DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. lo. 152. Honderd en elfde Jaargang. 1909. ZATERDAG 3 JUL! Getrouwd naar Indië? BINNEN LAN Pi Dit nummer bestaat uit drie bladen. Tweede Kamerverkiezingen. Bestrijding der tuberculose. Verdronken. Geen candidaat Ontploffing. Inbraak. Het spook. Anti-feminisme. Hoe men gras verpacht. Kuyper—Westmeljer—Lehmann f.ères De burgemeester van Kortenhoef. De hoogste .schoorsteen. Uit Grootschermer. Hoe de Batak zijn vrouw noemt. Te-leur stelling. Jeugdige dieven. Tramwegen Iq Noord-Holland. Varia. Slaapmiddel. Uit Broek op Langendijk. ALRMAARSGHE COURANT. De heer Charles Boissevain is naar Indië geweest en heeft van daar uit, al reizende, zijn indrukken mail voor mail aan zijn courant, het Amsterdamsche „Al gemeen Handelsblad", toegezonden; indrukken die, al naar gelang het Handelsblad ze telkens natuur lijk met een tusschenpoozing van bijna twee maanden nadat ze uit zijn pen waren gevloeid in Indiëbekend deed worden, nogal wat tegenspraak van de zijde van de Indische pers uitlokten. Ternauwernood in 't va derland teruggekeerd heeft de heer B. de stukken, een weinig herzien, tot een boekdeel vereenigd doen uitge ven onder den titel „Tropisch Nederland." De uitdrukking „Tropisch Nederland," door schrij ver ook te voren, n.l. in de stukjes zelve, herhaalde malen gebezigd, heeft menig Indischman doen opzien. Ze is vreemd gedacht. Welken totaal-indruk onze Oost ook moge maken, zeer zeker niet dien van een deel van Nederland, van de overige deelen verschil lend vooral en voornamelijk door zijn ligging in- de tropen en slechts indien dat wèl zoo ware, ware de benaming „Tropisch Nederland" verdedigbaar. Nie mand minder dan Multatuli vgl. zijn aanteekenin- gen bij „Max Havelaar" stiet zich dan ook zelfs reeds aan de (toch inderdaad héél wat minder ver gaande!) benaming „Nederlandsch-lndië", daarbij de vraag stelllende of het bijvoegelijk naamwoord „Ne- derlandsch" niet liever door den tweeden naamval „Nederland's" te vervangen ware: Multatuli toch slaagde er niet in in Indië iets „Nederlandsch", laat staan er „Nederland" in te zien. Maar genoeg daaroverZoo als het daar ligt, is het toch wel een aangenaam en interessant boek, Bois- sevain's „Tropisch Nederland", vlot geschreven, en dat prettig leest; opgewekte en opwekkende lectuur van een eigenaardige bekoring en van een ontembaar en ontoombaar optimisme op velerlei gebied. Maar le zers en vooral gij, lezers, die Indië niet uit eigen aanschouwing kent: ge zult goed doen zoo ge bij iede re bladzijde, ja bij ieder volzin onthoudt wat schrijver zelf op de eerste pagina zegtdat hij slechts kort in den Archipel geweest is en „slechts indrukken, geen vruchten van studie en onderzoek" heeft kunnen ge ven. En dit te meer daarom.omdat schrijver zelf het wel eens uit het oog schijnt te verliezen. Zoo b.v. daar waar hij een lofrede houdt op de in Indië geboren en opgevoede dames van volbloed-Europeesche afkomst, de inderdaad meestal niet weinig aanvallige en be koorlijke Creoolschen, en terstond daarop (bij wijze van tegenstelling zeker?) al wat „halfbloed'"', wat „kleurling1' is, aftakelt, en een overtuigde waarschu- schuwing tegen „Rasvermenging" geeft, zóó over tuigd, dat hij in den loop ervan uitroept: „Nu bid ik „ernstig alle oudersdoet toch al het mogelijke om uw „zonen gehuwd naar Inlië te zenden. Geen opoffering, „die dit mogelijk maakt, is te groot. Regeering help „mee Denk er vooral aan, o lezer: het zijn hier „indruk ken", en geenszins „vruchten van studie en onder zoek" die schrijver ons voorzet! Schrijver's bezwaren tegen het half-bloed-ras welks vermeerdering hij alzoo hoopt tegen te