I
v/h. BESTELDIENST POT
W
Het pluim mutsje
GEMAAKT EN NAAR MAAT
in eik gewenscht mode!.
en Aar«bod.
sc*
Zuinigheid en IJdelheid.
iw
is je adres
Eui IfFY
s WW m «r Hi. n p
Langestraat 91, Alkmaar,
Van 1
gantia.
y i o
Intusschen die meesters, weike schaakrubrieken re-
digeeren, zijn wel genoodzaakt zich nolens volens met
problemen in te laten, omdat deze in een moderne
schaakrubriek noode gemist kunnen worden.
Tot de laatsten behoorde ook wijlen de beroemde
Russische meester Tschigorin. En nu is het wel ei
genaardig, niet waar, dat Tschigorin langen tijd ge
dacht heeft, dat de oplossing van No. 192 was.
1 Paard f2! Vooreerst omdat hij het antwoord van
zwart lc5 overzag, hoe fijn dit dan ook is en dan
ook omdat hij niet begreep dat een eerste prijs (tem
po probleem) dan toch hoogst zelden een aantal duals
vertoont.
Hoe dit ook zij, in ieder geval heeft deze bévue van
den Russischen grootmeesterindertijd in de probleem
wereld zeer de aandacht getrokken.
En het lijkt ons een werkelijke troost voor allen on
der onze oplossers, die 1 P f2 aangaven, dat de groote
Tschigorin hun het voorbeeld gaf I1)
De heer Reeser behaalde den 3den prijs in het tor
nooi van „Op de Hoogte", klasse B.
Wij publiceerden dezen 2zet op 30 Jan. j.l. als No.
164 onder zijn motto „Sechs wider acht"2) en merken
hier nog op, dat de jury in haar oordeel speciaal de
aandacht vestigde op de voortreffelijke constructie.
No. 195, voor welke oorspronkelijke bijdrage wij
den componist ten zeerste dank zeggen, No. 195 te
vergelijken met No. 164 zou hoogst onbillijk zijn.
Want een bekroond probleem vertoont altijd eigen
schappen, die een eerste publicatie wel moet missen.
Toch vestigen wij de aandacht op de zwarte verde
digingsmiddelen, die als zoodanig om zoo te zeggen
een tempo op zich zelf vormen, waar de looper en het
paard als het ware den zwarten toren „in de haren"
zitten. Dit alles ziet er schijnbaar hoogst eenvoudig
uit, doch o. i. had de componist werkelijke construc
tie-moeilijkheden te overwinnen voor hij deze eindstel-
ling bereikte.
Wij twijfelen dan ook niet of onze lezers zullen van
de zoo goed geslaagde constructie van No. 195 genie
ten indien zij zich de moeite geven de verschillende
varianten nog eens na te gaan, nadat zij den sleutel-
zet gevonden hebben.
Wij voor ons gelooven, dat de hooge plaats, die 'de
heer Reeser in de nationale probleemwereld inneemt,
voor een groot deel te danken is aan de groote vaar
digheid waarmede hij constructieve moeilijkheden
overwint.
11 Lc6 tc6
2) Oorspronkelijk behaalde No. 164 de 1ste Eerv.
Verm., doch door die qualificatie van No. 163 den
3den prijs.
Hare inkomsten waren meer dan voldóende en
daarbij waren zij niet verkwistend; te veel uitgeven,
het kwam niet in hare gedachten op; met zuinigheid
bestierden zij waarover zij waren gesteld. Nu daarvoor
waren zij dan ook die degelijke ouderwetSche Ilolland-
sche huisvrouwen, aan wier zuinig beheer niet minder
dan aan der mannen werkkracht menige familie uit
de vorige eeuwen haar rijkdom heeft te danken.
Die zij waren de regentessen van het burger
weeshuis der stad Alkmaar. Hare namen: Geer-
truida Geesteranus, wed. van mr. Johan Kien, raad
en oud-president der schepenbank; Elisabeth Brand,
echtgenoot van Pieter de Carpentier, regeerend bur
gemeester en raad; Maria Constantia Maiden, wedu-
Leonore Van Deijl was een jong, mooi weeuwtje,
toen zij hertrouwde. Haar eerste man was cavalerie-
officier, waarin, zeiden zijn kameraden, een gepensio
neerd infanterie-kapitein stak. Eens had men hem
betrapt, dat hij zelf de schutting van zijn tuintje in
een der nieuwe wijken van Den Haag aan 't verven
was. Leonore paste volkomen bij hem. Zij was negen
tien jaar toen zij bekoord werd door de martiale fi
guur van luitenant Kitner, die te paard in zijn kra
nig uniform voor het ruiterstandbeeld van een vorst
had kunnen poseeren en toch zoo gezellig en huiselijk
kon zijn.
