STADSNIEUWS. Uit Wïnkel. Uit Broek op Lagendijk. Uit Scbermerhorn Gehuwde onderwijzeressen In de school. demaeker en Rot is oorzaak dat do voorzitter kier bei de beeren verzoekt niet in persoonlijkheden te verval- De heer van Vloodorp zegt, dat-, uit de gehouden besprekingen voldoende blijkt dat men het voorste Hoedemaeker, uit een billijkheidsoogpunt ten opzichte eener 17-jarige dienstvervulling, niet aannemelijk acht, hoezeer men het dan ook eens is dat het we wa duur ia voor het gepresteerde werk. Daarom gee spreker den heer Hoedemaeker in overweging zijn voorstel in te trekken en het voorstel Verwer e s eu nen, waardoor bij bepaling eener schaal voor de te be rekenen prijzen, de ingezetenen toch gebaat zullen Z1Jï)e heer Hoedemaeker trekt nu zijn voorstel in De voorzitter zal nu het voorstel Yerwer met de wethouders nader onder de oogen zien. Van verschillende zijden wordt er op gewezen dat dit de bedoeling niet is, maar dat de raad nu direct uit wil maken of de instructie voor de vroedvrouw a of niet, in den door den heer Verwer bedoelde zin, zal worden aangevuld. De heer Verwer heeft er niets op tegen dat zijn voorstel aldus in stemming wordt gebracht, mits het tarief vóór Januari a.s. vastgesteld wordt. De voorzitter zegt toe hierover eene vergadering vóór Januari te zullen houden. Daarop wordt bij meerderheid van stemmen beslo ten de instructie voor de vroedvrouw te wijzigen. Op een verzoek van de afd. „Het Witte Kruis om in den a.s. winter een der schoollokalen te mogen ge bruiken voor het houden van een cursus in eerste hulp bij ongelukken, wordt gunstig beschikt. Daarna wordt overgegaan tot behandeling der be grooting voor 1910. Do voornaamste posten, welke aanleiding tot. be merking geven zijn de volgende: Bestrating', belooning veldwachter en vuur- licht en onderhoud van de schoollokalen. i Bij de post bestrating vraagt de heer van Vloodorp naar de bedoeling van de uitgetrokken som ad 200. De voorzitter begrijpt de bedoeling der vragen en zegt toe dat B. en W. met een voorstel zullen komen om in 1910 tot nieuwe bestrating over te gaan. Waar daarmede zooveel kosten gemoeid zullen zijn, dat het toch niet uit de gewone middelen te vinden is, daar dient die zaak toch bij suppl. begrooting behandeld te worden. B. en W. stellen verder voor het salaris van den veldwachter te verhoogen met 100, o.a. ter verge» ding zijner kermisfooien, die hij nu moet missen, door dat er thans van de kraamhoudërs staangeld wordt geheven. De heer van Vloodorp heeft met eemge verbazing van dit voorstel kennis1 genomen. Spreker begrijpt dat Houtman indertijd bij zijn aanstelling op die emo lumenten is gewezen, en dat bij het te niet gaan (ten gevolge van een raadsbesluit) van die emolumenten, eene vergoeding wordt toegekend, acht spreker billijk. De vraag is maar hoeveel bedroegen die emolumenten en spreker heeft van ter zijde gehoord dat dit ongeveer 40 per jaar is. Ook betwijfelt spreker sterk of er nu in het geheel geen fooien gegeven worden en daarom had spreker wel verwacht dat B. en W. eene verhoo- ging van 25 zouden hebben voorgesteld. Uit den aanslag van den veldwachter in den Hoofd. Omslag blijkt dat er voor die fooien nooit iets berekend werd. De heer Hoedemaeker gaat geheel aceoord met het gesprokene door den heer van Vloodorp; hij wijst er op hoe Houtman sedert zijne aanstelling verschillende bijhaantjes heeft gekregen, o.a. dat van havenmeester en marktmeester. De heer Blokdijk (wethouder) zegt aan het opma ken dezer begrooting niet te hebben medegewerkt. In verband met de bedoeling' waarvoor de verhooging ge geven zou worden, acht spieker eene som van 50 be ter te verdedigen. Hij maakt daarvan een voorstel. Dit voorstel door B. en W. overgenomen, wordt met 4 tegen 3 stemmen aangenomen. (Tegen de beeren Eisma, van Vloodorp en Hoede maeker.) Bij den post vuur en verwarming der schoollokalen wordt door de hoeren Hoedemaeker, Blokdijk en Eis ma op bezuiniging aangedrongen. B. en W. beloven een onderzoek te zullen instellen. De overige posten gaan er than3 onveranderd door en wordt de begrooting met algemeene stemmen in ontvangst en uitgaaf vastgesteld op 19094.18V2, met een saldo voor onvoorziene uitgaven ad 516.51J. Vervolgens wordt met algemeene stemmen goedge keurd, do Begrooting' Gemeente Wees- en Armenhuis, dienst 1910. De voorzitter deelt hierna mede, dat de tijdelijke on derwijzeres, mej, van Woerkum, vermoedelijk 1 No vember a.s. de gemeente gaat verlaten en vraagt- mach tiging, om tegen hetzelfde salaris, weder eene tijdelij ke onderwijzeres aan te kunnen stellen. Goedgevonden. Alarm gaat de Raad over in comité-generaal, ter bespreking van de voordracht voor een Hoofd der School. Na wederopening der vergadering wo-rdt met alge meene stemmen tot hoofd dei' school benoemd dé heer A. O. Nakken te Haarlem. Bij de rondvraag zegt de heer Blokdijk het vorige jaar van mfeening geweest te zijn dat de benoeming van een dames-commissie voor toezicht op het hand- werkonderwijs aan den Raad was. Hij heeft nog eens nader de zaak bestudeerd en meent dat inderdaad, op grond van art. 102 der wet op het Lager Onderwijs, door B. en W. den juisten weg bewandeld is. De voorzitter voegt er aan toe, dat door hem deze zaak besproken is met den districtsschoolopziener en den hoofdcommies van de 3de afdeeling van Ged. Staten en dat beiden hem in het gelijk gesteld hadden. Hij zegt dat het genomen raadsbesluit indertijd in strijd met de wet genomen is en daarop in eene vol gende vergadering te hebben gewezen. De heer van Vloodorp zal zich bij de uitspraken van de genoemde autoriteiten gaarne neerleggen, maar merkt op dat: le. door hem de door den voorzitter bedoelde vergadering niet is bijgewoond en ten 2e, dat er geen woord van te vinden is in de notulen. Bijge volg heeft spreker, zich beroepende op het genomen raadsbesluit, tegen de benoeming door B. en W. ver zet, omdat hij meende dat dit recht aan den Raad toekwam en hij zich zijne rechten niet laat ontnemen. De voorzitter zegt dat dit ook niet de bedoeling van B. en W. geweest is. Nadat de hoeren Eisma en Rot nog eenige wenken gegeven zijn ten opzichte der bezuiniging met de ver warming der schoollokalen en de eerste nog eenige inlichting vraagt omtrent het invoeren der vrije- en ordeoefeningen, wordt de vergadering door den voor zitter gesloten. Maatschappij tot nut voor 't algemeen van hare rei- i zende bibliotheken, een kist ontvangen met ruim 100 boekwerken. Tot beheerder en plaatsvervanger zijn benoemd de hoeren T. Engel en A. Nobel. De catalogi van beide bibliotheken is voor de lezers verkrijgbaar tegen 0.05, terwijl voor elk boekdeel 1 cent moet worden betaald. Elke week, en wel Dinsdagmiddag na 3 /2 uur, is er gelegenheid tot het in ontvangst nemen van boeken. Door de militieraad te Alkmaar zijn 4 lotelingen die een laag nummer hadden getrokken afgekeurd voor den dienst bij de nationale militie. Tegen