DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No, 188. Honderd en elfde Jaargang. ZATERDAG 14 AUGUSTUS Nog -een* Vreoin dolingen'verkeer. BINNENLAND. Dit nummer bestaat uit twee bladen Cholera. Eeo Amsterdammer voer de Londensche rechtbank Bedriegf-Iljke bankbreuk. Hoe f 1371 In 1796 nesgelater?, In 1909 tot f 53000 waren uitgedijd en nu eerstdaags Duitschers zuden gelukkig maken. Uit Harencarspel. In ons nummer van Zaterdag, dat opende met een artikel over vreemdelingenverkeer, geschreven naar aanleiding van den „Gids voor Bergen en Bergen aan Zee, uitgegeven door de vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer te Bergen" kwamen een tweetal I richten voor, welke, op hetzelfde onderwerp betrekking hadden. Ten eerste mochten we in het stadsnieuws melding- maken en we deden dat met ingenomenheid t van een royale uitgave van „Alcmaria," de vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer voor Alk maar en Omstreken, n.l. een prachtige wandelkaart voor Alkmaar, Berg-en en ITeiloo, met verzamelkaart van SchoorlHeemskerk. En ten tweede werd ons uit Schoorl gemeld, dat daar was opgericht „Noord-Kennemerland," de veree niging tot bevordering van hef vreemdelingenverkeer. In het Nieuws van den Dag van Donderdag j.l. werd medegedeeld, dat de vereeniging zich zal bezighoude: met het beramen en uitvoeren van maatregelen welke bevorderlijk zijn aan een gemakkelijk en rustig ver blijf voor het jaarlijks grooter wordend aantal logeer gasten in deze sehoone boschrijke duinstreek en met het handhaven en zoo mogelijk vermeerdering van het heerlijk genot dat Schoorl door zijn schilderachtige ligging aan den voet van Hollands hoogste duinen aanbiedt. Allereerst zal een informatiebureau gevestigd wor den (voorloopig adres bij den secretaris) tot het ver krijgen van inlichtingen voor verschillende pensons gelegenheden. Voorts zal aan den Staat gevraagd wor den om meer wegwijzers in de duinen in de richting- naar zee. Ook zal gezorgd worden voor het plaatsen van papiermanden langs de gebaande wegen in het duin. Nog in een ander blad werd er deze week over Schoorl geschreven, n.l. in de Haagsche Nieuwe Cou rant. Het gezellige bericht over de Juliana-feestvie- ring hebben onze lezers gisteren kunnen lezen. Ook van Bergen hebben de bladen deze week ge sproken. Zij bespraken öf den bovengenoemden gids öf den „Berger kunsthandel" en in beide gevallen werd de aandacht der lezers gevestigd op het sehoone dat dit dorp den bezoekers biedt. In het „Utr. Dagblad" schreef de Amsterdamsche briefschrijver over Bergen aan Zee, dat „officieel on der de badplaatsen meerekent." kei van den heer J. P. Thijsse, waarin deze kenner En gisteravond bevatte de Telegraaf een hoofdarti- der natuur opwekt een fietstocht te maken van uit Alkmaar over Bergen en Schoorl naar de Hondsbos sche zeewering en waarin hij de beschrijving van zijn tocht eindigt met een ,,'k Doe het stellig nog eens." Egmond aan Zee bleef ook niet onbesproken. Het zooeven genoemde blad bevatte Dinsdag een aardig verslag van een vaeantie-kolonie-feest, waarin het heerlijke strandleven werd geschetst, dat ook an dere kinderen dan de kleine kolonistjes er vinden, ter wijl wjj in onderscheidene groote bladen gisteravond een aanlokkelijk beeld zagen ontworpen van „stevige, gebruinde jongens en meisjes met vroolijk lachende gezichtjes," die van zee, zand en zon hebben genoten waarvan ook andere kleinen dan de gasten van het Centraal genootschap kunnen genieten. Onze omgeving had dus deze week wel „een goede pers." Ook over Alkmaar treft men in den laatsten tijd nog al eens geïllustreerde artikelen aan in ver schillende geschriften en bij de fraaie foto's, welke er in den regel afgedrukt worden, nemen we eenige on nauwkeurigheden in den tekst, die nog al eens voor komen, op den koop toe. Van de duizenden lezers, die deze beschrijvingen onder de oogen krijgen, worden