DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Feuilleton.
Honderd en elfde Jaargang.
1909
DONDERDAG
22 JULI.
(xemeeiiteraad van Alkmaar.
BINNENLAND.
No, 168.
Deze Courant wordt eiken avond» behalve op Zon- en
feestdagen uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P jkmaar f 0,80?, franco door het geheele Rijk f 1,—
Af i>nderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiëns
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
Setters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V, Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs, COSTER ZOON» Voordam C 9.
fefeïeosnaïMans®!' S.
Z K H. Prins Hendrik.
H, M. Koningin Emma.
Automobielen voor zlekenvervoer
ALRMAARSCHE COURANT
Vervolg van het tweede blad.
De voorzitter acht het gewenscht thans even op te
merken, dat de raad zich door de motie niet heeft uit
gesproken voor de rijksregeling, waarvan het wel wat
den schijn zou hebben. De heer van der Feen wilde
revisie van het voorstel van B. en W. en tevens wilde
hij bij de revisie de gehuwde leerares er uit hebben.
Door de motie was de raad geenszins gebonden aan
de rijksregeling en spr. is ook hoe langer hoe meer tot
de overtuiging gekomen, dat het dien kant niet uit
moet.
De heer van der Feen de Lille verklaart
geheel te staan aan de zijde van den voorzitter. De
bedoeling was dat de door de commissie te ontwerpen
regeling in de plaats zou komen van dié .van
B. en W. Men heeft thans spr. beschuldigd van incon
sequentie. Spr. wil wel bekennen, dat hij de motie
indiende onder den indruk van de woorden van den
heer van Buijsen, maar bij nader inzien bleek hem, dat
de regeling van den heer van Buijsen tot resultaat zou
hebben, dat de salarissen daardoor zouden worden ge
drukt en daarom wilde hij liever terug gaan naar het
oorspronkelijke voorstel van B. en W. Spr. ziet niet
in, dat dat inconsequent is.
De heer Dorbeck zegt, dat het niet ter zake
doet of het voorstel van B. en W. van de baan is; zoo
ja, dan is het ondanks alles gelukkig herleefd in het
voorstel van der Feen de Lille.
Met het voorstel der commissie ad hoe kan spr. niet
meegaan. Men heeft hem niet overtuigd, dat het den
voorrang heeft boven dat van B. en W. De bezwaren
die spr. er tegen heeft zijn neergelegd in het rapport
van curatoren, waarmede spr. van ganscher harte kan
meegaan. Was de heer van Buijsen uitgegaan van de
rijksregeling zooals die werkelijk is, dan viel daarover
te debatteeren, maar nu de regeling der commissie
dient te worden beschouwd als een zeer verminkt weer
geven van de rijksregeling, nu zal spreker daar niet
meer van zeggen, dan alleen dit, dat hij juist uit dien
hoofde niet met de commissie kon meegaan. x
De heer van Buijsen heeft een beroep gedaan op het
gezegde van den inspecteur, dat hij zich met de alge-
meene rijksregeling zou kunnen vereenigen, een punt,
waarop door den heer Boelmans ter Spill al reeds het
juiste licht op is geworpen. De inspecteur heeft ge
zegd, dat hij er zich desnoods, niet dan noode mee kon
vereenigen en er bij gevoegd, dat telkenjare de bezwa
ren dier regeling zich meer en meer doen gevoelen.
Dat is een uitspraak, die veel gewicht in de schaal
legt.
Door de meerderheid der commissie ad hoe zijn mo
tieven aangevoerd, die door het curatorium alle zijn
weerlegd. Een van* die motieven was het kleine aan-
tnl leerlingen per klasse. Curatoren deelen de uit
spraak niet, dat in die kleine klassen het onderwijs
gemakkelijker zou zijn. De meerdere intensiteit van
het onderwijs weegt daartegen op. De heer van Buij
sen onderschat dat ten -eenenmale. Bij kleine klassen
moet de leeraar ontzettend meer werk maken van
iederen leerling individueel. Dat is spr. vroeger zelf
gebleken, dat blijkt hem ook bij het onderwijs aan zijn
kinderen op de school van mejuffrouw Pruim. Om die
reden kunnen de kleine klassen geen motief zijn voor
lager salarieering. Spreker acht het verkeerd de leera
ren van het gymnasium te brengen in depreciatie.
