DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
i
Vader Kondellk en bruidegom Wejwara.
Honderd en elfden Jaargang.
1909.
V R IJ D A G
8 OCTOBER
Een vreemde verhouding.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
No. 235s
Deze Courant wordt eiken avond» behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor /kmaar f franco door het geheele Rijk f I»
Af hinderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
Setters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/ho HERMs. COSTER 8» ZOON, Voordam C 9.
V®Seï«ï©isaiffiBwaseir S,
Tweede Kamer.
Uit de afdeelingen der Kamer.
Staatspsnsloneering.
Staking.
Inbraak.
Reddingboot omgeslagen.
Inslulpdleven.
Vacsntle-bolonles.
Benzlne-ontploffing.
ALIMAABSGHE
Dit is een merkwaardige tijd. Indien zij, die
slechts een 40 jaar oud zijn, zich eens gaan terugden
ken in den tijd van 20 jaar geleden, dan staan zij ver
steld over de groote verandering die zij overal waar
nemen. De reusachtige ontwikkeling van den motor,
die o.a. de auto's, de bestuurbare ballons, de motorfiet
sen, de vliegmachines, de electrische trams mogelijk
heeft gemaakt is misschien het grootste wonder. En
in zijn toepassing op ieder van die onderdeelen vinden
wij een invloed op het verkeer, op de stadsuitbreiding
en de woning, waarvan wij nog slechts de eerste spo
ren kunnen waarnemen doch waarvan wij de geheele
werking zelfs nog niet kunnen ramen. Het rijwiel, dat
20 jaar geleden een vernuftig speeltuigje leek, is een
vervoermiddel geworden, waarvan eveneens de invloed
op het dagelijksch leven z66 groot is, dat hij nauwelijks
is te overzien. De telegrafie zonder draad, de kinema-
tografie, de fonografie -alweer drie gebieden van
meuschelijke werkzaamheid, waarvan wij nog slechts
een klein gedeelte kunnen verkennen. Wat het radium
ons ten slotte zal leeron definitief weten wij daar
van nog heelemaal niets, doch in elk geval hebben wij
ook hier een vermoeden, dat de groote ontdekkingen
op dit gebied nog slechts de voorloopers zijn van nóg
gr oo tere.
Overal op technisch gebied dus een onbegrijpelijk op
gewekt leven, dat ook wordt geconstateerd door den
voorzichtigsten waarnemer, die weet hoe licht men
subjectief wordt en het belang van de gebeurtenissen
van eigen tijd overdrijft.
Niet minder opgewekt leven vinden wij op het vaag
omgrensd terrein dat men het sociale pleegt te noe
men. Sensatiewekkende ontdekkingen of uitvindin
gen zijn hier niet te verwachten. En toch zijn er naast
de triomfen der toegepaste exacte wetenschap geen
onderwerpen, die meer de algemeene aandacht bezig
houden, dan juist de sociale.
Doch nu zouden wij zeggen, dat door deze beide
reeksen van onderwerpen de menschelijke geest van
dezen tijd geheel beziggehouden wordt, dat er daar
naast slechts een verstrooide aandacht overblijft voor
wat er overigens gedaan wordt en te doen valt.
Men versta ons wel. Wij willen niet betoogen, dat
op andere gebieden niet velen eveneens met veel suc
ces werken. Maar de algemeene aandacht is toch el
ders en op de bovenbedoelde belangstelling kunnen de
werkers op die gebieden niet rekenen.
Zoo althans verklaren wij het, dat de groote ver
schijnselen op ander gebied betrekkelijk onopgemerkt
voorbij gaan en dat de staat, de gemeente, die op soci
aal, op technisch gebied streeft naar het nieuwste -
zij het ook dat het heel vaak bij dit streven blijft
op ander gebied zoo weinig rekening houden met de
groote ontwikkeling van dezen tijd.
