DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
binnenland.
Honderd en elfde Jaargang.
1909.
ZATERDAG
Afsluiting Scheepvaart.
Een fundament zonder gebouw.
17 JULI
No, 164.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P ikmaar f 0,80? franco door het geheele Rijk I I,—
M mderlijke nummers 3 Cents,
der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V, Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs, COSTER 8c ZOON, Voordam C 0.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk
maar brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat het vaarwater bij de Turfmarktsbrng van
Maandagnacht 12 unr tot Dinsdagmiddag 6 uur
a.s. voor het verkeer zal zijn gesloten.
Niet op reis,
De Dnitsche Keizer in ons land.
Lsndarbelders-enquête.
Uit Bergen
Uit Haringkarspel.
Van Texel.
ALKMAARSCHE CODRANT.
Ut
Tftlef©©!ïömmE®y 1.
Buigemeasts? ea Wethouders voorno* md
G. RIPPING, Voorsitter.
DONATH Secretarie.
Wat is toch de reden, dat men het als vanzelfspre
kend aanneemt, dat de gemeenschap reusachtige som
men uitgeeft om kinderen tot een jaar of 12, 13 te
ontwikkelen, dan nog een kleinigheid besteedt voor
schoolonderwijs van iets ouderen en zich verder abso
luut onthoudt als men wat in dit verband moet
bet middelbaar en hooger onderwijs buiten beschou
wing laat? Moest men een nieuwe maatschappij in
richten, geen sterveling toch die zou wenschen: alles
voor het allereerste kinderonderwijs, geen cent voor
verdere ontwikkeling. Iedereen zou begrijpen dat het
lager volksonderwijs, als basis van ontwikkeling, goed
moest zijn. Maar zeker niemand zou er op de gedach
te komen, dat die basis alles was, dat de grondvesten
liet geheele huis zijn. En toch wordt naar die merk
waardige theorie onze staat bestuurd en merkt men
nauwelijks dat er menschen zijn, die het eenzijdige
van dit systeem onderkennen, die althans denken over
wat er mogelijkerwijze verder in die richting zou kun
nen worden gedaan.
Deze staat van zaken blijft onverklaarbaar, ook
wanneer men in aanmerking neemt, dat er geen geld
is om meer dan de grondvesten in het gebouw der
staatsburger-ontwikkeling te bekostigen. Als er dan
geen geld is om op dezelfde wijze door te bouwen, dan
zou men tenminste verwachten dat er voorloopig iets
gedaan werd, dat men tijdelijke maatregelen nam.
Doch ook daaraan schijnt nauwelijks gedacht te wor
den, ook daarvan merkt men niets.
Nu erkennen wij natuurlijk gaarne, dat finanoieele
en economische momenten het onmogelijk maken om
in afzienbaren tijd het lager onderwijs van het volk
voort te zetten tot-het achttiende jaar. Maar daaraan
denken wij dan ook niet, zóóver durven ook wij met
onze gedachten niet te gaan, ja met zou mogen
vragen of het gewenscht ware, gesteld het ware mo
gelijk.
Het is dan ook niet een gebouw van schoolonderwijs
dat wij op de fundamenten van het lager volksonder
wijs zouden willen zetten, het is voortzetting der
volksontwikkeling, die wij verlangen. En als het niet
mogelijk is die volksontwikkeling in den eersten tijd
aan allen te brengen, dan zoude men al voorloopig te
vreden kunnen zijn met een van staatswege te ver
schaffen gelegenheid tot verdere ontwikkeling.
Doch ook daarvan merkt men niets, ja er wordt
zelfs niet over gesproken als over iets wenschelijks.
De radicaalsten willen op het fundament nog een
paar lagen steenen leggen, doch van een logisch door-
gezetten bouw hooren wij ook hen niet reppen.
Wat is van dit merkwaardige verschijnsel toch de
verklaring? Hoe komt het toch dat men het uitgeven
van millioenen voor lager onderwijs van zelf sprekend
vindt, doch dat over de verdere ontwikkeling van den
opgroeienden staatsburger in den bovenbedoelden zin
en over daarvoor te besteden geld zelfs niet gesproken
wordt.