deze uitspraak is doer C. Witsmeer, als vader van een lote- ling die tengevolge daarvan zal moeten opkomen, bij Gedeputeerde Staten bezwaren ingebracht. een Maandagavond j.l. zou er volgens publicatie vergadering worden gehouden van 't Plaatselijk On- derlinge Begrafenisfonds" alhier in café „Welgele gen." Daar het de „jaarvergadering" was, zoo werd op een talrijke opkomst gerekend. Afwezig de helft van t bestuur, echter één met kennisgeving, en alle leden behalve de kastelein. Het fonds verdient dus wel de naam van „Doodefonds." Onbegrijpelijk, daar het toch 500 leden telt. De schuld maar aan het weer? C- ■P 9 Aan de afslagmarkt te Broek op Langedijk werd de vorige week aangevoerd 14.000 bos wortelen, 159.800 bloemkoolen, 257.000 roode kooien, 71.900 gele koo- len, 120.300 witte kooien, 752 balen zilveroren en nep, 1070 balen uien, 21.600 bieten, 6100 ram menassen, 302 balen wortelen. 285 balen roode kool en 1 wagon witte kool a 10.000 K.G. De groentenhandel is zeer stug, in den loop der vo rige week werden verscheidene wagons witte kool aan geboden, welke werden opgehouden op 60 per 10.000 K.G. - Van de laadplaats- aldaar werden m die week ver zonden 124 wagonladingen groenten. De rederijkerskamer „Amicitia" gaf Zondag weder een goed geslaagde uitvoering. De opgevoerde stuk ken „Francesco Baldin," drama van dr. O. A. 1 enthoi, „Na lijden komt verblijden," eene dramatische schets 'en „Rosalie," blijspel van Max Maureij, benevens eeni ge ter afwisseling gegeven tableaux-vivants vielen zeer in den smaak van het publiek. In de gisteren te Amsterdam gebciden algemeene ledenvergadering van de vereeniging „Hat Groot Noord- hollandsch Begrafenisfonds" warden tot bestuursleden herkozen de heeren Jhr. Mr. P. van Foreest te Heiloe en C. D. Donatk te Alkmaar. In dezelfde vergadering werd het jaarverslag over het op 30 Juni g»eindigde boekjaar uitgebracht on de balans goedgekeurd. Op dit verslag komen wij in een volgend nummer terug. Uit St. Panc-as De afdeeling St. Pancras van „Volksonderwijs" heeft bij hare bibliotheek, evenals vele, ook van de De afdeeling Alkmaar van den Bond van Ned-er- landsche onderwijzers had zoodra het voorstel bekend werd, dat de heeren Glinderman, Zaadnoordijk en Dorb'eck hebben ingediend („De Raad van oordeel, dat het in de school werkzaam blijven van onderwijze ressen na haar huwelijk niet het belang is van het onderwijs, gaat over tot de orde van den dag.") maat regelen genomen tot het beleggen van een openbare vergadering, gelijk de voorzitter', de heer J. T. Kooij gisteravond zeide, om den Raad te doen zien hoe de vakvereeniging, misschien ook hoe het publiek denkt over deze motie, in de hoop, dat hier de wet niet klak keloos zal worden ontdoken, zooals dit elders reeds is geschied. 1 In Diligentia had die vergadering plaats en als spreker trad op mr. J. A. Levy uit Amsterdam. De spreker begon met er op te wijzen, dat-de motie blijkbaar in haast gesteld is: er had zeker moeten staan „in het belang," inplaats van het belang. De for- muleering is even fout als de motie zelf. bprekei zijn zeer weinig voorstellen bekend, welke, voorgelegd aan regeeringscolleges, zoozeer onderhevig zijn aan tal van bezwaren als deze motie, die belangen van allerlei aard schendt. Gelet op den inhoud, gelet op het oogmerk, gelet ook op de gevolgen, is deze motie in strijd met ons staatsrecht, met de wet op het Lager onderwijs, met deugdelijke paedagogiSehe eischen en met de