Andere bezwaren van curatoren heeft spr. ook niet
hooren weerleggen, ook niet, dat de commissie is uit
gegaan van een verkeerde tabel.
Naar het Engelsch
van
BARONESSE ORCZY.
Schrijfster van „De Roode Pimpernel."
25)
Voor den derden en laatsten keer rammelden de
twee vijanden met den beker en wierpen hun steenen.
Chauvelin was nu volkomen kalm. Deze bijzaakjes
boezemden hem geen belang in. Wat kwam het er
voor den Franschman omtrent de voorwaarden op aan
voor het duel dat alleen diende om zijn vijand in een
hinderlaag te lokken! Tijd en plaats waren bepaald,
en Sir Percy zou niet in gebreke blijven tegenwoordig
te zijn. Chauvelin kende genoegzaam het waaghal-
zend avontuurijk karakter zijns tegenstanders, om op
dit punt niet den minsten twijfel te koesteren. Zelfs
op dit oogenblik, terwijl hij met laatdunkende bewon
dering zag naar de massieve welgemaakte figuur van
zijn aartsvijand, de tengere gespierde handen opmerk
te en diens vierkant gelaat, wist hij dat in deze zaak,
waarin de Roode Pimpernel zijn leven op het spel zet
te, de eenige Percy beheerschende emotie waseen
hartstochtelijke zucht naar avontuur.
De heerschende hartstocht, sterk tot in den dood
Ja! Sir Percy zou op den zuidwal van Boulogne
zich bevinden, een uur 11a zonsonder' op den be
paalden dag, zonder twijfel vertrouwend op zijn ge
woon wonderbaar gesternte, zijn tegenwoordigheid
van geest, zijn groote pliysieke en moreele kracht, om
te ontsnappen aan den valstrik waarin hij thans zoo
gereedelijk zich zou laten vangen.
Dat leed geen twijfel. Wat kwam het ook aan op
de details
Maar juist op dit oogenblik had Chauvelin reeds
een grootsch besluit genomen. Hij zo-u zijn kloeken
Spr. verklaart ten slotte geheel mee te kunnen gaan
met het herleefde ontwerp van B. en W. en zal verder
over de zaak niet veel meer zeggen.
Er is met#het gymnasium veel geschied. Men heeft
spr. er van beschuldigd bij de behandeling van andere
zaken, dat hij het openbaar gymnasium wilde benqdee-
len; er is geen beschuldiging die hij zoover van zich
werpt als deze. Daarom is het hem een genoegen ten
volle met deze salarisregeling te kunnen meegaan en
waar hij- blijk heeft gegeven, dat hij in een ander op
zicht van andere gedachten is dan de overige curato
ren, daar doet het hem genoegen, dat hij thans zijn
volle adhaesie kan schenken aan een voorstel van het
college, waarvan hij de eer heeft lid te zijn.
De heer G-linderman die het woord gevraagcj
had, ziet van het woord af.
De heer van B u ij s e n zegt, dat de voorstel
ling van den heer ter Spill, evenals die van de Alk-
maarsche Courant destijds niet juist was. Spr. heeft
steeds gewild een regeling- in de richting der rijksrege
ling, niet de rijksregeling in haar geheel. De afwij
king bestaat hierin dat niet een vast bedrag wordt
voorgesteld van 800 maar van 700. Het honorari
um per uur gerekend blijft ongeveer hetzelfde. Die af
wijking werd noodig, omdat anders liet salaris voor
de leeraren met minder dan 10 lesuren te hoog werd.
Evenwel had men dit ook op andere wijze kunnen vin
den.
Spr. komt op tegen hetgeen de heer Boelmans ter
Spill gezegd heeft omtrent de meening van den in
specteur. De bezwaren van den inspecteur zijn door
de commissie alle ondervangen. Dat de salarissen
door het voorstel der commissie zouden worden ge
drukt en dat er uit zou volgen depreciatie der leera
ren, ontkent spr. Gedrukt zouden alleen worden de
salarissen van den rector en den conrector, daartegen
over zouden andere salarissen naar hoven gaan en
vooral die der leeraren met weinig lesuren.