Het zal toch niet noodig zijn de ethische beteekenis
dezer ontwikkeling nader aan te geven? Het zal toch
zeker ieder duidelijk zijn, dat de staat er belang bij
heeft, dat zijn burgers niet alleen kunnen lezen, schrij
ven en rekenen, doch ook deze nuttige kundigheden
hebben leeren gebruiken tot verdere algemeene ont-
wikkelink?
Nu zal men ons tegemoet voeren, dat de beweging
voor de Openbare Leeszaal iets in deze richting heeft
gedaan, dat „het ISTut en Toynbee hier heel wat doen
en dat enkele politieke partijen, met name de sociaal
democratische, in deze richting werken.
Daarop hebben wij_ in de eerste plaats te antwoor
den, dat het natuurlijk niet noodig is dat de georgani
seerde gemeenschap de bedoelde ontwikkeling ter hand
neemt en dat wij met even groote belangstelling hier
hel particulier initiatief aan het werk zouden zien.
Doch dan moeten wij in de eerste plaats opmerken^
dat^ de openbare leeszalen vooi' personen beneden de
18 jaar in den regel (terecht) niets doen, terwijl wij
met het bovenstaande vooral juist bet oog hebben op
de jongelui van 14, 15 tot 19 jaar.
Er zijn in Nederland een paar kinderleeszalen en
die doen zeker in de door ons gewenscht© richting
goed werk. Doch hoe weinig nog, zelfs als zij goed
zijn ingericht. Want ten slotte is het Inrichten van
lees- en werkzalen voor jongelui toch nog maar een
deel van de taak, welke hier vervuld zou moeten wor
den.
Immershet is niet voldoende dat de leeszalen voor
de jeugd openstaan, deze moet er ook voorlichting
kunnen vinden, voorlichting bij de keuze der boeken,
leiding bij de eigen studie, gelegenheid om cursussen
'J *'e wonen, die aan de vragen van den dag aan
knoopend, zich ten doel stellen de jongelui verder te
ontwikkelen. En dan is de zoo verkregen gelegen
heid tot verdere ontwikkeling nog zeer eenzijdig. Zon
der turnhallen en sportvelden, zonder gelegenheid tot
ontwikkeling van den esthetischen zin, hetzij op mu
ziek (zang), hetzij op ander gebied, is zelfs het voor
lopige gebouw waarvan wij boven spraken niet com
pleet.
Maar moet dat dan alles gratis gegeven worden?
Wij; zouden met het oog op de praktijk en de tegen
woordige omstandigheden nog' willen antwoorden:
neen. Laat de bijdrage der deelnemers gering zijn,
maar vraag hun eenige bijdrage. En dan, maak het
zoo goed, zoo gezellig, zoo mooi en zoo onschoolsch
mogelijk.
Nu moeten wij erkennen dat er één organisatie is,
welke wèl zoo veelzijdig werkt. Het is noch de kin
derleeszaal, noch de Toynbee-beweging, noch de Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen, hoeveel nuttig werk
die inrichtingen ook doen. Doch het is de bovenbe
doelde sociaal-democratische partij, die gelijk in alles
ook in deze naar het Duitsche voorbeeld werkt. Is het
kind van school, dan vindt hij op den duur daar de
vereenigingen tot onderlinge ontwikkeling, zangver-
eenigingen, sportvereenigingen, turnvereenigingen,
leesinrichtingen enz. enz. Ja in Duitschland kan
de aankomende mensch sociaal-democratisch rooken,
tochtjes maken, roeien, debatteeren enz. Bij ons is
liet over het geheel niet zoo ver, dóch ook hier doet
dezepolitieke partij veel ontwikkelingswerk, zeer ze
ker is dat uitermate loffelijk. Doch het gevaar is niet
gering, dat die ontwikkeling zoo wat eenzijdig wordt,
dat men ten slotte, ook al zou men het niet willen, te
veel politieke propaganda maakt, die bij onervaren en
onontwikkelden natuurlijk een reusachtig succes
heeft.