gaan door de voor Indië bestemde Nederlandsche jongelie den vóór hun vertrek derwaarts te laten trouwen zijn tweeërlei: lo. dat de halfbloeds de Nederlandsche taal martelen, en vooral 2o. dat „personen, in op voeding en beschaving gelijkstaande met de Inlanders der laagste klasse, maar met alle pretentiën van Eu ropeanen behept, in alle opzichten ongewensclit zijn. Zéér juist.behoudens dat schrijver hier twee fouten ineens maakt. Primo toch valt te onderschei den hetgeen schrijver nalaat tusschen: den halfbloed, die „Inlander blijft", en dien het als zoodanig vaak lang niet kwaad gaat, ja, die in menig geval in de Inlandsche maatschappij héél aardig te recht komt, den halfbloed die, een welverzorgde Europeesche opvoeding genoten hebbende, volstrekt niet de minde re is van den volbloed-Europeaan van gelijke opvoe ding, en: den verwaarloosden halfbloed. Alleen omtrent dezen laatste nu gaat de redeneèring op. Maar en hier komt de tweede foutze gaat evenzeer op om trent den verwaarloosden volbloed, den Creool, die, géén goede Europeesche opvoeding genoten hebbende, men den verwaarloosden halfbloed geheel gelijk staat en om percies, dezelfde redenen een minstens even „ongewensclit" element vormt De inderdaad ongewenschte klasse der Pauper-Eu ropeanen in Indië bestaat tot nu toe voor de groote meerderheid uit getinte, en voor Jeen kleine minder heid uit blanke lieden. Het is niet de vraag of een in Indië geboren „Europeaantje" blank dan wel min of meer getint ter wereld komt het is de vraag of de middelen en omstandigheden er zijn, om hem een goede Europeesche opvoeding hetzij in 't moeder land, hetzij in Indië te verzekeren. Tot nog toe ge niet inderdaad de overgroote meerderheid der Creolen der in Indië geboren volbloed blanken, een behoorlijke Europeescheopvoeding. Waarom? Omdat de Euro peaan in Indi6 niet lichtvaardig, niet voordat hij zeker is van voldoende middelen van bestaan, met een Eu ropeesche vrouw pleegt te huwen. En dit is het, dat thans door den heer Boissevain wordt aangetast. In derdaad.het ware zaak om „ernstig te bidden" tot alle Nederlandsche oudersdat zij hun voor Indië bestemde zoons toch niet te zeer zullen aanzetten om vooraf, nog vóór zij proefondervindelijk voor een In dische loopbaan geschikt zullen zijn gebleken, in het huwelijk te treden, en dat zij hun dochters niet al te licht aan naar Indië gaande jongelieden zullen uit huwelijken, nog vóór gebleken kan zijn of de a. s. schoonzoon het in Indië zal kunnen bolwerken. want, geven ze zoo maar, zonder meer, aan den raad van den schrijver van „Tropisch Nederland" gehoor, dan zal, daargelaten nog de jammerlijke gevolgen die dat in menig geval voor hun kinderen en kleinkin derenzal kunnen hebben, het gevolg-in-algemee- nen-zin daarvan vermoedelijk geen ander wezen dan versterking van het blanke element onder de Pauper Europeanen in onze Oost, m.a.w. vermeerdering van het aantal witte Nederlanders, die het Nederlandsch martelen zullen en die, in ontwikkeling en bescha ving de minderen van menig inlander, maar niette min met heerschend-ras-pretentiën behept, een zéér ongewensclit element zullen helpen versterken! Er is meer. Maar laat ons dit veelomvattend onderwerp niet terstond trachten uit te putten. Van zeer betrouwbare zijde wordt vernomen dat mr. De Meester ten stelligste voor Den Helder zal zitting nemen. Mededeeling hiervan zal geschieden, zoodra hij hersteld zal zijn. Naar het II b 1 d. verneemt, zijn als voorloopige candidaten vooj' de Tweede Kamer in het district Am sterdam IV bij het bestuur van Vooruitgang IV aldaar reeds opgegeven de heeren prof. mr. G. A. van Hamel, dr. C. Lely en