DAGBLAD VOOR. ALKMAAR. EN OMSTREKEN,
Vader Mei en bruidegom Wejwara.
No. 240.
Honderd en elfden Jaargang.
1909.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
feestdagen uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P ikmaar f franco door het geheele Rijk f 1,—
hinderlijke nummers 3 Cents.
der gewone advertentiën:
regel f 0,10, Bij groote contracten rabat, Groote
Setters naar plaatsruimte.
Brieven francoi aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
DONDERDAG
14 OCTOBER
FEUILLETON.
BI N N E NLAND.
T©4ef©®s Hssesroer f.
Bevolking
GEMENGD NIEUWS
UiS Warmenhuizen.
ALKMAAHSGHE COURANT
■mjm»rc:
-yzzar-
Na te noemen persoon wordt verzocht zich ten
spoedigste ter Gemeente-Secretarie te vervoegen
FAAS MAEIA CATHARINA
gekomen uit Schoterland.
Afdeeling Bevolking.
ALKMAAR, 14 October.
Frankrijks tegenwoordige minister-president heeft
meer geluk dan de president van de republiek. De
heer Briand is persona grata bij het publiek en heeft,
wat men noemt, een goede pers. Zijn bekende pro
gram-rede, waarin hij de republiek heeft verheerlijkt,
is ingeslagen en heeft hem op het toppunt van popula
riteit gebracht. Hoe geheel anders staat de heer Fal-
lières ervoorHij is niet meer zoo de geziene man.
Toen hij in het begin van 1906 zijn ambt aanvaardde,
had men goede verwachtingen van hem. Hij was het
zinnebeeld van de in omvang toenemende democratie,
werd goedig-spottend opgemerkt. Hij werd de „Lou
bet met bretelles" genoemd en zijn eenvoud was be
kend. Hij zou bijv. niet als Felix Faure een beetje
souvereintje spelen maar slechts de goede burger Ar-
mand Fallières blijven, niet de staatshoofden van Eu
ropa met schitterende pracht en met overdreven eer
betoon ontvangen, doch heel gewoon, heel republi-
keinsch optreden. Het schijnt evenwel, dat de heer
Fallières den laatsten tijd te democratisch, te weinig
decoratief wordt gevonden. Een groot deel van het
Fransche volk, dat gedweept heeft met den operette
held Boulanger op een mooien witten schimmel, kan
zich op den duur niet tevreden stellen met het optre
den van een president, dat soms aan het kleinburger
lijke gTenst. Een Loubet, ook eenvoudig, boezemde
respect in en als hij met een paar vurige paarden voor
zijn rijtuig reed, waren de voorbijgangers tevreden en
zeiden vergenoegd tot elkaar: voila un président.
Maar over Eallières spreekt men niet in dien geest en
zijn goedhartigheid vindt geen bewondering. Zijn
persoonlijkheid blijkt minder gewild te zijn, dan aan
vankelijk vermoed werd. En in zulk een geval is het
niet moeielijk met ernstige aanmerkingen te komen,
hem dingen kwalijk te nemen, welke men anders in
hem niet zoo zeer zou hebben afgekeurd. Toen hij
gratie verleende aan den onverlaat Soleilland ver
trouwende dat het parlement tot afschaffing van de
doodstraf zou besluiten, hetgeen intusschen niet ge
schiedde r— uitte zich groote verontwaardiging onder
het volk, dat zijn rechtsgevoel gekrenkt gevoelde en
zijn kle;ne kinderen tegen mensehelijke bloedhonden
beschermd wenschte te zien. Thans werkt weer de
guillotine, ondanks het feit, dat het hoofd der repu
bliek een tegenstander van de doodstraf is hetgeen
natuurlijk zijn prestige verzwakt.
Toen kwam het hartelijke onderhoud met den
Tsaar van Rusland te Cherbourg. Een groot deel
van het Eransche volk vond, dat het allerminst het
juiste oogenblik was om Nicolaas II met bijzondere
voorkomendheid te begroeten en nam het den presi-
KLEINE GEBEURTENISSEN UIT HET
LEVEN VAN EEN PRAGER GEZIN
NAAR HET BOHEEMSOH
VAN.
IGNAT HERRMANN
door
S. J. BARENTZSCHöNBERG.
In den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; geb. 8.50.