Geen wonder dan ook dat men in Duitschland storm
blaast tegen deze beweging, ja dat men er zelfs in ge
slaagd is de wetgevende machine naar het schijnt
en wel niet anders mogelijk is: zonder succes daar
tegen in werking te brengen.
Bij onze Nederlandsche verhoudingen is gelukkig
voor zulk een campagne geen aanleiding. Het zou
bovendien niet erg billijk zijn de eenigen die hun best
doen, daarvan oen verwijt te maken omdat men bijbe
doelingen bij hen veronderstelt. Maar wel moge dit
voorbeeld anderen aansporen om in diezelfde richting-
te gaan werken zonder eenige politieke of godsdien
stige nevenbedoeling. Wel moge dit voorbeeld althans
opwekken tot denken over de vraag of niet ook de ge
meenschap deze verdere volksontwikkeling behoort
ter hand te nemen, over de vraag ook of men nu wer
kelijk de fundamenten der ontwikkeling, die in de
volksschool zijn, verder vrijwel doelloos als fundament
zonder gebouw steeds maar moet blijven versterken
en nog eens versterken, zonder aan den bovenbouw te
denken.
Van betrouwbare zijde wordt medegedeeld, dat het
bericht uit Duitsche bladen omtrent een voorgenomen
reis van H. M. en Z. K. H. naar Zalzkammergut ge
heel uit de lucht gegrepen en zonder grond is.
De korte tijd, gedurende welken de Duitsche keizer
op de terugreis van Kleef bij de Steeg zal vertoeven,
is^ bestemd voor een bezoek aan graaf Bentinck en van
Waldeck Limburg, op het kasteel te Middachten. Z.
M. zal tijdens zijn aanwezigheid op Nederlandsch
grondgebied het meest strikte incognito in acht ne
men, zoodat alle officiëele vertoon achterwege blijft.
De keizerlijke salontrein zal Z. M. heen en terugbren
gen.
Zondag, 8 Augustus, is de Keizer te Kleef, den
volgenden dag gaat hij per extra-trein, doch incogni
to, naar de Steeg, waar hij vermoedelijk half twee zal
aankomen. De Keizer wordt vergezeld door de Keize
rin en een gevolg van 42 personen. Op het kasteel
Middachten wordt overnacht; een huis is afgehuurd
om het gevolg te herbergen, en den volgenden ochtend
om tien uur, gaan, gelijk meld, de keizerlijke gasten
over Zutphen en Winterswijk naar Duitschland.
Dc Staatscommissie voor den Landbouw heeft iu
hare op 15 dezer gehouden vergadering vastgesteld de
rapporten en voorstellen betreffende den oeconomi-
schen toestand der landarbeiders in Nederland en
daarmede bet tweede gedeelte van hare opdracht be
ëindigd. De aanbieding dezer stukken met de bijlagen
zou mitsdien spoedig kunnen worden tegemoet gezien.
GEMENGD NïËÜJws!
Uit Schennerhorn
De kermis behoort weer tot het verleden. Het
vreemdelingenbezoek overtrof, vooral Zondags, werke-
'Jv no8 verwachtingen, ten minste in aanmerking
nemende de algemeene malaise in den landbow.
Het aantal kramen en tenten was minder als vorige
jaren, de houders waren over het geheel genomen wel
voldaan. Ook de firma wed. Bakker met haar schouw
burgtent aanwezig, heeft de ten gehoore gebrachte
tooneelstukken netjes afgespeeld. Zondag en Dinsdag
was het bezoek flink, de overige dagen minder, en
hadden wij gaarne een drukker bezoek gewenscht.
Iet jonge volkje kon zich naar hartelust verma
ken in de luchtscheepvaart, de Turksche schop eu de
draaimolen. Voor ouderen was het Hoofd van Jut als
krachtmeter een aangenaam werk.
Gemeente vergaderde gisterenavond
m voltallige bijeenkomst, onder voorzitterschap van
den heer J. van Re en en.
Na opening der vergadering door den voorzitter,
werden de notulen vastgesteld.
