BJ
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
Damrubriek.
rjrm
w
■f
H
m
a m
m m
m
m
m
m m m
m
Belasting op de gebouwde eigendommen.
1909.
V R IJ D A O
9 JULI.
Hinderwet.
Pret en historische ernst.
BINNENLAND.
■Lmm
LI
HHB m
s
B
H
No. 157.
Honderd en elfde Jaargang.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
reesidagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P iktnaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f I,—
M ynderlijke nummers 3 Cents,
Prijs der gewone advertentiëm
Per regel f 0,10, Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N, V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/fi, HERMs. COSTER ZOONs Voordam C 9.
lp
m
TeMoomnonef S.
29 40, 24 35, 23 41, 41 32, 16 27, 35 33, 32 43,
18 8, 31 13 en wint.
Huldeblijk aart H M de Koningin
Dr. A. Kuyper.
Mr. Th. H. de Meester,
Van Kol
Kamerverkiezing Harlingen.
Van Texel,
gi
j
1
COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat beden op
de gemeente-secretarie ter visie is gelegd bet aan hen
ingediende verzoek met bijlagen van de TT. V. Gebr,
KLUITMAN's UITGEVERSMAATSCHAPPIJ EK
KUNSTDRUKKERIJ, gevestigd te Alkmaar, om
vergunning tot bet uitbreiden van bare kunstdrukkerij
door bet bijplaatsen van een gasmotor van 12 P. K,
ter vervanging van den bestaanden van 8 P. K. en
door het inrichten van een zincografiscbe af deeling
waarin een dynamo van 220 volt, 191/,, Amp, een gra
veermachine en een fraismachine in het perceel Ken-
nemerstraatweg Wijk E No. 55a.
Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen worden
ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op
WOENSDAG 21 JULI e. k., 's-voormiddags te elf
uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie
dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en bij, die
bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge
meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis
nemen.
Alkmaar, 7 Juli 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
saaaea
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR, brengen ter algemeene kennis, dat het primi
tief kohier der belasting op de gebouwde eigendom
men, dienst 1909, den 22en Juni 1.1. door den Gemeen
teraad vastgesteld en bij besluit van den 30en Juni
d. a. v. door de Gedeputeerde Staten van Noord-Hol
land goedgekeurd op heden aan den gemeente-ontvan
ger ter invordering is uitgereikt, terwijl een afschrift
daarvan gedurende vijf maanden ter gemeente-secre
tarie voor een ieder ter inzage is nedergelegd.
Bezwaren tegen de aanslagen kunnen op ongezegeld
papier bij den Gemeenteraad worden ingediend binnen
drie maanden na den dag der uitreiking van de aan
slagbiljetten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, secretaris.
Alkmaar, 7 Juli 1909.
Wat wij verleden jaar naar aanleiding van de Delft
sche studentenfeesten schreven moet ons nu weer van
het hart naar aanleiding van de Groningsche maskera
de: Hoe jammer, dat zooveel moeite, zooveel tijd, zoo
veel geld, ja in den laatsten tijd, ook zooveel his
torische zin en inspanning besteed worden aan zoo
iets ondankbaars als aan een studenten-maskerade.
Nu versta men ons wel: Wij gelooven dat men in
Groningen pret heeft gehad gelijk men in Delft pret
zal hebben gehad. En wij gelooven al verder, dat tot
die pret heeft bijgedragen het feit van de maskerade.
En wij misgunnen niemand deze pret.
Evenals verkleedpartijen thuis aanleiding geven tot
menige vroolijke scène, tot grooter gezelligheid, tot
uitbundige pret, moeten die grootere verkleedpartijen
uitgevonden zijn om diezelfde pret eens in het open
baar te hebben. En men hééft die pret vroeger in bet
openbaar gehad.
Men deed dolle dingen, men trok allerlei costuums
aan, lette er niet op of kapsel en grime daarbij wel
hoorden en wilde niet anders beschouwd zijn dan als
een narren optocht, een pretmakerij, een jolig troepje,
een maskerade.
Langzamerhand echter is de maskerade van aard
gaan veranderen. Van een grappige verkleedpartij is
zij geworden een poging tot het doen herleven der ge
schiedenis. Men is details gaan verzorgen. Men heeft
AAN DE DAMMERS.
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem uo. 33.