jhr. mr. J. Röell. Maandagavond vergadert Vooruitgang IV tot het. stellen van een candidaat. Ook de afdeeling' Amster dam van den Bond van Vrije Liberalen vergadert Maandagavond. Hier is bij het bestuur als voorloopi ge candidaat opgegeven alleen jhr. mr. J. Röell. Op den 7den tot en met den lOden Juli, te Stock holm te houden achtste conferentie van de Internatio nale vereeniging tegen de tuberculose, zal Nederland worden vertegenwoordig'd door de heeren dr. M. W. Pijnappel, hoofd-inspecteur der volksgezondheid te Zwolle, voorzitter van het dagelijksch bestuur der Ne derlandsche Centrale Vereeniging tot bestrijding der tuberculose, en dr. W. J. van Gorkom, speciaal arts voor tuberculose te 's-Gravenhage, secretaris-penning meester dier vereeniging. Verder zullen verschillende andere Nederlandsche geneesheeren, eorrespondeerende leden van de Interna tionale Vereeniging, aan de conferentie deelnemen. GEMENGD NIEUWS. In de ringvaart van den Haarlemmermeerpolder is verdronken liet 8-jarig zoontje van den machinist van het stoomgemaal Lijnden, Visser. Te Finsterwolde (Gr.) verzuimde de secretaris der vrijz. kievereeniging de candidatenlijst voor de verkie zing van drie raadsleden in te leveren. Twee der candidaten stonden reeds op een andereu ingeleverde lijst. De condidatuur van den derden can didaat verviel door dit verzuim. Donderdagmiddag had de lieer W. te Doetinchem bij het vullen van geweerpatronen het ongeluk dat het kruit in de houten 'bus, waarin zulks geschiedde, ont plofte en de bus uit elkaar vloog. De heer Wwerd zeer ernstig aan gezicht en handen verwond. In een der voorgaande nachten heeft een inbreker bij den melkboer LI. Bonder, Spuistraat te Amsterdam een bezoek gebracht. Door 't tuimelraam boven de winkeldeur kwam de man binnen, waarna hij, alvorens rond te snuffelen, eerst de knippen van de deur deed en de deur op een kier zette. Toen begon hij kalm zijn onderzoek, wat echter hoegenaamd geen resultaat gaf. In den winkel niets van zijn gading vindend -de be woners hebben de goede gewoonte 's avonds de lade zelf te ledigen ging de nachtelijke bezoeker naar 't opkamertje, waar een kastje onderzocht werd. Inmiddels hadden de bewoners reeds eenig onraad bespeurd, en toen opeens met krakend geweld een lade opengetrokken werd, sprong de melkboer zijn bed uit, keek rond in 't voorhuis en had nog tijd de straatdeur op de knip te doen. De dief sprong uit 't opkamertje den winkel in, een korte worsteling volgde, waarbij Je inbreker wist te ontkomen, echter zonder iets mede te nemen. De rust in de hevig geschokte gemoederen te Echteld is weergekeerd, nu het spook ontdekt is. Het was een geit, die, door ratten in hare nachtrust gestoord, haar misnoegen daarover uitte op de wijze aan hoorndragende dieren eig®i, door namelijk te stooten. In de classicale vergadering van Woensdag is het volgende briefje voorgelezen: Aan het Classicaal Bestuur Ned. ILerv. Gemeente te Haarlem. Weled. Heeren, Het zou toch zeker oliedom zijn het voorstel van Ds. A. Snethlage te Heemskerk, predikant in die gemeen te aldaar, te steunen. Laten de vrouwen kous en andere lijfgoedereu ver stellen, in hun huish. bezig zijn, maar kiesrecht en stemrecht aan de mannen overlaten. Eerst in de kerk, dan zeker voor den Gemeenteraad, later le en 2e Ka mer, jawel Heeren! onder de pantoffel gaan jelui, dat is zeker. Een aantal bejaarde dames. 