DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
De Huisindustrie,
No* 244
Hónderd en elfden Jaargang.
1909.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon en
feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor iktnaar f 0,80$ franco door het geheele Rijk f I,
Af aderlijke nummers 3 Cents.
der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h, HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9.
DINSDAG
19 OCTOBER
De Huisindustrievorm
Op het Amstelveld.
BINNEN L A N I).
TeSetoomwimms S,
Ingezonden Mededeeünger.
overblijfsel uit den tijd van het gilde wezen,
is in ons vak ontaard in een bedrijfsvorm,
waarbij, in strijd met den tegenwoordigen
drang naar vooruitgangen verbetering ver
keerde tosstanden een vruchtbaren bodem
gevonden hebben.
heeft echter steeds do strekking om gansche
gezinnen naar dien put van armoe en leed
heen te dringen, wanneer en zoolang geen
gunstiger omstandigheden daarin tegen
werken.
f
r
Een ongeluk.
Schaatsenrijden.
Tweegevecht
In de machine.
Aangehouden.
ALKMAARSGHE COURANT.
^KBKKaOEBXssi
Ut het referaat van den heer G. L Domhoff
Hofkleermaker te 's Graver hag e, Congres over
Huisindustrie 8 Sept. 1909 te Amsterdam.
Wij wenschen de aandacht te vestigen op het feit,
dat een tweede werkplaats aan de reeds bestaan
de is toegevoegd. Is dat in de eerste plaats te danken
aan de omstandigheid, dat meer algemeen door het
publiek wordt deelgenomen aan den strijd tegen de
Huisindustrie, waardoor onze zaak een veel grooter
aantal koopers tot zich trok en uitbreiding van perso
neel noodzakelijk maakte, in de tweede plaats is dat
een gevolg van ons streven om zooveel mogelijk reke
ning te' houden met de eisohen der gezondheidsleer.
Wij willen en kunnen iederen kooper van de door
ons „onder voortdurend toezicht" gemaakt kleeding-
stukken de zekerheid geven dat het door hem gekochte
onder de meest gunstige voorwaarden is vervaardigd.
Firma H. S. CLOECK,
Kleedermakers.
hit het referaat van den heer I. P. de Yooys,
Inspecteur van den Arbeid in de 8ste inspectie te
Deventer Congres over Huisindustrie 2 Sept. 1909
te Amsterdam.
ALKMAAR, 19 October.
Eenige jaren geleden baarde te Berlijn de ontmas
kering van een spiritistisch medium, een zekere vrouw
Rothe, die in hooge mate de kunst verstond om gees
ten op te roepen en bezoekers te bedriegen, veel op
zien. Een dergelijk geval doet zich thans in dezelfde
stad voor. Een zekere vrouw Anna Abend heeft
reeds sinds tien jaar spiritistische zittingen gehouden
«n daarbij ettelijke geesten doen verschijnen, in denre-
gel alleen in haar woning, maar soms ook in de om
geving der groote stad, zelfs in het buitenland. Hare
bijeenkomsten werden druk bezocht door menschen uit
den kleinen burgerstand, voor het meerendeel vrou
wen: echtgenooten van handwerkslieden, weduwen
van kleine beambten, gouvernantes. Zij kwamen om
iets directs en iets overtuigends van hun dooden te
hooren. Soms hadden er materialisaties, stoffelijke
verschijningen van den geest plaats, maar soms ging
dat niet, bijv. niet in den zomer, want dan waren de
krachten van den geest veel geringer dan 's winters,
terwijl ook de hitte de materialisatie onmogelijk maak
te. Was het vertrek donker gemaakt, dan begon de
zitting met het zingen van een lied „wacht, mijn ziel,"
en een spiritisten-lied: „morgen rood, morgen rood,
Zfoo heet het boek van den overbekenden Kokadorus,
«lat ingeleid door Jan Feith met teekeningen van
Kris-Kras bij van Holkema en Warendorff verscheen.
Het is wel een eigenaardig verschijnsel, dat een
marktventer een boek gaat uitgeven, een uitgever be
reid is dat te doen en een bekend journalist-illustrator
zijn medewerking daarbij verleent.
Het is.een teeken des tijds. Er is in de dagen
van de melancholische en pessimistische literatuur op
de boekenmarkt plaats voor een boek, dat lachen doet.
