DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE
Feuilleton.
No. 198
Honderd en elfde Jaargang.
1909
DOINDERDAG
26 AUGUSTUS.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond» behalve op Zon- en
feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P iktnaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f I»—*
Af >nderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f ÖJO. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Kennisgeving.
RECHTZAKEN.
OBMËNQD NIEUWS.
Cholera in Eoüerdem.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur ts ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van
22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge
zetenen, dat bij hem ingekomen en aan dsn Ontvanger
der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is overgegeven
EEN KOHIER DER BEDRIJFSBELASTING
No. 4, voor het dienstjaar 1900-1910,
executoir verklaard door den Directeur der directe be
lastingen in Noordholland ts Amsterdam den 21 Au
gustus 1909
Dat ieder verplicht is zijn aanslag op dsn bij de
Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat
de termijn van zes weken binnen welken daartegen
bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Alkmaar, den 24 Augustus 1909.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voorn.,
G. RIPFING.
ALKMAAR, 26 Augustus.
Een van de interessantste problemen van de twin
tigste eeuw is zeker wel de ontwikkeling van het ver
keer.
Daarover valt te filosofeeren en dut wordt dan ook
gaarne gedaan niet alleen door fantasten, maar
ook door sociologen en technici.
Bekend zijn de denkbeelden omtrent dit punt van
den socioloog Wells, die betoogt dat de wijze, waarop
thans het verkeer wordt geregeld, alles te wenschen
overlaat. Hij is van meening, dat dte spoorweg teveel
is ingericht naar de „diligence". De locomotief is
steeds beschouwd als een goedkoop plaatsverv.angste r
van het paard, uit louter lakschheid nam men tot
spoorwijdte de wijdte van een paardenkar. Als
zegt hij ergens de grootste paarden ponneys ge
weest waren, zouden we nu nog altijd rijden in wag
gons, waarin twee personen naast- elkaar zouden kun
nen zitten.
Hij is overtuigd, dat men waggons van een breedte
van 3 Meter kan hebben, zoo ruim dus als een kamer,
even gezellig ingericht, en zóó gemaakt, dat het er
niet schokt of trilt. De spoorweg-omnibus lijkt hem
een prachtig middel van vervoer, d!at met groote snel
heid langs nieuwe en speciale wegen rijdt en de men-
schen vlug en dikwijls brengt, waar ze willen wezen.
Hij ziet ook heil in het perron-in-beweginig, maar dat
lijkt wel wat al te fantastisch:
Hoofdzaak is dat hij zich het vervoer der toekomst
denkt zonder rails.
Een Duitscher heeft zich ook met hetzelfde pro
bleem bezig gehouden: de bekende uitgever Scherl,
een man, die op spoorweggebied totaal leek is, maar
die getoond heeft een goed organisator te zijn en die
rijk genoeg is om de hulp van technici bij de uitwer
king zijner plannen in te roepen. Allereerst wil de
schrijver breken met het stelsel, dat goederen langs
dezelfde lijnen vervoerd worden als personen. Deze
beide takken van vervoer wil hij streng gescheiden
houden. Het tegenwoordige spoorwegnet wil hij al
leen voor het goederenvervoer gebruikt zien en voor
bet personenverkeer een geheel nieuw systeem inrich
ten, waarbij vooral voor groote snelheid gezorgd moet
worden. De moderne trein langs den modernen weg
Naar het Engelseh
van
BARONESSE ORCZY.
Schrijfster van „De Roede Pimpernel."