Spr. heeft willen voorkomen, dat het salaris zou
stijgen tot 130 per wekelijksch lesuur. De commis
sie is ten slotte gekomen tot een regeling die iets
minder kost dan die van B. en W., doch daarom was
het niet te doen. Reeds in Sept. 1908 had spreker zijn
voorstel overwogen en reeds toen was hij van plan een
ander voorstel te doen. De rijksregeling heeft spr.
niet over boord gegooid, omdat zij te duur was, maar
alleen heeft hij die gewijzigd om een billijker regeling
te krijgen.
Ten slotte wil spr. nqg even terug komen op het
adres der leeraren. Hij begrijpt niet, dat dat adres
geteekend werd door alle leeraren, zelfs ook door hen,
die door de door spr. voorgestelde regeling, een niet
onbelangrijk hooger salaris konden erlangen dan door
de regeling van B. en W. Met voorbeelden toont spr.
dat aan. Ook wijst hij er nogmaals op, dat de commis
sie dienstjaren, elders doorgebracht, wil laten meetel
len.
Alvorens thans de algemeene beschouwingen te
sluiten geeft de voorzitter nog te kennen, dat
het hem spijt, dat de commissie ad hoe de gymnastiek
wenscht te laten vervallen.
De heer van der Feen de Lille merkt
op, dat dat niet juist is. Op dit oogenblik, nu men
geen lokaal en geen geschikte leerkracht kan beko
men zou men dit vak willen weglaten. Later kan het
dan gemakkelijk worden ingelascht.
Daarna wordt overgegaan tot de artikelsgewijze be
handeling der ontwerp-verordening der commissie.
Art. 2 wordt vastgesteld zooals het door den heer
van der Feen de Lille is geamendeerd, behoudens een
kleine wijziging.
tegenstander niet alleen tegemoet treden met list,
maar ook met macht, en zoo al de geheele republikein-
sche strijdmacht van Noordelijk Frankrijk er moest
worden bijgehaald, de wallen van Boulogne zouden
omsingeld zijn, en voor de Roode Pimpernel kon geen
kans tot ontsnappen overblijven.
In zijn overpeinzingen evenwel werd hij plotseling
gestoord door het jolig stemgeluid van Sir Bjakeney:
„SappristieMonsieur Chauvelin", zei deze, „ik
vrees dat de Fortuin u heeft verlaten. Ze lacht, mij
ditmaal weer toe."
„Dan is het aan u, Sir Percy", antwoordde de
Franschman, „de voorwaarden te bepalen waaronder
wij zullen vechten."
„Ja, dat is zoo-, niet waar, Monsieur", zei Percy
luchtig. „Op mijn woord, ik zal u niet lastig vallen
met formaliteiten. "We vechten met onze kleeding
aan, als het koud is, in onze hemdsmouwen bij warm
weer. Ik eisch noch groene sokken noch purper
kleurig sieraad. Ik zal zelfs trachten een paar minu
ten ernstig te zijn en mijn geheele aandacht als
product mijner oneinige hersenevoluties ertoe bepa
len, om voor dit doel een aardige bizonderheid uit te
denken, die voor u aannemelijk moet zijn. U sprak
van den aanvang onzer interessante woordenscher
mutseling van degens, meen ik, Mijnheer. Ik zal
zelfs mijn keuze van voorwaarden beperken tot die
van de tegenwoordige wapens waarmee we- zullen vech
ten. Foulkes, ik verzoek je", voegde Percy erbij,
zich tot zijn vriend wendend: „Ik verzoek je mij de
twee degens te halen, die op dit oogenblik op mijn
schrijftafel liggen.... We moeten geen huisbediende
hiermede lastig vallen, niet waar, Monsieur Chauve
lin?" vervolgde hij vroolijk, toen Sir Andrew Foulkes
op een gegeven teeken het vertrek had verlaten. „Wat
geeft het, om ons leuk verschil van meening aan de
groote klok te hangen de Angelusklep van Boulog
ne zal het dra wereldkundig maken. Die wapens zul
len u bevallen, Monsieur Chauvelin, en u moogt de
keus hebben van de twee. U zijt, naar ik aanne
men moet, als bijna allen uwer landgenooten, een
meester op de punt van een rapier. en het zal aan
Het luidt thans als volgt:
De jaarwedden van het onderwijzend personeel be
dragen:
a. voor den Rector 3000;
b. voor de leeraren in de oude taleu en de oude ge
schiedenis, voor dien in de geschiedenis en aard
rijkskunde en voor dien in de wiskunde 2000;
c. voor den leeraar in het Nederlandsch 1250;
d. voor den leeraar in het Fransch 1200;
e. voor de leeraren in het Hoogduitsch en in het En
gelsch 1000;
f. voor de leeraren in de natuurkunde, in de natuur
lijke historie, in de scheikunde en in de Hebreeuw-
sche taal 100 voor elk wekelijksch gegeven les
uur.