er allicht honderden verlokt om eens kennis te maken met het sehoone, dat hun daarin wordt geopenbaard. Zij komen, zien en worden overwonnen. Zij komen terug en raden ande ren aan hun voorbeeld te volgen. Het groote nut van zulke smakelijke, niet te lange berichten en mededeelingen in de pers moet men niet onderschatten. Hun waarde kan niet in cijfers worden uitgedrukt, maar dat zij aanzienlijk is, is niet aan twijfel onderhevig. Natuurlijk kan deze gratis-reclame niet al te groote afmetingen aannemen en niet al te lang aanhouden. Worden dergelijke besprekingen te lang of te talrijk, dan verschijnen ze niet in de couranten maar verdwij nen in de papier-manden der redacties. Een te groot gebruik vaii dit middel zou doodend werken. Een courant beoogt tenslotte hetzelfde als de bevordering van het vreemdelingenverkeer: finantiëel voordeel. En evenmin als zij uit den treure in het redactioneel ge deelte verkondigt dat in die en die zaak de beste wa ren zjjn te verkrijgen, evenmin kan zij bij herhaling op die plaats vertellen, dat in die en die streek de natuur het schoonst is. Wil een vereeniging tot bevordering van het vreem delingenverkeer zich blijvend van het machtige instru ment der pers bedienen, dan zal zij dat moeten doen in de advertentie-rubriek (dat wij hier geen oratio pro domo houden, niet spreken voor eigen belang, hebben wij niet te zeggen). En hier ligt, dunkt ons, een dank baar terrein braak. De kunst van adverteeren want dat adverteeren een kunst is schijnen velen nog steeds niet in te zien wordt vooral voor dit doel nog veel te weinig beoefend. Wel treft men af en toe in de bladen annonces van vereenigingen met de vele v's aan, maar zij missen het cachet, trekken niet vol doende de aandacht, hebben niets aparts, dat onmid dellijk de oogen op hen doet vestigen wat dan toch het doel der reclame is. Men zal ons tegenwerpen, dat adverteeren duur is, dat de kas een groote uitgave voor dit doel in den re gel niet toelaat, dat de leden er niets voor gevoelen en dreigen met bedankjes als niet een groot deel van de inkomsten voor feestelijke doeleinden wordt besteed. Dat is natuurlijk juist. Adverteeren kost geld en er zijn leden, die zich met een dergelijke uitgave niet kunnen vereenigen. Maar er zijn leden en leden. Sommigen geven zich voor het lidmaatschap op uit sympathie, of in de verwachting van een pretje. Doch voor anderen is de vereeniging een bevordering van inkomsten. Zij zijn niet alleen belangstellenden, maar ook belanghebbenden al zien zij dit niet altijd in. Het feit spreekt eigenlijk genoeg voor zich zelf, maar de meest eenvoudige en voor de hand liggende zaken zijn voor sommigen dikwerf het moeielijkst te begrij pen. Het is daarom misschien niet overbodig als be wijsvoering voor het nauwe verband, dat er bestaat tusschen vreemdelingenverkeer en welvaart, even aan te halen wat er gezegd wordt in het „Verslag omtrent Handel, Nijverheid en-Scheepvaart van Nederland ge durende 1908" (uitgegeven door de afdeeling- Handel^ van het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel) pag. 104: „Verder wordt er op gewezen, dat, hoewel in de eigenlijke zomermaanden het weder vrij gunstig was, het vreemdelingenverkeer in 1908 te wenschen over liet; hot seizoen begon laat en was vroeg afgeloopeir. Winkelbedrijven, welke aan hotels en pensions leveren, en andere bedrijven, welke bij een druk vreemdelingen verkeer belang hebben (stalhouderijen b. v.) onder vonden daarvan den nadeeligen invloed." Zou het nü niet in het welbegrepen belang van de direct belanghebbende leden zijn, indien zij hun con tributie verhoogden en daardoor de besturen in staat stelden meer te doen dan bij beperkte middelen moge lijk is? Wij spraken over advertenties. Wij denken echter nog aan een ander, tot dusverre niet „uitgebuit" middel. Onze omgeving verkeert in de gelukkige om standigheid, dat zij artiesten