54)
„Duizendmaal verschooning, Sir", zegt Blakeney
met een geeuwtje. „Ik ben zoo vreeselijk vermoeid,
en uw inleiding was tamelijk. neen, onbehoorlijk
lang. Ongehoord slechte manier, ik weet het, om
tijdens een stichtelijke preek een uiltje te vangen.
maar den heelen dag heb ik geen oog kunnen dicht
doen.... wil me asjeblieft excuseeren
„Zal het u believen te luisteren, Sir Percy?" vroeg
Ohauvelin op een toon van bevel, „of moet ik de
wacht roepen, en er voor goed van afzien met u te
onderhandelen
„Al wat u maar het beste voorkomt, Sir", ant
woordde Blakeney onvervaard. En hij strekte zijn
lange beenen andermaal uit, stak de banden in zijn
broekzakken en scheen weer een dutje te willen doen.
Ohauvelin zag het en vroeg zichzelven afWat nu
met hem te beginnen? Hij was tot het uiterste ver
bitterd over Blakeney's aanstellerij, zooals diens op
treden hem voorkwam, en ofschoon brandend van on
geduld om dezen man bekend te maken met de voor
waarden der transactie, had hij er toch de voorkeur
a^n gegeven door hem ondervraagd te worden. Dan
was het aan hem Ohauvelin geweest streng en
beslist voor den dag te komen met zijn „Of dit of
dat." Nu moest h ij het initiatief nemen in dit
hachelijk pleit en was hij beducht niet meer de kalmte
en onverschilligheid aan den dag te zullen leggen,
waardoor hij zich tot nu toe had onderscheiden en
waarmede hij op iedere gebeurlijkheid was voorbereid.
De onverwachte houding van Sir Percy, waarop
moet 200 kilometer per uur afleggen en in plaats van
over twee rails slechts over een ijzer loopen. Proeven
met electrische treinen genomen, hebben aangetoond,
dat die snelheid kan worden bereikt. En wat het een-
rail-stelsel betreft, de schrijver heeft dit probleem
sinds jaren in eigen laboratoria en werkplaatsen door
een staf van vaklieden laten bestudeeren en meent
een gelukkge oplossing te hebben gevonden. Het is
hier de plaats niet om op dit punt in te gaan en we
volstaan dus met te vermelden, dat de heer Scherl er
van overtuigd is, dat de waggons aangenaam zullen
rijden en volmaakt betrouwbaar zijn. De nieuwe
spoorweg is grootendeels bovengrondsch. In de ste
den loopt hij over de hoogste huizen, op het vlakke
veld is hij natuurlijk veel minder hoog. Hij is ver
vaardigd van beton, hier en daar versterkt door ijzer
materiaal. In de grootste steden bevindt zich in het
midden ongeveer het Centraalstation. Daar komen
van alle kanten de lijnen als stralen van een cirkel
binnen. Het ronde gebouw bezit enorme afmetingen,
maar slechts een deel wordt voor het spoorwegverkeer
gebruikt-, de rest wordt ingenomen door een reusach
tig' warenhuis en een voortdurende tentoonstelling.
In de stad wordt de spoorweg geheel afgesloten
van de omgeving, zoodat in de huizen het lawaai van
het spoorwegverkeer niet meer wordt gehoord. Drie
groote, goed ingerichte waggons vormen een trein en
mechanische electrische veiligheidsinrichtingen zor
gen er voor, dat ongevallen practisch uitgesloten zijn,
dat de treinen op elk oogenblik van uit de electrische
cvntrale kunnen worden bestuurd. Het spreekt wel
ven zelf dat de stations zóó zijn gelegen en ingericht,
dat zij aan alle eiscben van het verkeer voldoen.
Dergelijke plannen klinken wel heel fantastisch,
maar de laatste jaren vooral hebben bewezen, dat men
niet te gauw iets onmogelijk moet verklaren. Hoe
kort is het nog maar geleden, dat een commissie in
Duitschland na ernstige studie de verklaring aflegde,
dat het probleem van den bestuurbaren luchtballon
niet voor verwezenlijking vatbaar was.
Tegenwoordig' denkt men dikwijls: wanneer1 zij, die
honderd jaar geleden leefden, eens weer terugkeerden
op deze wereld, wat zouden ze dan oogen opzetten.