Een van de leeraren in de oude talen en de oude
geschiedenis is conrector en geniet als zoodanig eene
vaste toelage van f 300 boven zijne jaarwedde.
Yoor de berekening van de jaarwedde van de sub f
vermelde leeraren, wordt het aantal wekelijksch gege
ven lesuren, voor dien in de natuurkunde verhoogd
met één, terwijl aan die in de natuurlijke historie en
in de scheikunde een bedrag van j 50 boven hunne
jaarwedde wordt toegekend.
De jaarwedde van den concierge bedraagt 550.
De alinea: voor de sub b vermelde leeraren, die den
doctoralen graad niet bezitten, wordt de jaarwedde
verminderd met 100 voor dien, sub c met 50 werd
na verdediging door de heer van der Feen de Lille
verworpen met 8 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de
heeren: Uitenboscli, Luiting, Fortuin, Wanna, Dor
beck, de Wit, Zaadnoordijk en Boelmans ter Spill.
Tegen een toelage van 300 aan den conrector
stemden de heeren Meienbrink, Glinderman en van
Buijsen, waarna de beide laatsten ook tegen alle be
dragen dér jaarwedden hadden gestemd.
Art. 3.
Tenzij daartegen overwegende bezwaren bestaan,
worden na 3 jaren dienst aan dit Gymnasium, voor
zoover de titularissen eene vaste aanstelling en hunne
hoofdbetrekking aan deze inrichting hebben:
a. de jaarwedden bedoeld in artikel 2 litt. a tot en
met e, driemaal verhoogd met 10
b. de jaarwedde van den concierge driemaal verhoogd
met 30.
Als dienstjaren worden mede in rekening gebracht
de jaren in tijdelijke betrekking aan dit Gymnasium
doorgebracht, onmiddelijk voorafgaande aan eene vaste
benoeming.
Ook dit artikel werd aangenomen met 11 tegen 3
stemmen. Tegen stemden de heeren Meienbrink, Glin
derman en van Buijsen.
Met artikel 17, het ontslag der gehuwde leerares,
konden zich niet vereenigen de hear Boelmans ter
Spill en Uitenboscli.
De overige artikelen gaven geen aanleiding tot
discussie en werden vastgesteld zooals ze door de
commissie ad hoe waren ontworpen.
De inwerkingtreding der verordening werd bepaald
op 1 Jan. 1909.
Wegens het gevorderde uur stelt, de voorzitter thans
voor de overige punten, behalve de belastingzaken,
die in de geheime zitting waren behandeld, aan te
houden tot de volgende zitting die vastgesteld werd
op Woensdag' a.s. Dan zullen ook de verordeningen
op de Handelsschool ter tafel, worden gebracht, zooals
de voorzitter mededeelde.
RONDVRAAG.
Bij de rondvraag dringt de heer Uitenbosch
er op aan, dat door B. en W. wat spoed zal worden
gemaakt met eventueele voorstellen in zake de verze-
u staan te beslissen of een schram dan wel twee of
meel' ernstige kwetsuren voldoende zijn de gekwetste
ijdelheid van Mademoiselle Candeille te wreken een
voor haar schitterende voldoening!"