Maar moeielijk schijnt Eet die plaats ingenomen te
•krijgen. De uitgevers doen hun best iets vroolijks,
iets opwekkends meester te worden, doch het lukt hen
niet. In zulk een tijd is er gelegenheid voor een pro
fessor Kokadorus om zich gedrukt te zien; vandaar
vermoedelijk dat de handige baas zijn „mémoires"
maar gauw bij zijn leven uitgeeft na zijn dood zou
het te laat kunnen zijn.
Natuurlijk mag men dit boek niet op zijn letterkun
dige waarde toetsen. Hier geldt het slechts de vraag,
of het lezen van de schetsen vermaak kan geven, har
telijk kan doen lachen.
En nu kunnen wij ons voorstellen dat er lezers zijn,
die na een paar bladzijden onder oogen gehad te heb
ben, het boek onbevredigd uit handen zullen leggen.
Maar ook kunnen wij ons voorstellen, dat er honder
den^ zullen zijn die met genoegen dezen vermakelijken
■onzin zullen lezen of. er naar luisteren. Vooral
dit laatste. Als men een goedlachsch persoon heeft,
die uit dit boek gaat voorlezen, dan moet men wel met
hem meelachen of men wil of niet. Tijdens de ko
mend© lange avonden zal dit aardig geïllustreerde
werk dan ook stellig in menigen kring om zijn leuke
zetten en zijn politieke „witze" een aangename tijdkor
ting geven.
Tot staving van deze bewering, nemen we een paar
groepen uit dezen welvoorzienen moppentrommel of
uienmand allereerst uit de voorrede:
gij licht mij voor tot een vroegen dood." Het medium
zong ook mee eu onderwijl veranderde haar stem, ter
wijl zij voorts voortdurend met de handen over het ge
laat streek, alsof zij zich wilde magnetiseeren. Einde- i
lijk stond zij op, de oogen wijd opengespalkt, schenen
in een eindelooze verte te staren het medium was
in tranee-toestand en vol spanning wachtten dan de
aanwezigen de dingen af die komen zouden. Eerst
was het wel wat vervelend, want dan hield de geest
een schoolmeesterige toespraak over spiritualisme,
vol leelijke taal- en stijlfouten, doch dan sprak de
geest de verschillende personen afzonderlijk toe, bijv.
in dezen trant„Gij piekert, best aardsch kind, over
zware zorgen. Maar denk toch niet al te veelIk weet
precies wat je scheelt. Daar is een man, dien ge lief
hebt. Maar hij is niet hier, ver weg. En ge moet hem
kalm laten loopen. Want hij is niet voor je bestemd.
Hoog op het hoofd. Je bent zoo'n goed meisje, en
later zul je nog veel pleizier hebben."
Zoo werd bet eene aard|che kind voor, het andere
na toegesproken. Aan een reeds grijze vrouw werd
medegedeeld, dat haar vriend uit dö jeugd zou terug-
keeren en haar nog zou huwen, een jonge vrouw werd
aangeraden een zaak te koopen enz. enz. Sommige
van de bezoeksters waren een en al geestdrift, en soms
zelfs meer dan opgewonden. Als de echtgenoot van
het medium, die als regisseur optrad, op dén trap de
lamp aanstak was dit het teeken, dat de bijeenkomst
geëindigd was te voren was dan het medium weer
ontwaakt. Onder aan den trap stond dan de man,
gretig de muntstukken in ontvangst nemend, welke j
de bezoekers hem in de hand stopten. Bovendien kon
men voor den prijs van een rijksdaalder een boek koo- I
pen „het spiritualisme, leer van den geest door het
medium Anna Abend."
Zoo was gewoonlijk het verloop van de zittingen, jj
Zondagavond is de bijeenkomst evenwel anders afge-
loopen, ontwaakte het medium op vreemder wijze,
stond1 de man niet meer aan de deur om bijdragen in
ontvangst te nemen. Tegen zeven uur was zij uitge-
schreven, tegen acht uur begon ze. Er waren 15 a 20
personen aanwezig. Paul Abend, de echtgenoot,
scheen minder vastberaden dan anders en op de moeie- J
lijkheid van deze zitting werd herhaaldelijk door hem
TT
gewezen. Het medium hield een vervelende toespraak,
wendde zich daarna tot enkele „aardsche kinderen," j
beloofde een bruidegom, voorspelde aan een oude, zieke j
vrouw den dood, een ander de overkomst van een
vriend of bloedverwant ieder kreeg wat hij wensch- j-
te en daarbij legde het medium een zeer groote routi-
ne aan den dag.
