I v/h. BESTELDIENST POT W Het pluim mutsje GEMAAKT EN NAAR MAAT in eik gewenscht mode!. en Aar«bod. sc* Zuinigheid en IJdelheid. iw is je adres Eui IfFY s WW m «r Hi. n p Langestraat 91, Alkmaar, Van 1 gantia. y i o Intusschen die meesters, weike schaakrubrieken re- digeeren, zijn wel genoodzaakt zich nolens volens met problemen in te laten, omdat deze in een moderne schaakrubriek noode gemist kunnen worden. Tot de laatsten behoorde ook wijlen de beroemde Russische meester Tschigorin. En nu is het wel ei genaardig, niet waar, dat Tschigorin langen tijd ge dacht heeft, dat de oplossing van No. 192 was. 1 Paard f2! Vooreerst omdat hij het antwoord van zwart lc5 overzag, hoe fijn dit dan ook is en dan ook omdat hij niet begreep dat een eerste prijs (tem po probleem) dan toch hoogst zelden een aantal duals vertoont. Hoe dit ook zij, in ieder geval heeft deze bévue van den Russischen grootmeesterindertijd in de probleem wereld zeer de aandacht getrokken. En het lijkt ons een werkelijke troost voor allen on der onze oplossers, die 1 P f2 aangaven, dat de groote Tschigorin hun het voorbeeld gaf I1) De heer Reeser behaalde den 3den prijs in het tor nooi van „Op de Hoogte", klasse B. Wij publiceerden dezen 2zet op 30 Jan. j.l. als No. 164 onder zijn motto „Sechs wider acht"2) en merken hier nog op, dat de jury in haar oordeel speciaal de aandacht vestigde op de voortreffelijke constructie. No. 195, voor welke oorspronkelijke bijdrage wij den componist ten zeerste dank zeggen, No. 195 te vergelijken met No. 164 zou hoogst onbillijk zijn. Want een bekroond probleem vertoont altijd eigen schappen, die een eerste publicatie wel moet missen. Toch vestigen wij de aandacht op de zwarte verde digingsmiddelen, die als zoodanig om zoo te zeggen een tempo op zich zelf vormen, waar de looper en het paard als het ware den zwarten toren „in de haren" zitten. Dit alles ziet er schijnbaar hoogst eenvoudig uit, doch o. i. had de componist werkelijke construc tie-moeilijkheden te overwinnen voor hij deze eindstel- ling bereikte. Wij twijfelen dan ook niet of onze lezers zullen van de zoo goed geslaagde constructie van No. 195 genie ten indien zij zich de moeite geven de verschillende varianten nog eens na te gaan, nadat zij den sleutel- zet gevonden hebben. Wij voor ons gelooven, dat de hooge plaats, die 'de heer Reeser in de nationale probleemwereld inneemt, voor een groot deel te danken is aan de groote vaar digheid waarmede hij constructieve moeilijkheden overwint. 11 Lc6 tc6 2) Oorspronkelijk behaalde No. 164 de 1ste Eerv. Verm., doch door die qualificatie van No. 163 den 3den prijs. Hare inkomsten waren meer dan voldóende en daarbij waren zij niet verkwistend; te veel uitgeven, het kwam niet in hare gedachten op; met zuinigheid bestierden zij waarover zij waren gesteld. Nu daarvoor waren zij dan ook die degelijke ouderwetSche Ilolland- sche huisvrouwen, aan wier zuinig beheer niet minder dan aan der mannen werkkracht menige familie uit de vorige eeuwen haar rijkdom heeft te danken. Die zij waren de regentessen van het burger weeshuis der stad Alkmaar. Hare namen: Geer- truida Geesteranus, wed. van mr. Johan Kien, raad en oud-president der schepenbank; Elisabeth Brand, echtgenoot van Pieter de Carpentier, regeerend bur gemeester en raad; Maria Constantia Maiden, wedu- Leonore Van Deijl was een jong, mooi weeuwtje, toen zij hertrouwde. Haar eerste man was cavalerie- officier, waarin, zeiden zijn kameraden, een gepensio neerd infanterie-kapitein stak. Eens had men hem betrapt, dat hij zelf de schutting