De stand van dit probleem was als volgt:
Zw. 9. 10. 12, 13, 14, 16, 18, 19, 20, 22, 23, 24, 29.
W. 26. 30, 31, 32, 35, 36, 37, 39, 40, 42, 43, 47, 48.
De oplossing- was als volgt:
Wit speelt.
40—34, 35 44, 32—28, 42—37, 26—21, 4440, 43—38,
13:2.
an dit aardige probleem, met natuurlijken stand,
mochten wij goede oplossingen ontvangen van
MejD. Schild, Nieuw-Niedorp en van de h.h. D.
jerlmg, G. J. Hartkamp, J. Houtkooper, G. van
Niemvkuijk, M. F. van Rijsens, allen te Alkmaar; S.
Roman te Wijde Wormer, P. Ooijkaas en N. K. Snel te
Lniunen, K. Veuger te Koegras, T. v. d. Velde te
Huiswaard, R. Zander te Callantsoog en II. E. Lan-
tmga te Haarlem.
,Peze.week is verschenen no. 4 van „het Damspel,"
ollicieel orgaan van den Nationalen Dambond. Wij
kunnen den damliefhebbers dit tijdschrift niet genoeg
aanbevelen. Dit nummer bevat o. a. iets over het
Damtournooi te Parijs, een gedeelte van den heer I.
iLjer, en een gedeelte van de heeren de Haas en Bat-
teteld, terwijl laatstgenoemde heeren in het volgende
nummer nogmaals op dit tournooi terug zullen komen.
erder bevat no. 4 een drietal partijen uit den na-
de illusie verder doorgevoerd. Men heeft groote som
men uitgegeven voor groote installaties. En al heeft
men dat soms als onlangs in Groningen wijselijk
nagelaten, al heeft men daar ook geen vroegere stads
gedeelten en strijdperken laten herrijzen, ook daar toch
heeft men naar historische nauwkeurigheid gestreefd,
ook daar heeft men de dolle vertooning van vroeger
tot een ernstige plechtigheid gemaakt, waarbij men
ook dames een rol heeft laten spelen.
De maskerade is voor buiten geen „masquerade"
meer, zij is historisch kijkspel geworden, een plechtige
vertooning voor het publiek. Van pretje is zij clou
voor vreemdelingenverkeer geworden. Men maakt er
geregeld en opzettelijk reclame voor, het is bijna
een onderneming .geworden.
„De ernst der tijden" men ziet het heeft zich
ook al van de maskerade meester gemaakt.
Nu ware het heel onbehoorlijk de inrichters er een
verwijt van te Ynaken dat zij nog niet verder en conse
quenter in deze richting zijn gegaan, dat zij niet ge
heel met het oude breken en uitsluitend naar een his
torisch, artistiek en (dan ook) commercieel succes
streven.
Integendeel. De verandering gaat ook zóó gauw ge
noeg.
Maar toch is het wel de moeite waard zich nog eens
„ernstig" af te vragen waarheen de hooger genoemde
„ernst der tijden" de in haar wezen zoo „onernstige"
maskerade zal brengen.
Van het oogenblik af dat men werkelijk gaat stre
ven naar een historisch en artistiek succes, is de op
tocht, gelijk zij thans wordt gehouden, al ten doode op
geschreven. Het is waarin Utrecht en in Groningen
is meer ruimte voor optochten dan in Leiden en Delft.
Doch ten slotte heeft geen der vier steden de voor op
tochten onmisbare lange, breede boulevards, waarop
een groote optocht eenig effect kan makefi, e-enigszins
een geheel kan lijken, de illusie der werkelijkheid kan
geven.
Wil men dus den toeschouwer die illusie van werke
lijkheid geven, welke ons modern gevoel voor realisme
in de eerste plaats verlangt, dan zal men dus weer een
vertooning moeten geven, een vertooning- waarbij men
het publiek dwingt öf mee te vertoonen öf zich op
zulk een eerbiedigen afstand te houden, dat moderne
kleedij en manieren de illusie niet komen verbreken.
Uit den aard der zaak zal men dus voor zoo'n mas
kerade der toekomst een ruim terrein moeten kiezen,
dat aangekle_ed wordt voor den tijd welke men wenscht
voor te stellen, dat niet betreden mag worden dan door
hen, die zich gedragen naar de costuumvoorschriften
uit dien tijd en dat bovendien van uit enkele punten,
waar het publiek ongezien komen mag, te overzien zal
zijn.