Onderwijl Percy zoo vroolijk weg voortpraatte,
heerschte onder alle aanwezigen doodsche stilte. De
Kroonprins hield zijn scherpe oogen strak op hem ge
vestigd, blijkbaar zich afvragend wat deze onverant
woordelijke waaghals in het schild voerde of welken
slag hij om den arm hield. Er viel niet aan te twijfe
len of ieder verkeerde onder zekeren druk, terwijl een
vreemdsoortig gemompel bij de gespannen verwach
ting van hetgeen er zou gebeuren, door het vertrek
ging, toen eenige- seconden later Sir Andrew Foulkes
terugkeerde met twee in de scheede rustende degens.
Blakeney nam ze van zijn vriend aan en legde ze op
de kleine tafel, vlak vóór den ex-ambassadeur. De
toeschouwers rekten hun halzen, om naar de twee ra
pieren te kijken. Ze geleken volmaakt op elkander:
beide in gewone zwart lederen scheeden, met stalen
uiteinden, die als gepolijst zilver blonken; de geves
ten waren eveneens van staal, met mandvormig ge-
draaiden greepbeugel, en van hetzelfde stevig metaal.
„Wat dunkt u van deze wapens, Monsieur?" vroeg
Blakcny, achterover leunend tegen den rug van zijn
stoel.
Chauvelin nam een der beide degens op, trok dien
langzaam uit de scheede en onderzocht zorgvuldig het
schitterend smal lemmet van de ontbloote kling.
„Wat oud van fatsoen en maaksel, Sir Percy", zei
hij, de gemakkolijke houding van zijn tegenstander
precies nabootsend, „een tikje zwaarder misschien dan
waaraan we in Frankrijk thans gewoon zijn, maar
niettemin een fraai bewerkt stuk staal."
„Wezenlijk, Monsieur, wat fabrikaat betreft, valt
er niets op aan te merken", zei Blakeny, „de klingen
zijn juist tweehonderd jaar geleden te Toledo vervaar
digd."
„Hahier zie ik een inscriptie", zei Chauvelin, het
lemmet dicht aan zijn oogen brengend, om de kleine
in het staal gegraveerde letters beter te kunnen lezen.
„De naam van den oorspronkelijken 'eigenaar. Ik
kering tegen werkeloosheid, terwijl hij tevens naar
aanleiding van een polemiek in de Alkmaarsche Cou
rant vraagt of het niet mogelijk is op Zondag andere
uren te bepalen voor het openstellen van de begraaf
plaats.
De uren van 10'12 en 2—4 zijn èn met het oog op
den kerkdienst, èn den tijd waarop de werkman het
middagmaal gebruikt minder geschikt. De heeren
van der Feen de Lille, Glinderman en Dorbeck on
dersteunen dit denkbeeld, dat de voorzitter belooft te
overwegen. Er zal daarbij echter rekening moeten
worden gehouden met den vrijen tijd voor den dood
graver.
De heer van Buijsen merkt op dat hij door
ambtsbezigheden tot zijn spijt de volgende zitting niet
kan bijwonen.
De voorzitter betreurt dat ook, doch de be
handeling der verordeningen op de Handelsschool
kunnen geen uitstel lijden.
De vergadering wordt daarop gesloten.
Prins Hendrik zal heden een bezoek brengen aan de
hoofdstad.
PI. M. de Koningin-Moeder zal op 2 Augustus a.s.
niet op Soestdijk vertoeven, maar haar verjaardag op
het Loo gaan vieren.
Tweede Kamerverkiezing.
De vrijzinnige kiesvereenigingen te Heerenveen en
Opsterland stelden voorloopig candidaat voor de
Tweede Kamer in het district Schoterland den heer
dr. O. Lely, te 's-Gravenhage.
Automobielen tot vervoer van zieken zijn vrijgesteld
van belasting, voor zoover zij in gebruik zijn bij ge
meenteziekenhuizen. Maar automobielen voor zie-
kenvervoer, die niet door publiekrechtelijke lichamen
worden gehouden, zijn tot nog toe in de belasting be
trokken.