Eindelijk ging zij op zijn stoel zitten en nu werden
de gordijnen van het kabinet gesloten. Het vertrek
werd nog donkerder gemaakt dan het was en het was
er opvallend stil. In het kabinet hoorde men fluiste-
ren, enkele woorden, zinnetjes, dan gescharrel en ge- j
ruisch. Toen werd het weder stil. Zachtjes werd het
gordijn opengeschoven, men zag door een spleet een
licht, wit schijnsel. de eerste geest was op komst. I
Het tooneel was zeker nog dramatischer geworden als 3
niet plotseling een der bezoekers had geroepen
„Halt! Crimineele politie, lichten aan!" De com
missaris van politie Leonhardt die de bijeenkomst,
eigenlijk slechts bestemd voor ingewijden, had bijge
woond was in een oogenblik van zijn plaats achter in
het vertrek naar voren gekomen en had het medium
beet gepakt. Het publiek slaakte een kreet van ont
zetting. „Ik heb heusch niets slechts gedaan," jam
merde daarna het medium en Paul Abend, op wiens
tegenstand men voorbereid was (vijf personen onder
de aanwezigen wisten wat er gebeuren zou) bleef, na
dat hij een mislukte poging had gedaan om er tus-
schen uit te komen, radeloos en sprakeloos zitten. Het
medium rukte zich, om haar onschuld aan het publiek
te bewijzen, de kleeren van het lichaam en trachtte
daarbij den lichtenden sluier welke ze in de mouw
verborgen had aau een vriendin te geven. Maar ze was
aan het verkeerde adresde vriendin bleek een agente
van de crimineele politie te wezen!
Hiermede was de ontmaskering afgeloopen. De be
zoekers waren door inmiddels verschenen agenten
naar een nevenvertrek gezonden, waar ze hun naam
en adres moesten opgeven.
Als getuigen zullen ze elkaar voor de rechtbank
weerzien.
De woning werd door de politie afgezet en het echt
paar per rijtuig naar een politiebureau gebracht.
Zoo eindigde deze zwendel, welke tien jaren lang te
Berlijn heeft plaats gehad en waarvan duizenden het
slachtoffer zijn geworden, geestelijk en stoffelijk na
deel hebben ondervonden.
De wereld wil bedrogen worden -maar hoe ge
makkelijk
„Vele hooggeplaatste personen, waaronder vele ge- j
kroonde hoofden, hebben er bij mij op aangedrongen,
dat ik een bont- en blauwboek in bet licht i
zou geven, waarin ik mijn ervaringen: politieke .histo
rische, crimineele, civiele, financieele, commercieele,
ideale, mariale, cordiale, sociale, banale, clerical©, li
berale, geographische, topographische, anthrapobogi-
sche,astronomische, astrologische, chirurgische, aeco-
nomische, komische, hymenalisohe, zou opteekenen..
Voorts verzochten ze mij met urgente brieven en per
soonlijke alledaagsche en nachtelijke bezoeken, aan dit:
bont en blauwboek te verbinden een
groen-en geelboek, bevattende een keur mij
ner oraties, declaraties, complimentaties, condolaties,
mopperaties, uitgesproken, gegalmd, gegild, ge-
schreewd, gekrijscht, gezanikt, gesjmoest
Uit het begin van een toespraak:
„Niet dringen, asjeblieft! Chef f ie, 'controleer even
de toegangskaarten; je weet dat ze streng persoonlijk
zijn. Alleen de politie mag je toelaten zonder toe
gangskaart; zie-je, want die heb ik noodig om jou
te controleeren. Ik ben blij, dat ik politie zie, cheffie,
want zoolang die bij ons is, behoeven wij niet bang te
zijn voor regen. Je weet immers wel de overeenkomst
tusschen de politie en den regenboog Ze laten zich.
eerst zien, als de bui over is."
Uit zijn levensverhaal.