Maar wie weet hoe verbaasd wij wel zouden kijken,
als het ons vergund ware in 2010 een blik te slaan op
het leven en bewegen van de menschen van dan.
Arrondisscmer ts-Rechtb&nk te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 24 Aug.
Vtrvolg.
Mishandeling.
Dirk S., brandstoffenhandelaar te Nieuwe Niedorp,
had den 7en Juli te Oude Niedorp Dirk Rusting mis
handeld. Deze als getuige gehoord, verklaarde eeu
klacht tegen beklaagde te hebben ingediend, 's Mor
gens 8 uur kwam bekl. bij hem aan de deur om aard
appelen te verkoopen. Getuige's vrouw kreeg ruzie
over de betaling met bekl., die de deur niet uit wilde
en g'etuige een klap in het aangezicht gaf, zoodat hij
uit zijn neus bloedde. Ook schopte bekl. naar hem,
zonder hem echter te raken.
Wilhelmiua Meijer, huisvrouw van Rusting, deelt
mede, dat zij bekl. niet betalen wilde, voordat hij een
hooihark, welke hij geleend had, teruggebracht had,
waarop bekl. riep:„Hier die aardappelen" en de gang
inliep. Haar man wilde hem niet in huis hebben en
gebood hem den gang te verlaten, waarna bekl. begon
te slaan en Rusting toetakelde.
De Officier van Justitie is van meening, dat vast
staat, dat bekl. Rusting heeft geslagen, terwijl de
aanleiding tot den twist bekl. niet tot eer strekt. We
gens mishandeling eischt de Officier 15 boete of
15 dagen hechtenis.
Jacob B., koopman te Broek op Langen/lijk, was
ten laste gelegd, dat hij deai 3en Juli Pieter Beers
aldaar had mishandeld.
Pieter Beers, arbeider, kwam met zijn schuit met
aardappelen aangevaren en kreeg ruzie met bekl.
over de kerk. Beid. sprong bij getuige aan boord en
gaf dezen een flinken klap, waarbij hij zelf te water
geraakt©.
Beklaagde beweert, dat hij woorden met getuige
kreeg, omdat deze in een kerk, waar hij niet thuis be
hoort, het avondmaal had bijgewoond, Daarop begon
getuige beleedigendie woorden over beklaagde's vrouw
te uiten, waarna de kloppartij volgde.
Pieter Dirkmaat, gemeente-veldwachter te Broek
op Langepdijk, heeft wel gehoord, dat Beers bekl. aan
maande zijn mond te houden, maar niet, dat deze het
over beklaagde's vrouw had.
De Officier acht het wettig en overtuigend bewijs
niet geleverd en vraagt vrijspraak voor beklaagde.
Strooperij.
De laatste beklaagden waren IJsbrand B., arbeider
te Heiloo, Jan Frans SI. en Abraham SI., bloembol
lenkweekers te Heiloo. Hun was ten laste gelegd, dat
zij in den morgen van 3 Juli aardbeien hadden ge
plukt van een veld, toebehoorende aan Pieter Schou
ten.
Pieter Schouten, arbeider te Heiloo, was den 3en
Juli 's morgeus vroeg om 4 uur met zijn vrouw uitge
gaan om aardbeien te plukken van een veld, dat aan
hem en Willem Admiraal behoort. Toen zij aankwa
men zag getuige de drie beklaagden bezig op zijn land
aardbeien te plukken.
Beklaagden bekennen op het land te zijn geweest
en daar ieder een paar aardbeien te hebben geplukt.
Zij boden getuige als schadevergoeding 3 aan, deze
wilde evenwel 5 hebben, wat hij niet kreeg.
Van het verhoor van Elisabeth Baas, huisvrouw van
den eersten getuige, wordt afgezien.
