DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No, 188.
Honderd en elfde Jaargang.
ZATERDAG
14 AUGUSTUS
Nog -een*
Vreoin dolingen'verkeer.
BINNENLAND.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Cholera.
Eeo Amsterdammer voer de Londensche
rechtbank
Bedriegf-Iljke bankbreuk.
Hoe f 1371 In 1796 nesgelater?, In 1909 tot
f 53000 waren uitgedijd en nu eerstdaags
Duitschers zuden gelukkig maken.
Uit Harencarspel.
In ons nummer van Zaterdag, dat opende met een
artikel over vreemdelingenverkeer, geschreven naar
aanleiding van den „Gids voor Bergen en Bergen aan
Zee, uitgegeven door de vereeniging tot bevordering
van het vreemdelingenverkeer te Bergen" kwamen een
tweetal I richten voor, welke, op hetzelfde onderwerp
betrekking hadden.
Ten eerste mochten we in het stadsnieuws melding-
maken en we deden dat met ingenomenheid t van
een royale uitgave van „Alcmaria," de vereeniging tot
bevordering van het vreemdelingenverkeer voor Alk
maar en Omstreken, n.l. een prachtige wandelkaart
voor Alkmaar, Berg-en en ITeiloo, met verzamelkaart
van SchoorlHeemskerk.
En ten tweede werd ons uit Schoorl gemeld, dat
daar was opgericht „Noord-Kennemerland," de veree
niging tot bevordering van hef vreemdelingenverkeer.
In het Nieuws van den Dag van Donderdag j.l. werd
medegedeeld, dat de vereeniging zich zal bezighoude:
met het beramen en uitvoeren van maatregelen welke
bevorderlijk zijn aan een gemakkelijk en rustig ver
blijf voor het jaarlijks grooter wordend aantal logeer
gasten in deze sehoone boschrijke duinstreek en met
het handhaven en zoo mogelijk vermeerdering van het
heerlijk genot dat Schoorl door zijn schilderachtige
ligging aan den voet van Hollands hoogste duinen
aanbiedt.
Allereerst zal een informatiebureau gevestigd wor
den (voorloopig adres bij den secretaris) tot het ver
krijgen van inlichtingen voor verschillende pensons
gelegenheden. Voorts zal aan den Staat gevraagd wor
den om meer wegwijzers in de duinen in de richting-
naar zee. Ook zal gezorgd worden voor het plaatsen
van papiermanden langs de gebaande wegen in het
duin.
Nog in een ander blad werd er deze week over
Schoorl geschreven, n.l. in de Haagsche Nieuwe Cou
rant. Het gezellige bericht over de Juliana-feestvie-
ring hebben onze lezers gisteren kunnen lezen.
Ook van Bergen hebben de bladen deze week ge
sproken. Zij bespraken öf den bovengenoemden gids
öf den „Berger kunsthandel" en in beide gevallen
werd de aandacht der lezers gevestigd op het sehoone
dat dit dorp den bezoekers biedt.
In het „Utr. Dagblad" schreef de Amsterdamsche
briefschrijver over Bergen aan Zee, dat „officieel on
der de badplaatsen meerekent."
kei van den heer J. P. Thijsse, waarin deze kenner
En gisteravond bevatte de Telegraaf een hoofdarti-
der natuur opwekt een fietstocht te maken van uit
Alkmaar over Bergen en Schoorl naar de Hondsbos
sche zeewering en waarin hij de beschrijving van zijn
tocht eindigt met een ,,'k Doe het stellig nog eens."
Egmond aan Zee bleef ook niet onbesproken.
Het zooeven genoemde blad bevatte Dinsdag een
aardig verslag van een vaeantie-kolonie-feest, waarin
het heerlijke strandleven werd geschetst, dat ook an
dere kinderen dan de kleine kolonistjes er vinden, ter
wijl wjj in onderscheidene groote bladen gisteravond
een aanlokkelijk beeld zagen ontworpen van „stevige,
gebruinde jongens en meisjes met vroolijk lachende
gezichtjes," die van zee, zand en zon hebben genoten
waarvan ook andere kleinen dan de gasten van het
Centraal genootschap kunnen genieten.
