DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Vader Kondellk en bruidegom Wejwara. No. 222 Honderd en elfde Jaargang. 1909 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor P ikmaar f 0,80$ franco door het geheele Rijk f 1, P3 hinderlijke nummers 3 Cents. DONDERDAG Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. 23 SEPTEMBER. B I N N E N L A N D. FEUILLETON. YetofoomiswaBer 8, Dit nummer bestaat uit twee bladen Zij, die zich met 1 October op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers FRANCO en GRATIS. DE UITGEVERS. Tweede Kamer. Prins Hendrik naar Mecklenburg iLKMAARSCHl COURANT. «*■-* wT-g8riMTTw-irr---r--- wr i -n.- t.v i ■«,uaji=a£:yr-.r- ÜS& De nominatie voor liet voorzitterschap werd giste ren in de zitting van de Kamer opgemaakt. Eerste candidaat. Er worden uitgebracht 91 stemmen, waarvan op den heer W. K. F. P. graaf van Bylandt 51, op den heer Goeman Borgesius 20, Drucker 8, Troelstra 5, Hels dingen 1, De Beaufort 2 en De Visser 2 en 2 blanco. .De heer Van Bylandt zal dus no. 1 op de voordracht worden geplaatst. Tweede candidaat. Er worden 91 stemmen uitgebracht, waarvan 2 blanco. De heer jhr. mr. O. van Nispen tot Sevenaer 51, de heer Goeman Borgesius 20, de heer Drucker 8, de heer Helsdingen 1, de heer Troelstra 5, de heer De Beaufort 1 en de heer Loeff 3 stemmen, zoodat de heer Van Nispen tot Sevenaer (Nijmegen) de tweede candidaat is. Derde candidaat. Uitgebracht worden 90 stemmen, waarvan 7 blanco, 39 op den heer mr. H. Goeman Borgesius, 35 op den heer mr. H. L. Drucker, 3 op den heer De Beaufort, 5 op den heer Troelstra en 1 op den heer Helsdingen, zoodat een nieuwe vrije stemming moest gehouden worden. Alsnu werden uitgebracht 88 stemmen, waarvan 5 blanco, 37 op den heer Goeman Borgesius, 44 op den heer Drucker en 2 op den heer De Beaufort, zoodat gekozen is tot derden candidaat de heer mr. H. L. Drucker. De voordracht zal, aangezien H. M. zich buiten de Residentie bevindt, aan de Koningin worden toegezon den. De minister van Financiën heeft d.d. 22 Sept. aan de Tweede Kamer ingezonden een Nota betreffende den toestand van 's lands financiën, inhoudende de beschouwingen waartoe die toestand hem in verband met de cijfers van het ontwerp-begrooting voor 1910 aanleiding geeft. De uitgaven zijn geraamd op 207.187.206.87 waar onder aan buitengewone uitgaven 8.447.350.00, blijft voor gewone uitgaven 198.739.850.87. Vergeleken bij het totaal bedrag van de 13 hoofd stukken gelijk die aanvankelijk voor 1909 werden vast gesteld, wijst het totale thans aangevraagde bedrag een vermeerdering aan van 6.772.291.351/2 voor den geheelen dienst waarvan 5.432.865.62 voor den gewonen dienst, welke het gevolg is van een hooge- re raming van Hoofdstuk II Geheele dienst 4.360.50, Gew. dienst 4.360.50. Hoofdstuk III Geh. d. 48.435.45, Gew. d. 48.435.45. Hoofdstuk IV Geh. d. 417.383.00, Gew. d. 417.383.00. Hoofdstuk V Geh. d. 1.752.488.74, Gew. d. 1.752.488.74. Hoofdstuk VI Geh. d. 749.485.68, Gew. d. 749.485.68. Hoofdstuk VIIB Geh. d. 1.159.930.10, Gew. d. 529.930.10. Hoofdstuk VIII. Geh. d. 1.419.239.00, Gew. d. 1.419.239.00. Hoofdstuk IX. Geh. d. 964.503.65, Gew. d. 394.153.65. Hoofdstuk X. Geh. d. KLEINE GEBEURTENISSEN UIT HET LEVEN TAN EEN PRAGER GEZIN NAAR HET BOHEEMSCH VAN. 1GNAT HERRMANN door S. J. BARENTZSCHöNBERG. In den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; geh. 3.50. 6) Best, mannie, dat weet ik, jij gaat naar boven, maar in de pauze kom je bij ons beneden voor het sou per. Ik zal je wel bijtijds laten waarschuwen. Mevrouw Kondelik drukte de kapster haar geld in de hand en ging met haar naar de deur. Intusscheu liep mijnheer Kondelik naar de slaap kamer en verkleedde zich. Nu zijn vrouw en zijn doch ter zoo in de puntjes waren moest hij zich ook wel „opsieren". Kort daarna verscheen hij weer in de eetkamer in een toilet zijn vrouw en dochter waardig. Het was vijf minuten over half acht toen Kaatje, die men voor het huis op den uitkijk gestuurd had, met de tijding terugkeerde dat het rijtuig voor was. Heeft mijnheer Tscheritschek den phaeton ge stuurd? vroeg mevrouw Kondelik. Kaatje had geen flauw idee wat een phateon was, maar zij knikte heftig en zei Een koets is het, en piekfijn, mevrouw! En de familie Kondelik Josefine vooraan, de ouders er achter liep naar beneden. 