De Officier van Justitie acht het wettig en overtui
gemd bewijs geleverd, zou beklaagden een zachtere
straf willen opleggen, dan wanneer zij op het voorstel
van Schouten waren ingegaan, eischt derhalve we
gens strooperij 1 boete of 1 dag hechtenis.
In de laatste zaken uitspraak over 14 dageu, des
morgens 10 uur.
Het bacteriologisch onderzoek te Rotterdam heeft
aangetoond, dat de 4 kinderen Korteland, die volgens
gerucht ten gevolge van het gebruik van zuurtjes
overleden zijn, in werkelijkheid aan cholera asiatica
zijn gestorven. Dr. Hpisman vermoedde reeds, dat
niet van vergiftiging maar van besmettelijke ziekte
Ohauvelin niet verdacht was, bracht hem van de wijs.
De Engelschman maakte een relletje van een zeer ge
spannen toestand waarbij menschenlevens op het spel
stonden.
Na een oogenblik te hebben nagedacht, kwam hij
tot een ander besluit om den knoop door te hakken.
Hij stond op, doorliep het vertrek, waarbij hij Percy
geen oogenblik uit het oog verloor, vergewiste zich
dat deze in slaap was gedommeld en liep zachtjes op
de deur aan. Behoedzaam opende hij ze, wenkte den
sergeant zijner lijfwacht, en fluisterde dezen haastig
toe:
„De gevangene van No. 6. Twee man moeten
haar terstond hier brengen!"
ZEVEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
DE VOORWAARDEN DER OVEREENKOMST.
Geen drie minuten verliepen of het zacht geruisch j
van vrouwenrokken over den steenen vloer drong tot
Chauvelin's gespannen ooren door. Gedurende deze
drie minuten, die in zijn ongeduld hem een eeuwig
heid toeschenen, had hij in stilte de voorgewende of
werkelijke sluimering van zijn vijand gadegeslagen.
Zoodra had hij het woord „Halt!" buiten de deur
niet vernomen, of hij sprong' op van zijn stoel. In
het naaste oogenblik stond Marguerite in het vertrek.
Nauwelijks hadden haar voeten den drempel over
schreden of Percy was ter been, bedaard, zonder eeni-
ge haast, maar volkomen wakker; hij keerde zich tot
haar met een diepe buiging.
De arme vrouw had hem natuurlijk terstond in het
oog gekregen. Zijn tegenwoordigheid hier ter plaatse
Chauvelin's bevel haar weer te laten voorkomen, het
piket soldaten in de gang, waren alle doorslaande be
wijzen, dat het vreeselijk onheil een voldongen feit
was.
De Roode Pimpernel, Percy Blakeney, haar echtg-
noot, gevangene der Fransche Terroristen, en, hoe
wel nu van aangezicht tot aangezicht met haar een
open venster naast hem en een schijnbaar hulpe-
looze vijand tegenover hem,, kon hij dank zij den
duivelsehen kunstgrepen van Chauvelin niets uit
richten om zichzelf en haar te redden.
Een geluk mocht het voor haar heeten dat de na
tuur bij deze ontzettende tragedie haar totaal
van haar zinnen had beroofd. Zij kon zich wel bewe
gen, spreken, zien en hooren, doch feitelijk was zij
slechts een automaat of slaapwandelaarster, die
werktuigelijk sprak, zonder begrip van hetgeen zij
deed.
Zoo zij in dit oogenblik in staat ware geweest van
alles zich rekenschap te geven, dat de toekomst als
nog verborgen hield, zij zou door krankzinnigheid zijn
aangegrepen wegens het verschrikkelijke dat in aan
tocht was.
„Lady Blakeny", begon Chauvelin, na de soldaten
te hebben weggezonden, „toen wij een poos geleden
van elkander afscheid namen, kon ik niet vermoeden
dat ik zoo spoedig het genoegen zou hebben Sir Percy
persoonlijk te spreken. Er bestaat geen reden nog,
geloof mij, om ongerustheid te koesteren of vrees.
