lon
den willen aanbieden aan „een invloedrijke en voorna
me deputatie uit Konstantinopel," om uiting te geven
aan de ingenomenheid, waarmede men in Engeland dc
groote grondwettelijke veranderingen in Turkije gade
slaat.
Moord.
Omtrent den moord op generaal Beekman te Stock
holm worden nog enkele bijzonderheden medegedeeld.
De generaal had met andere officieren deelgenomen
aan het galadiner in het koninklijk paleis en daarna
met deze collega's nog een uurtje in een koffiehuis
doorgebracht. Even na twaalf uur keerde hij huis
waarts. Op het plein Karei XII werd hem toen door
een revolverschot in den rug een doodelijke wonde toe
gebracht. Stervend werd de generaal naar het zieken
huis gebracht, waar ook de moordenaar die zich zelf
met twee schoten had verwond, na eenige uren stierf.
De moordenaar bleek te zijn een venter van de soci
alistische courant Brand. Hij behoorde tot de z. g.
jong-socialisten. Voor zijn dood bekende hij dat hij op
generaal Beekman had geschoten, zonder dezen te
kennen. Een tweede schot dat voor den commandant
Dahlgren, die zich in gezelschap van Beekman be
vond, bestemd was, miste het doel. Volgens den ge
noemden correspondent zou de moord een gevolg zijn
van de door de socialistische partijen in den laatsten
tijd in het geheim gevoerde campagne tegen het be
zoek van den Tsaar.
Brand.
Een ernstige brand heeft te Berlijn in de spoorweg-
werkplaatsen van den Oosterspoorweg gewoed. De
brandweer spande zich tot het uiterste in om te red
den wat nog te redden was, maar zij kon niet beletten
dat een wagenloods met 24 wagons een prooi dei-
vlammen werd.
Een goudmijn.
Een allervreemdst verhaal staat in een Parijsch
blad, dat, mocht het bevestigd worden, weder opnieuw
een kijk geeft op de eigenaardige toestanden, welke in
de Fransche strafkolonies bestaan.
De gedeporteerden van Guyana hebben ergens in
een bijna ontoegankelijke streek van het binnenland
een goudmijn ontdekt, welke zij reeds geruimen tijd
volgens alle regelen van de kunst ontginnen. Het lot
beslist, wie tijdelijke mijnwerkers zullen zijn: de aan
gewezenen breken uit, arbeiden een bepaalden tijd in
de mijn en keeren met een hoeveelheid goud terug,
waarna andere lotgenooten hun plaats ginds innemen.
Het gedolven goud weten zij om te zetten en koopen
er eet- en drinkwaren voor, zoodat zij dikwijls weken
lang in overdaad leven. De directie en het personeel
van de strafplaats weten wat er geschiedt, en trachten
het uitbreken te voorkomen, maar steeds te vergeefs.
Niettegenstaande de ijverigste en nauwkeurigste na-
sporingen kan men er niet in slagen, de ligging der
goudmijn te ontdekken. Aan geschiedenissen van
moordpartijen en oproeren in de bagno's is men lang
zamerhand gewoon geraakt, evenals aan de vaak voor
komende ontvluchtingen van gestraften.
arbeiderspartij in
tegen het bezoek
Het uitvoerend comité, van de
Engeland heeft een manifest
van den Tsaar uitgevaardigd.
jjWdj gelooven, dat het bezoek van den Tsaar dooi
de groote meerderheid van het Britsche volk als een
beleediging wordt opgezet. Wij wenschen niet ons in
de aangelegenheden eener vreemde regeering te men
gen, maar wanneer deze zich slechts kan handhaven
door terechtstellingen, wanneer zij de beste burgers in
ballingschap, wanneer zij elke vrije uiting door beu
len, spionnen en misdadigera van (allerlei slag den kop
indrukt, dan is het een beleedigin-g voor den goeden
naam van ons volk, wanneer' onze Koning uit onzen
Uitspraken van heden.
Petronella H., Alkmaar, diefstal, een week gevange
nisstraf.
Frederik B., Alkmaar, wederspannigheid, twee we
ken gevangenisstraf.
Aaltje S., Alkmaar, verduistering, 25 boete of 10
dagen hechtenis.
Jan Hendrik J. van N., Alkmaar, verduistering 1
boete of 1 dag hechtenis.
Pieter van der L„ Medemblik, mishandeling.
10 boete of 10 dagen hechtenis.
Teunis PI., Eierland, zich wederrechtelijk bevinden
op eens andersmans erf, 5 boete of 5 dagen hechte
nis.
Pieter Zw„ Egmond aan Zee, mishandeling en be
schadiging, '3 weken gevangenisstraf wegens mishan
deling en vrijspraak voor beschadiging.
Bartel H., Alkmaar, eenvoudige beleediging, 10
boete of 10 dagen hechtenis.
Klaas de G., Warmenhuizen, oplichterij, 6 weken
gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest.
Gerrit Willem van der V., Alkmaar, overtreding ar
beidswet, bevesting van het vonnis van het Kanton
gerecht.
Albertus W., Alkmaar, mishandeling, vrijgesproken.