van zijn tuintje in een der nieuwe wijken van Den Haag aan 't verven was. Leonore paste volkomen bij hem. Zij was negen tien jaar toen zij bekoord werd door de martiale fi guur van luitenant Kitner, die te paard in zijn kra nig uniform voor het ruiterstandbeeld van een vorst had kunnen poseeren en toch zoo gezellig en huiselijk kon zijn. Toen zij twee jaar getrouwd waren, werden zij met een knaapje verblijd. Wat een gelukkig gekeuvel had in die dagen de schutting, frisch opgeverfd door den in zijn luster jasje tot huismusch gedegradeerden cavalarist te be luisteren Piet groeide als een kool en Leonore bouw de met haar Kitner heel wat plannen in dat zonnige tuintje voor de toekomst. Als Piet grooter was, zou den zij hem vooreerst niet naar school zenden, maar Leonore zou zelf hem lezen en schrijven en rekenen leeren. Dat had zij haar jongste broertjes ook gedaan, want zij was uit een gezellik „nestje" van tien kinde ren. Vandaar dat zij de huiselijkheid zoo liefhad, die Kitner, trots al zijn uitstekende militaire eigenschap pen, voor het jeugdig huishoudentje zoo alleraange naamst maakte. - Als na Piet de ooievaar. ja zelfs die plannen werden bij de schutting gemaakt en gekoesterd. Als er eens een zusje kwam, ja als dat eens mocht gebeu ren En de schutting weerkaatste de lieflijke echo van een inigen kus, die twee gelukkige stervelingen hun kleine tuintje maakte zóó ruim en zóó mooi, dat zij met het park van het fraaiste landgoed aan den Leidschen weg niet zouden hebben willen ruilen. Doch de ooievaar bracht nooit een zusje. Ja erger, een kinderziekte ontrukte Piet, toen vier jaar oud, aan zijn diep treurende ouders. Het tuintje leek zoo eenzaam! De kinderwagen, het speelgoed, de kleertjes, alles wat aan Piet herin nerde en de zielswonde maar zou vergroot hebben was opgeruimd. Een jaar later kwam de groote slag. Kitner, bij een herfstmanoeuvre vóór aan het escadron, viel met zijn paard. In woeste vaart stormden manschappen en kameraden over den ongelukkige heen. De trap van een der paarden verbrijzelde hem den schedel. Het zwart stond haar goed. Zij leek nog mooier dan eertijds en als zij langs de lange veranda van café Riche kwam, werd aan menig tafeltje het gesprek der heeren onderbroken met een: „Kijk eens, wat een bliksems mooi wijfje daar!" Toen de rouw uit was en zij in gezelschap van een harer broers te Scheveningen op het terras van het ivurhaus naar de weemoedige muziek der hijgende zee zat te luisteren, stil, nog steeds treurend-denkend aan het liefste wat haar ter wereld ontvallen was, werd zij omfladderd door heel wat jeunesse dorée, kennissen van den broer, welke den broeder aanspraken om de zuster in het fijn ovaal gelaat te kunnen zien. Het zou eindelijk op flirten af zijn gegaan, als zij zelf met de diepe wonde in het hart maar iets toe had kunnen geven. De beleefdheid vorderde echter een niet altijd-durende terughoudendheid en zoo maakte zij op het eind heel wat kennissen, die allen hunkerden naar haar vriendschap en van welke er zelfs twee haar in korte spanne tijds ten huwelijk vroegen. Zij was echter niet gefortuneerd en hare aanbidders waren zonder positie. Leonore was twee jaar weduwe toen in een villa van den Arnhemschen Velperweg, waar zij bij een nicht ge ogeexd was, zich iemand aanmeldde, dis haar in den vroegzomer in Scheveningen had opgemerkt, haar we van dr. Jacob Elias, raadi en oud-president der schepenen. Het gevolg der zuinigheid was dat, de kinderen, in het weeshuis opgevoed, de wereld ingingen niet door weelde verwijfd en zoo allicht in staat