Waar wij zien hoe Nederlandsche gemeenten sociale
instellingen, die elders nog niet twee, drie jaar wer
ken, al overnemen, zouden wij kunnen gaan meenen
dat de spreekwoordelijke Nederlandsche bedachtzaam
heid zoek was. Doch men heeft op ander gebied maar
te kijken om onmiddellijk te vinden wat men meende
dat was zoek geraakt.
Mogen wij als een voorbeeld uit vele eens noemen,
een onderwerp waarmee wij ons uit den aard vaak be
zig houden: de ontwikkeling der pers. Ook hier zijn
wonderen gebeurd in de laatste 30 jaar. Waren het
80 jaar geleden misschien 100.000 menschen die eiken
dag in Nederland hun courant lazen, thans zullen wij
KLEINE GEBEURTENISSEN UIT HET
•ETEN TAN EEN PRAGER GEZIN
NAAR HET BOHEEMSCH
VAN.
IGNAT HERRMANN
door
S. J. BARENTZ—SCHöNBBR®.
In den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; »tl>. 8.80.
18,
Als uit een stillen, vreedzamen droom gewekt, sper
de de meester de oogen open.
Op reis? Waar nu weer heen, om vredeswille?
En in bange verwachting keek hij van den een
naar den ander.
Wejwara schoof verlegen op zijn stoel heen en
weer, juffrouw Josefine opende haar waaier en begon
haar gloeiende wangen af te koelen, maar mevrouw
Kondelik nam vastberaden het woord.
Wel, je «weet immers, dat wij nog een tochtje te
goed hebben. Je hebt toch met mijnheer Wejwara
drie uitstapjes afgesproken. Twee hebben wij reeds
gehad.
Dat weet ik, een te voet en een per trein, zei de
meester sarcastisch.
Je ziet dus, vervolgde mevrouw Kondelik zonder te
letten op den spot van haar man, dat je geheugen
goed is. En voor morgen is het derde bepaald. Alle
goede dingen bestaan in drieën.
Ik dank je voor zoo'n goed ding, bromde de
meester, en waar wil jelui mij nu weer heenloodsen?
De bEk van den meester bleef bij deze vraak aan
Wejwara hangen.
Mijnheer von Kondelik, sprak WejwaTa moedig,
het laatste uitstapje, waarmee we dit jaar het seizoen
besluiten, zal een tocht op het water zijn dat heb-
toch zeker niet overdrijven als wij zeggen, dat dit aan
tal vertien-, vertwintigdubbeld is. En waar die 100.000
vroeger de courant als inlichter, soms ook als voorliet'
ter beschouwden, daar is voor het over-, overgroote
gedeelte van de millioen en meer Nederlanders, die
thans de krant lezen, dit blad de eenige voorlichter,
beschaver, ontwikkeling brenger.
Over de mate van ontwikkeling, welke de courant
brengt, zullen wij thans niet spreken. Erkennend, dat
het véél heter kon zijn, moeten wij er toch op wijzen,
dat de courant beter inlichter is dan de buurvrouw,
dat ook de minst degelijke courant bericht brengt, die
den lezer kunnen ontwikkelen, een inzicht kunnen
doen krijgen in zeden en gewoonten elders, hem kun
nen interesseeren voor wat er elders gedacht en ge
vonden wordt enz. enz.
Vervult de courant zeer zeker nog niet ten volle
zijn taak van verspreider van beschaving, te ontken
nen valt het toch niet, dat zij als brengster van alge
meene ontwikkeling een volstrekt eenige plaats heeft.
Elke vergelijking met andere factoren van volksont
wikkeling is natuurlijk uit den booze. Zoo is het on
mogelijk uit te maken, wie meer brengt: de volks
school, waar de groote massa gedurende 6 jaar wordt
voorbereid of courantenlectuur, of de courant, die de
ze lectuur gedurende het daaropvolgend leven geeft.
Doch in elk geval mag men zeggen, dat de gemeen
schap, die de ontwikkeling harer leden wil, een zeker
belang heeft bij het hebben van een goede pers. Is dat
belang evenveel waard als het volksonderwijs, is het
meer, is het minder waard wie zal het zeggen?
