DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
BLOOKER'S
CACAO
Be Gemeentebegrootlng dienst 1910.
No. 232
Honderd en elfden Jaargang.
5 OCTOBER
BINNENLAND,
1909.
Deze Courant wordt eiken avond; behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P ikmaar ös80; franco door het geheele Rijk f 1,—.
M /nderlijke nummers 3 Cents»
DINSDAG
der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote. contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de NL V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
DAALDERS
to ontvangenIs goedkoop
en goed.
TetefooBflRttunsr 3.
Sta er op
Koninklijk bezoek aan Utrecht.
Directeur-generaal en minister.
De schrijfwijze der Nederl, isai.
Rijksverzekeringbank.
De Kuyper-zaak.
Ontspoord.
ALRMAARSCHE COURANT
m
ALKMAAR, 3 October.
De Engelsehe bladen bereiden bun lezers voortdu
rend op de komende verkiezingen voor en daarbij blijkt,
van welk groot belang da uitslag voor bet land wordt
geaebt.
Er zijn zeker weinig Engelsehe begrootingen waar
ever zooveel te doen is geweest als over deze van mi
nister Lloyd George. Vroeger ging de begrooting
nogal gemakkelijk onder den hamer van den voorzitter
door, thans evenwel heeft men dag en nacht moeten
vergaderen en de behandeling heeft veel langer ge
duurd dan ooit te voren. Nu moet het Hoogerhuis
uitspraak doen, de begrooting goedkeuren of verwer
pen. De meerderheid van het Hoogerhuis denkt an
ders over de verdeeling van de belastingen, dan het
Lagerhuis. Zij wil niet weten van een belasting op
de waardevermeerdering- en ook niet van een op erfe
nissen. Niet, omdat zij deze op zich zelf zoo ver
schrikkelijk gevaarlijk voor Engeland acht, maar om
dat zij in het regeeringsvoorstel een wig ziet cn een
ewaren hamer daarboven vermoedt, gereed om de wig
nog veel dieper te drijven.
Een invloedrijk man heeft gezegd: „Deze begroo
ting beteekent een sociale revolutie en wij hebben er
een noodig." Deze uitspraak bevestigt de opvatting
dat de regeering, indien haar begrooting wordt aan
genomen, op denzelfden weg zal voortgaan, en waar
vele Engelschen, met name vele bezitters, daar vier
kant tegenover staan, begrijpt men, dat de strijd fèl
zal worden. Wordt de begrooting verworpen, dan zal
de strijd gaan tusschen gematigd conservatisme en ra
dicaal liberalisme.
Feitelijk staat Engeland op een kruispunt van we
gen. Het is de vraag, of men andere naties op den weg
van sociale wetgeving zal volgen. Dezer dagen ver
klaarde de Unionistische „Observer" nog, dat in de
laatste tien jaren der unionistische regeering, de soci-
Gelijk bekend sluit de begrooting der inkomsten en
uitgaven van de gemeente Alkmaar voor den dienst
1910 met een eindcijfer van 628769.915.
Evenals vorige jaren zullen we ook thans weer een
overzicht van deze begrooting geven en beginnen we
derom met:
DE ONTVANGSTEN.
HOOFDSTUK I vermeldende de ontvangsten van
vroegere diensten geeft aan een geraamd totaal van
28504.22 tegen toegestaan in 1909 12960.21.
Van de rekening dienst'1908 bedraagt het batig sal
do 35151.15, hiervan is bij de begrooting van 1909
beschikt tot een bedrag van 7500, zoodat aan den
dienst van 1910 ten goede komt een bedrag van
27651.15.
HOOFDSTUK II INKOMSTEN VAN GEMEEN
TE-EIGENDOMMEN EN BEZITTINGEN.
Voor huur van huizen en andere gebouwen is ge
raamd 4270 (in 1909 toegestaan 3892). Deze ver
meerdering spruit voort uit de huur van een huisje op
het afgesneden Kanaalvak ten bedrage van 78 en
uit huur van het kantoor van den Waarborg in de Rid
derstraat ad. 300.
Iluur of pacht van landerijen 966.71 tegen
893.20 in 1909de opbrengst van den houthak 450,
renten van kapitalen 1831, opbrengst van grasver-
pachtingen 175 (1909 J 200), pacht van jacht en
visscherij weer 150, tienden, cijnzen en erfpachten
weer 123, uitkeering voor tolhuizen te-Koedijk en
Sehoorldam weer 600; pacht van de Zes Wielen
weer 1825, idem van de Limmerschelpvaart weer
15. Recognitiën 385.30. Pacht van aanplakbor
den en muurvlakten weer 200 en van het gemeente-
water weer 305.90.