Onze omgeving had dus deze week wel „een goede
pers."
Ook over Alkmaar treft men in den laatsten tijd
nog al eens geïllustreerde artikelen aan in ver
schillende geschriften en bij de fraaie foto's, welke er
in den regel afgedrukt worden, nemen we eenige on
nauwkeurigheden in den tekst, die nog al eens voor
komen, op den koop toe.
Van de duizenden lezers, die deze beschrijvingen
onder de oogen krijgen, worden er allicht honderden
verlokt om eens kennis te maken met het sehoone, dat
hun daarin wordt geopenbaard. Zij komen, zien en
worden overwonnen. Zij komen terug en raden ande
ren aan hun voorbeeld te volgen.
Het groote nut van zulke smakelijke, niet te lange
berichten en mededeelingen in de pers moet men niet
onderschatten. Hun waarde kan niet in cijfers worden
uitgedrukt, maar dat zij aanzienlijk is, is niet aan
twijfel onderhevig.
Natuurlijk kan deze gratis-reclame niet al te groote
afmetingen aannemen en niet al te lang aanhouden.
Worden dergelijke besprekingen te lang of te talrijk,
dan verschijnen ze niet in de couranten maar verdwij
nen in de papier-manden der redacties. Een te groot
gebruik vaii dit middel zou doodend werken. Een
courant beoogt tenslotte hetzelfde als de bevordering
van het vreemdelingenverkeer: finantiëel voordeel. En
evenmin als zij uit den treure in het redactioneel ge
deelte verkondigt dat in die en die zaak de beste wa
ren zjjn te verkrijgen, evenmin kan zij bij herhaling
op die plaats vertellen, dat in die en die streek de
natuur het schoonst is.
Wil een vereeniging tot bevordering van het vreem
delingenverkeer zich blijvend van het machtige instru
ment der pers bedienen, dan zal zij dat moeten doen
in de advertentie-rubriek (dat wij hier geen oratio pro
domo houden, niet spreken voor eigen belang, hebben
wij niet te zeggen). En hier ligt, dunkt ons, een dank
baar terrein braak. De kunst van adverteeren
want dat adverteeren een kunst is schijnen velen nog
steeds niet in te zien wordt vooral voor dit doel
nog veel te weinig beoefend. Wel treft men af en toe
in de bladen annonces van vereenigingen met de vele
v's aan, maar zij missen het cachet, trekken niet vol
doende de aandacht, hebben niets aparts, dat onmid
dellijk de oogen op hen doet vestigen wat dan toch
het doel der reclame is.
Men zal ons tegenwerpen, dat adverteeren duur is,
dat de kas een groote uitgave voor dit doel in den re
gel niet toelaat, dat de leden er niets voor gevoelen en
dreigen met bedankjes als niet een groot deel van de
inkomsten voor feestelijke doeleinden wordt besteed.
Dat is natuurlijk juist. Adverteeren kost geld en
er zijn leden, die zich met een dergelijke uitgave niet
kunnen vereenigen. Maar er zijn leden en leden.
Sommigen geven zich voor het lidmaatschap op uit
sympathie, of in de verwachting van een pretje. Doch
voor anderen is de vereeniging een bevordering van
inkomsten. Zij zijn niet alleen belangstellenden, maar
ook belanghebbenden al zien zij dit niet altijd in.