Voordat de voorzitter tot de behandeling van de
agenda overgaat, vraagt de heer Baltus het woord om
te erkennen dat de behandeling van de in dezen Raad
voorgebrachte onderwerpen, steeds op de meest on
partijdige wijze geschiedt.
Nadat hij weer benoemd is tot lid van dit college,
wil hij, onder verklaring dat deze benoeming volgaar
ne door liem wordt aanvaard, de hoop uitspreken, dat
die onpartijdigheid steeds een waar kenmerk van de
beraadslagingen moge blijven, dat deze Raad nog
langen tijd geroepen moge zijn de belangen van Ber
gen en haar burgerij voor te staan; dat Bergen moge
bloeien. Applaus.
De voorzitter stelt daarna aan de orde het onder
zoek van de geloofsbrieven van de nieuw herkozen
raadsleden, de heeren J. v. Reenen en Baltus.
Tot leden van de commissie, belast met het onder
zoek dier brieven, werden aangewezen de heeren
Maschmeijer en Veerhuizen.
De vergadering wordt even geschorst, de heeren
v. Reenen en Baltus verlaten haar.
Na heropening wordt bij monde van den heer Mascb
I Meijer medegedeeld, dat er bij de commissie geen be
denkingen tegen de geloofsbrieven bestaan, derhalve
adviseert zij den Raad tot toelating, waartoe de Raad
met algemeene stemmen besluit.
De voorzitter deelt omtrent de gehouden aanbeste
ding van het postkantoor mede, dat de hoogste en
laagste inschrijver ruim 3000 verschillen. De ver
dere bespreking van dit punt wordt aangehouden tot
de geheime vergadering, die na afloop van deze open
bare zal worden gehouden, waarin ook het kohier van
den Hoofdelijken Omslag zal worden vastgesteld.
De voorzitter deelt daarna mede dat van de bewo
ners nabij het Veer is ingekomen een klacht omtrent
bet staan van woonwagens nabij of op de losplaats.
De voorzitter erkent de gegrondheid van de klacht,
maar wijst op het moeilijke om aan den wensch tege
moet te komen. Spr. weet geen betere plaats dan de
Nesdijk. Als Hoofd der Politie doet hij reeds zooveel
hij kan om het verblijf van woonwagens zoo kort mo
gelijk te doen zijn. Dat zij somtijds overnachten of
een halven dag uitrusten, kan hij niet beletten.
De vraag, op welke manier de veiligheid van de be
woners nabij 't Veer, of van hun goed, te bevorderen,
is voor een gemeente als deze, met één politieagent,
niet zoo gemakkelijk op te lossen.
Hij belooft zooveel hij als Hoofd der Politie kan,
de zaak nog eens goed onder de oogen te zien en zou
willen voorstellen in den hierboven door hem bedoel-
I den zin het adres te beantwoorden.
Na eenige algemeene besprekingen besluit men,
zooals door den voorzitter is voorgesteld.
Van den heer Zwaan te 't Woud is een zeer gemo
tiveerd verzoekschrift ingekomen, om het erfpacht
waarop zijn huis staat en een stuk van den daarbij ge
legen grond te mogen koopen voor 1500, daar de te
genwoordige huurder het hem zoo lastig maakt door
het plaatsen daarop «van riet, takkenbosschen of mest
hoopen.
De heer Baltus verklaart zich tegen verkoop, doch
vraagt of de Paad bij den volgenden huur niet de be
paling in het contract kan opnemen, dat op het ge
huurde land geen het uitzicht belemmerende voorwer
pen mogen geplaatst worden.
De voorzitter is van meening- dat de Gemeente het
wel zou kunnen verkoopén.
Na het voeren van eenige algemeene beschouwin
gen besloot men burgemeester en wethouders op te
diagen een onderzoek te doen instellen en daarvan in
een volgende vergadering rapport uit te brengen.
De voorzitter deelt aan den Paad mede dat 13 solli
citanten zich hebben aangemeld voor onderwijzer, met
een aanvangsalaris van 550 plus 150 voor het
hebben van taalacten.