Zoodoende zal men werkelijk een bezienswaardig' ge
heel kunnen krijgen, een stijlvolle herleving van den
ouden tijd, die de menschen van wijd en zijd zou doen
t-oestroomen. Het is waar: de inrichting vaii zoo iets
zou veel geld kosten en zonder een eenigszins commer-
cie-ele exploitatie waarschijnlijk onmogelijk zijn. Doch
zijn die bezwaren niet te overwinnen? Mag men niet
bij een zoo mooi schouwspel een bijdrage van den be
schouwer vragen? En gaat er iets af van het tweele
dig doel: een tijd te doen 'herleven op historisch juiste
en artistiek aangename manier en zich in dien ouden
tijd amuseeren verandert er iets aan dat doel, in
dien men een entree heft, gelijk men dat nu toch van
verschillende andere uitvoeringen ook heft.
Nu willen wij niet ontkennen dat een zuiver com-
mercieele exploitatie van dit idee onze voorkeur zou
hebben, omdat dan in veel gevallen het historische mo
ment beter tot zijn recht zou kunnen komen en het
vreemdelingenverkeer meer geregeld van zulk een ver
tooning zou kunnen profiteeren. Doch ook zonder die
zuiver-commercieele exploitatie zal het dunkt ons mo
gelijk zijn een mooi geheel te krijgen, dat buitenge
woon interessant zou kunnen worden uit velerlei oog
punt.
Naar „Het Huisgezin" thans met zekerheid kan me-
dedeelen, zal Noord-Brabant's huldeblijk (een gebeeld
houwde kast), dat II. M. de Koningin ter .gelegenheid
der blijde gebeurtenis zou aangeboden worden, 15
Augustus gereed zijn.
Het ligt in de bedoeling der commissie, dit geschenl-
Ilare Majesteit op 31 Augustus aan te bieden.
Dr. A. Kuyper is gisteren voor eenigen tijd naar
het buitenland vertrokken.
Dr. A. Kuyper plaatste het volgende ingezonden
stuk in „De Standaard":
Geachte Redactie,
Liefst was ik niet op reis gegaan, zonder in de be
kende zaak nader van mij te hebben doen hooren. De
wijze echter waarop men, als ware 't bij druppels, zijn
ondersteld bewijs-niateriaal publiceert, maakte mij dit
niet wel doenlijk. Ik kan niet nogmaals het woord ne
men, zoolang ik niet weet, of nu al de stukken voor
mij liggen.
KUYPER.
's-Gravenhage, 7 Juli 1909.
Dit is een verbijsterend voorval schrijft de N. Ct.
De noodzakelijkheid eener reis „naar buitenaf," die
dr. Kuyper buiten staat zou stellen van zich te doen
hooren op het oogenblik, waarop hem dit dienstig voor
komt, valt niet in te zien. Van dit afscheidsbericht
begrijpen wij dan ook niets.
„Al de stukken". Ons dunkt, dr. Kuyper zelf
moet „al de stukken" waarvan in deze sprake zijn kan.
kennen. Indien hij zich schuldloos weet en dus geen
publicatie van welk stuk ook behoeft te vreezen, wat
belet hem dan een klaar en duidelijk antwoord te ge
ven, dat hem boven verdenking stelt?
De toestand van mr. Th. H. de Meester is nogal be
vredigend. Er was bijna geen temperatuursverhooging
en de algemeene toestand is vooruitgaande.
Naar het Hbld. verneemt zal de heer Van Kol.
het niet herkozen Kamerlid, zich metterwoon te
Maastricht vestigen.
tionalen kampioenswedstrijd n. 1. de eerste tusschen de
heeren Renima (Rotterdam) en Schipper (Amsterd.),
de tweede tusschen de heeren Hoogland (Utrecht) en
de .Ilaas (Amsterdam) en de derde tusschen de heeren
Mijer (Amsterdam) en Hoogland (Utrecht). In de
tweede partij komt het volgende voor.
Na den 25en zet van zwart (13—19) was de volgende
stand bereikt.