Er kunnen hoogstens nog vierentwintig uren verloo
pen, en u zult zich aan boord bevinden van de „Day
Dream", op weg naar Engeland. Sir Percy zal u mis
schieh willen vergezellenbij wil niet, dat u naar Pa
rijs gaat en heeft reeds eenige kleine voorwaarden
aangenomen, die ik genoodzaakt was hem op re leg
gen, alvorens ik het bevel afteeken voor uw algeheele
vrijheid."
„Voorwaarden?" herhaalde zij, vaag' en wezenloos
met strakken blik beurtelings beide mannen aan
ziende.
„Ge zijt vermoeid, lieve", zei Percy bedaard; „zoudt
ge niet gaan zitten?"
Hij zette galant een stoel voor haar neer. Zij
trachtte in zijn gezicht te lezen, maar kon geen blik
zelfs opvangen van onder de zware wimpers die zijn
oogen overschaduwden.
„Och het geldt alleen een paar handteekeningen",
hernam Chauvelin, als antwoord op haar vragenden
blik, terwijl hij beuzelde' met de ox> tafel verspreide
papieren. „Ilier bijvoorbeeld is de order om Sir Per
cy Blakeney en zijne echtgenoote, geboren Marguerite
St. Just, bij haar inscheping naar Engeland te laten
passeeren."
sprake was.
Men deelt omtrent de patiënten en de personen in
observatie het volgende mede.
In het stedelijk Ziekenhuis aan den Coolsingel be
vinden zich 3 kinderen Korteland (uit het gezin,
waarvan 4 kinderen aan cholera overleden zijn) ©u 1
kind uit het gezin Ernest uit de Veerlaan, die het
allen naar omstandigheden goed maken, na aan diar-
rhee geleden te hebben. Nog 3 andore j>ersonen zijn
in de barakken van het Ziekenhuis geïsoleerd.
In observatie in het Armhuis aan den Schiedam-
sehen dijk bevindt zich in de eerste plaats de weduwe
Van Klaveren, wier man (een patiënt van dr. Voor
zanger) eergisteren plotseling onder verdachte ver
schijnselen overleden is op een schip in de Wijnhaven,
met 2 zoons en 2 dochters. Voorts uit het gezin dei-
overleden kinderen Korteland, man, vrouw, tante en
2 kinderen, en uit het gezin van het kind Ernest man
vrouw, 4 hinderen en een buurmeisje, dat toevallig in
het huis aanwezig was. Eindelijk nog de familie Ha-
kemulder, bestaande uit man, vrouw en 6 kinderen.
De observatie geschiedt door dr. Huisman, die giste
ren aan den hoofdinspechteur van de volksgezondheid
telegrafisch kennis gaf, dat, als gevolg van het bacte
riologisch onderzoek, gebleken is, dat de 4 k)inderefn
Korteland aan cholera asiatica overleden zijn.
Woensdagmiddag half vijf is het volgend communi
qué openbaar gemaakt:
„Do burgemeester van Rotterdam maakt bij deze
aan de ingezetenen bekend, dat op heden aangifte is
gedaan van het voorkomen van twee gevallen van cho
lera asiatica in deze gemeente, en dat als geVolg
van eene bespreking ten raadhuize gehouden, waarbij
o. a. tegenwoordig waren de inspecteur van het ge
neeskundig staatstoezicht, dè directeur der Rijks-se-
ruminrichting, de waarnemende voorzitter en een ge
neeskundig lid der gezondheidscommissie, de waarne
mende geneesheer-directeur en de bacterioloog van 't
ziekenhuis, de directeur en de bacterioloog der drink
waterleiding, de directeur van den ontsmettings-
dienst, moet worden aangenomen dat men, hoewel het
ziektebeeld met het typische beeld der cholera asiatica
niet overeenstemde, bij die twee gevallen, beide be
treffende kinderen uit het huis uit de Atjehstraat 15,
evenals bij de ziekte van de vier reeds overleden kin
deren uit dat huis, te doen heeft gehad met cholera,
asiatica.