607.624.00, Gew. d. 267.224.00. Hoofdstuk XI (zie hieronder), Gew. d. 175.792.00, waar tegenover staat een lagere raming van Hoofdstuk I Geh. d. 63.750.00 Gew. d. 63.750.00. Hoofdstuk VIIA Geh. d. 261.876.50, Gew. d. 261.876.50. Hoofdstuk XI Geh. d. 25.532.26°. Onder het Hoofdstuk justitie merken we o.a. op: Door de uitbreiding van den rijksarbeid in 't alge meen en in het bijzonder door de invoering van nieu we takken van dien arbeid, zooals eene drukkerij met letterzetterij in de strafgevangenis te 's-Gravenhage en de invoering van de enveloppefabricage in de straf gevangenis te Alkmaar, is het betrekkelijk begroo- tingsartikel met 25.000 moeten worden verhoogd. Onder het Hoofdstuk Waterstaat: 50.000 voor voortzetting van de verdediging van den onderzeeschen oever van het Horntje bij Texel; evenveel voor voortzetting der verbetering van de hoofden op het Noorderstrand van Vlieland75.000 voor verdediging van het onderzeesche beloop der Hel- dersche zeewering door bestorting en bezinking; 100.000 voor verdediging der Noordzeekust tusschen strandpaal 3 en 8 en onderhoud der bestaande hoof den; 21.000 is noodig voor het verwisselen der sluis deuren van de oude Noordzeesluizen te IJmuiden; een post is uitgetrokken voor aankoop van een perceel ten behoeve van directieverblijven te IJmuiden. Voor nieuwe wei-ken aan de visschershaven aldaar wordt 120.000 aangevraagd, o.a. 6000 voor een koelin- richting in de vischhal. Onder het Hoofdstuk Landbouw: Gelden zijn uitgetrokken om tot oprichting van een tuinbouwwintersehool ten behoeve van de bollenstreek over te gaan. De proef met opleiding van vrouwelijke landjeugd voor de taak welke de vrouw in de landelijke huishou ding heeft te vervullen, heeft aanvankelijk zoo goede resultaten gegeven, dat het aanbeveling verdient t>p den ingeslagen weg voort te gaan. Het ligt daarbij in de bedoeling zomercursussen te geven aan de land- bouwwinterscholen, welke daarvoor in aanmerking ko men en tevens rondgaande cursussen van korten duur in landbouwonderwijs te organiseeren voor vrouwen en dochters van kleine landbouwers en landarbeiders. Voorgesteld wordt aan de Vereeniging ter bevordering van de pluimveehouderij enz. steun te verleenen door 't uittrekken van 3000 voor aanstelling- van een con sulent voor de pluimveehouderij. Voor het steunen van het vereenigingsleven op het gebied der veefok kerij wordt 10.000 meer uitgetrokken. Ook voor steun voor kleinveefokkerij enz. zijn meer gelden uit getrokken. Het vertrek van Z. K. H. de Prins naar Mecklen burg is bepaald op 29 dezer. Z. K. H. is voornemens eenige weken aldaar te verblijven. Katholieke Kamerclub. De Katholieke Kamerclub heeft, naar Het Centr. meldt, in haar Dinsdag gehouden vergadering tot voorzitter, vice-voorzitter en penningmeester herko zen de heeren mr. Loeff, Van Vlijmen en mr. Bolsius. RECHTZAKEN. Arrondlssements-Rechtbank te A'kmaar. Zitting van Dinsdag 21 Sept. Vervolg. W ederspannigheid. Beklaagde Teunis Dirk Klaas de B. te Helder was niet verschenen. Hem was bij dagvaarding ten laste gelegd, dat, toen hij den 30sten Juli aldaar dronken thuis kwam en zijn moeder de hulp der politie inriep, den boel kort en klein sloeg en zijn moeder mishandel de. Getuige Johannes Franciscus Jacques, politie-agent te Helder, verklaart door bekla.agde's moeder geroepen te zijn om haar tegen haar zoon te beschermen. Be klaagde weigerde met de politie mede te gaan en ver zette zich krachtdadig. Hij sloeg en trapte en hield zich aan alles vast. Willem Hoefkes, eveneens agent