Nu zien wij, dat er voor het lager onderwijs in Ne
derland pl. m. 22 miljoen wordt uitgegeven. Tot ze
kere hoogte is die uitgave een waardeschatting. Het
belang van goed lager onderwijs wordt zóó hoog ge
schat, dat de staat dit niet aan het particulier initia
tief overlaat doch daarvoor (gedeeltelijk in zijn ge
meenten) 22 miUioen uitgeeft.
En nu het belang van een goede pérs. De gemeen
schap laat de zorg daarvoor over aan het particuEer
initiatief haar eigen publicaties kunnen in dit ver
band niet meetellen. Wij zien niet goed in, hoe dat
anders zou kunnen en achten dit dus voor dezen tijd
althans volkomen juist. Doch als nu de staat, de
gemeente direct niets kan doen voor een zoo belangrij
ken factor van volksontwikkeling, dan zou men na
tuurlijk verwachten, dat zij indirect al het mogelijke
deed om die pers zoo goed mogelijk te doen zijn, om
het alle journalisten en alle bladen zoo gemakkelijk
mogelijk te maken om „goed" te zijn, natuurlijk zonder
een cent directe subsidie.
Welnu de gemeenschap doet absoluut niets.
Niets voor de opleiding van menschen voor het toch
zoo verantwoordelijke vak van denjournalist.nietsvoor
vergemakkelijking der informatie. Niets voor verge
makkelijking der telegrafische of telefonische com
municatie, niets voor doelmatige en vlugge, kostelooze
verspreiding harer eigen berichten, niets. Tegenover
de ruim 22.000.000 voor den eenen factor tot volks
ontwikkeling, geen cent voor den anderen.
Is een dergelijke onmogelijke verhouding door iets
anders te verklaren dan door het feit, dat de belang
stelling van het publiek naar elders gaat en dat er
maar heel weinig regeerders zijn, die genoeg doorzicht
en moed hebben om ten bate der veelbesproken volks
ontwikkeling ook eens iets te doen in een weinig be
sproken maar daarom niet minder interessante rich
ting?
ben wij ons immers voorgenomen?
Wat zeur je daar? Op het water? bromde de
meester.
Zie je, mannie, begon zijn vrouw, wij bedoelen
een watertochtje op de Moldau, met de stoomboot.
Dat zou heerlijk zijn. Het water is kalm, het weer
bestendig, wij worden niet nat en ik weet hoe je stof
haat, op het water stuift het niet.
Maar daarvoor valt er roet, lieve.
Dan gaan wij op het voorgedeelte van de boot
zitten, mannie.
Waar varen wij heen? vroeg Josefine.
Waarheen uw papa verkiest, juffrouw, haastte
zich Wejwara te antwoorden. Naar Kugelbad of naar
Hodkowitschek
Nu, nu, wij zijn nog zoo ver niet, viel hem de
meester in de rede. Bij deze hitte heb ik heelemaal
geen lust in de zon te braden en in de nabijheid van
den schoorsteen gerookt te worden.
Best, mannie, zei mevrouw Kondelik bedarend,
als je morgen niet wilt gaan, kunnen wij het tot den
volgenden Zondag uitstellen. Doch mijnheer Wejwara
heeft op morgen gerekend, hij had inspectie moeten
hebben en heeft een plaatsvervanger genomen; en ook
ik heb niet veel drukte voor het diner gemaakt
pruimenbaHetjes.
Ge zijt allen toch altijd op alles voorbereid! riep
mijnheer Kondelik uit, alleen mij wordt niet gevraagd
of het mij schikt! Ge keert u altijd tegen den vader,
beraadslaagt samen en jaagt mij dan er op uit, waar
heen het u belieft!