Hij maakt verder bekend, dat reeds dadelijk nadat
het eerste vermoedten was gerezen, alle maatregelen
zijn genomen tot afzondering en observatie van alle
personen, die met de lijders in aanraking kunnen zijn
gekomen en dat in het geheel, behalve de twee bedoel
de kinderen, in het ziekenhuis vijf zieken zijn opgeno
men, bij wie zich verdachte verschijnselen voordoen.
De toestand van alle patiënten is redelijk goed.
Hij is gerechtigd te verklaren dat naar de overtui
ging van al do bovenbedoelde autoriteiten, de hygië
nische toestand te dezer stede en de genomen maatre
gelen recht geven de toekomst zonder ongerustheid af
te wachten.
Voorts kan worden medegedeeld, dat het geregld
onderzoek van het water der drinkwaterleiding niets
abnormaals heeft vertoond en dat, in bovenbedoelde
samenkomst in dat water het volste vertrouwen werd
uitgesproken.
Uitbreiding wordt gegeven aan de kostelooze ver
strekking van leidingwater, ook op de rivier en in de
havens. Gewaarschuwd wordt tegen het gebruik van
ongezuiverd water uit de rivier, havens of slooten,
ook voor het wasschen van vaatwerk, groenten enz.
De burgemeester zal de burgerij op de hoogte hou
den van hetgeen verder mocht worden geconstateerd.
Hij hield Marguerite een papier voor, met het ver
zoek er inzage van te nemen. Ze zag, dat het een of
ficieel document was, met het motto en zegel der
Fransche Republiek en hun beid,er namen voluit ge
schreven.
„ILqt is volmaakt in orde, verzeker ik u", vervolgde
Chauvelin, „er ontbreekt, alleen nog maar mijn hand-
teekening aan."
Hij nam alsnu een ander papier op, dat er uitzag
als een lange, dicht beschreven brief. Marguerite
sloeg al zijn bewegingen gade, want baar instinct be
duidde haar, dat het laatste uur had geslagen. Een
bovenmenschelijke uitdrukking van wreedheid en dui
velachtige list lichtte in de oogen van den kleinen
Franschman, toen hij ze vestigde op de onverschillige
figuur van Sir Percy, toen hij met. eenigszins bevende
handen dat stuk papier tusschen zijn vingers nam en
zorgvuldig trachtte de vouwen er uit te doen verdwij
nen.
„Ik ben geheel en al gereed, Lady Blakeney", zei
hij, met den blik voortdurend strak op Sir Percy ge
vestigd, „deze order voor uw bevrijding te ondertee
kenen. Als dit geschied is, zult u begrijpen, dat ouzo
maatregelen tegen de burgers van Boulogne niet
langer steek houden, integendeel de generale amnes
tie en vergiffenis van kracht worden."
„Ja, dat begrijp ik", antwoordde Marguerite.
„En dat alles zal gebeuren, Lady Blakeney, van
het oogenblik af, dat Sir Percy mij een brief schrijft,
volgens dit door mij opgemaakt concept, en het met
zijn handteekening bekrachtigt. Zal ik het u voor
lezen
„Zoolas u belieft."
„TT zult zien hoe eenvoudig alles isenkel een
formaliteitIk bid u, kijk het document niet met
zoo'n verschrikking aan, maar enkel als liet voorspel
van die generale amnestie en vergiffenis, waarvan ik
zeker ben dat zij de goedkeuring' zullen wegdragen
van een philantroop als de edele Roode Pimpernel;
immers een ruim gedeelte der inwoners van Boulogne
zullen hun leven en vrijheid aan hem verschuldigd
zijn."
„Ik luister, Monsieur", zei ze kalm.
Wordt vervolgd,