van politie te Helder, verklaart met Jacques beklaagde uit zijn wo ning te hebben verwijderd. Elisabeth de Bruin,, moeder van beklaagde, deelt mede, dat haar zoon den 3 Os ten Juli dronken was. Een buurvrouw mengde zich in de zaak en haalde de politie, wier assistentie zij daarna ook inriep, omdat haar zoon haar mishandelde. De officier van justitie eischte tegen beklaagde één week gevangenisstraf. Overtreding drankwet. Elisabeth S. te Helder had zich schuldig gemaakt aan overtreding- der drankwet. Zij had nóch vergun ning noch verlof en had in huis een mand vol fles- schen bier, die waarschijnlijk bestemd waren om ver kocht te worden. Twee politieagenten te Helder kregen in den nacht van 18 op 19 Juli achterdocht en wilden de mand me- denemen, Elisabeth weigerde evenwel het bier af te geven, zeggende: „Het is mijn bier." De agenten in formeerden bij twee personen die daar 's nachts om 2 uur bier zaten te drinken, of zij het besteld hadden, waarop beiden bevestigend met het hoofd knikten en de agenten twee fleschjes in beslag namen. Toen zij op de mand afgingen, plaatste beklaagde zich daar voor en ontzegde de agenten hare woning, waarop zij deze verlieten. Beklaagde ontkent het bier te hebben verkocht. Het bier was voor eigen gebruik, omdat zij ging verhuizen. De officier van justitie, die het wettig en overtui gend bewijs geleverd achtte,- eischte een gevangenis straf van 2 weken. Mi shandeling. Willem R. te Alkmaar, had den lsten Augustus te Heiloo. den gemeente-veldwachter Pieter Bos mishan deld. Beklaagde bevond zich in staat van dronken schap op den openbaren weg. Pieter Bos, die hem in het belang der openbare orde naar het arrestantenlo kaal wilde overbrengen, ondervond daarbij verzet van beklaagde. Desniettegenstaande nam hij beklaagde toch mee. Vlak voor het arrestantenlokaal werd deze woedend en gaf Pieter Bos een klap in zijn gezicht, die flink aankwam. Eén week gevangenisstraf, luidde de eisch. W ederspannigheid. Cornelis B. en Nicolaas D. te Hoorn hadden zich te verantwoorden wegens mishandeling van den Rijks veldwachter Jentje Riemsma. Deze ontmoette in den nacht van 11 op 12 Augustus te Hoorn twee personen, die met elkaar aan 't vechten waren. Terwijl de veld wachter hen wilde scheiden, kwam Cornelis B. erbij en begon te slaan en te trappen. Toen de veldwachter hem wilde medenemen hij was dronken sloeg hij er flink op los, wat Riemsma niet belette hem beet te pakken. Toen hem dit gelukt was, kwam de andere beklaagde erbij, die den eerste wilde ontzetten en daardoor Riemsma een paar gevoelige klappen toe bracht. In de zaal van Kaska was het nog tamelijk koel, zooals het in alle balzalen in het begin van den avond ia. In de ontvangzaal, die tevens als kleedkamer dienst deed en door een donkerrood wollen gordijn van de ei genlijke zaal was gescheiden, stonden plechtig eenigo leden van de „Ooude Garde" der vereeniging „De An jelieren" om de komende gasten welkom te heeten. In de danszaal wandelde de pianist rond in de na bijheid van de piano een magere man in een zwarte, gekleede jas, een door „de Anjelieren" uitgenoodigde „concertmeester", een kunstenaar van naam. Reeds om half acht begonnen de uitgenoodigde da mes te verschijnen. Moeder en dochter dochter en moeder nu en dan ook moeder en twee dochters. Overigens kwamen ook de jonge dames met zooge naamde „geleende" chapercnes, met tantes, peettantes en burrvrouwen. Drie kwartier later trad mevrouw Kondelik met Jo sefine de ontvangzaal binnen. Josefine liep bedeesd en schuchter naast haar moeder. Zij zag- weliswaar een rij menschen die een buiging voor haar maakten, zij zag, een dozijn hoofden en gezichten, een dozijn oogen die haar aankeken, maar zij kon niets en nie mand onderscheiden. Zij hoorde allerlei stemmen iets tot haar zeggen, maar zij wist niet uit welken mond die kwamen. Zij had „Lampenfieber". Instinctmatig liep zij achter haar moeder de kleed kamer binnen om