23)
Maar toen Wejwara bij hem kwam om hem de hand
te reiken, herkreeg Kondelik's stem weer haar volle
kracht en bitter sprak hij
Kijk eens, Wejwara, wat jou met al je uitstapjes
niet gelukt is, heeft vandaag mijn eigen familie tot
stand gebracht. Hier zit ik nu als de arme Lazarus
nu ik alles heb gehaald met het spit in den rug
Moeder wilde een familiefeest hebben nu heeft zij
er een! En ik heb voor die feestelijke gelegenheid het
spit gekregen. Ge hebt mij weer flink onderhanden
gehad, mijn beste mensehen
Spitriep mijnheer Hupner, maar vadertje, in-,
wrijven, met een smeerseltje inwrijven en je bent in
een wip weer beter. Laat een fleschje halen hij Re-
vinny
Afwijzend wenkte de meester met de hand, alsof hij
een vlieg wegjoeg.
Dat is allemaal veel te zwak, dat ken ik al. Dat
„spit" houdt mij vast tot het vanzelf loslaat mij
helpt niets meer, geen pleister, geen wrijven.
Er was niets aan te doen, de meester voelde, dat hij
den avond niet zittend zou kunnen doorbrengen. Met
vereende krachten werd hij naar bed gebracht en toen
het echtpaar Konetopa met den tong en de pastei aan
kwamen, beplakte mevrouw Kondelik haar man's rug
juist met trekpleisters.
Wees bedaard, mannie, sprak zij tot hem, alles
dent kwalijk, dat hij niet meer rekening met hun ge-
voelens had gehouden.
Nauwelijks was ook deze storm gaan liggen
of een nieuwe stah er tegen het hoofd der republiek
op: hij toonde zoo goed als geen belangstelling voor
nationale gebeurtenissen. Waar bleef, zoo werd ge
vraagd, de president, toen heel Frankrijk treurde over
de slachtoffers van de bestuurbare ballon de „Répu-
blique? Waar waren zijn bloemen, terwijl zelfs keizer
Wilhelm een krans zond? Waar was de president bij
de ramp van Oourrières, of hij die van het pantser
schip de Jéna? Waar is de president, wanneer er ma
noeuvres worden gehouden, tentoonstellingen worden
geopend of andere gewichtige nationale feiten plaats
vinden
Wanneer er in of nabij zijn geboorteplaats een ge-
denkteeken v.oor een onbekende grootheid wordt ont
huld, is de heer Fallières aanwezig', bij andere plech
tigheden schijnt zijn tegenwoordigheid niet noodzake
lijk, zoo wordt er gemopperd. En niet alleen door vij
anden van de republiek of van zijn persoon, maar ook
door menschen van de regeeringspartijen, die hem
beschuldigen, dat hij zijn taak niet heeft begrepen en
daardoor de republiek in miscrediet brengt, die zelfs
eischen, dat hij het presidentschap zal nederleggen.
Zelf kan de president zich niet verdedigen, zijn vrien
den deden het tot dusverre niet. Misschien geschiedt
het door het ministerie, als het parlement weer ge
opend is.
Of zou de populaire man van thans, de anarchist
van weleer, zou Aristide Briand nog eens tot de
staatshoofden van Europa gaan behooren?
oorzaak hierin, dat, zoolang eene aangelegenheid nog
aan de beslissing van H. M. de Koningin is onderwor
pen en de beslissing van Hare Majesteit den minister
nog niet heeft bereikt, de minister zich tegenover de
Tweede Kamer daaromtrent niet kan uitlaten.
Geen Directeur-Generas!»
Naar het Yad. verneemt, „moet het niet in de be
doeling liggen onmiddellijk weder een directeur-gene
raal (van landbouw) te benoemen." Als chef van de
directie van den landbouw zal weet het blad te
vertellen - waarschijnlijk optreden de tegenwoordige
administrateur mr. dr. Roest.
Naar het „Yad." verneemt, zijn door den heer
Roessingh de volgende vragen tot de regeering ge
richt
le. Is het gerucht juist, dat de directeur-generaal van
Landbouw, de heer Lovink, binnenkort zal benoemd
worden voor een betrekking in Ned.-Indië?
2. Indien dit zoo is, zijn er door den minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel pogingen aange
wend, om dien uitnemenden hoofdambtenaar, in het
belang van den landbouw in Nederland, hier te be
houden
Tot veler bevreemding is op bovengestelde vragen,
reeds meer dan een week geleden gesteld, nog geen
antwoord van de regeering ingekomen, schrijft het
Yaderland.
Naar aanleiding van de aan het slot van bovenver
meld bericht geplaatste opmerking verzoekt men door
middel van het Haagsche Correspondentiebureau van
zeer bevoegde zijde, te melden, dat tot de daarin geuite
bevreemding geen aanleiding behoeft te bestaan.