Het feit spreekt eigenlijk genoeg voor zich zelf, maar
de meest eenvoudige en voor de hand liggende zaken
zijn voor sommigen dikwerf het moeielijkst te begrij
pen. Het is daarom misschien niet overbodig als be
wijsvoering voor het nauwe verband, dat er bestaat
tusschen vreemdelingenverkeer en welvaart, even aan
te halen wat er gezegd wordt in het „Verslag omtrent
Handel, Nijverheid en-Scheepvaart van Nederland ge
durende 1908" (uitgegeven door de afdeeling- Handel^
van het departement van Landbouw, Nijverheid en
Handel) pag. 104:
„Verder wordt er op gewezen, dat, hoewel in de
eigenlijke zomermaanden het weder vrij gunstig was,
het vreemdelingenverkeer in 1908 te wenschen over
liet; hot seizoen begon laat en was vroeg afgeloopeir.
Winkelbedrijven, welke aan hotels en pensions leveren,
en andere bedrijven, welke bij een druk vreemdelingen
verkeer belang hebben (stalhouderijen b. v.) onder
vonden daarvan den nadeeligen invloed."
Zou het nü niet in het welbegrepen belang van de
direct belanghebbende leden zijn, indien zij hun con
tributie verhoogden en daardoor de besturen in staat
stelden meer te doen dan bij beperkte middelen moge
lijk is?
Wij spraken over advertenties. Wij denken echter
nog aan een ander, tot dusverre niet „uitgebuit"
middel. Onze omgeving verkeert in de gelukkige om
standigheid, dat zij artiesten bezit, die gaarne willen
medehelpen tot bevordering van het vreemdelingenver
keer. Zou het nu niet mogelijk zijn dat de vereeni
gingen tot bevordering van het vreemdelingenverkeer
in verbinding traden met onze spoorwegmaatschappij
en, opdat de waggons versierd werden met kunstwer
ken, gelijk dat in het buitenland reeds hier en daar
geschiedt? In ons land zijn reeds maatschappijen, die
met foto's van sehoone streken de coupé-wanden ge
zellig maken en den reislust bevorderen. Wij achten
dit denkbeeld voor verwezenlijking vatbaar de drie
partijen: schilders, vereenigingen en maatschappijen
kunnen er alle drie van profiteeren en zouden het
als een groot voordeel beschouwen wanneer onze om
geving in dezen vooraanging.
Er is voorts als pracht van reclame-middel de bi
oscope, die, voorzoover wij weten, als zoodanig nog
niet wordt toegepast.
Wanneer men eens een gecombineerde film liet ma
ken van de Alkmaarsche kaasmarkt, het strand te
Egmond aan Zee, het panorama van den tocht van
Bergen naar Bergen aan Zee (genomen van het impe
riaal van den trein af) en den buitengewoon schoonen
tocht in de duinen nabij Schoorl, dan kreeg men een
bioscope-nummer, dat menig bioseope-ondernemer stel
lig' gaarne zou willen bezitten.
En wat zouden, wanneer zulk een film avond aan
avond door het gansche land en wellicht daar bui-
ten vertoond werd, er een oogen open gaan voor
liet zeldzame stukje interessant en mooi Nederland,
hier aan de Noordzeekust gelegen.
Ziehier een paar middelen ter bevordering van het
vreemdelingenverkeer aangegeven.
Het spreekt van zelf dat een combinatie van veree
nigingen meer zou kunnen doen en meer zou kunnen
bereiken, dan een enkeling. En zoo komen we dan
weer op ons oude straatje neer, dat in dit nummer
ook wordt bewandeld door een inzender, die een
zelfde voorbeeld aanhaalt als wij, toen we indertijd
over de verbetering en verfraaiing van het terrein in
de nabijheid van de abri schreven.
Veel zullen wij er niet meer van zeggen.
In het belang onzer stad, in het belang van omlig
gende gemeenten hopen we echter dat er spoedig een
poging zal worden gedaan, om tot die samenwerking
van de verschillende vereenigingen te komen.