Toen zij twee jaar getrouwd waren, werden zij met
een knaapje verblijd.
Wat een gelukkig gekeuvel had in die dagen de
schutting, frisch opgeverfd door den in zijn luster
jasje tot huismusch gedegradeerden cavalarist te be
luisteren Piet groeide als een kool en Leonore bouw
de met haar Kitner heel wat plannen in dat zonnige
tuintje voor de toekomst. Als Piet grooter was, zou
den zij hem vooreerst niet naar school zenden, maar
Leonore zou zelf hem lezen en schrijven en rekenen
leeren. Dat had zij haar jongste broertjes ook gedaan,
want zij was uit een gezellik „nestje" van tien kinde
ren.
Vandaar dat zij de huiselijkheid zoo liefhad, die
Kitner, trots al zijn uitstekende militaire eigenschap
pen, voor het jeugdig huishoudentje zoo alleraange
naamst maakte. -
Als na Piet de ooievaar. ja zelfs die plannen
werden bij de schutting gemaakt en gekoesterd. Als
er eens een zusje kwam, ja als dat eens mocht gebeu
ren En de schutting weerkaatste de lieflijke echo
van een inigen kus, die twee gelukkige stervelingen
hun kleine tuintje maakte zóó ruim en zóó mooi, dat
zij met het park van het fraaiste landgoed aan den
Leidschen weg niet zouden hebben willen ruilen.
Doch de ooievaar bracht nooit een zusje. Ja erger,
een kinderziekte ontrukte Piet, toen vier jaar oud,
aan zijn diep treurende ouders.
Het tuintje leek zoo eenzaam! De kinderwagen,
het speelgoed, de kleertjes, alles wat aan Piet herin
nerde en de zielswonde maar zou vergroot hebben
was opgeruimd.
Een jaar later kwam de groote slag. Kitner, bij een
herfstmanoeuvre vóór aan het escadron, viel met zijn
paard. In woeste vaart stormden manschappen en
kameraden over den ongelukkige heen. De trap van
een der paarden verbrijzelde hem den schedel.
Het zwart stond haar goed. Zij leek nog mooier dan
eertijds en als zij langs de lange veranda van café
Riche kwam, werd aan menig tafeltje het gesprek der
heeren onderbroken met een: „Kijk eens, wat een
bliksems mooi wijfje daar!"
Toen de rouw uit was en zij in gezelschap van een
harer broers te Scheveningen op het terras van het
ivurhaus naar de weemoedige muziek der hijgende zee
zat te luisteren, stil, nog steeds treurend-denkend aan
het liefste wat haar ter wereld ontvallen was, werd zij
omfladderd door heel wat jeunesse dorée, kennissen
van den broer, welke den broeder aanspraken om de
zuster in het fijn ovaal gelaat te kunnen zien.
Het zou eindelijk op flirten af zijn gegaan, als zij
zelf met de diepe wonde in het hart maar iets toe had
kunnen geven. De beleefdheid vorderde echter een
niet altijd-durende terughoudendheid en zoo maakte
zij op het eind heel wat kennissen, die allen hunkerden
naar haar vriendschap en van welke er zelfs twee haar
in korte spanne tijds ten huwelijk vroegen.
Zij was echter niet gefortuneerd en hare aanbidders
waren zonder positie.
Leonore was twee jaar weduwe toen in een villa van
den Arnhemschen Velperweg, waar zij bij een nicht
ge ogeexd was, zich iemand aanmeldde, dis haar in
den vroegzomer in Scheveningen had opgemerkt, haar
we van dr. Jacob Elias, raadi en oud-president der
schepenen.
Het gevolg der zuinigheid was dat, de kinderen, in
het weeshuis opgevoed, de wereld ingingen niet door
weelde verwijfd en zoo allicht in staat beter den strijd
des levens te strijden, maar tevens, dat de regentessen
niet met een nadeelig doch altijd met een batig saldo
haar jaarrekening konden afsluiten.