Maar Kondelik, verdedigde zich zijn vrouw. Wnt
is dat voor beraadslagen! Wij vertellen je immers
alles -en als je niet wilt, gaan wij doodeenvoudig
niet. Jij bent de baas in huis en het hoofd van het
gezin en wat jij niet wil, gebeurt niet. Nooit in mijn
leven heb ik tegen je zin iets doorgedreven in al de
jaren van ons trouwen, dat moet je toch in mijnheer
Wejwara's bijzijn erkennen.
Ik erken het, kameraad, zei de meester tot Wej
wara, in wien hij plotseling een bondgenoot tegen het
vrouwelijke geslacht zag, maar voor het gerecht zou
Gisteren vergaderde de Tweede Kamer.
Ingekomen waren alle stukken en bescheiden betrek
king hebbende op de Kamerverkiezing tb Gulpen.
De beraadslagingen werden hervat over het wets
ontwerp tot goedkeuring van de overeenkomst met de
naamloOze vennootschap „Zeehaven en Kolenstation
Sabang," te Amsterdam, waarbij van deze maatschap
pij door den staat gekocht wordt en weder aan haar
in erfpacht wordt gegeven een deel van de bezittingen
dezer maatschappij op het eiland We.
Na eenige besprekingen werd het ontwerp aangeno
men.
Tegen Dinsdag 19 October zijn voor openbare be
handeling aan de orde gesteld eenige wetsontwerpen,
o.a. wijziging van de Gemeentewet en tot regeling van
de zekerheidsstelling van Gemeente-ambtenaren;
maatregelen in het belang van ontslagen gevangenen;
bepalingen betreffende absinth; verhooging van
den accijns op gedistilleerd; en enquête betreffende
departementsinrichting.
In de afdeelingen der Tweede Kamer was men
Woensdag nog druk bezig met de algemeene beschou
wingen, waarbij 's lands financiëeele toestand, de
voornemens der Regeering ten opzichte van het tarief
van invoerrechten en de bekende ridderordenzaak de
meest op den voorgrond tredende punten moeten ge
vormd hebben.
Het H. B. van den Bond voor Staatspensionneering
heeft aan de afdeelingen toestemming gevraagd tot
het houden van een volkspetitionnement.
GEMENGD NIEUWS
VereenIging voor facultatieve lijkverbranding
De 34ste algemeene vergadering der Vereeniging
voor facultatieve lijkverbranding zal dit jaar gehou
den worden te Delft op Zaterdag 6 November.
Uit het verslag van het hoofdbestuur over 1908
blijkt, dat het kapitaal, benoodigd voor den bouw van
een crematorium, nog niet bijeen is, en dat de geheele
beschikbare som 21.900 bedraagt.
Het contract met de vennootschap Westerveld is
geteekend, zoodat de Vereeniging zegt het verslag
althans een prachtig terrein in erfpacht heeft.
Het aantal leden is belangrijk toegenomenhet
steeg van 718 in 1907 tot 850 in 1908.
De bezittingen van het Fonds voor lijkovens bedroe
gen op 31 December 1908 30.541.77. Voor rekening
van het Fonds hadden vijf crematies plaats.
Gistermorgen heeft, op aanraden van het bestuur
der combinatie van typographische vereenigingen te
Rotterdam het personeel van de drukkerij van den
heer Luigies, Plantageweg aldaar het werk neerge
legd. Als reden wordt van de zijde van het genoemde
bestuur opgegeven, dat de heer Luigies aan twee zij
ner gezellen (de hoogst betaalden) ontslag heeft ge
geven, voor wie hij personeel, dat minder betaald
wordt, zou aannemen. Hiermede zegt het bestuur
der combinatie van typographische vereenigingen al
hier - had de heer Luigies het voldoen aan de loon
regeling prijsgegeven. Dit bestuur meende dat niet
te mogen laten passeeren, waarom het het advies tot
staking gaf.
ik er geen eed op wiUen doen, begrepen? Een vrouw
weet je nu eenmaal tot alles te bepraten en doet met
je wat ze wil en ten slotte weet je zelf niet dat je
haar dupe bent. Maar je bent altijd „de baas en het
hoofd Let maar eens op ook jij komt aan de
beurt, schik je er maar in.