bezit, die gaarne willen medehelpen tot bevordering van het vreemdelingenver keer. Zou het nu niet mogelijk zijn dat de vereeni gingen tot bevordering van het vreemdelingenverkeer in verbinding traden met onze spoorwegmaatschappij en, opdat de waggons versierd werden met kunstwer ken, gelijk dat in het buitenland reeds hier en daar geschiedt? In ons land zijn reeds maatschappijen, die met foto's van sehoone streken de coupé-wanden ge zellig maken en den reislust bevorderen. Wij achten dit denkbeeld voor verwezenlijking vatbaar de drie partijen: schilders, vereenigingen en maatschappijen kunnen er alle drie van profiteeren en zouden het als een groot voordeel beschouwen wanneer onze om geving in dezen vooraanging. Er is voorts als pracht van reclame-middel de bi oscope, die, voorzoover wij weten, als zoodanig nog niet wordt toegepast. Wanneer men eens een gecombineerde film liet ma ken van de Alkmaarsche kaasmarkt, het strand te Egmond aan Zee, het panorama van den tocht van Bergen naar Bergen aan Zee (genomen van het impe riaal van den trein af) en den buitengewoon schoonen tocht in de duinen nabij Schoorl, dan kreeg men een bioscope-nummer, dat menig bioseope-ondernemer stel lig' gaarne zou willen bezitten. En wat zouden, wanneer zulk een film avond aan avond door het gansche land en wellicht daar bui- ten vertoond werd, er een oogen open gaan voor liet zeldzame stukje interessant en mooi Nederland, hier aan de Noordzeekust gelegen. Ziehier een paar middelen ter bevordering van het vreemdelingenverkeer aangegeven. Het spreekt van zelf dat een combinatie van veree nigingen meer zou kunnen doen en meer zou kunnen bereiken, dan een enkeling. En zoo komen we dan weer op ons oude straatje neer, dat in dit nummer ook wordt bewandeld door een inzender, die een zelfde voorbeeld aanhaalt als wij, toen we indertijd over de verbetering en verfraaiing van het terrein in de nabijheid van de abri schreven. Veel zullen wij er niet meer van zeggen. In het belang onzer stad, in het belang van omlig gende gemeenten hopen we echter dat er spoedig een poging zal worden gedaan, om tot die samenwerking van de verschillende vereenigingen te komen. Mocht het bestuur van „Alcmaria," de vereen, tot bevordering van het vreemdelingenverkeer „VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN" het initiatief willen nemen, dan zou het een daad verrichten, die nieuwen luister aan den naam der vereeniging kan geven en velen tot voordeel kan strekken. Hooger onderwijs bulten de Universiteiten. Onze Amsterdamsche correspondent meldtDoor de Nutscommissie voor het onderwijs is evenals den vori- gen winter, aan de departementen der Maatsch. tot Nut van 't Algemeen en andere plaatselijke Vereeni gingen of Comité's, welke het hooger onderwijs buiten de Universiteiten wenschen te bevorderen een lijst verzonden van hoogleeraren en leeraren die bereid zijn ook voor den volgenden winter, over door hen op te geven onderwerpen, cursussen voor hooger volksonder wijs buiten de Universiteit te leiden. In 1908—'09 wer den reeds dergelijke cursussen gehouden te Arnhem, Bussum, den Haag, Ridderkerk, Schiedam, Tiel en Winschoten, terwijl de cursussen te Amsterdam en Rotterdam konden geacht worden buiten de bemoeiin gen van de comm. om, te zijn- georganiseerd, Geldige steun van de commissie is noodig gebleken te Arnhem en te Winschoten. Uit de verslagen welke de commis sie omtrent de bovengenoemde cursussen ontving blijkt o.a. dat de gehouden cursussen over het algemeen zeer goed zijn geslaagd. GEMENGD N I E U W Reuter seint ons uit Helsingör, dato 12 Aug.: De kort geleden hier, onder verdenking van *uan cholera te lijden, aan wal gebrachte hofmeester van een Ilollandsche bark, die op weg was van St. Peters burg naar Rotterdam, is thans inderdaad aan cholera lijdende, maar bevindt zich aan de beterhand. Er zijn strenge quarantaine maatregelen genomen, en na ont smet te zijn, heeft het schip zijn reis voortgezet. Het gouders feest vein mgr. K!