De Arrondissements-Schoolopziener had in een
zeer uitvoerig schrijven medegedeeld dat hij het jam
mer vond dat zich geen betere onderwijskracht had
aangemeld. Hij vindt het salaris te gering en ver
zoekt B. en W. den Raad te willen voorstellen, onder
wijziging der desbetreffende verordening, een nieuwe
oproeping te doen, waarin het salaris wordt bepaald
op bet door den Paad bepaalde, vermeerderd met 250
voor liet bezit der boofdacte en 150 eventueel tege
moetkoming in de huishuur.
De Paad, de door den heer van Buijsen aangehaal
de motieven erkennende, besluit een nieuwe oproeping
te doen.
Eveneens zal naar aanleiding van het bovengenoem
de schrijven van den Arrondissements-Schoolop
ziener de benoeming van den heer van Hoorn gere
kend worden in te gaan op 1 Augustus.
Bij de rondvraag deelt de lieer Baltus mee dat bij
hem van enkele moeders het verzoek is ingekomen de
kinderen niet den geheelen Zaterdag vrijaf te geven,
doch Woensdag on Zaterdag, beiden een halven dag.
Do heer Veenhuijzen gelooft niet dat dit in het be
lang van het onderwijs en de onderwijzers is, en
meent dat een verzoek van enkele moeders daar niet
tegen op mag wegen.
Hierna werd het punt aangehouden tot een volgende
vergadering.
De lieer Baltus deelt mede dat het fanfarecorps èn
door de grootere tent èn door het meerdere aantal le
den e-r nog een lamp bij moet hebben.
De Raad vereenigt zich met het voorstel van den
voorzitter om, zoo noodig, nog- een lamp aan dat corps
ter beschikking te stellen.
De heer Veenhuijzen brengt den toestand van het
lijkenhuisje onder de aandacht van het college van
L. en terwijl de heer Oldenburg gaarne een veror
dening zag vastgesteld, betreffende het rijden niet een
auto in de kom der gemeente.
De openbare vergadering werd daarna gesloten.
het klein boven het vastgestelde maximum te verlee-
nen voor eene buitengewone inrichting voor maat
schappelijk verkeer, n.l. het Bad-Hotel „Nassau-Ber-
gen" te Bergen aan Zee.
_Het bouwen van een postkantoor met directeurswo
ning alhier is gegund aan den op één na laagsten in
schrijver, W. Stroomer te Driehuizen, voor de som
van 13499.
(Vervolg.)
De rondgang door de zeer uitgebreide gemeente
liep zonder eenige noemenswaardige stoornis af.
Bijna overal vlagde men ter eere van burgemeester
Burger, terwijl de bewoners van de verschillende buur
ten, Dirkshorn, Kerkebuurt, Waarland en te Kalver-
dijk, voor de woning van het nieuwe Hoofd der Ge
meente getuigden, door zeer fraaie eerepoorten, van
hunne sympathie met hem.
Niettegenstaande de steeds aanhoudende soms zeer
feilen regen en harden wind stond ieder buiten, niet
alleen uit nieuwsgierigheid, maar ook uit belangstel
ling, die bleek uit het hartelijk gewuif en dikwerf lui
de geroep van „leve de Burgemeester."
Ongeveer twee uurhalf drie kwam de stoet weer
op Dirkshom aan waar zij werd ontbonden.
Treurig was het te aanschouwen, de dekken van de
paarden, die wit waren geweest, de treurige overblijf
selen van in den morgen zoo aardig versierde wagens
en fietsen. Nog erger was het te zien hoe de men
sehen er uit zagen.
Direct na aankomst te Dirkshorn begaf de Raad
zich naar het Raadhuis Waar de installatie plaats zou
hebben.
De zaal was spoedig geheel gevuld, waaronder wij
onderanderen opmerkten de familie van den heer Bur
ger, de heer Dr. de Boer, voorzitter der feestcommis
sie en de WelEerwaarde Heer Pasto:r Nix.
De heer O. Bijpost, waarnemend burgemeester,
heette de dames en heeren en alle belangstellenden die
deze buitengewone vergadering van den Raad der Ge
meente Harenkarspel bijwoonden, welkom, waarmede
hij de vergadering voor geopend verklaarde.