12 Juni uit Haarlem. Ondanks dit advies, dat leidde tot het verzoek aan den scriba der classicale vergadering om voortaan naamlooze stukken ter zijde te leggen, werd zooals gemeld het voorstel om te komen tot het kiesrecht der vrouw in de Kerk met belangrijke meerderheid aangenomen. In de gemeente Achtkarspelen (Er.), hield een no taris deze week grasverhuring. Men bood tegen elkaar op, zoodat de prijzen enorm hoog liepen. Ook de no taris had er zelf perceelen bij en ook hierbij ging het druk met verhoogen. Te midden daarvan riep de no taris „gegund," tot ongenoegen van de andere bieders. Volgens den notaris was het door hem gegunde bod hoog genoeg, en hij maakte er zich verder af door te zeggen, dat hij de hoogere biedingen niet gehoord had. Het Hbld. ontving het volgende schrijven: „Op de door dr. Kuyper, in zijn benauwdheid, aan de „mannen van het vak" ter beoordeeling gelaten vraag, of de handelwijze van mr. Tideman niet eene res mali exempli is, kwam gisteren in het lijfblad van den grooten man, dat zijn lózers nog altijd onkundig laat van wat gebeurd is, een antwoord van zijn trouwen partijganger, den advocaat mr. S. de Vries Czn. Volgens dezen laat het geen twijfel, dat mr. Ti deman de grenzen zijner bevoegdheid heeft overschre den en een ruime opvatting heeft van zijn ambtsge heim als curator in het faillissement en stellig is, naar mr. De Vries oordeelt, wat mr. Tideman deed een slecht voorbeeld voor jonge curatoren. Veroorloof mij hier te wijzen op een misverstand. Het curatorschap van mr. Tideman in het faillisse ment V an Dieren Bijvoet heeft met de veel besproken onthullingen van mr. Tideman niets, te maken. Aan den redacteur van „Het Volk," die hem interviewde, heeft de heer Tideman zeer duidelijk verteld, hoe hij als advocaat van den, nog niet gefailleerden Van Die ren Bijvoet zich tot diens avontuurlijk nichtje gewend heeft en hoe hij van deze vrouw, die zich te verdedi gen had tegen de op haar rustende verdenking van je gens haren oom gepleegde oplichting of gepleegden zwendel, de historie Kuyper-Westmeijer-Lehmann frères vernomen en de bewijsstukken ontvangen lieeft. Den iateren curator Tideman is dus niets te verwij ten. Degenen, die thans, uit dépit, omdat zij hun ge- blameerden leider onmogelijk verdedigen kunnen, op mr. Tideman een blaam wenschen te werpen, zullen mij antwoorden, dat dan toch de advocaat mr. Tide man onbehoorlijk heeft gehandeld. Inderdaad dringt de Roomsclie „Residentiebode" reeds aan op maatregelen van disciplinairen aard te gen den Ilaarlemschen advocaat Ook bier meen ik te mogen wijzen op een misver stand. De advocaat Tideman was discretie, trouw an steun in den meest loyalen zin schuldig aan nie mand anders dan aan zijn cliënt Van Dieren Bijvoet. Hij was verplicht, en is dien plicht nagekomen, dien cliënt verlof te vragen tot het publiek maken van de door juffrouw Westmeijer aan hem geopenbaarde kabi- netsgeheimen van dr. Kuyper. Van af het oogenblik, dat de heer Van Dieren Bijvoet hem het gevraagde verlof had verleend, was mr. Tideman geheel vrij in zijn doen en laten. Eigenlijk zou ik zeggen, dat van af dat oogenblik de heer Tideman aan de openbare zaak verplicht was de toevallig gedane ontdekkingen te publiceeren. Het eenige wat men den heer Tideman verwijten kan, is, dat hij bijna drie jaren met de publi catie heeft gewacht. Zijn vrienden weten echter, dat dit het gevoig is van zijn kieschen schroom, den naar zijne meening voor goed uit de Regeering verdwenen hoogbejaarden Staatsman te grieven, en dat bij dien schroom eerst heeft weten te overwinnen, toen het hem duidelijk werd, dat dr. Kuyper nog altijd aanspra ken wil doen gelden, om het roer van Staat weder in handen te nemen. Ten eerste besefte hij ten volle, dat hij als burger tot spreken verplicht was. Naar mijne meening en naar die van tal van leden van de balie, heeft de heer Tideman gehandeld als een gentleman en bestaat niet de minste aanleiding