Wie nu meent, dat regentessen, toen zij een vrij
groote som hadden bespaard, deze belegden en de in
komsten daarvan besteedden om den kinderen boven
het noodige nog iets extra's te geven, die bedriegt
zich.
Regentessen besteedden het overgespaarde voor ge
heel iets anders. Het theeservies der regentessenka-
mer was niet meer zooals het in die omgeving behoor
de. Een nieuw moest noodzakelijk worden aangekocht
en nu besloten zij daarvoor van de overgelegde pen
ningen te. besteden.
Waarom zij bij den aankoop niet de zuinigheid be
trachtten? Waarom het theeservies van zilver en
niet van steen of tin moest zijn?
Er kan maar één antwoord gegeven worden ook
de spaarzaamste en eenvoudigste is op zijn tijd wel
ij del.
Deze ijdelheid heeft sommigen er toe gebracht hun
conterfeitsel te laten maken voor vrij groote sommen;
heeft anderen giften doen schenken opdat het nage
slacht hun namen zou noemen; heeft anderen wapen
borden doen ophangen in de kerken.
De Alkmaarsche regentessen bracht zij er toe om
aan te koopen het volgende zilverwerk, alles zeer mo
dern gewerkt en met de wapens van gemelde vrouwen
regentessen en hare gemalen besneden, bestaande in:
een theeketel en lamp, een trekpot en bakje, een thee-
bak, een spoelkom, een melkkannetje, een suikerbakje,
een inktkoker, een schel, twee kandelaars.
Van dezen aankoop gaven zij kennis aan de regen
ten en in de vergadering, den 14 December 1737 door
deze gehouden, werd besloten „de vrouwen regentin
nen voor dese hare genegentheyd door regenten te be
danken, en teffens langdurig gebruyk van dit hun
fray ornament toegewenst, hopende en smekende dat
dese hunne begeerte mag worden nagekomen en ge
stand gedaan." Tevens werd door hen bepaald „dat
het zelve noyt zal mogen werden verandert, verruylt,
veel min verkogt, ten ware (het geene God verhoede)
de hooge nood vant voors. Godtshuys sulcx kwam te
vorderen." En zelfs wanneer de nood zoo nijpend was,
dan mocht het nog niet worden verkocht, „als na ver-
kooping van alle andere effecten en cieraden."
Wie echter tegenwoordig naar dit zilverwerk in
het weeshuis zoekt, zoekt en vindt niet. Want wat
geven zulke resolutiën van regenten, dat iets niet ver
kocht mag worden, wanneer machten, die zich ver bo
ven die der regenten stellen, bevelen te verkoopen?
Dan kan men wel protesteeren of verzoeken, doch het
baat niets. Regentessen ondervonden dat ook.
In de eerste tijden der Eransche overheersching,
toen Holland begon te zuchten onder den druk van
hen die men had binnengehaald als bevrijders en
verlossers van een zwaar, juk, en op alle mogelijke ma
nieren werd getracht de benoodigde gelden te vinden,
werd ook 't volgende besluit door de provis. represen
tanten van 'tVolk van Holland uitgevaardigd (26Mrt.
1795)„Ieder Ingezeten van Holland zal verplicht
zijn, zoo spoedig mogelijk, en uiterlijk binnen den tijd
van eene maand, na de afkondiging van deeze Publi
catie, ten behoeve van 's Lands Einantiën op te bren-
was voorgesteld, met haar ook gekeuveld had over het
weer of andere futiliteit, maar die toen reeds zijn plan
gevormd had, indien zij eenige genegenheid had, om
haar tot zijn vrouw te maken.
Met zulk een mooi vrouwtje zou hij kunnen pron
ken
De positiekwestie was bij Duinree een nevenzaak.
Hij had met moeite den graad van Meester in de
Rechten gehaald, maar zijn vader, die weduwnaar was
en kortelings overleed, had hem meer dan acht ton
nagelaten, terwijl hij nog twee zusters- had, ongehuwd
en veel ouder, een, Leonie, zelfs zéér zwak, die ieder
zich in een gelijk vermogen mochten verheugen.
Duinree was een zeer aangenaam mensch, goed cau
seur en, wat bij Leonore vooral woog, hij had een goed
hart.