beter den strijd des levens te strijden, maar tevens, dat de regentessen niet met een nadeelig doch altijd met een batig saldo haar jaarrekening konden afsluiten. Wie nu meent, dat regentessen, toen zij een vrij groote som hadden bespaard, deze belegden en de in komsten daarvan besteedden om den kinderen boven het noodige nog iets extra's te geven, die bedriegt zich. Regentessen besteedden het overgespaarde voor ge heel iets anders. Het theeservies der regentessenka- mer was niet meer zooals het in die omgeving behoor de. Een nieuw moest noodzakelijk worden aangekocht en nu besloten zij daarvoor van de overgelegde pen ningen te. besteden. Waarom zij bij den aankoop niet de zuinigheid be trachtten? Waarom het theeservies van zilver en niet van steen of tin moest zijn? Er kan maar één antwoord gegeven worden ook de spaarzaamste en eenvoudigste is op zijn tijd wel ij del. Deze ijdelheid heeft sommigen er toe gebracht hun conterfeitsel te laten maken voor vrij groote sommen; heeft anderen giften doen schenken opdat het nage slacht hun namen zou noemen; heeft anderen wapen borden doen ophangen in de kerken. De Alkmaarsche regentessen bracht zij er toe om aan te koopen het volgende zilverwerk, alles zeer mo dern gewerkt en met de wapens van gemelde vrouwen regentessen en hare gemalen besneden, bestaande in: een theeketel en lamp, een trekpot en bakje, een thee- bak, een spoelkom, een melkkannetje, een suikerbakje, een inktkoker, een schel, twee kandelaars. Van dezen aankoop gaven zij kennis aan de regen ten en in de vergadering, den 14 December 1737 door deze gehouden, werd besloten „de vrouwen regentin nen voor dese hare genegentheyd door regenten te be danken, en teffens langdurig gebruyk van dit hun fray ornament toegewenst, hopende en smekende dat dese hunne begeerte mag worden nagekomen en ge stand gedaan." Tevens werd door hen bepaald „dat het zelve noyt zal mogen werden verandert, verruylt, veel min verkogt, ten ware (het geene God verhoede) de hooge nood vant voors. Godtshuys sulcx kwam te vorderen." En zelfs wanneer de nood zoo nijpend was, dan mocht het nog niet worden verkocht, „als na ver- kooping van alle andere effecten en cieraden." Wie echter tegenwoordig naar dit zilverwerk in het weeshuis zoekt, zoekt en vindt niet. Want wat geven zulke resolutiën van regenten, dat iets niet ver kocht mag worden, wanneer machten, die zich ver bo ven die der regenten stellen, bevelen te verkoopen? Dan kan men wel protesteeren of verzoeken, doch het baat niets. Regentessen ondervonden dat ook. In de eerste tijden der Eransche overheersching, toen Holland begon te zuchten onder den druk van hen die men had binnengehaald als bevrijders en verlossers van een zwaar, juk, en op alle mogelijke ma nieren werd getracht de benoodigde gelden te vinden, werd ook 't volgende besluit door de provis. represen tanten van 'tVolk van Holland uitgevaardigd (26Mrt. 1795)„Ieder Ingezeten van Holland zal verplicht zijn, zoo spoedig mogelijk, en uiterlijk binnen den tijd van eene maand, na de afkondiging van deeze Publi catie, ten behoeve van 's Lands Einantiën op te bren- was voorgesteld, met haar ook gekeuveld had over het weer of andere futiliteit, maar die toen reeds zijn plan gevormd had, indien zij eenige genegenheid had, om haar tot zijn vrouw te maken. Met zulk een mooi vrouwtje zou hij kunnen pron ken De positiekwestie was bij Duinree een nevenzaak. Hij had met moeite den graad van Meester in de Rechten gehaald, maar zijn vader, die weduwnaar was en kortelings overleed, had hem meer dan acht ton