maatschappelijke behoefte der vrouw, die zij treffen wil. Allereerst ontwikkelde spreker zijn staatsrechterlijk bezwaar. De vorm, waarin men den Raad een besluit wil doen nemen doet dit op zich zelf niet van practi- sche beteekenis zijn, maar dat besluit is bindend voor de toekomst. Dergelijke academische moties zonder onmiddellijke toepassing zijn inconstitutioneel© in- kruipsels. Artikel 134 van de Gemeentewet zegt: „Aan den Raad behoort, met betrekking- tot de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente, alle be voegdheid die niet bij deze of eenige andere wet aan den Burgemeester, of aan Burgemeester en Wethou ders is opgedragen". De Raad heeft dus te regelen, te besturen, dat zijn handelingen en moties zijn eigenlijk niets dan woord- tournooien. De inhoud dezer motie doelt op hare ge volgen, welke men later er door wil verkrijgen, als men op een gegeven oogenblik een gehuwde onderwij zeres uit hare betrekking wil ontslaan. Zulk een ont slag is een straf in den vblsten zin des woords. Be risping en schorsing kunnen tuchtmiddelen zijn, het ontslag snijdt de li economischen levensdraad af, kan broodeloos maken, handelt en doet soms zoo. In de wet op het Lager onderwijs worden in de artikel 37 en 38 de. straffen genoemd en daaronder ook het ontslag. Het ontslag wordt geregeld in artikel 19 juncto arti kel 30 van die zelfde wet. Het kan niet gegeven wor den. dan wegens plichtsverzuim. Is het huwelijk op zich zelf plichtsverzuim? Bestaat eT een of andere reden, welke het huwelijk tot plichts verzuim maakt of aanleiding daartoe geeft? Spreker beantwoordde die vraag beslist ontkennend. De straf is gegrond op de verwachting, dat uit het huwelijk plichtsverzuim voorkomen kan. Een dergelijk antece dent van machtsaanmatiging is in ons staatsrecht be kend. In de code pénal was opgekomen het verbod van coalitie van arbeiders, waaruit de onmogelijkheid van staking voortvloeide. Minister Jolles stelde op heffing van die bepaling voor, om staking mogelijk te maken. Een conservatieve phalanx, met I. Heemskerk aan de spits, kwam hiertegen in verzet, omdat men vreesde dat bij staking rustverstoring zou kunnen voorkomen. In woord en geschrift heeft spreker deze drogreden bestreden en zijn bescheid luidde: „wacht tot er rustverstoring is voorgekomen', dan kunt ge ze bedwingen." Hetzelfde bescheid geeft spreker ook thans. Instede van objectief te werk te gaan en aan wijsbare daden af te wachten, gaat men van subjectie ve verwachtingen uit en wil men hierop straffen. Niemand kan op zulk een wijze aan straf ontkomen. Het woord van de ouden: „Men prijze niemand vóór zijn dood" en het woord uit het Evangelie: „Die staat, zie toe dat hij niet valle" dienen hierbij steeds voor oogen te worden gehouden. Wat men thans wil is geweldpleging aan den rechts staat. Of men publiekrechterlijk dan wel privaatrech terlijk straft, altijd geldt de regel: Niemand mag tot straf vervolgd worden en veroordeeld dan op de wij ze en in de gevallen, waarin bij de wet is voorzien." Dewoor- den „bij de wet" dienen zóó te worden opgevat, dat daartoe ook behoort iedere verordening van een wette lijk bevoegd verklaarde macht. Herhaaldelijk is beproefd bij een verordening van den Raad bestemd om algemeen toegepast te worden, to doen uitspreken, dat ontslag volgt op het huwelijk van onderwijzeressen. De proef is- telkens mislukt. Bij verschillende gelegenheden werd zoodanige veror dening door de regeering vernietigt, omdat