Dat nog geen antwoord door den minister is kunnen
gegeven worden aan de Tweede Kamer vindt zijn
Opleiding voor den officiersrang enz
Op het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 21
Juli 1890, tot regeling van het militair onderwijs bij
de landmacht, voor zoover daarbij de opleiding voor
den officiersrang en de hoogere vorming van den offi
cier zijn betrokken, heeft de Commissie van Rappor
teurs een amendement voorgesteld, strekkende om den
aangegeven leeftijd van 21 jaren te verhoogen tot 22
jaren voor hen die zich in het jaar 1910 aanmelden
om tot de K. M. Academie te worden toegelaten.
Raad ven teste
Gisteren werd o. a. in den Raad van State behan
deld het beroep van den raad der gemeente Nieuwe-
Niedorp tegen het besluit van Gedeputeerde „Staten
van Noordholland, waarbij is goedgekeurd een besluit
van den raad der gemeente Hoogwoud tot vaststelling
van ëene jaarwedden-regeling voor de onderwijzers
aan de gemeenschappelijke openbare lagere school van
Hoogwoud en Nieuwe-Niedorp aan de Langereis te
Hoogwoud.
De gemeenteraad van Nieuwe-Niedorp, wiens beroep
gisteren door den burgemeester en een wethouder na
der 'werd toegelicht, was van oordeel dat de regeling
onwettig is tot stand gebracht door den raad van
Hoogwoud alleen zonder medewerking van Nieuwe-
Niedorp. Het schooltoezicht en de inspecteur van het
lager onderwijs adviseerden tot ongegrondverklaring
van het beroep en Gedeputeerde Staten deden nog
opmerken dat het beroep te laat ingesteld en dus niet-
ontvankelijk is.
Gistermorgen 10 uur vergaderde den Raad dezer
gemeente onder voorzitterschap van den Burgemees
ter. Afwezig de lieeren Blankendaal en Jb. Swan.
Na opening door den voorzitter las de secretaris de
notulen der vorige vergadering, die onveranderd wer
den goedgekeurd.
Ingekomen was een bericht van den heer Swan, dat
hij de vergadering niet kon bijwonen, een dito van den
heer Blankendaal.
De kasverificatie wees aan, dat er in kas was een
bedrag van 1122.77.
Een schrijven van den betaalmeester te Alkmaar,
houdende mededeeling dat was uitbetaald een bedrag
van J 1349.90. Voor kennisgeving aangenomen.
Een schrijven van den Minister van Binnenlgndsche
Zaken, waarin wordt medegedeeld dat voor bijdragen
in de kosten van het lager onderwijs nog 5460 zal
worden verleend, werd voor kennisgeving aangeno
men.
Een verzoek van den heer Halm, Hoofd der school,
om eervol ontslag als schoolhoofd, hoofd van het Her-
halingsouderwijs en voorzitter der schoolcommissie,
wegens zijn benoeming als Hoofd te Velsen. Adres
sant verzoekt dit ontslag met het oog op den gezond
heidstoestand zijner vrouw zoo spoedig mogelijk te
verleenen.
Naar aanleiding van dit verzoek stelde Burg. en
Weth. voor, met het oog op de daarin genoemde om
standigheden, dit ontslag eervol en direct te verleenen,
zulks in overweging met het feit, dat de eerste onder-
zal weer goed worden, blijf maar rustig liggen. Het
is ellendig, maar wat zullen wij er aan doen geluk
kig dat het niets ergers is. Ik zal de deur van de eet
kamer wijd open zetten, ik kom bij je zitten en breng
je slakken. Ik heb de mooiste voor je apart gezet. Je
zult het zoo goed hebben, alsof je aan tafel zat.
De meester bromde slechts. Dat was een schrale
troost.
Intuuschen kwamen de heeren Kotzmich en Schara-
patka en voor men aan tafel ging, werd er „cercle"
gehouden om het bed van mijnheer Kondelik. De
heeren wisselden elkander af, beklaagden, gaven raad
maar lieten zich overigens hun goede bui niet ver
storen.
Eén ding is zeker, Kondelik, sprak stucadoor
Konetopa lachend, vandaag zal je ten minste het
„spit" niet nog eens krijgen, dat zal je pleizier doen.
De meester bromde eenige woorden, die alles be
halve beleefd klonken; de stucadoor lachte schaterend.
Om half acht inviteerde mevrouw Kondelik de gas
ten aan tafel en bracht tegelijkertijd haar man de
zorgvuldig uitgezochte slakken naar zijn bed. Zij
haalde ze uit en stak ze den meester met een lepeltje
in den mond.