Mocht het bestuur van „Alcmaria," de vereen, tot
bevordering van het vreemdelingenverkeer „VOOR
ALKMAAR EN OMSTREKEN" het initiatief willen
nemen, dan zou het een daad verrichten, die nieuwen
luister aan den naam der vereeniging kan geven en
velen tot voordeel kan strekken.
Hooger onderwijs bulten de Universiteiten.
Onze Amsterdamsche correspondent meldtDoor de
Nutscommissie voor het onderwijs is evenals den vori-
gen winter, aan de departementen der Maatsch. tot
Nut van 't Algemeen en andere plaatselijke Vereeni
gingen of Comité's, welke het hooger onderwijs buiten
de Universiteiten wenschen te bevorderen een lijst
verzonden van hoogleeraren en leeraren die bereid zijn
ook voor den volgenden winter, over door hen op te
geven onderwerpen, cursussen voor hooger volksonder
wijs buiten de Universiteit te leiden. In 1908—'09 wer
den reeds dergelijke cursussen gehouden te Arnhem,
Bussum, den Haag, Ridderkerk, Schiedam, Tiel en
Winschoten, terwijl de cursussen te Amsterdam en
Rotterdam konden geacht worden buiten de bemoeiin
gen van de comm. om, te zijn- georganiseerd, Geldige
steun van de commissie is noodig gebleken te Arnhem
en te Winschoten. Uit de verslagen welke de commis
sie omtrent de bovengenoemde cursussen ontving blijkt
o.a. dat de gehouden cursussen over het algemeen
zeer goed zijn geslaagd.
GEMENGD N I E U W
Reuter seint ons uit Helsingör, dato 12 Aug.:
De kort geleden hier, onder verdenking van *uan
cholera te lijden, aan wal gebrachte hofmeester van
een Ilollandsche bark, die op weg was van St. Peters
burg naar Rotterdam, is thans inderdaad aan cholera
lijdende, maar bevindt zich aan de beterhand. Er zijn
strenge quarantaine maatregelen genomen, en na ont
smet te zijn, heeft het schip zijn reis voortgezet.
Het gouders feest vein mgr. K!ö*ne
Wie thans dat eenig-typisch plekje van Amsterdam,
het Bagijnhof betreedt, zal verbaasd zijn over de be
drijvigheid, welke daar heerscht. Men maakt toilet
voor het gouden feest van mgr. B. H. Klönne, welke
herdenking Zondag 15 Augustus zal plaats hebben.
Dan toch zal mgr. Klönne, eere-kamerheer van Z. H.
Paus Pius X, reetor van het Bagijnhof, den dag her
denken, waarop hij vóór 50 jaren tot priester werd ge
wijd.
Zaterdagavond wordt mgr. Klönne, terugkeerend
van zijn reis, door zes bruidjes op het feestelijk ver
sierde Bagijnhof ontvangen. Reeds thans is men be
zig mot de oprichting van een eerepoort.
Zondagmorgen begint in de kerk het feest met een
heilige mis, welke door den jubilaris zelf zal worden
opgedragen, 's Avonds is er illuminatie en vuurwerk,
uitsluitend voor de gemeentenaren. De poorten wor
den dan gesloten.
Mgr. Klönne is zoowel in Roomsche kringen als
daarbuiten zeer in aanzien. Bij zijn ziekte, waarvan
hij zoo gelukkig hersteld is, bleek reeds, hoe groot de
belangstelling van allen in den beminden rector is.
Voor zijn feest is dan ook veel belangstelling. Met
groote sympathie maken de gemeentenaren zich op,
hun geliefden voorganger dien dag te toonen, hoe zeer
zij hem genegen zijn.
De Londensche bladen maken met veel ophef mei
ding van een zaak, die voor de Londensche politie
rechtbank in behandeling was, waarhij terecht stond
een zekere John Merk, van beroep slager, wonende
Planciusstraat 28 te Amsterdam, beschuldigd zijn
paard op onmenschelijke wijze behandeld te hebben.