Zij gaf toe. Van uit Arnhem werden de verlovings
kaarten de wereld ingezonden. Een schitterend huwe
lijksfeest had in een der villa's van den Velperweg
plaats, die hij voor drie jaar gehuurd had en met zijn
vrouwtje^ betrok na een huwelijksreis in Afrika.
Een rouwbrief uit Den Haag, Fer!
- Dat is het schrift van zus Leonie wat kan
dat zijn?! riep Ferdinand Duinree uit.
Leonie schreef met bevende letters, dat hun goede
zuster Marie, na een verkoudheid van een paar dagen,
die noch zij zelf, noch Leonie voor ernstig hadden
aangezien, tengevolge van een longontsteking overle
den was. Ze had willen telegrafeeren, doch de dokter
had g'ezegd dat het reeds te laat was en Fer zijn zus
ter niet meer levend zou zien; daarom, om hem niet
te doen ontstellen, had zij maar geoordeeld dat het
beter was te schrijven.
Leonie, de zwakke, altijd sukkelende, eenzaam,
steeds treurend over het onherstelba,ar verlies van
haar eenigen steun zij waren zoo één die twee, zoo
onafscheidelijk was den volgenden winter zóó ver
ergerd, dat de heer en mevrouw Duinree weder naar
Den Haag moesten trekken onr ook Leonie ter aarde
te bestellen.
Eer was wel bedroefd, hij was zoo goedhartig, doch
alleen is zijn fumoir onder het savoureeren van een
glas sherry en bij de welriekende geur van een Henry
Clay rekende hij uit dat hij met de drie maal acht
ton, en nog een onlangs goed gelukte speculatie, drie
maal millionair was.
Hij had den eersten tijd van zijn huwelijk, dat kin
derloos bleef, onder den invloed van Leonore een. be
trekkelijk kalm leven geleid, hield geen equipage, al
leen reisde hij veel met zijn jeugdig mooi vrouwtje.
Maar toch als hij uit was met haar dan bleek, dat het
hem behoefte was volop van het leven te genieten.
Op reis deed Leonore, om hem gezelschap te Hou
den, dan ook goed mede. lederen avond uitgaan en
overdag steeds tusschen de wielen,
Kort na Leonie's overlijden, kocht Duinree een land
goed bij Den Haag, tachtig bunder groot, met een
vorstelijk huis, stalling voor zes paarden, garage voor
een viertal auto's.
Met de paarden en vooral met 'de auto's stroomden
de kennissen Duinree maakte zich wijs, dat het
vrienden waren „Leeuwendaal" binnen. De lanen
van het park wemelden steeds zomers van gasten, wier
schitterend lichte toiletten, wier helderwitte lawn-ten-
nis-pakken schemerden door het hoog gewas onder de
eeuwenoude eiken.
Duinree werd met den dag uithuiziger niet dat
hij zijn^ jong vrouwtje vergat, maar de boji-vivant in
hem, die sedert de academie scheen gestorven, was
niet dood maar herleefde zóó krachtig, di»t hij alle
sport- en andere feesten naliep vooral de andere
bliezen het onzalige vuur aan! op paarden wedde,
paarden^ liet loopen, met zijn auto's heel Nederland
doorkruiste^ dag in dag uit, en op het eind op „Leeu
wendaal niet kon aankomen zondecr nieuw gezelschap,
onderweg bij feesten, partijen en in sport ^lubs opge
daan, te introduceeren.
gen al het ongemunt Goud en Zilver, dat hij in eigen
dom bezit, dienende tot gebruik of vertoning van
weelde."
Wel waren hierop allerlei uitzonderingen gemaakt:
o. a. was hier niet onder begrepen het ongemunt goud
en zilver, dat diende tot het gebruik van den kerk
dienst; -maar uitdrukkelijk was er aan toegevoegd, dat
niet was uitgezonderd het ongemunte, dat door dia
conie- of andere Godshuizen werd gebruikt.
De regentessen van Alkmaar's weeshuis begrepen,
dat zij den langsten tijd haar zilver theeservies had
den gebruikt, tenzij zij de harten der provis. represen
tanten tot barmhartigheid wisten te bewegen.