Officieel kan thans gemeld worden, dat in de ver
gadering der districts-vereeniging van de Chr.-fiist,
Unie in het kiesdistrict Harlingen van den 7en dezer,
tot candidaat voor de a.s. Kamerverkiezing gesteld is
ds. mr. J. Ankerman te Wonnnels.
GEMENGD NIEUWS,
Door de 2e afdeeling der Staatscommissie voor de
middenstandsenquête, ingesteld bij Kon. Besluit van
15 Sept. 1908, werd eene vergadering belegd in hotel
„Texel" met het doel, de beteekenis van het onderzoek
uiteen te zetten, en tevens den heer J. Ruibing, ge
meente-secretaris, als leider van het onderzoek in deze
gemeente te installeeren. Na een inleidend woord
van den burgemeester, den heer Iliddingh, nam de
voorzitter dier afdeeling, Mr. A. I. M. J. Baron van
V ijnbergen het woord, door te herinneren aan de in
1904 door Dr. Kuyper in het leven geroepen commis
sie, om de belangen van den handeldrijvenden in in-
dustriëelen middenstand beter te kunnen behartigen.
Spoedig gingen in den boezem dier commissie stem
men op, dat zij in de allereerste plaats een onderzoek
moest instellen naar den toestand van den midden
stand. Eerst daarna kunnen middelen tot verbetering
worden voorgesteld. Daarom werd eene enquête-com
missie ingesteld, waarvan als voorzitter Dr. Bos, lid
der 2e Kamer, werd gekozen, en welke den 6den Octo
ber j. 1. door minister Talma werd geïnstalleerd. Deze
29—23 19 28
op 18 29 heeft wit dam door 33 4.
39—34 28 30
35 4
Voor den heer Hoogland een succes zulk een zet. in
een wedstrijdpartij tegen de Haas!
Het heeft hem evenwel niet mogen gelukken deze
partij te winnen. Door mooi, krachtig tegenspel heeft
de heer de Haas de remise geforceerd.
Voorts bevat dit tijdschrift nog een mooien slagzet
van den heer de Haas (wit) tegen den heer M. Mok.
In den volgenden stand is wit aan zet en wint een
schijf.
Zwart (de Haas) 3, 5, 6, S, 9, 10, 11, 12, 14, 18, 19,
20.
Wit (Hoogland) 21, 25, 26, 33, 34, 35, 38, 39, 41, 42,
45, 48.
Wit speelde nu 3429 een zeer fijne zet, die
zoowel open, als verborgen dreiging in zich
sloot. oor de hand lag 2923 enz. Zjwart die'schijn
baar alleen het oog had op deze dreiging speelde 8—13,
(19 23 was de eenige zet) waarop wit vervolgde
21-17 11 22
beter als 12 21
'Sip,
1
O -
----- -> xiv, xix, ao, xr±,
W. 26, 28, 30, 32/36, 38, 40, 42/45, 48, 50.
Hoe wit deze schijf wint, verzoeken wij alle belang
stellenden eerst te onderzoeken, alvorens de onder
staande oplossing in te zien.
commissie werkt over het gansche land, doch is ver
deeld in 3 deelen. Voor elk deel bestaat eep© aparte
commissie, bestaande uit voorzitter, secretaris en 2
leden. Iedere commissie werkt op eigen terrein zelf
standig, doch onder centrale leiding. Ten slotte wordt
Nadat de spreker op verlangen van een der aanwe
zigen de vragenlijst heeft voorgelezen, en de heer Rui-
voor het geheele land één rapport samengesteld. De 2e
commissie, die haar werkzaamheden zal uitstrekken
over de provinciën Noord- en Zuid-Holland en Utrecht
bestaat uit de heeren Mr. A, I. M. J. Baron van Wijn
bergen, voorzitter; Mr. J. R. H. van Sehaik, secreta
ris; M. H. G. Th. Eiedeldy Dop en A. den Held Jr.
Haar plan van werkzaamheden, dat voor 't geheele
land gelijk is, is zoodanig vastgesteld, dat de gemeen
ten in 3 groepen verdeeld worden: 1. die beneden 2000
inwoners; 2. die van 200020000 inwoners; 3. die bo
ven 20.000 inwoners.
De eerste gemeenten worden allen onderzocht, door
aan de besturen vragenlijsten te zenden, waaruit, na
dat ze ingevuld zijn, een rapport wordt' samengesteld.