het artikel 30 van de Lager onderwijswet zou omverwerpen. Dit artikel kent slechts ontslag toe in een con creet te onderzoeken en concreet te beoordeelen geval. Dit is de tweede schending van ons staatsrecht. De derde is, dat moties als de onderhavige te kust en te keur ruimte geven aan bedenkingen van allerlei aard, waarvan de voorstellers zich in den regel geen reken schap geven. In het onverhoopte geval dat deze motie door den Alkmaarschen Raad werd aangenomen, zou men, een onderwijzeres op grond van een toekomstig huwelijk kunnen ontslaan, zou men zich ook kunnen bezondigen tegen den regel, dat een dergelijke bepa ling nooit mag hebben een terugwerkende kracht. Spreker wilde in verband hiermede wijzen op eenige uitspraken in Duitschland. Het Reichsgericht te Leipzig heeft 30 April 1896 beslist, dat het ontslag wegens huwelijk bij de aanstelling moet zijn bepaald, het Oberlandes Gericht te Frankfort am Main, dat het huwelijk nóch het bezit van kinderen ontslag moti veert. In de Duitsche ambtenaarswet staat een der- gelijke bepaling, in de Beiersche Beambtengesetz is bepaald, dat ieder ambtenaar verlof voor een huwelijk noodig heeft, maar dat is slechts een vraag van deco rum. In Duitschland, het land van het maszregeln, staat men dus op het standpunt, dat de dienstbetrek king onherroepelijk is, wanneer het ontslag alszooda- nig niet is vastgesteld en wij Nederlanders behoeven niet prat te gaan op onze vrijheid als we zien welk een vrijheid de Duitsche onderwijzeres geniet. In verschillende plaatsen in ons land heeft men öp dezelfde wijze als hierterstede getracht aan de ge huwde onderwijzeres ontslag te verleenen. Zoo te Hilversum, waar het initiatief door den heer Rutgers werd genomen, die in de Hilver- en Vechtbode heeft betoogd tegenover 'sprekers opvatting, dat de moge lijkheid bestaat, dat het ontslag geen straf moet_ wor den genoemd, als op de een of andere wijze de dienst betrekking eindigt en zich daarbij beriep op verschil lende gevallen, betrekking hebbende op het arbeids contract en deze in verband bracht met de wet op het Lager Onderwijs. Spreker handhaafde daartegenover zijn gevoelen, dat onder alle omstandigheden, welke men hier te be schouwen heeft, het ontslag niets anders is dan een straf. Het is eigenlijk slechts een spelen met woor den, omdat het woord ontslag aanleiding geeft tot zoodanige bewering. Ontslaan is een algemeene be naming, waarvan synoniemen zijn zoowel afscheidge- ven als wegzenden en wegjagen. Met het oog op een bepaald geval moet men beoordeelen of ontslag straf is ja of neen. Welke andere mogelijkheid is er dan in het ontslag' een straf te zien, als de persoon-in- kwestie bereid is op de gewone wijze haar plicht te vervullen en er op haar plichtsvervulling geen aan merking kan worden gemaakt? Het is een straf voor een hersenschimmig vergrijp. Nogmaals wees spreker op artikel 30 van de Lager Onderwijswet en vroeg daarna Wat begeert en wat verlangt men in deze motie? Dat de Raad artikel 30 van de Lager Onderwijswet zal aanvullen-, eigenmachtig zich plaatst op den stoel van den landswetgever, doet de taak van dezen. Uit de „Alkmaarsche Courant" van Zaterdagavond las spreker het bericht voor over het onderzoek, dat namens den minister van binnenlandsche zaken door provinciale en gemeentelijke autoriteiten wordt inge steld aangaande de gehuwde onderwijzeres in de Lage re School. Welke houding neemt, vroeg spreker, nu Gemeenteraad