De minister van Financiën meent, dat dit onbillijk
i3 en heeft thans een wetsontwerp aanhangig gemaakt,
waarbij de vrijdom van personeele belasting wordt
uitgestrekt tot de motorrijtuigen die kennelijk inge
richt zijn tot het vervoer van zieken, en uitsluitend of
hoofdzakelijk zulks met het oog op het vervoer dei-
verpleegsters of dokters daarvoor gebruikt worden.
De wet dient, om alle onbillijkheid te voorkomen,
terugwerkende kracht te hebben, tot op het tijdstip
waarop de heffing der personeele belasting wegens
motorrijtuigen een aanvang heeft genomen, d.i. 1 Ja
nuari 1909.
Parlementaire jubilarissen.
De Htagscke" corresp:ndent vau de „Tel" schrijft
Wanneer ia September de tieuwe Kamer bijeen
komt, z-Hlen er aan de rechterzijde twee jubilarissen
zijn, twee parlementaire veteranen, die zich de ach'ing
vau vrienden tegenstander hebbeo gewoDneD.
De heeren jhr. mr. A. F. de Savornin Lehman en
A. baron van Dedem hopen dan nameïjjk den dag te
herdenken, waarop zig vóór 30 jaren hun intrede deden
in het parlement. Beide afgevaardigden, in 1879 tot
lid der Tweede Kamer gekozen, hebben sinds dat j tar
altijd onafgebroken hetzelfde district vertegenwoordigd
de heer Lshman Goes, de hoer Van Dedem Zwolle.
heb deze rapieden op een reis in Italië van een zijner
afstammelingen gekocht."
„Lorenzo Giovanni Cenci", las Chauvelin, de Italï-
aansche namen zeer langzaam spellend.
„De grootste schavuit die ooit op aarde gewandeld
heeft. Gij, Monsieur, zult zijn geschiedenis wel beter
kennen dan wij. Roof, diefstal, moord, alles was van
Sigonr Lorenzo's gading. ook het doodelijk vergif
in den bekeren de vergiftigde dolk."
Hij zei dit op luchtigen, achteloozen toon, op den
zelfden lossen schertsenden trant, dien hij tijdens den
geheelen avond niet had laten varen, en op de hem
steeds eigen temerige manier. Maar bij deze laatste
woorden schrikte Chauvelin zichtbaar op, en legde hij
plotseling' het rapier terzijde. Ilij wierp een snellen
achterdochtigen blik op Blakeney, die tegen den stoel
Jeunend, met één knie op de b'ekleede zitting, beuzelig
speelde met het andere lemmet, dat precies geleek op
het wapen door den ex-ambassadeur plotseling op ta
fel neergelegd.
„Wel, Monsieur", zei Percy na een korte poos en
met een snellen blik, niet vrij van prikkelende ironie,
het starend oog zijns vijands ontmoetend, „zijt u te
vreden met de wapens? Welk der twee kiest u?"
„Wezenlijk, Sir Percy...." murmelde Chauvelin
nog aarzelend.
„Neen, Monsieur", viel Blakeny hem gulhartig in
de rede, „ik weet wat u zeggen wilt. wezenlijk, er
valt geen keuze tusschen dit volmaakt tweelingpaar:
de eene degen is zoo uitstekend als de anderaan
u de keus echter. U moet dezen avond een ervan mee
nemen naar uw logies en u oefenen op een hooimijt of
op een sponsDe degen is ter uwer beschikking
totdat u hem op mijn onwaardig persoon hebt be
proefd.. Vier dagen na dezen gedenkwaardigen dag,
op den zuidwal van Boulogne, als de klok der kathe
draal den avond-Angelus zal kleppen, dan kruist u
hem met zijn trouweloozen tweeling.... Zie eens,
Monsieur, ze zijn van gelijke lengte. van gelijke
stevigheid in kwaliteit.... een volmaakt paar....
Toch verzoek ik u een keus te do-en."
Wordt vervolgd.