Daarna las hij voor het Koninklijk Besluit van den
IJuli 1909 art. 79, vermeldende de benoeming van
den heer J. Burger Jz. tot burgemeester dezer gemeen
te en een schrijven van den beer Commissaris der Ko
ningin, houdende bencht dat de heer Burger den ver-
eischten eed in zijne handen had afgelegd.
De voorzitter gaat over tot de installatie, waarbij
hij de volgende woorden sprak:
„Mijnheer de Burgemeester, als eerste wethouder
rust op mij de taak u te installeeren als burgemeester
(lezer Gemeente, welke taak ik hiermede vervul ouder
het overreiken van uwe waardigheidsteekenen.
Moge het U gegeven zijn onpartijdig de belangen
der Gemeentenen bare ingezetenen te behartigen.
Doe onpartijdig dat, wat uw hart vindt te moeten
doen, dan zal Uw taak H gemakkelijk vallen.
Ik wensch II geluk met het aan Uwe zijde hebben
van een secretaris, die het artikel „plichtsbesef" in
zulk een hooge waarde houdt.
Ik verklaar U voor geïnstalleerd als burgemeester
c ezei Gemeente en geef U bet woord deze vergadering
te sluiten."
De burgemeester zegde den heer Bijpost dank voor
de gevoelvolle woorden tot hem gesproken.
Tevens bedankte bij genoemden heer voor de waar
neming van het burgemeesterschap tijdens de vaca
ture.
Thans is het voor mij een gewichtigen dag, zoo ver
volgde spreker. Door H. M. onze Geëerbiedigde Ko
ningin benoemd tot burgemeester dezer Gemeente,voor
welke benoeming ik Hare Majesteit biermede mijn
harteljjken dank zeg, is een zware taak op mijne schou
ders gelegd.
Dikwerf heb ik mij afgevraagd: gevoel ik mij sterk
genoeg die taak naar behooren te vervullen, en dan
gevoelde ik mij te licht daartoe.
Dacht ik echter weer aan den tijd dat mijn geach-
ten voorganger, de heer Swan, burgemeester was, en
zag ik dan de medewerking die hij steeds van den
heer Secretaris, van heeren Wethouders en. leden van
den Raad heeft mogen ondervinden en in het vertrou
wen dat ook zij mij die medewerking niet zullen ont
houden, dan werd het mij licht.
Aan U, mijnheer de secretaris, vraag ik beleefd: wilt
t mij m de vervulling mijner taak ter zijde staan
zooveel gij kunt? Ook aan U heeren Wethouders
viaag ik Lwe voor nuj onmisbare medewerking', en
U heeren leden van den Paad, vertegenwoordigers
van de burgerij dezer Gemeente vraag ik uwen steun
om naar ons aller beste inzichten hare belangen te
behartigen; en, als ik dan van mijne zijde doe dat wat
kan strekken ter bevordering van den bloei der Ge
meente en ter behartiging van de belangen harer in
gezetenen, welke behartiging ik steeds naar mijn bes
te weten, maar ook op de meest onpartijdige wijze zal
voorstaan, dan kan het niet anders of wij zullen onder
Gods zegen ons aller doel bereiken.
Ilieimede verklaar ik deze vergadering voor geslo
ten.
Hierna werd de burgemeester met zijne installatie
geluk gewenscht door den geheelen Raad en den secre
taris, door den WelEerw. Heer Pastoor Nix, door den
heer Dr. de Boer en later door de geheele burgerij.
Da plechtigheid was hiermede afgeloopen. De Raad
bleef nog eenigen tijd bijeen, terwijl het publiek zich
m de café's nog een paar uurtjes flink vermaakte.
Bij Koninklijk besluit van 15 Juni 1.1. nr. 53 zijn
Burgemeester en Wethouders dezer gemeente gemach
tigd^ overeenkomstig art. 5, le lid. der Drankwet,
eene vergunning tot den verkoop van sterken drank in
Voor rekening der N.- en Z.-Holl. Redd.-Mij is
thans een nieuwe reddingboot in aanbouw, die weldra
voltooid is en geplaatst zal worden in het station
Koog op Texel.