nagelaten, terwijl hij nog twee zusters- had, ongehuwd en veel ouder, een, Leonie, zelfs zéér zwak, die ieder zich in een gelijk vermogen mochten verheugen. Duinree was een zeer aangenaam mensch, goed cau seur en, wat bij Leonore vooral woog, hij had een goed hart. Zij gaf toe. Van uit Arnhem werden de verlovings kaarten de wereld ingezonden. Een schitterend huwe lijksfeest had in een der villa's van den Velperweg plaats, die hij voor drie jaar gehuurd had en met zijn vrouwtje^ betrok na een huwelijksreis in Afrika. Een rouwbrief uit Den Haag, Fer! - Dat is het schrift van zus Leonie wat kan dat zijn?! riep Ferdinand Duinree uit. Leonie schreef met bevende letters, dat hun goede zuster Marie, na een verkoudheid van een paar dagen, die noch zij zelf, noch Leonie voor ernstig hadden aangezien, tengevolge van een longontsteking overle den was. Ze had willen telegrafeeren, doch de dokter had g'ezegd dat het reeds te laat was en Fer zijn zus ter niet meer levend zou zien; daarom, om hem niet te doen ontstellen, had zij maar geoordeeld dat het beter was te schrijven. Leonie, de zwakke, altijd sukkelende, eenzaam, steeds treurend over het onherstelba,ar verlies van haar eenigen steun zij waren zoo één die twee, zoo onafscheidelijk was den volgenden winter zóó ver ergerd, dat de heer en mevrouw Duinree weder naar Den Haag moesten trekken onr ook Leonie ter aarde te bestellen. Eer was wel bedroefd, hij was zoo goedhartig, doch alleen is zijn fumoir onder het savoureeren van een glas sherry en bij de welriekende geur van een Henry Clay rekende hij uit dat hij met de drie maal acht ton, en nog een onlangs goed gelukte speculatie, drie maal millionair was. Hij had den eersten tijd van zijn huwelijk, dat kin derloos bleef, onder den invloed van Leonore een. be trekkelijk kalm leven geleid, hield geen equipage, al leen reisde hij veel met zijn jeugdig mooi vrouwtje. Maar toch als hij uit was met haar dan bleek, dat het hem behoefte was volop van het leven te genieten. Op reis deed Leonore, om hem gezelschap te Hou den, dan ook goed mede. lederen avond uitgaan en overdag steeds tusschen de wielen, Kort na Leonie's overlijden, kocht Duinree een land goed bij Den Haag, tachtig bunder groot, met een vorstelijk huis, stalling voor zes paarden, garage voor een viertal auto's. Met de paarden en vooral met 'de auto's stroomden de kennissen Duinree maakte zich wijs, dat het vrienden waren „Leeuwendaal" binnen. De lanen van het park wemelden steeds zomers van gasten, wier schitterend lichte toiletten, wier helderwitte lawn-ten- nis-pakken schemerden door het hoog gewas onder de eeuwenoude eiken. Duinree werd met den dag uithuiziger niet dat hij zijn^ jong vrouwtje vergat, maar de boji-vivant in hem, die sedert de academie scheen gestorven, was niet dood maar herleefde zóó krachtig, di»t hij alle sport- en andere feesten naliep vooral de andere bliezen het onzalige vuur aan! op paarden wedde, paarden^ liet loopen, met zijn auto's heel Nederland doorkruiste^ dag in dag uit, en op het eind op „Leeu wendaal niet kon aankomen zondecr nieuw gezelschap, onderweg bij feesten, partijen en in sport ^lubs opge daan, te introduceeren. gen al het ongemunt Goud en Zilver, dat hij in eigen dom bezit, dienende tot gebruik of vertoning van weelde." Wel waren hierop allerlei uitzonderingen gemaakt: o. a. was hier niet onder begrepen het ongemunt goud en zilver, dat diende tot het gebruik van den kerk dienst; -maar uitdrukkelijk was er aan toegevoegd, dat niet was uitgezonderd het ongemunte, dat door dia conie- of andere