Zij dienden den 27 April 1795 bij de heeren in den
Haag een request in, waarin zij te kennen gaven, „dat
zij bereidvaardig waren om ter versterking van 's
Lands Einantiën op te brengen het zilver, dat te
hunnen gebruiko in het gemelde Burger wees- en ar
menhuis gevonden werd. Evenwel bevond zich daar
onder ook het zilver, dat door de regentessen in 1737
uit hare inkomsten en zuinige overgaring tot een
eeuwige gedachtenis was vereerd, dog met die belas
ting dat het zelve nooit zoude mogen worden veran
derd of verkogt." Daarom vroegen zij of ook dit zil
ver behoorde onder dat „hetwelk ten behoeve van
's Lands Einantiën gevorderd werd, dan of hetzelve
zilver daaronder niet begrepen is."
Den 4en Mei decreteerde men in den Haag, dat ook
voor dit zilver geen uitzondering mocht worden ge
maakt, „uit aanmerking, dat het de pligt der inge
zetenen niet minder is van in den nood van het Va
derland te voorzien als in den nood der Armen."
En daarom geschiedde het, dat een week daarna de
regentessen Elizabeth Balk, Abigaël Repelius en
Geertruy Waerts het zilver lieten inleveren bij de
commissie, die daarvoor op het stadshuis zitting hield.
Regentessen hebben dat zeker met een bedroefd
hart gedaan. Zullen zij misschien ook hebben gedacht,
dat wanneer hare voorgangsters tot een eeuwige ge
dachtenis niet een zilveren tafelservies doch een stuk
land hadden gekocht, de weezen daarvan toen en la
ter meer voordeel zouden hebben genoten?
P. J. G,
Goedkooper dar.
Holl.IJ. Spoor zelf.
jt 1H\ 7 cent perlOOK.0.
Ju var. da loods (sta-
fógigrépSb tion) naar huis.
Vrijmaken van
"buitenl. zendingen.
Expeditie.
KANTONGERECHT TE ALKMAAR,
Zitting van 13 Augustus 1909.
P. G. Cz. te SchoorlA. W. Kz., D. G, Jz., C. Z. Ez.,
W. V. Jz„ E. de G. Jz., W. V. Jz., W. G. Jz., te Eg-
mond aan Zee, M Z. te Schoorl, jachtwetovertreding,
de le, 2e, 4e, 7e, 8e, 9 ieder 2 boete of 2 dagen hech
tenis, de 3e 1 boete of 1 dag hechtenis, de 5e 1.50
boete of 2 dagen hechtenis, de 6e 3 boete of 3 dagen
hechtenis.
J. G. te Alkmaar, straatschenderij, 3 boete of 2
dagen hechtenis.
J. v. T. Lz. te Akersloot, overtreding art. 460 Straf-
Dikwijls reed Leonore met de auto's mede, soms
werd er met drie uitgereden, en door de nieuwe om
geving, die niet naliet de gastvrouw als reine te
huldigen hoe weinig vrouwen zijn bestand tegen
deze bedwelmende huldebegon Leonore langza
merhand zich meer één te gevoelen met den schitte
renden bon-vivant in haar man, die zoo'n slag had de
rente van zijn drie millioen door de wereld „waarin
men zich schijnbaar niet verveelt" te doen rollen.
Zelfs werd zij op het laatst schertsend achter haar
rug door de tafel- en autovrienden de hertrouwde lus
tige Witwe genoemd.
Eer groeide om zoo te zeggen van genot. Leonore
was het middelpunt van al hun vermaken, die, als
houders van groote beurzen, nogal eens luidruchtig
waren. Vooral in den vreemde; dan geneerde men
zich niet; zoo zelfs dat eens te Brussel, toen na een
copieus diner het Hollandsche gezelschap in een niet
eersten rang café-concert belandde, tot verontwaardi
ging der Brusselaars, Leonore die op dat oogen-
blik een diabolische schoonheid leek - opsprong en
met de zangeres, welke een fragment uit de Carmen
zong, mee lalde:
L'amour est enfant de bohème
Qui n'a jamais connu de loi.
Fer lachte achter zijn glas champagne en zag in
een welbehagelijken schemer zijn vrouwtje de welvoeg
lijkheid in die mate uit het oog verliezen.
Maar er waren dagen, dat Leonore weer de Leonore
der eerste jaren leek. Dan was zij moe. Eenvoudig
doodmoede van het zwieren, ronduit gezegd. Dan bleef
zij op „Leeuwendaal" dagen achtereen in een dolce
farniente, terwijl Fer met de kennissen de auto's
maar steeds snorren deed, dat hij de kans beliep wel
tien processen-verbaal op een achtermiddag op te loo
pen.