ö*ne Wie thans dat eenig-typisch plekje van Amsterdam, het Bagijnhof betreedt, zal verbaasd zijn over de be drijvigheid, welke daar heerscht. Men maakt toilet voor het gouden feest van mgr. B. H. Klönne, welke herdenking Zondag 15 Augustus zal plaats hebben. Dan toch zal mgr. Klönne, eere-kamerheer van Z. H. Paus Pius X, reetor van het Bagijnhof, den dag her denken, waarop hij vóór 50 jaren tot priester werd ge wijd. Zaterdagavond wordt mgr. Klönne, terugkeerend van zijn reis, door zes bruidjes op het feestelijk ver sierde Bagijnhof ontvangen. Reeds thans is men be zig mot de oprichting van een eerepoort. Zondagmorgen begint in de kerk het feest met een heilige mis, welke door den jubilaris zelf zal worden opgedragen, 's Avonds is er illuminatie en vuurwerk, uitsluitend voor de gemeentenaren. De poorten wor den dan gesloten. Mgr. Klönne is zoowel in Roomsche kringen als daarbuiten zeer in aanzien. Bij zijn ziekte, waarvan hij zoo gelukkig hersteld is, bleek reeds, hoe groot de belangstelling van allen in den beminden rector is. Voor zijn feest is dan ook veel belangstelling. Met groote sympathie maken de gemeentenaren zich op, hun geliefden voorganger dien dag te toonen, hoe zeer zij hem genegen zijn. De Londensche bladen maken met veel ophef mei ding van een zaak, die voor de Londensche politie rechtbank in behandeling was, waarhij terecht stond een zekere John Merk, van beroep slager, wonende Planciusstraat 28 te Amsterdam, beschuldigd zijn paard op onmenschelijke wijze behandeld te hebben. De getuigen verklaarden dat beklaagde een paard gebruikte, dat blijkbaar mank ging en veel pijn scheen te lijden. Beklaagde bracht hiertegen in, dat hij op weg was naar de boot van Amsterdam. De rechter verklaarde, dat de handel in oude paai den een jammerlijk bedrijf was en dat hij zijn best zou doen, dien handel te doen eindigen, door strenge be straffing van die lieden, die zieke, afgeleefde paarden, welke pijn lijden, door de straten drijven. Hij veroor deelde daarop Merk tot een maand dwangarbeid, wel ke niet door betaling van boete kan worden vervan gen. „Pootjeb/ïdenL Uit Zandvoort schrijft het Hbld: 's Morgens vroeg: een blauwe zee met een enkelen zoom van sneeuw-wit- te branding. Verschijnt een ruiter, een forsche jonge man, naakt op het ongezadelde zwarte paard. Paard en ruiter gaau de blauwe zee in, zóó diep dat slechts de kop van 't paard boven het water uitsteekt. Dan verschijnen zij weer; de huid vol lichtglansen; een visioen uit de tijden der Grieksche heldensagen Naakt en kuisch! Een paar uur later op dezelfde plaats. Lodderige jongens en meiden van de Haarlemsche kermis met gedeukte zwarte dopjes en verfonfaaide reuzenhoeden op vettige, slordige haren. 't gore ondergoed hoog opgeschort om „pootjes te baden." Gekleed maar on kuisch. Den ganschen dag door loopen de stadsmenschen in zee, die als 't ware het ondergoed aan het lijf willen wasschen. Ook kinderen, bij wie het zeewater optrekt tot aan de borstrokjes, met broekjes en hemden strak gespannen van het water. Wat brengt de avond voor die menschen en kinderen? Humeurigheid, moeheid, weeheid, ziekte wellicht. Dan wordt de groote zomer- pretdag een dag met nadeel voor ziel, lichaam en klee- ren. Jacht !n Noo-dho'Jand. De jacht op grof wild zal worden geopend op Maan dag 1 November 1909, met Zonsopgang; de jacht op klein wild, met uitzondering' van die op hazen en fa zanten, zal worden geopend op Zaterdag, 28 Augustus 1909, met zonsopgang; de jacht op hazen en fazanten zal worden geopend op Zaterdag 2 October met zons opgang; de korte jacht zal dagelijks, met uitzondering van den Zondag, en de lange jacht alleen op Woens dag en Zaterdag mogen worden uitgeoefend. Voor de Groninger rechtbank stond gisteren we gens bedrieglijke bankbreuk terecht de aannemer