haar mantel af te doen en haar moe der bij het uitkleeden behulpzaam te zijn. Een ceremoniemeester trad op haar toe en presen teerde haar op een wit blaadje het balboekje. Zij maak te een buiging en greep met bevende vingers naar het boekje, waarin een klein potloodje stak. En reeds na derde een tweede cermoniemeester, die haar op een zilveren blad anjelieren, het symbool van den dag-, aanbood. Haar gefluisterd: „Dank u" werd in het drukke gepraat om haar heen, bijna niet gehoord. Toen reikte een derde lid haar den arm om haar naar de zaal te brengen. Josefine kwam pas weer bij, toen zij naast haar moeder had plaats genomen. Door de zaal ging een geur van parfumerie. Om de stoelen die door de geheele zaal langs den muur stonden, vormden zich kleine groepjes. Heb je het niet koud? vroeg mevrouw Kondelik. Neen, mama, antwoordde Josefine, terwijl zij de meisjes in haar nabijheid bekeek. Het waren allemaal vreemde gezichten. Nu, warm is het hier niet, Josefine, sprake me vrouw Kondelik, haar dochter onderzoekend aanzien de. Druk je lippen wat op elkaar, ze zijn heelemaal blauw. Intusschen groeide het aantal dames steeds aan. De ruimten langs den muur werden aangevuld; het rumoer werd steeds luider. Het was dicht bij achten, de pianist schermde met zijn dunne vingers alsof hij ze elastischer wilde maken. Binnen korten tijd moest hij flink er op los slaan. Het gordijn bleef thans ge heel opgeschoven, de uitgenoodigde dames kwamen bij troepjes binnen. Enkele heeren deden hun keus on der de jonge dames en wandelden met haar de zaal rond. Acht uur! Ernstig en met het bewustzijn van zijn absolute be langrijkheid, betrad de pianist het podium, waarop het driepootig instrument stond alsof het sliep. De pia nist liet zijn blik op het zwijgende klavier rusten met d-ëzelfde zekerheid waarmee een toreo den stier in de arena beschouwt. Ook dit gevaarte zou binnenkort getergd worden en in een toestand van opwinding ge raken, die de geheele omgeving- aansteekt, de heele menigte die zich in het dans-arena heeft verzameld. Hij, de pianist, bedwingt met zijn vingers dien mo dernen Behemoth. Hij brengt diens binnenste in be roering, heft de pedalen op, en speelt der strijdlustige ongeduldige jeugd een krijgsmarsch voor. Reeds stond ook midden in de zaal de voorzitter der „Anjelieren" met half opgeheven, uitgespreide handen, om den pianist door handgeklap het teeken te geven dat „de klank der trompetten en bazuinen" weerklinken mocht, toen een rumoer in de voorzaal hem terughield. Een heel gezelschap meisjes met massa's tantes drong nog de zaal binnen. Zij hadden reeds voor de deur de accoorden van den pianist ge hoord, wierpen snel haar mantels af en stormden de zaal binnen om den eersten dans nog te kunnen mee maken. Mevrouw Kondelik keek verbaasd naar dezen vijan- De officier eischte 2 weken gevangenisstraf voor beide beklaagden. Beleediging. Cornelis G. te Schenneer, gem. Oudorp, was ten las te gelegd," dat hij Johan Jacob Ruysch den 2den Au gustus had toegevoegd: „Jullie zijn allemaal eenden- dieven van de Schermeer." Ruysch, te Stompetoi-en woonachtig, bevond zich den 2den Augustus in Alkmaar om eenden weg te bren gen; 's middags om 2 uur bezocht hij een café aan het Heiligland, waar ook Cornelis G. was, die hem boven genoemde beleedigende woorden toevoegde. Klaas Smit, zoon van den caféhouder bij wien be klaagde en Ruysch waren, hoorde, dat beklaagde de woorden bezigde. Wegens deze beleediging werd tegen dezen beklaag de 25 boete subs. 10 dagen hechtenis geëischt. Beleediging. Cornelis J., slager te Wannenhuizen, had zich den I7den Augustus aldaar schuldig gemaakt aan beleedi ging. Hij had n.l. den rijksveldwachter Van der Mark, die surveilleerde, toegevoegd: „Je hebt vier jaar geleden een valschen eed tegen mij afgelegd." Hoewel de veldwachter beklaagde aanmaande kalm te zijn en dergelijke woorden niet meer te uiten, bleef beklaagde daarmede doorgaan, zoodat