aan, die vooruitloopt op datgene, een dat de regeering beschouwt als te zijn van haar ge zag? Terwijl de rijkswetgever zich gereedmaakt op dit punt de Staten Generaal voor te lichten, wil men, dat de Raad daarop semier zal vooruitloopen, zich da delijk zal plaatsen op den stoel van den Rijkswetgever. Langs een omweg wil men, artikel 166 der Gemeente wet („De verordeningen tegen wier overtreding straf is gedreigd, worden, zooveel mogelijk ontworpen door een vaste commissie uit den Raad, waarvan de Bur gemeester voorzitter is) ter zijde stellen en weerloos maken, evenals de waarborgen, welke aan strafbepa lingen verbonden zijn. In strijd met bepalingen van de gemeentewet en de Lager Onderwijswet tracht men het opzet, dat de mo tie beoogt, zoo handig te bemantelen, dat het door het hoogste gezag niet kan worden achterhaald -een ver ordening kan worden vernietigd, een motie niet. Schuift men het gordijn weg, dan draagt het beeld, dat te voorschijn komt een heel leelijken naam, immers het heet wetsontduiking. En wil men dit vergoelijken door te zeggen, dat het in het belang van het onder wijs is, dan wordt het nog leelijker, want dan heet het: Het doel heiligt de middelen." In de derde plaats is het doel, dat de motie beoogt, in strijd met het belang van het onderwijs. Het strijdt met paedagogisehe eischen. Toen de heer Passtoors deze zaak in de Tweede Kamer ter sprake bracht zei- de hij te handelen krachtens een besluit van het Ka tholieke congres, waarbij aangenomen werd, dat de vrouw uit alle ambten moest worden verwijderd, al leen bezig moet zijn in het gezin. Spreker heeft gezegd, dat er een kruistocht tegen de gehuwde onderwijzeres zou begonnen worden. Er wordt gerekend op de algeheel© ontstentenis, op het gebrek aan de inrichting van onze administratieve rechtspraak. Aan dit bedrijf, oorspronkelijk een uit vloeisel van clerical© geestdrift worden liberalen me deplichtig. Zij hebben een rad voor de oogen, hande len onder het voorwendsel „belang van het onderwijs,' en een zalving „belang der vrouw." Het eerste is er gerlijke misleiding, het tweede een leugen. Wie het hoog© belang van deelneming van de vrouw aan het onderwijs niet begrijpt, kent de school niet. Wie is beter geschikt voor de opvoeding, wie kan heter de gevoelige snaren van het kindergemoed treffen dan de vrouw? De macht der vrouw is zoo schoon door Schiller ge schetst Machtig seid ihr, ilir seid's durch dei' Gegenwart ruhi- [gen Zauber; Was die stille nicht wirkt, wirket die rauschendo nie. Kraft er wart' ich vom Mann, des Gesetzes Würde [behaupt' er, Aber durch Anmut allein herrschet und herrsche das [Weib." Door bevoorrechting moest men de vrouw bij het on derwijs lokken. Pestallozi's richtsnoer bij het Lager onderwijs is de individualiteit van het kind op te spo ren en in de gave van intuïtie staat de man verre be neden de vrouw. Hij gebruikt het peillood van het verstand, zij gebruikt, inzaken van het gevoel, de in- spraak van het gevoel. Het zijn kortzichtige liberalen, als zij in arrenmoede uit de school de onderwijzeres bannen daardoor haar aantrekkelijkheid verminderen, haar macht verkleinen. Eerst met onze hulp heeft men dat pracht-exemplaar van een onderwijswet gekre gen, opdat het den neutralen staat niet aan vijanden zou ontbreken. Sommigen onzer hebben daarna naar het probleem gezocht hoe men scholen met den bijbel scholen zonder dat boek heeten kan. Thans sluiten wij voor de gehuwde onderwijzeres de