Godshuizen werd gebruikt. De regentessen van Alkmaar's weeshuis begrepen, dat zij den langsten tijd haar zilver theeservies had den gebruikt, tenzij zij de harten der provis. represen tanten tot barmhartigheid wisten te bewegen. Zij dienden den 27 April 1795 bij de heeren in den Haag een request in, waarin zij te kennen gaven, „dat zij bereidvaardig waren om ter versterking van 's Lands Einantiën op te brengen het zilver, dat te hunnen gebruiko in het gemelde Burger wees- en ar menhuis gevonden werd. Evenwel bevond zich daar onder ook het zilver, dat door de regentessen in 1737 uit hare inkomsten en zuinige overgaring tot een eeuwige gedachtenis was vereerd, dog met die belas ting dat het zelve nooit zoude mogen worden veran derd of verkogt." Daarom vroegen zij of ook dit zil ver behoorde onder dat „hetwelk ten behoeve van 's Lands Einantiën gevorderd werd, dan of hetzelve zilver daaronder niet begrepen is." Den 4en Mei decreteerde men in den Haag, dat ook voor dit zilver geen uitzondering mocht worden ge maakt, „uit aanmerking, dat het de pligt der inge zetenen niet minder is van in den nood van het Va derland te voorzien als in den nood der Armen." En daarom geschiedde het, dat een week daarna de regentessen Elizabeth Balk, Abigaël Repelius en Geertruy Waerts het zilver lieten inleveren bij de commissie, die daarvoor op het stadshuis zitting hield. Regentessen hebben dat zeker met een bedroefd hart gedaan. Zullen zij misschien ook hebben gedacht, dat wanneer hare voorgangsters tot een eeuwige ge dachtenis niet een zilveren tafelservies doch een stuk land hadden gekocht, de weezen daarvan toen en la ter meer voordeel zouden hebben genoten? P. J. G, Goedkooper dar. Holl.IJ. Spoor zelf. jt 1H\ 7 cent perlOOK.0. Ju var. da loods (sta- fógigrépSb tion) naar huis. Vrijmaken van "buitenl. zendingen. Expeditie. KANTONGERECHT TE ALKMAAR, Zitting van 13 Augustus 1909. P. G. Cz. te SchoorlA. W. Kz., D. G, Jz., C. Z. Ez., W. V. Jz„ E. de G. Jz., W. V. Jz., W. G. Jz., te Eg- mond aan Zee, M Z. te Schoorl, jachtwetovertreding, de le, 2e, 4e, 7e, 8e, 9 ieder 2 boete of 2 dagen hech tenis, de 3e 1 boete of 1 dag hechtenis, de 5e 1.50 boete of 2 dagen hechtenis, de 6e 3 boete of 3 dagen hechtenis. J. G. te Alkmaar, straatschenderij, 3 boete of 2 dagen hechtenis. J. v. T. Lz. te Akersloot, overtreding art. 460 Straf- Dikwijls reed Leonore met de auto's mede, soms werd er met drie uitgereden, en door de nieuwe om geving, die niet naliet de gastvrouw als reine te huldigen hoe weinig vrouwen zijn bestand tegen deze bedwelmende huldebegon Leonore langza merhand zich meer één te gevoelen met den schitte renden bon-vivant in haar man, die zoo'n slag had de rente van zijn drie millioen door de wereld „waarin men zich schijnbaar niet verveelt" te doen rollen. Zelfs werd zij op het laatst schertsend achter haar rug door de tafel- en autovrienden de hertrouwde lus tige Witwe genoemd. Eer groeide om zoo te zeggen van genot. Leonore was het middelpunt van al hun vermaken, die, als houders van groote beurzen, nogal eens luidruchtig waren. Vooral in den vreemde; dan geneerde men zich niet; zoo zelfs dat eens te Brussel, toen na een copieus diner het Hollandsche gezelschap in een niet eersten rang café-concert belandde, tot verontwaardi ging der Brusselaars, Leonore die op dat oogen- blik een diabolische schoonheid leek - opsprong en met de zangeres, welke een fragment uit de Carmen zong, mee lalde: L'amour est enfant de bohème Qui n'a jamais connu de loi. Fer lachte achter zijn glas champagne en zag in