de veldwachter er proces-verbaal van opmaakte. Wegens deze belee diging moest beklaagde terechtstaan. Beklaagde, die dien avond dronken, was, ontkent thans de- woorden gebezigd te hebben. De officier acht het wettig en overtuigend bewijs evenwel geleverd en eischt wegens beleediging wan een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening zijner bedie ning 20 boete of 20 dagen hechtenis. Diefstal. Jacob D. te Andijk had op verschillende tijdstippen in de maanden Mei, Juni en Juli, stukken lood weg genomen. Beklaagde was werkzaam geweest bij het afbreken van twee oude en het bouwen van een nieuw huis voor rekening van Brander aldaar. Beklaagde bekent, dat hij het lood gewoonlijk ês avonds meenam en verstopte op verschillende plaat sen, later verkocht hij het of gaf het aan Bruin. In diens bedstede werd o. a. nog lood in beslag genomen door de politie. Cornelis de Groot, rijksveldwachter verklaart van den gemeente-veldwachter Griffioen gehoord te heb ben dat een hoeveelheid lood was ontvreemd. Naar aanleiding daarvan werd een onderzoek ingesteld en het bleek, dat beklaagde het gestolen had. Arie Bruin, visscher te Andijk, oom van beklaagde verklaart, dat beklaagde soms bij hem kwam om lood te verkoopen, de eerste maal voor 5, later kwam be klaagde nog een paar maal, ook kreeg hij wel eens stukjes lood cadeau van beklaagde. Een der stukken werd door den rijksveldwachter in beslag genomen. Door Hendrik Brander te Andijk werd medegedeeld, dat hij van het oude lood, dat van de afgebroken hui zen kwam, niets vermist had. 't Was hem niet opge vallen, dat er van gestolen was. De officier v anjustitie eischt tegen beklaagde, die niet alleen het lood, maar meerdere voorwerpen had medegenomen, één maand gevangenisstraf. Melkdiefstal. Pieter R. te Uitgeest had zich te verantwoorden, omdat hij op den 9den Augustus te Akersloot een koe had gemolken, die aan een ander toebehoorde. De eerste getuige, Nicolaas Bloedjes, zag op dien delijken inval en onwillekeurig riep zij pit: Lieve help wat een massa vrouwen. Deze opmerking was zeer juist. Werkelijk waren er naar verhouding van de heeren een enorm aantal meisjes. Het handgeklap van den dansmeester weerklonk en de piano daverde. Uit haar snaren ontspon zich ten slotte een verleidelijke wals, Josefine's lievelings- dans. Enkele paren begonnen te walsen en zweefden steeds verder. Uit den groep schuchtere jongelingen, die vlak bij het gordijn bijeen stonden, maakte zich de een na den ander los en koos uit de rij der zittende meisjes een danseres de groep werd steeds kleiner eindelijk boog de laatste jongeling voor een meiqje in een blauw japonnetje Josefine zat er nog steeds. Zij zat er wel niet alleen, twee derden der meisjes waren blijven zitten. Het bleek ook hier dat de sta tistiek, welke een g-rooter aantal meisjes aangeeft, ook in den kring der „Anjelieren" gelijk had. Niettemin verloor Josefine's gezicht geen oogenblik zijn vriendelijke uitdrukking. Zij wist in haar on schuld en ervarenheid niet dat de toestand met onheil spellende gelijkmatigheid den heelen avond kon voort duren. Maar mevrouw Kondelik! Hoe, na zooveel zorgvuldige voorbereiding zou het kunnen gebeuren, dat haar dochter den heelen avond bleef zitten? Neen. Met alle macht verzette zij zich tegen haar opko menden angst en toch werd zij van minuut tot minuut meer beklemd. Josefine was nog steeds niet „ge vraagd". De deur van de voorzaal werd geopend, tusschen de gordijnen door werd een oogenblik een late gast zichtbaar, die naar de kleedkamer snelde om daar zijn hoed en jas a fte geven. Het volgende oogenblik stond hij bij den ingang der zaal. Het was een knappe, jon ge man, goed gebouwd, in het nationale costuum, de Tschamara. Haastig knoopte hij zijn rechterhand schoen dicht, groette met een hoofdknik eenige ken nissen en richtte zijn blikken op de zittende meisjes. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 1