Maar Kondelik, wat sla je weer door.
Ik zeg niets dan de zuivere waarheid, Betty, zei
de meester en knikte zijn vrouw toe. Voortdurend be
wijs je mij dat ik die krankzinnige tochtjes met Wej
wara op touw heb gezet en al gaf je mij een miUi
oen, dan kon ik mij niet herinneren wanneer dat ge
beurt moest zijn. Je bent een diplomaat, mijn engel!
Mevrouw Kondelik was inwendig boos en zou haar
man graag eens goed den mantel uitgeveegd hebben,
maar met het oog op Wejwara bleef haar niets anders
over dan alles als een grapje op te nemen. Zij lachte
dus en sprak opgeruimd
Het is goed, mannie! Opdat je wil geschiedde,
blijven wij thuisWij zullen per saldo in Praag ook
niet van verveling sterven.
Thans .1 iet Josefine haar stemmetje hooren en zei
klagend
Zoo een heerlijke zomer wie maar eenigszins
kan, tracht naar buiten te gaan, alleen wij doen geen
stap.
Ahariep Kondelik zegepralend, de reservetroe
pen van mamaAls Sefi begint, moet vader de wa
pens neerleggen. Dus, meisjes, doet maar waar je lust
in hebt! Maar voor den laatsten keer, dat zeg ik je
lui! En gij, Wejwara, houdt het je ook voor gezegd!
Wejwara gedroeg zich tijdens die heele schermutse
ling passief. Hoewel het heele gezin van zijn aange
beden Josefine en alles wat daarmee in verband stond
hem voorbeeldig toescheen, en hoewel hij vast over
tuigd was, dat in zijn huwelijk met haar O, met
haar! nooit een scherp woordje zou vallen, ver
moedde hij toch dat de een of andere opmerking zij
nerzijds het kleine tournooi van het echtpaar Kondelik
een bitteren bijsmaak kon geven. Thans, nu alles
naar haar wensch was gegaan, sloeg mevrouw Kon
delik een ander thema aan en sprak, alsof het haar
Gisternacht hebben te Haarlem twee inbraken plaats
gohad. In de caoutchoucfabriek der firma Gebroeders
Merens aan het Zuiderbuitenspaarne is men na over-
klimming en het forceeren van deuren binnengeko
men. Getracht is de brandkast te openen, maar dit is
niet gelukt. Uit de lessenaars op het kantoor is een
gulden aan postzegels meegenomen en uit jassen eeni
ge sigaren. Een fiets is naar buiten gesleept, maar
niet meegenomen. De dieven hebben een looper ach
tergelaten. Door het uitsnijden van ruiten heeft men
bij den kruidenier R. Leyenaar, Jansstraat 44, ge
tracht in te breken. Blijkbaar is men gestoord, want
de dieven zijn niet in de woning geweest. In de kamer
waar de ruiten zijn uitgesneden, lag geld op tafel
Woensdag is bij een oefening met ruwe zee de red
dingboot te Petten nabij het strand omgeslagen en
beschadigd. Alle manschappen konden zich gelukkig
redden.
Ten huize van den werkman Men ting, Hoogte Ka-
dijk te Amsterdam hebben gistermiddag insluipdieven
hun slag geslagen. Ditmaal echter hebben zij geen
gebruik gemaakt van de afwezigheid der bewoners,
doch ze zijn brutaalweg aan het stelen gegaan terwijl
het gezin thuis was. Zij profiteerden daarbij echter
van de groote drukte, die er op de Hoogte Kadijk
heerschte, door de nadering van den luchtbaUon van
kapitein Pottum, welk aeronautisch schouwspel ook
de volle aandacht van het gezin M. geboeid hield.
Toen een der huisgenooten gerucht meende te hooren,
was het reeds te laat. De dieven waren er vandoor
met eenige lijfgoederen en een geldkistje, waarin zich
ongeveer zeven honderd gulden aan guldens en rijks
daalders bevond.