Het totaal van het Ilde Hoofdstuk is 11296.91,
terwijl f 10864.40 in 1909 werd toegestaan.
HOOFDSTUK III. Iste afdeeling. OPCENTEN
OP 's RIJKS DIRECTE BELASTINGEN.
40 opcenten op de hoofdsom der belasting, op de
gebouwde eigendommen 18400,' 10 opcenten op die
der ongebouwde 520 en 5086 opcenten op de
personeele belasting 38500. Totaal van dit hoofdstuk
f 57420 tegen 56520 in 1909.
Hde AFDEELINO. EIGEN PLAATSELIJKE
BELASTING.
De hoofdelijke omslag is geraamd op 85000 tegen
ale wetgeving had stilgestaan. Waarbij komt dat het
getal paupers in Engeland bijzonder groot is en
dientengevolge het aantal belastingbetalers geringer.
De unionisten zijn vrijwel overtuigd van hun zege
praal. Zij herinneren aan den niet-ongunstigen uit
slag der verkiezingen in 1906, toen de partij er door
een reeks van toevalligheden slecht aan toe was en
zij des ondanks nog 43 procent der stemmen kreeg.
Men meent, dat men er nu veel gunstiger voorstaat.
Van liberalen kant wordt natuurlijk' eveneens op de
overwinning gehoopt, en voorspelt men op grond van
de beschikbare gegevens, dat de regeering een meer
derheid zal krijgen.
Een stembussucces is echter steeds twijfelachtig. De
beste berekeningen blijken achterna wel eens onbe
trouwbaar, omdat er tal van factoren in het spel zijn,
welker waarde moeielijk te beramen is.
Eenigszins doet de toestand van Engeland op het
oogenblik denken aan Frankrijk van voor 1789. Minis
ter Turgot vond bij zijn pogingen om ten koste van
adel en geestelijkheid de niet-bezitters te helpen, te
genwerking bij de voorname standen. Later trachtte
Calonne tevergeefs adel en geestelijkheid te bewegen
van hun vrijdom van belastingen af te zien. Eindelijk
riep Necker de Staten-Generaal bijeen, aan wier oor
deel voornamelijk de regeling der financiën werd on
derworpen.
Krijgt de regeering in Engeland thans een meerder
heid, dan zou het nieuwe Lagerhuis ongeveer een
zelfde beteekenis hebben als de Staten-Oeneraal van
1789.
Elke vergelijking is echter maar betrekkelijk en een
herhaling van de Fransehe geschiedenis, beginnende
met den eed in de kaatsbaan, heeft men op Engelschen
bodem zeker niet te vreezen.
De Koningin-Moeder bezocht hedenmiddag om 2
uur de Zendingstentoozistelling te Utrecht, welke mor
gen geopend wordt, aan het Tehuis voor Vrouwen,
aan den Hortus Botanicus en aan de kliniek voor
neus-, keel- en oorziekten aldaar.
Het Haagsche correspondentie-bureau meldt:
„In verband met meded'eelingen, in de pers voorko
mende, ajsof het te verwachten vertrek van den direc
teur-generaal van den landbouw, den heer Lovink, het
gevolg zou zijn van een minder goede verstandhouding
van dezen hoofdambtenaar met het hoofd van het de
partement van landbouw, nijverheid en handel, hebben
wij ons te bevoegder plaatse om inlichtingen gewend.
Ons werd toen medegedeeld, (^t van een minder goede
80000 in 1909. Deze post kan, gezien de ontvangst
over 1908, veilig op dit bedrag worden geraamd zonder
de belasting te verhoogen. De belasting op de honden
wordt geraamd op 1700 100 meer), op de tooneel-
vertooningen op 500, waar in 1908 op deze post 197
werd ontvangen, door een verscherpte controle kan zij
nu op dit bedrag worden geraamd. De belasting op
de gebouwde eigendommen ingevolge artikel 240 sub
i der Gemeentewet is geraamd op 13700, en die naar
aanleiding van de drankwet evenals in 1909 op 2900,
terwijl de tonnenbelasting in verband met de op
brengst van 1908 100 hooger geraamd en gebracht is
op 6300. Het totaal der tweede afdeeling is
110100 tegen 104500 in 1909.
Ilde AFDEELING. HEFFINGEN VOOR HET
GEBRUIK VAN OPENBARE PLAATSEN, WE
GEN, WERKEN EN INRICHTINGEN.