E. J., aldaar,die een slachtoffer geworden is van de fi- nanciëele crisis, welke de bedrijven in de laatste jaren zoozeer teisterde. Zijn zaak, die reeds jaren een gevestigden naam had, ging in den laatsten tijd, hoofdzakelijk tengevol ge der felle concurrentie, met reuzenschreden achter uit. Toen hij op het punt stond van failliet te gaan, vat te hij het plan op, de wijk naar Amerika te nemen. V an een bedrag van circa 2800, dat hij ontvangen had voor een werk van de gemeente, nam hij 2100 mee, terwijl hij vóór zijn vertrek aan zijn schoonmoe der 600 uitbetaalde, een bedrag, dat hij in Oct. j.l. van haar geleend had. Beklaagde ging wel op reis, doch hij kreeg berouw, ging niet naar Amerika, integendeel, hij keerde te rug. Het geld was grootendeels verdwenen; naar hij zeide, was het hem in een kroeg te Antwerpen ontsto len. Het O. M., waargenomen door mr. Masel, vorderde tegen beklaagde 5 maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. Kranenburg, was van oordeel, dat beklaagde op art, 341 van het W. v. Str. niet zou kunnen worden veroordeeld, omdat dit betrekking heeft op kooplieden en niet op aannemers of timmer lieden. Bleiter vroeg vrijspraak, subs, ontslag' van rechtsvervolging voor zijn cliënt. Op 9 Mei 1796 overleed te Haarlem waarschijnlijk in een huis op de Oude Gracht bij de Stoofsteeg ze kere Hans Zende, zoon van Caspar Zejjde, straatma- ker te Absthagen in Duitschland. Hans was uit Duitschland naar Holland gekomen, had zich te Haarlem gevestigd en trouwde daar met Geertruida Huisbergen, doch daar hun echt kinder loos bleef, maakten zij een testament, waarbij werd be paald, dat de langst levende, die niet hertrouwde in het bezit zou blijven van den geheelen boedel tot den dood toe. Dan zouden wat men toen noemde de „vrienden" van beide zijden erven. Na den dood van Hans schijnt Geertruida geen aanvechting te hebben gehad om weder in het huwe lijksbootje te stappen. Zij overleed 27 Augustus 1819 en in het begin van het volgend jaar kwamen haar erfgenamen," de weduwe van Albert Erichbeek en mej. Kreefmeyer bij de rechtbank met het verzoek om een notaris te willen .belasten met de vertegenwoordiging van de erven van Hans Zende. En werkelijk werd door de rechtbank toen als be windvoerder benoemd de notaris W. A. Hazelaar, wo nende op de Nieuwe Gracht, hoek Jansstraat in het zelfde perceel, waar thans notaris Joekes resideert en i hem werd als heft van den boedel in handen gesteld een som van 1371.69 en een vierde cent. De acte van scheiding van den boedel werd 25 Oc tober 1825 opgemaakt mede ten verzoeke van Jan Barrevoet Azn., deurwaarder bij de rechtbank door den notaris Aegidius Wallaért Sacré. Sedert bleven de gelden in handen van notaris Ha zelaar, die zooals later zal blijken wel eenige moeite in het werk heeft gesteld om de erven van Hans Zen de op te sporen, maar bij zijn dood in 1855 had hij de nalatenschap als bewindvoerder nog steeds onder zijn beheer. Die som was intusschen aangegroeid tot 2849.01 en werd op verzoek van den procureur H. Gerlings Czn. door de rechtbank op 17 November 1855 onder bewindvoering gesteld, ditmaal van den procureur F. L. Kist, die in December 1855 werd gemachtigd daar voor inschrijvingen te nemen op het Grootboek. Toen de heer Kist in 1892 overleed, had hij hij testa ment zijn zoon, mr. A. Kist, aangewezen als zijn opvol ger in het bewind en het beheer van alle administra- tiën, die hem zoowel in als buiten rechten waren op gedragen; doch toen mr. Kist bij de rechtbank ver zocht als bewindvoerder over de gelden uit den boedel Zende te worden gecontinueerd, wees de rechtbank dit verzoek, op advies van den toenmaligen officier van justitie, jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré, van de hand, omdat hier van bewindvoering geen sprake kon wezen, daar het een onbeheerde nalatenschap betrof, waar over volgens de wet een curator moest