een welbehagelijken schemer zijn vrouwtje de welvoeg lijkheid in die mate uit het oog verliezen. Maar er waren dagen, dat Leonore weer de Leonore der eerste jaren leek. Dan was zij moe. Eenvoudig doodmoede van het zwieren, ronduit gezegd. Dan bleef zij op „Leeuwendaal" dagen achtereen in een dolce farniente, terwijl Fer met de kennissen de auto's maar steeds snorren deed, dat hij de kans beliep wel tien processen-verbaal op een achtermiddag op te loo pen. „Leeuwendaal" had dan niet dat drukke aanzien en als Leonore die rustkuur onder de leden had, bleven de kennissen op afstand. Fer lachte haar 's avonds uit. Je bent niet wijs, lieve! Och laat me maar -- ik moet toch wat doen. En dan kom ik weer wat op m'n verhaal. Nou as je pleizier in dat peuterwerk hebt. Zij hield zich die dagen met huiselijke zaken bezig, maakte puddingen klaar, vruchten in, ja, alsof zij nog in haar gezellig „nestje" Van tien kinderen thuis was, keek en telde met haar kamenier de wasch na Het was een mooie lentedag, einde Mei. De eiken stonden in hun frisch groen. De bloembedden waren pas gevuld, de vogels kwinkeleerden, de gele wielewaal liet zijn vroolijk gefluit, de nachtegaal zijn diep rol lend geluid hooren. In de verte klonken over den Leidschen weg de sig nalen van auto's, het betrappel van equipages: de ver leiding. Doch Leonore was nog niet aan den laatsten dag der rustkuur. Hoeveel handdoeken, Frangoise? Veertien, mevrouw. En op het lijstje staan er maar twaalf. Frangoise, een goedig', maar niet snugger meisje antwoordde Dan zijn. die twee niet van ons. - Niet van ons? en ons monogram staat in de hoeken ja zie maar! maar maar wat is dat Dat is een kinder-pluimmuts, zei Frangoise nuchter. Van ons? Ik heb ze boven in een koffer gevonden en ze was zoo vuil, ik heb ze maar mee in de wasch gedaan. Leonore greep het slaapmutsje, keerde het om en om en liep tot verbazing van Frangoise de kamer uit. De auto's riepen buiten op den rijweg met hun wetboek, 9 boete of 3 dagen hechtenis. C. V. te Uitgeest, overtreding Poli tie-Verordening, 1 boete of 1 dag hechtenis. M. B. te St. Pancras, overtreding Provinciaal Re glement, 1 boete of 1 dag hechtenis. P. R. te Uitgeest, O. J. K. te Rotterdam, dronken schap, de le 2 dagen hechtenis en 9 maanden opzen ding, de 2e 1 boete of 1 dag hechtenis. 'oor Auhjassen, Slo'jssserCoiffeure- j*sseo, HuukneehtrjMlen, Msrkijftiïen, Prüjas-en. Kleeding voor Koks en Bsnke'b&kkeis. Slsgerr, Monteurs, ELc- tiiei ns, ens. tegenover do firma A. J. ELZA8 ZOON. -5 regels 25 Cents bjj vooruitbetaling. B. L. SIMON, Alkmaar. Steenhouwerij Ko- n i u g s w e g 67. Gr&fteekenen, Schoorsteen mantels enz. 'PE KOOP san beate boeier, een schuitje en driekwart pramentevens san hetzelfde adres bouwterrein te koop, gelegen te Broek op Langendgk, Te bevr. bij J. BRUIN, St. Pancraa. TJOENDERPARK „de Kraaikop" levert Scepkip- pen ei Bf&RtSkuikeas, psn-k!*«,r. Ochtendvosr voor Kippen gemengd met forafor en beendermeel k f 0.45 de 5 pond, f 0.80 de 10 pond en f 1.50 de 20 pond. GEBROKEN TARWE voor Kuiken?, idem in prijs. Te feevr. Metiuastr. 