De getuigen verklaarden dat beklaagde een paard
gebruikte, dat blijkbaar mank ging en veel pijn scheen
te lijden. Beklaagde bracht hiertegen in, dat hij op
weg was naar de boot van Amsterdam.
De rechter verklaarde, dat de handel in oude paai
den een jammerlijk bedrijf was en dat hij zijn best zou
doen, dien handel te doen eindigen, door strenge be
straffing van die lieden, die zieke, afgeleefde paarden,
welke pijn lijden, door de straten drijven. Hij veroor
deelde daarop Merk tot een maand dwangarbeid, wel
ke niet door betaling van boete kan worden vervan
gen.
„Pootjeb/ïdenL
Uit Zandvoort schrijft het Hbld: 's Morgens vroeg:
een blauwe zee met een enkelen zoom van sneeuw-wit-
te branding.
Verschijnt een ruiter, een forsche jonge man, naakt
op het ongezadelde zwarte paard.
Paard en ruiter gaau de blauwe zee in, zóó diep dat
slechts de kop van 't paard boven het water uitsteekt.
Dan verschijnen zij weer; de huid vol lichtglansen;
een visioen uit de tijden der Grieksche heldensagen
Naakt en kuisch!
Een paar uur later op dezelfde plaats. Lodderige
jongens en meiden van de Haarlemsche kermis met
gedeukte zwarte dopjes en verfonfaaide reuzenhoeden
op vettige, slordige haren. 't gore ondergoed hoog
opgeschort om „pootjes te baden." Gekleed maar on
kuisch.
Den ganschen dag door loopen de stadsmenschen in
zee, die als 't ware het ondergoed aan het lijf willen
wasschen. Ook kinderen, bij wie het zeewater optrekt
tot aan de borstrokjes, met broekjes en hemden strak
gespannen van het water. Wat brengt de avond voor
die menschen en kinderen? Humeurigheid, moeheid,
weeheid, ziekte wellicht. Dan wordt de groote zomer-
pretdag een dag met nadeel voor ziel, lichaam en klee-
ren.
Jacht !n Noo-dho'Jand.
De jacht op grof wild zal worden geopend op Maan
dag 1 November 1909, met Zonsopgang; de jacht op
klein wild, met uitzondering' van die op hazen en fa
zanten, zal worden geopend op Zaterdag, 28 Augustus
1909, met zonsopgang; de jacht op hazen en fazanten
zal worden geopend op Zaterdag 2 October met zons
opgang; de korte jacht zal dagelijks, met uitzondering
van den Zondag, en de lange jacht alleen op Woens
dag en Zaterdag mogen worden uitgeoefend.
Voor de Groninger rechtbank stond gisteren we
gens bedrieglijke bankbreuk terecht de aannemer E.
J., aldaar,die een slachtoffer geworden is van de fi-
nanciëele crisis, welke de bedrijven in de laatste jaren
zoozeer teisterde.
Zijn zaak, die reeds jaren een gevestigden naam
had, ging in den laatsten tijd, hoofdzakelijk tengevol
ge der felle concurrentie, met reuzenschreden achter
uit.
Toen hij op het punt stond van failliet te gaan, vat
te hij het plan op, de wijk naar Amerika te nemen.
V an een bedrag van circa 2800, dat hij ontvangen
had voor een werk van de gemeente, nam hij 2100
mee, terwijl hij vóór zijn vertrek aan zijn schoonmoe
der 600 uitbetaalde, een bedrag, dat hij in Oct. j.l.
van haar geleend had.
Beklaagde ging wel op reis, doch hij kreeg berouw,
ging niet naar Amerika, integendeel, hij keerde te
rug. Het geld was grootendeels verdwenen; naar hij
zeide, was het hem in een kroeg te Antwerpen ontsto
len.