Gisteren vertrokken de laatste kinderen uit de zee-
koloniehuizen van het Centraal Genootschap voor kin-
der-herstellings- en vacantie-kolonies. De verpleging
over 1909 geeft reden tot groote tevredenheid. De be
reikte resultaten waren uitstekend.
In de 4 zee-tehuizen werden totaal 969 kinderen op
genomen. Irf de beide bosch-tehuizen 282, totaal 1251
kinderen. De raming werd weer ver overschreden.
Door 81 afdeelingen en door 9 afdeeEngen in voorbe
reiding werden kinderen uitgezonden, terwijl 15 nieuw
opgerichte afdeelingen nog niet voldoende georgani
seerd waren om reeds dezen zomer te verplegen. We
gens plaatsgebrek werden afgewêzen 40 kinderen.
Gistermiddag zou een knecht van den drogist Da
Kruyff, in de Lange Jansstraat te Utrecht iets uit
den kelder halen. Nauwelijks had hij een lucifer aan
gestreken, of een bus benzine vloog met een geweldi
gen knal uit elkaar, terwijl tegelijk brand ontstond.
De luchtdruk was zoo hevig, dat verscheiden ruiten
in het perceel werden ingedrukt, terwijl een stuk
raamwerk door een keldergat werd geslingerd en te
recht kwam in de winkelkast van den slager Ruijs
aan de overzijde van de straat. De knecht, de 36-ja-
rige v. d. L„ bekwam hevige brandwonden en moest
naar het ziekenhuis„gebraeht worden. De brand was
spoedig gebluscht, er is echter veel waterschade. De
inboedel is verzekerd bij de Antwerpsche Maatschap
pij, het perceel bij de Utrechtsche Algemeene Brand
waarborg-Maatschappij.
plotseling inviel:
En weet je wat, mannie je zoudt mijnheer
Wejwara kunnen inviteeren morgen een bord soep bij
ons te komen eten opdat hij niet te laat komt en
wij niet eerst naar een afgesproken plaats moeten
gaan.
Nu zie je het, Wejwara, zei de meester lachend,
ook dat laat zij mij doen! Mij zou zoo iets nooit in
den zin gekomen zijn. Kom dus, als ge niets beters
te doen hebt. Ge hebt het gehoord er zijn pruimen-
balletjes.
Wejwara was vroolijk verrast. De eerste uitnoodi-
ging om te komen eten! Zijn zaakje maakte prachtige
vorderingen
Ik heb kwetsen gekocht, zoo mooi als perziken,
sprak mevrouw Kondelik. En als u van pruimenbal-
letjes houdt.
Wie zou daar nu niet van houden! riep de mees
ter.
Ik ben er dol op, mevrouw.
Wejwara maakte een diepe buiging voor mevrouw
Kondelik. Josefine beefde van geluk. Wejwara zou
bij hen etenJa, daarmee was immers alles beslist
Den volgenden dag verscheen Wejwara precies op
tijd, d. w. z. klokslag half twaalf, zooals was afgespro
ken bij de Kondelik's. Josefine droeg de schotels op
mevrouw Kondelik wist dat deze bezigheid van een
jong meisje op de gevoelens van een minnaar een gun-
stigen invloed heeft. Na de soep en het vleesch zette
J osefine een reusachtige schotel op tafel, waarin een
pyramide van verleidelijke, rooskleurige balletjes was
opgestapeld, overgoten met goudgele boter en dik-
wangig als de engeltjes van Michel Angela
Uit de pyramide steeg warme damp naar de zolde
ring en de Heflijke geur van gestoofde pruimen streel
de de reukzenuwen. Josefine bracht een schaal vol
geraspte kaas binnen, die als in het land gebruikelijke
specerij den balletjes pas den heerlijken smaak geeft,
welken een deskundige slechts ongaarne mist.
(Wordt vervolgd.)