„Leeuwendaal" had dan niet dat drukke aanzien en
als Leonore die rustkuur onder de leden had, bleven
de kennissen op afstand.
Fer lachte haar 's avonds uit.
Je bent niet wijs, lieve!
Och laat me maar -- ik moet toch wat doen. En
dan kom ik weer wat op m'n verhaal.
Nou as je pleizier in dat peuterwerk hebt.
Zij hield zich die dagen met huiselijke zaken bezig,
maakte puddingen klaar, vruchten in, ja, alsof zij nog
in haar gezellig „nestje" Van tien kinderen thuis was,
keek en telde met haar kamenier de wasch na
Het was een mooie lentedag, einde Mei. De eiken
stonden in hun frisch groen. De bloembedden waren
pas gevuld, de vogels kwinkeleerden, de gele wielewaal
liet zijn vroolijk gefluit, de nachtegaal zijn diep rol
lend geluid hooren.
In de verte klonken over den Leidschen weg de sig
nalen van auto's, het betrappel van equipages: de ver
leiding.
Doch Leonore was nog niet aan den laatsten dag
der rustkuur.
Hoeveel handdoeken, Frangoise?
Veertien, mevrouw.
En op het lijstje staan er maar twaalf.
Frangoise, een goedig', maar niet snugger meisje
antwoordde
Dan zijn. die twee niet van ons.
- Niet van ons? en ons monogram staat in de
hoeken ja zie maar! maar maar wat is
dat
Dat is een kinder-pluimmuts, zei Frangoise
nuchter.
Van ons?
Ik heb ze boven in een koffer gevonden en ze
was zoo vuil, ik heb ze maar mee in de wasch gedaan.
Leonore greep het slaapmutsje, keerde het om en
om en liep tot verbazing van Frangoise de kamer uit.
De auto's riepen buiten op den rijweg met hun
wetboek, 9 boete of 3 dagen hechtenis.
C. V. te Uitgeest, overtreding Poli tie-Verordening,
1 boete of 1 dag hechtenis.
M. B. te St. Pancras, overtreding Provinciaal Re
glement, 1 boete of 1 dag hechtenis.
P. R. te Uitgeest, O. J. K. te Rotterdam, dronken
schap, de le 2 dagen hechtenis en 9 maanden opzen
ding, de 2e 1 boete of 1 dag hechtenis.
'oor Auhjassen, Slo'jssserCoiffeure-
j*sseo, HuukneehtrjMlen, Msrkijftiïen,
Prüjas-en. Kleeding voor Koks en
Bsnke'b&kkeis. Slsgerr, Monteurs, ELc-
tiiei ns, ens.
tegenover do firma A. J. ELZA8 ZOON.
-5 regels 25 Cents bjj vooruitbetaling.
B. L. SIMON, Alkmaar. Steenhouwerij Ko-
n i u g s w e g 67. Gr&fteekenen, Schoorsteen
mantels enz.
'PE KOOP san beate boeier, een schuitje en driekwart
pramentevens san hetzelfde adres bouwterrein
te koop, gelegen te Broek op Langendgk, Te bevr.
bij J. BRUIN, St. Pancraa.
TJOENDERPARK „de Kraaikop" levert Scepkip-
pen ei Bf&RtSkuikeas, psn-k!*«,r. Ochtendvosr
voor Kippen gemengd met forafor en beendermeel k
f 0.45 de 5 pond, f 0.80 de 10 pond en f 1.50 de 20
pond. GEBROKEN TARWE voor Kuiken?, idem in
prijs. Te feevr. Metiuastr. 3 te A'kmasr.
Wianwe en moderne HEEREN- en BURGER-
HUIZEN le huur of te koop, vanaf f 175 tot
f 500.p&r ja&r. Te bevragen bjj J. BALDER,
Varnobrsek 33.
ipsgen September biedt sieh aan een net Burgermeitje,
goed kunnende koken en nsaiee, sis MEID-HUIS
HOUDSTER of ter assistentie in de huishou
ding v. g. g. v. Brieven bureau dezer Courant No.
N 118.
ffle huur met Sept. of Oct. een modern ingericht
EOVENHUIS, voorzien van gas- en waterleiding
k f 3 10 per week, RITSEVOORT A 23.