Het O. M., waargenomen door mr. Masel, vorderde
tegen beklaagde 5 maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Kranenburg, was van oordeel,
dat beklaagde op art, 341 van het W. v. Str. niet zou
kunnen worden veroordeeld, omdat dit betrekking
heeft op kooplieden en niet op aannemers of timmer
lieden. Bleiter vroeg vrijspraak, subs, ontslag' van
rechtsvervolging voor zijn cliënt.
Op 9 Mei 1796 overleed te Haarlem waarschijnlijk
in een huis op de Oude Gracht bij de Stoofsteeg ze
kere Hans Zende, zoon van Caspar Zejjde, straatma-
ker te Absthagen in Duitschland.
Hans was uit Duitschland naar Holland gekomen,
had zich te Haarlem gevestigd en trouwde daar met
Geertruida Huisbergen, doch daar hun echt kinder
loos bleef, maakten zij een testament, waarbij werd be
paald, dat de langst levende, die niet hertrouwde in
het bezit zou blijven van den geheelen boedel tot den
dood toe. Dan zouden wat men toen noemde de
„vrienden" van beide zijden erven.
Na den dood van Hans schijnt Geertruida geen
aanvechting te hebben gehad om weder in het huwe
lijksbootje te stappen. Zij overleed 27 Augustus 1819
en in het begin van het volgend jaar kwamen haar
erfgenamen," de weduwe van Albert Erichbeek en mej.
Kreefmeyer bij de rechtbank met het verzoek om een
notaris te willen .belasten met de vertegenwoordiging
van de erven van Hans Zende.
En werkelijk werd door de rechtbank toen als be
windvoerder benoemd de notaris W. A. Hazelaar, wo
nende op de Nieuwe Gracht, hoek Jansstraat in het
zelfde perceel, waar thans notaris Joekes resideert en
i hem werd als heft van den boedel in handen gesteld
een som van 1371.69 en een vierde cent.
De acte van scheiding van den boedel werd 25 Oc
tober 1825 opgemaakt mede ten verzoeke van Jan
Barrevoet Azn., deurwaarder bij de rechtbank door
den notaris Aegidius Wallaért Sacré.
Sedert bleven de gelden in handen van notaris Ha
zelaar, die zooals later zal blijken wel eenige moeite
in het werk heeft gesteld om de erven van Hans Zen
de op te sporen, maar bij zijn dood in 1855 had hij de
nalatenschap als bewindvoerder nog steeds onder zijn
beheer.
Die som was intusschen aangegroeid tot 2849.01
en werd op verzoek van den procureur H. Gerlings
Czn. door de rechtbank op 17 November 1855 onder
bewindvoering gesteld, ditmaal van den procureur F.
L. Kist, die in December 1855 werd gemachtigd daar
voor inschrijvingen te nemen op het Grootboek.
Toen de heer Kist in 1892 overleed, had hij hij testa
ment zijn zoon, mr. A. Kist, aangewezen als zijn opvol
ger in het bewind en het beheer van alle administra-
tiën, die hem zoowel in als buiten rechten waren op
gedragen; doch toen mr. Kist bij de rechtbank ver
zocht als bewindvoerder over de gelden uit den boedel
Zende te worden gecontinueerd, wees de rechtbank dit
verzoek, op advies van den toenmaligen officier van
justitie, jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré, van de hand,
omdat hier van bewindvoering geen sprake kon wezen,
daar het een onbeheerde nalatenschap betrof, waar
over volgens de wet een curator moest worden be
noemd.
Mr. Kist kwam niet op zijn verzoek terug, de recht
bank benoemde geen curator, de administratie van het
Groothoek betaalde de rente uit, alsof de curator F.
L. Kist nog bewindvoerder was en toen in .1902 mr. A.
Kist kwam te overlijden, waren het zijn erven, die
voor de tweede maal bij de rechtbank aanklopten om
een bewindvoerder aan te stellen over de nalatenschap
Zende, die inmiddels onder het beheer van de heeren
Kist tot een belangrijk bedrag was uitgedijd.