Uit de eetkamer klonk het rammelen der boren, een
smakkend geluid, het slurpen van het sap uit de
schalen, luide loftuitingen. Tóen kon mijnheer Konde
lik zich niet langer bedwingen en na de tiende slak
zijn mond afvegend, bromde hij uit zijn kussens:
Dat wil ik wel gelooven, ellendige bende! Jelui
vreet op wat ik bij elkaar heb gehaald en ik kan hier
liggen als een arme Lazarus.
En toen om twaalf uur mijnheer Hupner het nieuwe
jaar met een toast begroette en het gezelschap in
stormachtig applaus uitbarstte, en toen onmiddellijk
daarna werd gedronken op de gezondheid van mijn
heer Kondelik waarbij stucadoor Konetopa op
merkte, dat het „spit" van Oudejaar tot Nieuwjaar
iu ieder geval beter was dan omgekeerd toen brom
de de arme gastheer woedend bij het algemeen geraas
Verwenschte troep! Ze gaan mij nog vanr den
gek houden voor al de slakken en de fijne kaviaar!
Ik wensch jelui een flinke maagcatarrh.
Op dit oogenblik kwam het geheele gezelschap de
slaapkamer binnenstormen, vóór allen mijnheer Hup
ner, die den meester op een blaadje een hoogvoetig
glas vol goudgelen, parelenden wijn aanbood en allen
klonken met mijnheer Kondelik.
Vreemd, na dit glas werd mijnheer Kondelik in het
oog vallend beter. De heeren Kotzmich en Schara-
patka hadden ieder drie flesschen met de welbekende,
met ijzerdraad omwonden kurken medegebracht.
Zie je, Betty, sprak de meester, toen hij weer
met zijn vrouw alleen was en hij telkens weer van het
heerlijke vocht dronk: Dat was een nobel idee! Het
schijnt mij toe, dat de trekpleister in verband met de
„champie" mij goed zal doen. Schenk mij nog maar
eens in
En werkelijk kon mijnheer Kondelik Nieuwjaarsdag
zijn bed verlaten.
X.
EEN WINTERUITSTAPJE.
Op den scheurkalender, die onder de klok in de eet
kamer hing, schitterde het roode getal vijftien. Dat
beteekende dat sedert den mislukten Oudejaarsavond
van meester Kondelik veertien dagen waren verloo-
pen en de roode kleur beteekende dat het heden Zon
dag was.
Juffrouw Josefine's werk was het den kalender in
ordo te houden. Hedenmorgen vroeg, nadat zij nau
welijks wakker was geworden, snelde zij naar den ka
lender, scheurde de 14 af en keek aandachtig' naar de
te voorschijn komende 15. Zij had in den loop van
het jaar reeds zoo menig blaadje afgetrokken, waar
onder zoovele 15-en waren, maar geen daarvan had
zulk een indruk op haar gemaakt als deze. En dat
had een goede reden. Deze datum herinnerde haar
aan iets heel moois, aan iets dat zij reeds had beleefd.
Het was de eerste verjaardag van haar kennismaking
met Wejwara.
Terwijl zij later haar moeder bij het opruimen hielp
en zij zich daarna aankleedde, vloog haar blik, wan
neer zij zich onbespied waande, telkens weer naar den
wijzer geheel in staat is de plaats van den vertrek
kende in te nemen.
Het gevraagde ontslag werd eervol verleend'. De
heer de Groot merkte op, dat het in het vervolg beter
was zich aan den regel te houden, maar had toch in
dit geval ook geen bezwaar.
Met algemeene stemmen ^rd tot telefoonhouder
de heer Jb. Rijnders en tot diens plaatsvervanger de
heer Joh. Rijnders benoemd.
Burg. en Weth. stelden voor, daar volgens de tele-
foonwet de houder van het telefoonkantoor recht
heeft op vuur en licht van de gemeente, om daar
maar een bedrag voor uit te trekken, daar de gemeen
te dan weet waaraan zij zich te houden heeft.
De heer de Groot vraagt of de gemeente geen enkel
voordeel van de telefoon heeft en krijgt ten antwoord
van financieel geene. Als bedrag werd na eenig over
en weer praten 20 vastgesteld.
Als verhuurdagen voor de verhuring van het ge
meenteland worden- 26 en 27 October vastgesteld. De
heer Stadegaard stelt voor om aan hen die het land
slecht behandelen, niet meer te verhuren. Er werd
bepaald, dat dit in een nog te houden geheime verga
dering besproken zal worden.
De heeren de Groot en Swan worden aangewezen,
om een onderzoek in te stellen, dat thans in eens ver
huurd is. De meening is, dat het beter is dit in twee
gedeelten te doen.