voor den feilen aanval dien de redactie van ,De Re sidentiebode" zich tegen hem veroorlooft. Ik ben zee# benieuwd of genoemd blad en of vooral „De Standaard" dit verweer aan zijne lezers ongemu- tileerd zal durven mededeelen." H. J. BIEDERLACK. Tn het vredige, aan 's-Graveland grenzende dorpje Kortenhoef zijn rare dingen gebeurd. Zóó raar, dat de justitie termen vond om in te grijpen. Aan het einde der Raadszitting van Woensdag j. 1. vroegen de wethouders, de heeren H. Grotendorst en S. G. Jansen, wie wijzigingen en aanvullingen had aangebracht in verschillende gemeentelijke stukken als notulen van vergaderingen van Burgemeester en Wet houders, notulen van Raadsvergaderingen in den ka dastralen legger en de rekeningen van „Gemeente Veenlieden," veranderingen, waardoor de gemeente schade zou kunnen lijden. De gemeente-secretaris, de heer LI. Lemke, verklaar de daarop, dat hij, door de aangebrachte veranderin gen, niet langer verantwoordelijk wenschte gesteld te zijn voor het archief. De burgemeester, de heer Warmolts, zeide toen per soonlijk die wijzigingen en aanvullingen verricSt -te hebben, meenende zulks te mogen doen. De wethouders verklaarden het hiermede gansch en al niet eens te zijn en lieten den te Kortenhoef gestationneerden rijks veldwachter komen, die op hun verzoek de veranderde stukken in beslag nam. De wethouders hebben zich bij de justitie over het optreden van den burgemeester beklaagd, met het ge volg, dat het parket uit Amsterdam eergisteren per auto te Kortenhoef arriveerde en ten gemeentehuize een onderzoek instelde. Getracht werd nog den burge meester te spreken te krijgen, doch deze was afwezig; waarop de bedoelde stukken in beslag werden genomen. In Kortenhoef is men uiterst benieuwd naar den uitslag dezer zaak, vooral nu bet gebeurde rechtszaak is geworden. Dezer dagen wapperde de Nederlandsche vlag op den nieuwen schoorsteen van de mijn Oranje-Nassau I te Heerlen. Deze schoorsteen, gebouwd door de firma Terbecq te Fost bij Aken is de hoogste in Nederland n.l. 73 M. Tot nu toe was een schoorsteen te Enschedé van 03 M. de hoogste. Genoemde firma voltooide het bouw werk in ongeveer 10 weken, zonder dat er ook maar het geringste ongeluk voorviel. De nieuwe schoorsteen dient voor de „Kessenlanla- ge" van de in aanbouw zijnde groote electrische cen trale, welke voorloopig stroom zal leveren voor de Oranje-Nassau I en II door onderaardsche geleiding langs den spoorweg. (L. K.) Gistermiddag vergaderde de Raad dezer gemeente onder voorzitterschap van den heer C. de Boer. Afwezig was de lieer J. Smit, 1 vacature. Bij opening der vergadering wenschte de voorzitter den Raad geluk met den uitslag der afgeloopen ge meenteraadsverkiezing en feliciteerde de heeren Sloo- ten en Spaans met hunne bij enkele candidaatstelling plaats gehad hebbende herbenoeming. De notulen werden daarna vastgesteld. Medegedeeld werd dat was ingekomen van Ged. Sta ten de goedkeuring op de besluiten tot het doen van af- en overschrijvingen en tot het doen van betalingen uit den post van onvoorziene uitgaven, dienst 1908. Voor 'kennisgeving aangenomen. De voorzitter deelde mede, dat aan de feestcommis sie te Driehuizen een subsidie van .30 is verleend, waartoe de Raad in zijne vorige vergadering machti ging verleende. Bij de den 14 Juni gehouden kasverificatie was conform boeken en bescheiden in kas 975.29. De heer P. Groot heeft ontheffing gevraagd van zijn lioofdelijken omslag voor 11 maanden ad 1.83, de heer P. de Groot voor 10 maanden ad 1.50, de heer D. Huijser van Reenen van 6 maanden ad 83,20 en de heer C. Krom van 8 maanden ad 1.33. Zonder bespreking werd die ontheffing verleend. De 