De rechtbank wees ook nu dit verzoek van de hand,
omdat het hier betrof een onbeheerde nalatenschap en
op 4 November 1902 werd daarom mr. P. Tideman tot
curator daarover aangesteld.
Onder de stukken, die deze van de erven Kist over-
kreeg, waren o.m. het testament van Hans en zijne
vrouw en een papier uit den boedel van notaris Haze
laar, waarop stond dat Hens Zende drie broeders had
gehad, Peter, Casper en Christiaan en een zuster, die
Oatharina heette.
Mr. Tideman was verplicht pogingen in het werk te
stellen de erfgenamen van Hans in Duitschland op te
sporen. Hij begaf zich daartoe naar Berlijn en be
zocht daar het café Bauer unter den Linden, welk café
bekend is voor het groot aantal adresboeken, dat daar
te lezen ligt en het adresboek van Dantzig napluizen
de vond hij daar de namen van Alexander Richard
Zende en van Johanna Jenny Zende en bij zijn bezoek
aan Dantzig bleek het hem, dat de eerste, procuratie
houder bij een Hypotheekbank en de laatst piano-on-
derwijzeres, bet-achterkleinkinderen waren van Peter,
den broeder van den erflater.
Hij zette zijn nasporingen voort, vond een tante van
die beide personen, een hofjesjuffrouw, een afstamme
ling van Oatharina, de zuster van Hans, dit drietal
sprak over de zaak met aixdere familieleden en zoo
zijn nu als gerechtigden op de nalatenschap, die thans
bedraagt pl. m. 53.000, behoudens de rente, 77 per
sonen opgespoord, waarvan er 67 afstammen van Oa
tharina en 10 van Peter.
Nakomelingen van Gaspar en Christiaan zijn niet
ontdekt geworden.
Dat Alexander Richard en Johanna Jenney werke
lijk behooren tot de op de erfenis rechthebbenden, kan
behalve uit de officieele stukken ook blijken uit hun
mededeeling, hoe hun vader in een booze bui eens ver
schillende familiestukken had verscheurd, waaronder
er ook waren op een Hollandsche zaak betrekking heb
bende, maar waarvan hij had gezegd, dat toch nooit
iets zou terecht komen.
En thans is door de rechtbank te Haarlem bepaald,
dat alle erfgenamen en belanghebbenden bij den nage
laten boedel van Hans Zende, die hier in 1796 over
leed, zullen worden opgeroepen om voor de rechtbank
te verschijnen op 12 October 1909, om de rekening en
verantwoording van den curator op te nemen en be
houdens het nog opkomen van andere erfgenamen of
belanghebbenden tot scheiding en deeling te kunnen
overgaan.
Wie misschien mocht denken, dat de 53.000 in 77
gelijke porties zullen gedeeld worden, heeft het aan
het verkeerde eind.
Er zijn er- onder de erven, die een 70ste, anderen,
die een 80ste deel krijgen, maar er zijn er ook onder
die op geen grooter dan een 10.000ste deel recht kun
nen doen gelden.
Alzoo zal er dus eindelijk een eind komen aan het
zeker wel zelden voorkomende geval, dat een erfenis
in 1796 opengevallen voor 1902 niet werd opgeëischt
en in 1909 pas werd verdeeld en dat het door een
Duitscher nagelaten kapitaaltje van goed 1300, door
de uitnemende zorgen van Nederlandsche notarissen,
procureurs en rechtsgeleerden tot 53.000 aange
groeid, niet langer onder de administratie van Neder
landers zal blijven.
Opr. Haarl. öt.
Door de kiezers uit Kerkbuurt, Kalverdijk en Tuit-
jenhorn is tot den Gemeenteraad het verzoek gericht
te hunner behoeve een derde stembureau in eerstge
noemde plaats te vestigen. Tot dusver behooren die
kiezers tot stemdistrict 1 hetwelk gevestigd is te
Dirkshorn.