De opbrengst der leges ter secretarie geheven, wor
den evenals voor den loopenden dienst van 1910 ge
raamd op 1000. 5400 wordt er geraamd voor de
heffing voor het gebruik van openbare gronden en wa
teren. 1300 voor tollen en straatgelden en 4800
voor brug-, kaai-, haven- kraan-, sluis-, dok- en veer
gelden. De raming der post begrafenisrechten is met
i 550 verhoogd en gebracht op 3000 doordat door de
nieuwe verordening dier rechten een lioogere op
brengst dan in 1909 zal worden verkregen.
De opbrengst der schoolgelden voor lager onderwijs
is in verband met den opbrengst in 1908 voor 1910 ge
raamd op 12300 of 300 hooger dan in 1909, die
voor middelbaar onderwijs worden geraamd op 1250
tegen 575 voor 1909. De vermeerdering ligt voor
namelijk iu de opening der handelsdagschool waarvan
de schoolgelden op J 550 zijn geraamd en van den
handelsdagschool, welke op 200 worden geschat. De
schoolgelden voor het hooger onderwijs zijn geraamd
in verband met het aantal leerlingen (45) op 4500
of 200 minder.
De opbrengst der marktgelden zijn evenals voor den
dienst 1909 geraamd op 56000. De opbrengst is al
dus verdeeld: graanmarkt 2100 (ontvangst 1908
2382.41) wik- en weegloonen 41.000 42.861.80)
week- en veemarkten 4400 4826.62°)kleine kaas
markt J 225 278.70°) boter- en eierenmarkt 650
747.42'') groenten-, boomen-, kippen- en vruchten-
markt 650 744.51) vischmarkt 75 79.10)
drie koemarkten 800 1060.50); drie paardenmark
ten 100 139.20)kermisgelden 6000 6796.35.)
De raming der Ilde afdeeling bedraagt in totaal
89550 tegen 88225 voor 1909.
De totaal bedragen van het lilde Hoofdstuk zijn
verstandhouding als bovenbedoeld geen sprake is ge
weest."
Deze mededeeling mist voor ons, zegt de N. Ct.,
overtuigende kracht.
De hoofdvertegenwoordigers van onzen land- en
tuinbouw beschouwen het vertrek van den heer Lovink
als een feit, waaraan niets meer te veranderen valt,
blijkens een circulaire, die zij rondgestuurd hebben.
Zij wenschen den heer Lovink bij zijn vertrek een
huldeblijk aan te bieden, namens alle belanghebbenden
en belangstellenden in den Nederlandschen land-,
tuin- en boschbouw.
Voor hét verkrijgen der daarvoor noodige gelden
roepen zij steun en medewerking in. Opdat echter
iedereen in de gelegenheid zij het zijne bij te dragen
aan de huldiging van den heer Lovink, stellen zij als
eisch, dat per persoon niet meer dan 25 cent 0.25)
mag worden bijgedragen.
De bij kon. besluit van 22 Juni j.l. ingestelde staats
commissie, aan welke is opgedragen te onderzoeken,
welke de gedragslijn der Regeering behoort te zijn
ten opzichte van de schrijfwijze der Nederlandsche
taal, wanneer inzichten omtrent die schrijfwijze met
elkander in strijd geraken, werd gisteren door den mi
nister van Binnenlandsche Zaken geïnstalleerd met
een redevoering waarin hij deed uitkomen dat de aan
de Commissie verleende opdracht niet is om een taal
kundig vraagstuk op te lossen, maar om de Regeering
voor te lichten aangaande de door haar te volgen ge
dragslijn. Die opdracht is niet beperkt tot den toe
stand, waarin wij op het oogenblik verkeeren, maar
zoo algemeen, dat zij omvat ook andere gevallen,
waarin zich verschil omtrent de schrijfwijze der Ne
derlandsche taal mocht openbaren.
Voorts herinnerde spreker eraan, dat de regeering
zich plotseling geplaatst zag voor twee feiten die een
beslissing vorderden:
lo. een ambtenaar van het schooltoezicht wekte in
zijn qualiteit op tot het volgen van een andere schrijf
wijze dan die der Regeering;
2o. Door burgemeester en wethouders eener ge
meente en den districts-schoolopziener werd een leer
plan goedgekeurd, volgens hetwelk in de openbare
school aldaar niet meer de schrijfwijze zou worden on
derwezen, die tot hiertoe op alle scholen onderwezen
werd.
Met het oog op de vele vragen, welke de Regeering
zich door verschil van gevoelen aangaande de schrijf
wijze der Nederlandsche taal ook in de toekomst kan
zien gesteld, heeft zij tot haar voorlichting behoefte
aan een opzettelijk onderzoek naar dè gedragslijn wel
ke zij te dien aanzien heeft te volgen.