3de hooistelcer, de heer J. Tromp, in de Scher mer. heeft, ontslag gevraagd wegens gezondheidsréde nen, dat hem werd verleend; in diens plaats werd be noemd op voorstel van Bui'gemeester en Wethouders, de heer K. Evers. Burgemeester en Wethouders bieden daarna den Raad aan de rekening over 1908, aangevende iii ont vangst 12933.115 en in uitgaaf 11967.905, sluitende met een batig saldo van 965.21. Na rondvraag die niets opleverde, sloot de voorzit ter deze vergadering. Onderstaande namen en uitdrukkingen, waarmede de Batak zijn vrouw aan duidt, mogen een beeld geven van de plaats, die de getrouwde vrouw in de Bataksche maatschappij inneemt. Om alle misverstand te voorkomen, zij uitdrukkelijk opgemerkt, dat deze namen geen dichterlijke (of lie ver zeer prozaïsche!) omschrijvingen zijn, slechts bij bijzondere gelegenheden gebruikt. Neen, het zijn de dagelijks gebezigde, en ze zijn volkomen eerlijl? ge meend. De naam is hier inderdaad een teeken! Mijn vrouw. Die van mij is. Mijn menseh. Die mijn brandhout haalt. Mijn koopsel. Die mijn rijst kookt. Mijn lust. Die mijn mat spreidt. Mijn bedgenoot. Die mijn varkens voert. Mijn kindermeid. Die mijn hond voert. („Neerlandia.") Een pessimistisch lezer schrijft aan de N. Ct. Het Correspondentie-bureau berichtte vanmorgen, dat vandaag hier in Den Haag de Wright-machine zal worden gesteld. Het is te hopen dat het geen te-Leur-stelling zal worden Gisterochtend is op last van den rechter-commissa- ris in de woning van zijn ouders aan de Mauritsstraat te Rotterdam gearresteerd de 12-jarige L. W. F. De, jongen, die meermalen van ladelichting en diefstal werd verdacht, is ter beschikking van den rechter commissaris- gesteld. o Aan een 7-jarig meisje is gistermiddag op de Bickersgracht te Amsterdam door een jongen een portemonnaie, inhoudende 3, afhandig gemaakt. Na dat hij het geld er uit had gehaald, gaf hij de porte monnaie weder aap het kind terug. Nu de aanleg van een tramweg van Alkmaar naar Sehagen verzekerd is, beginnen ook de plannen van den aanleg van een stoomtram in aansluiting hierop van Sehagen naar Den Helder vaster vorm aan te ne men. Het plan is, om de lijn bij Sehagerbrug te doen aan sluiten aan de lijn Alkmaar-Schagen en dan verder te doen loopen door de polders „Het Koegras," en „Zij- pe," naar Den Helder, tot het IJ. IJ. S.-station aldaar. Met de opneming der hiertoe benoodigde gronden zal dezer dagen reeds een aanvang worden gemaakt, ter wijl overigens de medewerking der betrokken polder besturen is toegezegd. „Heb je mijn raad opgevolgd tegen slapeloosheid, en ben je gaan tellen, zoodrn je in je bed bent, ge stapt „Ja, ik heb geteld tot 29000." „En toen ben je dan toch vast ingeslapen „Nee, want toen was 't juist tijd om op te staan." Gelezen op het raam van een waschzaak in de Cein tuurbaan te Amsterdam. „Kinderen waschen binnen enkele dagen thuis." Uit een Hollandsch-Engelschen bestelbrief: „De bekrachtiging des liandteekens is niet vereisebt. Geliefd de zes met een* aangeteekende ledigten aan te vullen." Uitlating op een slagersvergadering: „De huid is een kostbaar onderdeel van den slager zelf." TJit het Oogst-overzicht van 15 Juni in de „Staats courant" „Pruimen. De stand is matig in Gelderland en Utrecht .matig tot goed op Zuid-Beveland, matig op Walcheren, vrij goed in het overige deel van Noord- Holland." Aardrijkskunde bij het Departement van Landbouw zwak(Hbld.) Aan het hulp-telegraaf- en telefoonkantoor werden liet tweede kwartaal 1909 ruim 600 telegrammen ont vangen, gedurende het eerste halfjaar beliep liet aan tal ontvangen telegrammen ruim 2700.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 1