„Toen ik van school afging, ontstond er thuis een-
levendig debat over mijn nieuw te kiezen beroep. Het
liefst was ik zonder beroep gebleven. Maar daar heb
je 't alweer. Moeder zei: „Ko, je moet wat doen!"*
Meester zei: „Ko, je mag niks doen!" Vader zei:
„Ko, je moet de wereld in." Meester had me zoo of
zoo er „uit geholpen." Grootvader zei: „Ko, d'r
mot wat van je terecht komen," maar bijna
iederen dag had ik op het politiebureau gezeten, om- 1
dat er een paar steffeien van me in ©en ruit waren t e—
recht gekomen. Grootmoeder zei: „Ko, 't wordt
tijd, dat je je handen gaat uitsteken."
De commissaris zei, dat je nooit je handen mocht
uitsteken, 't Is een warboel onder de maan! Enfin.
Vader wou me dokter laten worden, moeder wissel
wachter, grootmoeder goudzoeker. Vader vond, dat
men ma,ar een Duitschen keizer van me maken
moest, want, zei-ie, dan wordt Ko ineens van alles,
beeldhouwer, dichter, schilder, luchtschipper en Boe
rengeneraal
Kokadorus verstaat als geen ander de kunst om zijn
publiek in bet ootje te nemen. Hij durft, wanneer hij
al zijn kammen na een lange inleiding heeft verkocht,
tot de omstanders zeggen: „Ik dank de hemel, dat ik
van die rommel af ben." Wat zal je 'n plezier van
die kammen hebben. Jullie mag je wel abonneeren
bij een tandarts, want de tanden zitten los. Ha-ha-ha-
ha l"
Een ander staaltje van zijn durf als hij lepels aan
den man tracht te brengen:
„Wat kost nou. een dozijn? Wie mot ze hebben
voor 15 .gulden. Vijftien gulden nog te duur? Nie-
man? Mot niemand die lepels hebben voor vijftien gul
den? Dan voor vijftien stuivers. U mijnheer? Asje
blieft, chef, geef meneer 12 lepels wil ik ze eerst
even opvouwen, of wil u ze zóó meenemen? Asjeblieft
meneer.
Maak voort cheffie -heeft meneer betaald? Zie
zoo. Nu geef ik ze minder. Geen vijftien, veertien,
dertien, twaalf, elf wie mot ze hebben voor tien
stuivers vijftig cent? Niemaud voor 50 cent, dan
voor negen, acht, zeven, zes en nu deponeer ik ten ge
tuige van alle menschen, 25 valsche rijksdaalders en
mijn leegen muntgasmeter, als ik er nog een gulden
van af doe. Twaalf lepels voor 25 cent.
Hier 12, pak an cheffie daar 12 in de loge.
Hè, wat zegt u is er van dien lepel een stuk af?
Jou schuld', cheffie, je hebt ze te lang in je warme
handen gehouden! IIuup, daar 12, anpakken. Betalen
betalen.
Als je holle kiezen hebt, kun je ze met mijn lepels
plombeeren. Cheffie, ze motten betalen, lepeldief. Wie
mot nog lepels hebben? Menschen zonder tanden kun
nen ze ook bijten, ze smelten in je mond."
Kom, cheffie geef dien agent het laatste pakkie le-
ÖEMENÖD NIEUWS
De Ramp bij Katwijk.
Aan het strand te Noordwijk aan zee is aangespoeld
een bemande flesch, voorzien van twee lontdraden en
inhoudende ongeveer 50 kilo geelachtig poeder. Onze
correspondent vermoedt dat deze flesch behoort tot de
stoffen, die de ontploffing veroorzaakten.
Zaterdag werd onder Katwijk door iemand een
geladen mijn met pikrinezuur gevonden. In onwetend
heid trok hij de patroon ter ontsteking er af om zich
van den inhoud te overtuigen, niet beseffende aan
welk groot gevaar hij zich blootstelde. De militaire
autoriteiten, hiervan op de hoogte gesteld, stuurden
een paar militairen om de mijn in beslag te nemen.
Daar er aan de patroon ee<n korte geleiddraad zat,
wordt verondersteld dat dit de mijn zon zijn die aan
boord van de barkas gereed stond. Dus zou de ont
ploffing niet aanboord hebben plaats gehad, maar
zou de geopperde veronderstelling, dat de op het wrak
gelegde mijn onder de barkas ontploft zou zijn, niet
tot het onmogelijke behooren.