IF e huur een HUIS in de Stationsstraat, f 3.
psr week, een HUIS in de Stuartatraat, f 2.50
per week. Te bevragen Kennetaersing l 26.
yADgen? vertrek PILI-GRA AN WERKEN te koop*
(Bieemensmnder, broches enz.) Bovenzaal Dii-
HDE KOOP voor billijk n prijs, e»n groote VOLLIèRE
m»-t DUIVEN en HOKKEN. Te berrvgen: Spoor-
«trast 15.
toet-toet„laat ons genieten" en overschreeuwden met
hun leelijk getoet het gejubel van het vogelenheir, dat
ook op zijn wijs riep: „laat ons genieten."
Als wezenloos vóór zich uitstarend, met het blanke,
ronde kinnetje op de borst gezonken, zat Leonore in
een stoel van haar prachtig boudoir.
Kitner.... Piet.... lispelden haar lippen.
Hoe was het mogelijk! Zij had toch alles, alles,
wat aan Piet herinnerde, weggegeven en zij meende
zeker, dat toen zij haar meubilair van Den Haag naar
Velperweg deed verhuizen, bij alle linnen en kleeren
er niets, niets meer was; van Kitner niet, van Piet
niet; dat verleden was voor altijd weg, weg....
Was alleen dat mutsje, dat Piet in de dagen van
zijn ziekte op het kranke hoofdje had gedragen, haar
ontgaan en was dat tusschen anderen rommel in een
kist, die weder hier naar Den Haag verhuisde, achter
gebleven?. Zij zag eensklaps, als in een fata mor
gana, haar tuintje, de schutting, de kleine in zijn
wagentje.
Lieve! klonk het onder haar openstaand raam.
Ben je daar
Op den kiezel hoorde ze de voetstappen van haar
man.
Zij sprong op, liep naar het raam.
Ja, Fer, wat is er?
Kom, kleed je gauw, toe ga nou mee, we zijn
met de auto's terug, we hebben 'n allermachtig leuken
inval, we gaan te Utrecht de Van Zuijlens eens ver
rassen. Karei, de student, is bij ons.
Wat zal z'n ouwe opkijken, als hij opscheppen moet.
Maar dat mot-ie, daar kan-ie donder op zeggen de
vrek.
En Eer lachte den schaterenden breeden lach van
den dikbuik.
Haastig hing Leonore haar stuifinantel om, zette
haar auto-hoed op. Zij mochten niets merken
niets. Fer zeker niet.
Daar was een jolig gezelschap beneden, dat al in
Den Haag gebitterd had en nu reeds zich allerdolst
amuseerde over het gezicht van den ouden vrekkigen
Van Zuijlen.
Hier, hier is nog een goede plaats, mevrouw,
riep de jonge Kartel.
Neen kom in deze auto, mevrouw, riep Va»
Drentel, deze rijdt veel zachter. Aan u de eereplaats!
Fer was reeds met de voorste auto weggetufd.
Vooruit naar Utrecht! -O, dat gezicht van dien
ouden Van Zuylen!
En uit alle auto's klonk een aanstekelijke vroolijk-
heid over wat zij zouden zien, als vóór het breede huis
in de Maliebaan de drie auto's zouden stilhouden, vol
met Haagsche beau monde en als een ondeugende
schavuit, die 'm dat in verstandhouding met Fer ge
leverd had, de student in het midden. Leonore lachte
mee, maar eensklaps, als de jubelgil van een uitgela
ten schooljongen, schalde een kreet van Van Drentel.
Hoha, ho hawat heb ik nou aan de hand
Hij had iets wits zien vallen en het opgeraapt.
In haar verbouwereerdheid, toen Fer haar eensklaps
onder het raam van haar boudoir riep om mee te
tuffen, had zij het mutsje van Piet tusschen haar
kleeren weggemoffeld en dat bleek nu gevallen.
Van Drentel stak er zijn wandelstok onder en liet
het gepluimde slaapmutsje aan de andere auto's zien
en ging er toen mee zitten als een Dahomey-koning
met zijn schepter.
Een schaterend gelach in alle auto's; ook in die
van Eer, die zelf niet durfde omkijken omdat hij da
auto bestuurde.
Anders had hij Leonore kunnen zien zitten met da
handen voor de oogen.
De arme, jonge vrouw was in een luid snikken uit
gebarsten.