In de groote gemeenten, wordt naar een of ander vak,
b. v. het kleermaken, enz. een onderzoek ingesteld. In
de 2e rubriek, waartoe ook Texel behoort, zijn 20 ge
meenten gekozen, die als type zullen gelden en in hun
geheel onderzocht worden.
Dit onderzoek zal zoowel schriftelijk als mondeling
plaats hebben. Voor elke gemeente wordt eene be
schrijving samengesteld, en hieruit weder een rapport,
terwijl deze beschrijvingen afzonderlijk ook waarde
hebben. Is dat afgeloopen, b. v. Januari a.s., en blijkt
het, dat in sommige gemeenten een nader onderzoek
noodig is, dan zal dat mondeling geschieden. Doch
deze mondelinge enquête kan eene beschrijving, die
niet deugt, niet goedmaken: zij is alleen als eene aan
vulling te beschouwen. Als de beschrijving niet goed
is, dan heeft het onderzoek geen waarde. In elke ge
meente is gezocht naar een persoon, bereid en in staat,
dit moeilijke en belangrijke werk op zich te nemen.
Op Texel had de heer Ruibing zich bereid verklaard,
aan wien daarom namens de commissie dank werd ge
bracht. (Applaus.)
Bij de beschrijving komen vooral 2 dingen voor, n.l.
de ontwikkeling der gemeente in de laatste 30 jaar en
de toestand in de verschillende bedrijven op het oogen
blik, waartoe o. a. behoort de uitoefening van nevenbe-
drijven, aanschaffen van grondstoffen, boekhouding,
vereenigingsleven, enz.
De personen, die als leiders optreden, worden daar
toe langs twee wegen in staat gesteld, ten eerste langs
officiëelen weg van wege het gemeentebestuur, dat in
deze gemeente, naar spreker verwachtte, zeer zeker
zou medewerken, en ten tweede door medewerking van
den middenstand zelf, door de toe te zenden vragenlijs
ten geheel en nauwkeurig in te vullen. Dit onderzoek
kost veel tijd, veel moeite en zeer veel geld. Als het
nu mislukt door onvoldoende medewerking, zal er ze
ker in tientallen van jaren geen onderzoek meer wor
den ingesteld. Eerst na het uitbrengen van het rap
port kan de vereeniging maatregelen beramen in het
belang van den middenstand. Weigeren de belang
hebbenden hunne medewerking, dan kan de regeering
niets doen. Spreker eindigt met het uitspreken van de
vaste overtuiging, dat het onderzoek in deze gemeente
zal slagen, en grondt die overtuiging op de woorden,
door den burgemeester hij de opening der vergadering
gesproken.
Hierna werd gelegenheid gegeven tot het stellen van
vragen, waarvan door enkele personen gebruik werd
gemaakt. Uit de antwoorden van den spreker bleek
het volgende:
De commissie heeft geen definitie van het" woord
middenstand gesteld; soms is de grens moeilijk aan te
geven. Die meent, tot den middenstand 'te behooren,
en geen lijst heeft ontvangen, kan er een aanvragen,
terwijl degene, die meent, er niet toe te behooren, toch
de lijst kan invullen. Daardoor komt de commissie
ook op de hoogte van den toestand der grensgevallen.
De lijsten bevatten 4 kolommen vragen, waarin de
voornaamste kwestiën worden aangeroerd, terwijl voor
Wit speelde als volgt:
1. 33—29 1. 24 33
2. 38 18 2. 12 23
3. 30—24 3. 19 39
4. 28 8 4. 17 37
5. 42 31 5. 3 12
6. 26 8 6. 9—13
7. 8 19 7. 14 23.
8. 43 34! Wit heeft een schijf gewonnen.
Als probleem plaatsen wij nogmaals een stuk werk
van onzen vriend S. Homan te Wijde Wormer, die
nog steeds vol belangstelling onze rubriek volgt:
Probleem no. 34 van S. Homan, Wijde Wormer.
Zw. 2, 4, 10, 15, 16, 20, 21, 25 (dam) 30.
W. 12, 13, 18, 22, 28, 29, 32, 37, 38, 39.
Oplossingen voor 14 Juli bureau van dit blad.
Oplossingen ingekomen voor 16 Juli verantwoorden
wij in de volgende rubriek.