worden be noemd. Mr. Kist kwam niet op zijn verzoek terug, de recht bank benoemde geen curator, de administratie van het Groothoek betaalde de rente uit, alsof de curator F. L. Kist nog bewindvoerder was en toen in .1902 mr. A. Kist kwam te overlijden, waren het zijn erven, die voor de tweede maal bij de rechtbank aanklopten om een bewindvoerder aan te stellen over de nalatenschap Zende, die inmiddels onder het beheer van de heeren Kist tot een belangrijk bedrag was uitgedijd. De rechtbank wees ook nu dit verzoek van de hand, omdat het hier betrof een onbeheerde nalatenschap en op 4 November 1902 werd daarom mr. P. Tideman tot curator daarover aangesteld. Onder de stukken, die deze van de erven Kist over- kreeg, waren o.m. het testament van Hans en zijne vrouw en een papier uit den boedel van notaris Haze laar, waarop stond dat Hens Zende drie broeders had gehad, Peter, Casper en Christiaan en een zuster, die Oatharina heette. Mr. Tideman was verplicht pogingen in het werk te stellen de erfgenamen van Hans in Duitschland op te sporen. Hij begaf zich daartoe naar Berlijn en be zocht daar het café Bauer unter den Linden, welk café bekend is voor het groot aantal adresboeken, dat daar te lezen ligt en het adresboek van Dantzig napluizen de vond hij daar de namen van Alexander Richard Zende en van Johanna Jenny Zende en bij zijn bezoek aan Dantzig bleek het hem, dat de eerste, procuratie houder bij een Hypotheekbank en de laatst piano-on- derwijzeres, bet-achterkleinkinderen waren van Peter, den broeder van den erflater. Hij zette zijn nasporingen voort, vond een tante van die beide personen, een hofjesjuffrouw, een afstamme ling van Oatharina, de zuster van Hans, dit drietal sprak over de zaak met aixdere familieleden en zoo zijn nu als gerechtigden op de nalatenschap, die thans bedraagt pl. m. 53.000, behoudens de rente, 77 per sonen opgespoord, waarvan er 67 afstammen van Oa tharina en 10 van Peter. Nakomelingen van Gaspar en Christiaan zijn niet ontdekt geworden. Dat Alexander Richard en Johanna Jenney werke lijk behooren tot de op de erfenis rechthebbenden, kan behalve uit de officieele stukken ook blijken uit hun mededeeling, hoe hun vader in een booze bui eens ver schillende familiestukken had verscheurd, waaronder er ook waren op een Hollandsche zaak betrekking heb bende, maar waarvan hij had gezegd, dat toch nooit iets zou terecht komen. En thans is door de rechtbank te Haarlem bepaald, dat alle erfgenamen en belanghebbenden bij den nage laten boedel van Hans Zende, die hier in 1796 over leed, zullen worden opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen op 12 October 1909, om de rekening en verantwoording van den curator op te nemen en be houdens het nog opkomen van andere erfgenamen of belanghebbenden tot scheiding en deeling te kunnen overgaan. Wie misschien mocht denken, dat de 53.000 in 77 gelijke porties zullen gedeeld worden, heeft het aan het verkeerde eind. Er zijn er- onder de erven, die een 70ste, anderen, die een 80ste deel krijgen, maar er zijn er ook onder die op geen grooter dan een 10.000ste deel recht kun nen doen gelden. Alzoo zal er dus eindelijk een eind komen aan het zeker wel zelden voorkomende geval, dat een erfenis in 1796 opengevallen voor 1902 niet werd opgeëischt en in 1909 pas werd verdeeld en dat het door een Duitscher nagelaten kapitaaltje van goed 1300, door de uitnemende zorgen van Nederlandsche notarissen, procureurs en rechtsgeleerden tot 53.000 aange groeid, niet langer onder de administratie van Neder landers zal blijven. Opr. Haarl. öt. Door de kiezers uit Kerkbuurt, Kalverdijk en Tuit- jenhorn is tot den Gemeenteraad het verzoek gericht te hunner behoeve een derde stembureau in eerstge noemde plaats te vestigen. Tot dusver behooren die kiezers tot stemdistrict 1 hetwelk gevestigd is te Dirkshorn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 1