De machinist van een uit Utrecht komende losse lo
comotief rapporteerde gisterochtend aan het station
Amersfoort bij Soesterberg op de spoorbaan een lijk te
hebben gezien. De politie uit Amersfoort ging er aan
stonds heen en vond naast de lijn, die uit Utrecht
leidt, het zwaar verminkte lijk van Jan Westerhof,
milicien van het 5e regiment infanterie, geboortig uit
Enschede. Vermoed wordt dat de ongelukkige Zon
dagavond den laatsten trein heeft gemist, langs de
spoorbaan naar zijn garnizoen Amersfoort is geloopen
en door een der nachttreinen is aangereden en gedood.
Het is dezen winter 25 jaar geleden dat op de Wie
len bij Leeuwarden de eerste internationale wedstrij
den op de schaats gehouden werden, waarbij de Frie-
sche rijders de buitenlanders klopten en Pieter Bruins-
ma, toen te Sneek wonende, den len prijs won. Naar
aanleiding daarvan worden pogingen aangewend dezen
winter weer dergelijke wedstrijden oj} de Wielen te
houden en zal daarvoor de medewerking van den
Nederlandschen Schaatsrijdersbond gevraagd worden.
Als 't weer dan maar beter is dan vóór 25 jaar. Toen
was het één en al regen en waren sommige winkels in
droge kousen te Leeuwarden uitverkocht.
De oud-overste R. heeft zich gisteren aan de straf
gevangenis te Scheveningen aangemeld tot het onder
gaan van de vijf dagen gevangenisstraf, waartoe hij
door de Haagsche rechtbank was veroordeeld wegens
deelneming aan een tweegevecht.
Te Lonneker kwam gisterochtend spelende een 5-
jarig zoontje van den fabrieksarbeider Scholten in een
stoomzaagmachine en werd vreeselijk verminkt, le
venloos er uit gehaald.
Te Arnhem is gearresteerd zekere S„ schatter aan
de bank van leening. De verduistering van een be
drag van ongeveer 3000, waaraan 8. zich had schul
dig gemaakt, bestaat hoofdzakelijk daarin, dat S„ be-
ëedigd schatter, posten afsloot voor een veel te hooge
waarde; de betrokken voorwerpen, waarop de beleenin
gen afgesloten zijn, liggen reeds eenige jaren in de
pels voor niks, dan kan-ie beter opscheppen. Ajuu
ik heb geen lepels meer.
Tenslotte een politiek staaltje. Kokadorus vertelt
van Heemskerk, die in binnenlandsche zaken is gaan
doen, zeer veel tegenslag door werkloosheid kreeg en
erover begon te denken de zaken „linten"' te laten lig
gen, toen er een schip kwam opdagen „de Halve
Maan."
Toen heeft 't ministerie-Heemskerk maar in vre
desnaam eieren in plaats van lintjes voor zijn
geld gekozen; ze gingen scheep en verdwenen met
„De Halve Maen" naar de heele maan."
Het schip was gebouwd op kosten van een Griek-
schen consul. Het was niet erg groot, zoowat 11 ton.
Voorop stond de stuurman in oud-Hollandsche plunje
een „rooie broek" en een „geel wambuis."
Al de bruggen waren van te voren in de hoogte ge
haald want het schip kon geen dag en geen nacht
wachten. Op den voorsteven woei de „Standaard"
halfstok, want o ja, dat vergat ik te vertellen
bij het manoeuvreeren tusschen de Oranjesluizen 'en
de Dordtsche Kil had de stuurman Abraham Willem
Kuiperszoon vergeten uit te kijken en was toen over
boord gevallen. Van alle kanten wou men hem nog
tonnen toewerpen om hem te redden, maar men kon
zelfs „de Tijd" er niet voor vinden, om hem te redden.
Het sleepbootje „De Morgenpost" wou 'm nog een
riem onder 't hart steken. Maar de arme man was
per sé niet meer te redden. Ten eerste woei de wind
erg sterk uit den linkerhoek. Het „Volk," dat met
spanning stond toe te kijken, was algemeen van oor
deel, dat men dat stoomschip niet mocht ophouden
terwille van één man. „Het Vaderland" was het eens
met „het Volk" zoodat dus „Land en Volk" besloten,
dat het schip, dan maar zonder dien stuurman moest
verder gaan het was toch immers zijn eigen
schuld. Het bleek toen maar al te zeer, dat, als die
man een goede stuurman was geweest dan had-ie aan
wal moeten blijven en zich niet wagen op Neder-
landsch water, waar je altijd je roer recht moet hou
den, om in den koers te blijven