In 't geheel waren er aan deze instelling 112 tijde
lijke schrijvers van wie 30 gehuwd, 45 ongehuwde vr.
pers. en 37 ongeh. mann. pers.
Hiervan zijn thans ontslagen 19 gehuwden, 5 on
geh. v r.personen en 16 ongehuwde mannelijke. Van de
19 gehuwden zijn er 9 bij die boven de 45 jaar zijn, 3
er van zijn zelfs de 60 gepasseerd. Onder hen zijn
respectievelijk 257070 en 249245.
HOOFDSTUK IV. ONTVANGSTEN VAN VER
SCHILLENDEN AARD EN TOEVALLIGE
BATEN.
De pacht of opbrengst van de haardasch, vuilnis,
bagger of mestspeciën is geraamd op 11200, de op
brengst van oude materialen op 5 en de boeten we
gens overtreding in zake plaatselijke belastingen
eveneens op 5.
De raming der teruggave van verplegings- en trans
portkosten van arme krankzinnigen is 834 tegen
659, toegestaan voor den dienst van 1909.
Die vergoeding van het Rijk in de kosten van het
lager onderwijs volgens art. 48 der wet wordt 400
hooger geraamd dan in 1909 of op 36505 en die vol
gens art. 49 der «wet op 450 evenals voor 1909. De
raming van de bijdrage van het Rijk en van particu
lieren voor de opleiding van kweekelingen aan de ge
meentelijke normaallessen is 4250 tegen 3710 voor
1909, deze vermeerdering vindt haar oorzaak in bet
grooter getal leerlingen dat in 1910 examen zal kun
nen afleggen. Evenals voor 1909 is de bijdrage van
het Rijk en van de Provincie in de kosten van een op
te richten handelscursus met avondschool voor hand
werkslieden op 4375 geraamd. De raming der bij
drage in de kosten van de oprichting eener openbare
handelsschool bedraagt het door den Staat en de Pro
vincie toegezegde bedrag van 8500, resp. 6000 en
2500. De subsidie van het Rijk in de kosten van
het Gymnasium is geraamd op 9492.50 tegen
8667.50 voor 1909. Deze vermeerdering houdt ver
band met de hoogere raming der uitgaven. Het gelij
ke bedrag van dit jaar 29580.73r' is geraamd voor de
uitkeering van het Rijk overeenkomstig art. I tot en
met 9 der wet van 24 Mei 1897 evenzoo is het bedrag
dat de Staat geeft als tegemoetkoming in de jaarwed
de van den Burgemeester en den secretaris 600 ge
lijk aan dat van den dienst 1909. De opbrengst der
gasfabriek wordt geraamd op 61.143, de teruggaaf
der gelden van het gemeente-slachthuis wederom op
11637.55, dé uitkeering der waterleiding-maatschap
pij op 10400 of 600 meer dan voor 1909 is toege
staan. Deze vermeerdering houdt verhand met de van
den controleur dier maatschappij ontvangen opgave
waaruit blijkt dat de bruto opbrengst op pl. m. 70000
geraamd wordt.
De opbrengst van bet stedelijk museum wordt we
derom geschat op 100 en de vergoeding der kosten
vallende op de door de gemeente te houden aanbeste
dingen, verhuringen e. a. weer op 400. Die raming
van het bedrag dat aan de gemeente wordt teruggege-
eenigen die er 5 jaar en langer geweest zijn.
Het is niet zeker of het hierbij zal blijven.
In een uitvoerig artikel in „Het Volk" zegt mr. P.
J. Troelstra dat bij de algemeene beschouwingen
(hoofdstuk I) en bij den post „ridderorden" (hfd. II)
in de afdeeling-en der Kamer voor het behandelen der
begrooting de z. g. n. lintjeszaak ter sprake zal komen.
Dr. Kuyper zal als rapporteur dan zelf verslag moeten
maken van de kritiek, die in zijn afdeeling (waarin o.
a. de beeren Schaper en Duijs zitting hebben) op zijn
optreden wordt uitgeoefend. Of die kritiek in het
„voorloopig verslag" zal worden opgenomen staat
evenwel niet vast.
De schrijver betoogt voorts dat deze lintjeszaak wel
degelijk in de Kamer thuis behóórt.
Intusschen heeft dr. Kuyper zelf gelegenheid een
nader verweer te leveren.
Nu blijft, aldus besluit de schrijver, de mogelijkheid
niet uitgesloten, dat dr. Kuyper alsnog de veredschte
inlichtingen geeft en dat deze van dien aard' zijn, dat
nader onderzoek overbodig kan worden geacht, hetzij
door zijne nadere verklaringen de oorspronkelijke on
gunstige indruk wordt bevestigd, hetzij deze voor een
beteren mocht plaats maken.