openbare school, terwijl wij over de bijzondere geen zeggingsschap heb ben. Onnaspeurlijk zijn de raadsbesluiten van de Voor zienigheid in den Hoogen, maar ook op aarde zijn soms de raadsbesluiten onnaspeurlijk. Thans de vraag of het ontslag in het belang van de gehuwde onderwijzeres is>, die dan als vrouw in het ge zin werkzaam kan zijn. Tegen wie zoo redeneeren zeide spreker ronduit: dat belang raakt niet U, maar haar. Wij zijn de landsvaderlijkheid van weleer ontwassen. Tegen misbruik van economische zwakheid keere zich de staatsarm. Maar in onze samenleving gaat de vrouw met den dag zich meer een werkkring verove ren. Men moge dit bejammeren, men kan dit even min keeren als de Niagara afdammen. Op weerzinwekkende en verontrustende manier wil men thans rechtschennis plegen en dit is te veront rustender waar deze poging uitgaat van personen, die tot wetsnaleving allereerst geroepen zijn, die een voor beeld moesten geven. Onkreukbaar moet gehandhaafd blijven het „de wet regeert." Zoodra men dezen regel gaat krenken, wordt het rechtgevoel geschokt en daarvan zijn de ge volgen niet te overzien en zij zijn des te erger naar mate de krenking sluwer is. Het „honesty is the best policy" geldt niet enkel in privaatrechterlijke maar ook in publiekrechterlijke verhoudingen. Zegeviert de slimheid^ dan betaalt het recht de kosten. In verband met de schade welke aan de paedagogie zou worden toegekend bij ontslag van de gehuwde on derwijzeres beriep spreker zich op een pas te Thubin- gen verschenen standaardwerk van een vrouw „Ju- genderziehung und Volkswohlfahrt." De poging welke men wil doen is een aanslag op de maatschappelijke behoefte der vrouw. Nederland komt bij het maatschappelijk verschijnsel, dat de vrouw een eigen werkkring zoekt hij de beschaafde landen achteraan. Blijkens een statistiek in de Gids is in Oostenrijk 53 procent, in Frankrijk 67 procent, in Zwitserland 71 procent, in Engeland 73 procent, in België 74 procent, in Duitschland 75 procent, in Ne derland 83 procent en in Amerika 86 procent van de vrouwen beroeploos. Het Katholieke congres, waarover de heer Passtoors sprak, spiegelt de gehuwde vrouw voor de zorg voor het gezin en den man en draagt de ongehuwde op beide te zoeken. Bij de behandeling van de motie-Passtoors is een stem vernomen, welke altijd gezag heeft, namelijk die van den heer Savornin Lobman, wien als schrijver van het standaardwerk over onze constitutie de con stitutioneel© vrijheden in het bloed zitten. Dit chris- telijk-historisch Kamerlid heeft er op gewezen, dat de wetgever moet erkennen en eerbiedigen de souvereini- teit in eigen kring. Als de menschen een huwelijk aandurven moeten ze zelf weten of hun omstandighe den het a lof niet toelaten, maar men mag de vrouw, die rechten heeft verkregen krachtens afgelegde exa mens, deze niet ontnemen. De vrouw zelf heeft het te weten, of zij beid© plich ten van onderwijzeres en van eohtgenoote kan vervul len, zonder dat een er onder lijdt. Als de moeielijkhe- den zoo groot zijn, dat haar geweten haar voorschrijft te moeten bedanken, dan zal zij dit wel doen. Het gaat niet aan verworven rechten klakkeloos te ontnemen, te straffen met ontslag zonder aanwijsbare oorzaak. Als spreker zich tegen de motie verzet dan is hij dus, hierop wenschte hij den nadruk te leggen, in goed gezelschap van een man van kerkelijke richting. Misschien zal men zich beroepen op andere gemeen ten. Maar voorbeelden moet men navolgen