3 te A'kmasr. Wianwe en moderne HEEREN- en BURGER- HUIZEN le huur of te koop, vanaf f 175 tot f 500.p&r ja&r. Te bevragen bjj J. BALDER, Varnobrsek 33. ipsgen September biedt sieh aan een net Burgermeitje, goed kunnende koken en nsaiee, sis MEID-HUIS HOUDSTER of ter assistentie in de huishou ding v. g. g. v. Brieven bureau dezer Courant No. N 118. ffle huur met Sept. of Oct. een modern ingericht EOVENHUIS, voorzien van gas- en waterleiding k f 3 10 per week, RITSEVOORT A 23. IF e huur een HUIS in de Stationsstraat, f 3. psr week, een HUIS in de Stuartatraat, f 2.50 per week. Te bevragen Kennetaersing l 26. yADgen? vertrek PILI-GRA AN WERKEN te koop* (Bieemensmnder, broches enz.) Bovenzaal Dii- HDE KOOP voor billijk n prijs, e»n groote VOLLIèRE m»-t DUIVEN en HOKKEN. Te berrvgen: Spoor- «trast 15. toet-toet„laat ons genieten" en overschreeuwden met hun leelijk getoet het gejubel van het vogelenheir, dat ook op zijn wijs riep: „laat ons genieten." Als wezenloos vóór zich uitstarend, met het blanke, ronde kinnetje op de borst gezonken, zat Leonore in een stoel van haar prachtig boudoir. Kitner.... Piet.... lispelden haar lippen. Hoe was het mogelijk! Zij had toch alles, alles, wat aan Piet herinnerde, weggegeven en zij meende zeker, dat toen zij haar meubilair van Den Haag naar Velperweg deed verhuizen, bij alle linnen en kleeren er niets, niets meer was; van Kitner niet, van Piet niet; dat verleden was voor altijd weg, weg.... Was alleen dat mutsje, dat Piet in de dagen van zijn ziekte op het kranke hoofdje had gedragen, haar ontgaan en was dat tusschen anderen rommel in een kist, die weder hier naar Den Haag verhuisde, achter gebleven?. Zij zag eensklaps, als in een fata mor gana, haar tuintje, de schutting, de kleine in zijn wagentje. Lieve! klonk het onder haar openstaand raam. Ben je daar Op den kiezel hoorde ze de voetstappen van haar man. Zij sprong op, liep naar het raam. Ja, Fer, wat is er? Kom, kleed je gauw, toe ga nou mee, we zijn met de auto's terug, we hebben 'n allermachtig leuken inval, we gaan te Utrecht de Van Zuijlens eens ver rassen. Karei, de student, is bij ons. Wat zal z'n ouwe opkijken, als hij opscheppen moet. Maar dat mot-ie, daar kan-ie donder op zeggen de vrek. En Eer lachte den schaterenden breeden lach van den dikbuik. Haastig hing Leonore haar stuifinantel om, zette haar auto-hoed op. Zij mochten niets merken niets. Fer zeker niet. Daar was een jolig gezelschap beneden, dat al in Den Haag gebitterd had en nu reeds zich allerdolst amuseerde over het gezicht van den ouden vrekkigen Van Zuijlen. Hier, hier is nog een goede plaats, mevrouw, riep de jonge Kartel. Neen kom in deze auto, mevrouw, riep Va» Drentel, deze rijdt veel zachter. Aan u de eereplaats! Fer was reeds met de voorste auto weggetufd. Vooruit naar Utrecht! -O, dat gezicht van dien ouden Van Zuylen! En uit alle auto's klonk een aanstekelijke vroolijk- heid over wat zij zouden zien, als vóór het breede huis in de Maliebaan de drie auto's zouden stilhouden, vol met Haagsche beau monde en als een ondeugende schavuit, die 'm dat in verstandhouding met Fer ge leverd had, de student in het midden. Leonore lachte mee, maar eensklaps, als de jubelgil van een uitgela ten schooljongen, schalde een kreet van Van Drentel. Hoha, ho hawat heb ik nou aan de hand Hij had iets wits zien vallen en het opgeraapt. In haar verbouwereerdheid, toen Fer haar eensklaps onder het raam van haar boudoir riep om mee te tuffen, had zij het mutsje van Piet tusschen haar kleeren weggemoffeld en dat bleek nu gevallen. Van Drentel stak er zijn wandelstok onder en liet het gepluimde slaapmutsje aan de andere auto's zien en ging er toen mee zitten als een Dahomey-koning met zijn schepter. Een schaterend gelach in alle auto's; ook in die van Eer, die zelf niet durfde omkijken omdat hij da auto bestuurde. Anders had hij Leonore kunnen zien zitten met da handen voor de oogen. De arme, jonge vrouw was in een luid snikken uit gebarsten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 6