Een tweede sloot wordt wenschelijk geacht.
Een schrijven van den Schoolopziener d.d. 7 Octo
ber, waarin te kennen wordt gegeven, dat het uitoefe
nen van vak J als regel in de open lucht moet plaats
hebben, dat hij er echter geen bezwaar op maakt als
dit onderwijs bij ongunstig weer in een geschikt lo
kaal wordt gegeven en dat er ook geen bezwaar be
staat tegen het huren van een geschikt lokaal, wan
neer er bij de school een geschikt lokaal ontbreekt,
In verband met dat schrijven stellen Burg. en Wet
houders voor om voor dat doel de kolfbaan van den
heer O. de Geus te huren. Enkele leden spreken, den
wensch uit dat het niet te veel zal kosten, wat de
voorzitter doet opmerken dat dit wel niet het geval
zal zijn, daar het alleen met ongunstig weer noodig
zal zijn.
De secretaris verklaarde dat de vrije en ordeoefe
ningen eigenlijk onzin zijn. Er werd besloten de kolf
baan te huren.
In rondvraag spreekt de heer Stadegaard de wen-
schelijkheid uit, dat in de politie-verordening de be
paling wordt opgenomen, dat kinderen niet meer voor
op een rijwiel mogen zitten, met het oog op het ge
vaarlijke daarvan.
Niemand meer het woord verlangend, werd de ver
gadering gesloten.
In de vergadering der afdeeling Warmenhuizen
der Tuinb.- en Handelsvereeniging waren slechts 12
leden tegenwoordig.
Aan de orde was de verhuring der ijssohuit.
De ijsschuit werd verhuurd tot 1 December. Na 1
Nov. moet ze alle dagen ledig en aan den wal zijn.
Huurder wordt de heer Jn. Gutker voor 7 gulden.
Ingekomen was een schrijven van den heer Dk.
Smit, waarin deze aandrong op het aanstellen van een
rechtskundig adviseur, ten dienste der Tuinbouw- en
Handelsvereeniging. Dit punt werd tot nader order
aangehouden. De heer Jn. Vlam, informeerde of de
Tuitjehornders voor het gebruik van de ijsschuit be
talen, waarop bevestigend kon geantwoord worden.
kalender. Haar moeder, die dit wel zag, glimlachte
telkenmale. Eindelijk kon de goede vrouw zich niet
meer bedwingen, greep haar voorbijloopend dochtertje
bij den arm, trok haar plagend aan haar voorhoofd-
krulletjes en zei vol moederlijke hartelijkheid:
Vandaag is het een heel bizondere dag, hè kind
je?
Josefine bukte zich, keek verlegen voor zich en
sprak
Maar, mama
Kom, kom, Eientje, het is geen schande!
Josefine was bijna met haar toilet gereed. Zij zette
haar winterhoed op, trok een warmen mantel aan,
kreeg uit haai' werktafeltje haar gebedenboek in den
ivoren band, het geschenk harer moeder bij haar eer
ste communie.
Vergeet dus niets, kind, waarschuwde haar me
vrouw Kondelik. Ga je mof halen. Proschazka heeft
hem voor vandaag beloofd' en vraag bij Engelmiil-
ler naar mijn handschoenen. Zie meteen na of de
bonten voering goed ingenaaid is en of de vingertop
pen niet dichtgenaaid zijn en blijf niet te lang uit.
Mama, sprak Josefine zacht, ik ga ook naar de
kerk, als ik eenmaal uit ben ik ga liever nu in de
vroeg*te, dan behoef ik later niet meer weg te gaan.
- Best, mijn kind. Bid maar vlijtig voor mij. Ik
moet nu op papa wachten.
Josefine gaf haar mama een zoen en ging heen.
Mevrouw Kondelik ging lekker op de kanapee zit
ten en ontbeet met smaak. Van tijd tot tijd luisterde
zij niet één oor naar de slaapkamer, vanwaar nog een
krachtig gesnurk weerklonk.
Papa nam het er van. Het was al bij negenen,
maar dat hinderde niet. Zij zal hem vandaag niet
roepen. Mannie moet maar eens flink uitslapen,
's Winters wordt er niet geschilderd behalve eenige
onbeteekenende uitzonderingen en reparaties 'swin-
ters maakte meester Kondelik schabionen voor den
zomer in orde en had daarvan reeds zooveel geknipt,
dat hij gerust heel Praag er mee had kunnen beschil
deren. Hij verzuimde dus niets, want Zondags werkte
hij niet.
(Wordt vervolgd.)