als ze goed zijn, niet de kwade. Het publieke leven moet men zuiver houden, niet enkel van rechtstreeksehe corruptie, waarvan in den jongsten tijd nog al eens1 sprake is, maar ook van slinksche inkruipsels. Te zorgen dat de wet regeert in Nederland is de eerste plicht van regeeringscol leges. Hadden we administratieve rechtspraak, de ge huwde onderwijzeres, die tegen haar ontslag in verzet kwam zou haar pleit winnen. Ik zoo eindigde spreker kan niet gelooven, dat de raad "dezer gemeente, welke zoovele historische herinneringen telt zal medewerken tot het bewandelen van zulke on-PIollandsche kronkelpaden en zijwegen. Wanneer een gemeente zulk een politiek bewandelen wil, dan stem ik haar af, onder welke omstandigheden ook en ik hoop dat de raad uwer gemeente desgelijks zal doen. I 1 Ijs5! Pffll In verband met de ruimte moeten we ten aanzien van het verdere verloop der vergadering kort zijn. De bat had niet plaats. De heer Aukes deelde, bij ont stentenis van den voorzitter, namens de afdeeling van „Volksonderwijs" mede, dat het bestuur dier afdeeling gistermiddag had vergaderd en zich in dezen geest had uitgesproken: omdat uit niets is gebleken dat de gehuwde onder wijzeres niet zou kunnen werkzaam zijn in het belang van de openbare school; op grond dat van wege den minister van Binnen landsche Zaken een onderzoek wordt ingesteld naai de gehuwde onderwijzeres op de O'. L. S.; op grond dat met het oog op een dusdanig geval te Rotterdam deze motie een gevaar kan opleveren voor de gehuwde onderwijzeres; betreurt het bestuur het dat deze motie bij den raad is ingediend en spreekt den hartelijken wensch uit dat de Raad niet tot aanneming daarvan zal overgaan. De voorzitter bedankte de afd. Volksonderwijs voor haren steun, betreurde de geringe opkomst die aan verschillende omstandigheden was te wijten en hoopte ten slotte dat het hier gesprokene zal worden overwo gen. Moge dan de beslissing van den Raad zijn dat de motie niet wordt aangenomen, dan zal dit voor den Bond van Alkmaar een© groote belooning zijn, waar van de eer in hoofdzaak toekomt aan den spreker van dezen avond, wien hij voor zijne bereidwilligheid dank zegde. Agenda. DINSDAG: Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, afd. Alkmaar, algemeene vergadering 8 uur, Central. Typografen Studieclub, 81/J uur, 't Wapen van Munster. Chr. Zangver. „God is mijn Lied," 8 uur, Ohr. School Doelenstraat. Zangv. „Halleluja," repetitie, 8 uur, nieuwe Doelen. Arb. Dam- en Schaakclub, 8 uur, café „Voorwaarts." Gymnastiek-vereeniging „Kracht en Vlugheid," jongens, 1ste afdeeling van 71/281/a uur. Heeren van 83/49s/4 uur in het „Gulden Vlies, Koorstraat. Alkmaarsche Tooneelvereeniging, repetitie, 81/a uur precies bovenzaal café „Suisse (Matthijsen) lange- straat. Mannenkoor „Excelsior," slotrepetitie 9 uur, Dili- gentia. Danscursus Groen, 8 uur, Harmonie. WOENSDAG Mannenkoor „De Vereenigde Zangers," repetitie, 's avonds 8 uur, gr. zaal N. H. Koffiehuis, Luttik Oudorp. Gymn.-ver. „De Halter", ledenafd. 89 uur, adspir.- afd. 910 uur, 't Gulden Vlies. Gymn.-ver. „Tumlust," oefeningsavond, 8x/4 uur. Gem. Koor, „Zanglust," 71/J uur. DONDERDAG: Gem. Zangv. „Nieuw Leven," repetie, 8 uur, Unie. Gymnastiek-vereeniging „Kracht en Vlugheid," jongens, 3de afdeeling van 53/4C3/4 uur. Jongens, 2de afd. van 78 uur, in het „Gulden Vlies, Koor straat. Danscursus-Groen, 8 uur, „Harmonie."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 2