Blijft hij echter zwijgen en ook overigens het noodi
ge licht aan de Kamer en het volk onthouden, dan is
de eenige weg, om tot klaarheid te komen, dat de Ka
mer gebruik maakt van haar recht van enquête en uit
haar midden een voorstel tot het instellen van een on
derzoek vanwege de Kamer zelve wordt ingediend.
Men heeft daarbij de gelegenheid, beëedigde getui
genverklaringen te verkrijgen; men kan de gedagvaar
de getuigen met den sterken arm dwingen te verschij
nen, op de wijze als dit in gewone processen plaats
vindt; men kan de Lehmann's en Matbilde Westmeyer
en ook dr. Kuyper zelf hooren.
Een voorstel hiertoe kan niet achterwege blijven, als
men van de zijde van den beschuldigde en diens poli
tieke vrienden de taktiek mocht volgen, om de zaak
dood te zwijgen. Zoo'n voorstel moet naar de afdee-
lingen worden verzonden en wordt overigens op gelijke
wijze behandeld als voorstellen der regeering. Het
opent de mogelijkheid, de Kuyper-Lehman-Westmeyer-
zaak in vollen omvang in de Kamer te bespreken,
voor zoover dit op andere wijze mocht zijn verhinderd.
GEMENGD NIEUWS.
Gistermorgen is aan de noordzijde van het Kanaal
nabij Yelsen, door te vroegtijdig omzetten van een
wissel de laatste wagen van de stoomtram Haarlem
Alkmaar ontspoord. De inzittenden kwamen met den
schrik vrij.
Rcc'ame.
Gelezen op een tent te Zandvoort:
„Pilsener en Bijersch en alle soorten limonades op
ijs en anziehten."
Diefstal.
Aan de centrale werkplaats der H. IJ. S. M. te
ven van door haar voor instellingen en particulieren
betaalde grondbelasting is 1100 tegen 650 in 1909.
Deze verhooging |teunt op het in 1909 ontvangen be
drag. Waar voor 1909 voor vergoeding voor het ge
bruik van het gemeentelijk gymnastieklokaal 200
was uitgetrokken komt deze post nu slechts als een
memoriepost op dê begrooting voor en wel, omdat de
gemeente de beschikking over haar lokaal heeft moe
ten afstaan aan het Rijk ten behoeve van de R. H. B.
S. De raming van de teruggaaf van brand- en onge
vallenverzekeringspremie is 300 lager dan het bedrag
dat het vorige jaar is toegestaan 1000.) Het zelf
gaan dragen der risico ingevolge de ongevallenwet
van 1901 is de oorzaak dezer lagere raming. D!e bijdra
ge in de kosten van rioolaanleg wordt geschat op
150, de vergoeding in de kosten van bestrating 600,
de opbrengst van verkocht duinwater uit de water
kraan aan de stadtstimmerwerf 10, de afkoop van
het onderhoud van graven 500 (in de vorige diensten
kwam deze post niet voor nu is zij een gevolg van art.
12 der herziene verordening op de begrafenisrechten).
De vergoeding van het Rijk in de kosten van de volks
telling zijn geraamd op 990. De bevolking wordt op
1 Januari a.s. geschat op 21200 en 800 tijdelijk aan
wezigen. Het rijk vergoedt 472 ct. per getelden per
soon. Het bedrag der niet in de vorige hoofdstukken
genoemde ontvangsten wordt evenals als voor den
loopenden dienst werd toegestaan, geraamd op 150.
Totaal van Hoofdstuk IV 193983.785 tegen
181593.995 voor 1909.
HOOFDSTUK V. BUITENGEWONE ONT
VANGSTEN.
Opbrengst van den verkoop van gemeente-eigendom
men 12415. Deze post is andermaal tot dit bedrag
uitgetrokken daar de overdracht van een te maken
balkhaven aan de firma C. Baan en Co. in 1909 niet
plaats zal hebben.
De raming van 25500 voor een geldleening ter be
strijding van buitengewone uitgaven, staat in verband
met de voorgenomen verbreeding van de Heiloërbrug
en het maken van een rijbrug ter vervanging van de
tegenwoordige Kneppelbrug. De tijdelijke geldleening
ter voorziening in kasgeld is evenals voor den dienst
van 1909 geraamd op 100000.
Het totaal van dit hoofdstuk bedraagt 137915.
Het totaal van alle genoemde hoofdstukken be
draagt 628.769.91°, tegen toegestaan voor 1909
567.078.60° en ontvangen in 1908 798643.42.
Wordt vervolgd.