STADSNIEUWS.
Uit Wïnkel.
Uit Broek op Lagendijk.
Uit Scbermerhorn
Gehuwde onderwijzeressen In de school.
demaeker en Rot is oorzaak dat do voorzitter kier bei
de beeren verzoekt niet in persoonlijkheden te verval-
De heer van Vloodorp zegt, dat-, uit de gehouden
besprekingen voldoende blijkt dat men het voorste
Hoedemaeker, uit een billijkheidsoogpunt ten opzichte
eener 17-jarige dienstvervulling, niet aannemelijk
acht, hoezeer men het dan ook eens is dat het we wa
duur ia voor het gepresteerde werk. Daarom gee
spreker den heer Hoedemaeker in overweging zijn
voorstel in te trekken en het voorstel Verwer e s eu
nen, waardoor bij bepaling eener schaal voor de te be
rekenen prijzen, de ingezetenen toch gebaat zullen
Z1Jï)e heer Hoedemaeker trekt nu zijn voorstel in
De voorzitter zal nu het voorstel Yerwer met de
wethouders nader onder de oogen zien.
Van verschillende zijden wordt er op gewezen dat
dit de bedoeling niet is, maar dat de raad nu direct
uit wil maken of de instructie voor de vroedvrouw a
of niet, in den door den heer Verwer bedoelde zin, zal
worden aangevuld.
De heer Verwer heeft er niets op tegen dat zijn
voorstel aldus in stemming wordt gebracht, mits het
tarief vóór Januari a.s. vastgesteld wordt.
De voorzitter zegt toe hierover eene vergadering
vóór Januari te zullen houden.
Daarop wordt bij meerderheid van stemmen beslo
ten de instructie voor de vroedvrouw te wijzigen.
Op een verzoek van de afd. „Het Witte Kruis om
in den a.s. winter een der schoollokalen te mogen ge
bruiken voor het houden van een cursus in eerste hulp
bij ongelukken, wordt gunstig beschikt.
Daarna wordt overgegaan tot behandeling der be
grooting voor 1910.
Do voornaamste posten, welke aanleiding tot. be
merking geven zijn de volgende: Bestrating', belooning
veldwachter en vuur- licht en onderhoud van de
schoollokalen. i
Bij de post bestrating vraagt de heer van Vloodorp
naar de bedoeling van de uitgetrokken som ad 200.
De voorzitter begrijpt de bedoeling der vragen en
zegt toe dat B. en W. met een voorstel zullen komen
om in 1910 tot nieuwe bestrating over te gaan. Waar
daarmede zooveel kosten gemoeid zullen zijn, dat het
toch niet uit de gewone middelen te vinden is, daar
dient die zaak toch bij suppl. begrooting behandeld te
worden.
B. en W. stellen verder voor het salaris van den
veldwachter te verhoogen met 100, o.a. ter verge»
ding zijner kermisfooien, die hij nu moet missen, door
dat er thans van de kraamhoudërs staangeld wordt
geheven.
De heer van Vloodorp heeft met eemge verbazing
van dit voorstel kennis1 genomen. Spreker begrijpt
dat Houtman indertijd bij zijn aanstelling op die emo
lumenten is gewezen, en dat bij het te niet gaan (ten
gevolge van een raadsbesluit) van die emolumenten,
eene vergoeding wordt toegekend, acht spreker billijk.
De vraag is maar hoeveel bedroegen die emolumenten
en spreker heeft van ter zijde gehoord dat dit ongeveer
40 per jaar is. Ook betwijfelt spreker sterk of er nu
in het geheel geen fooien gegeven worden en daarom
had spreker wel verwacht dat B. en W. eene verhoo-
ging van 25 zouden hebben voorgesteld. Uit den
aanslag van den veldwachter in den Hoofd. Omslag
blijkt dat er voor die fooien nooit iets berekend werd.
De heer Hoedemaeker gaat geheel aceoord met het
gesprokene door den heer van Vloodorp; hij wijst er
op hoe Houtman sedert zijne aanstelling verschillende
bijhaantjes heeft gekregen, o.a. dat van havenmeester
en marktmeester.
De heer Blokdijk (wethouder) zegt aan het opma
ken dezer begrooting niet te hebben medegewerkt. In
verband met de bedoeling' waarvoor de verhooging ge
geven zou worden, acht spieker eene som van 50 be
ter te verdedigen. Hij maakt daarvan een voorstel.
Dit voorstel door B. en W. overgenomen, wordt met 4
tegen 3 stemmen aangenomen.
(Tegen de beeren Eisma, van Vloodorp en Hoede
maeker.)
Bij den post vuur en verwarming der schoollokalen
wordt door de hoeren Hoedemaeker, Blokdijk en Eis
ma op bezuiniging aangedrongen. B. en W. beloven
een onderzoek te zullen instellen.
De overige posten gaan er than3 onveranderd door
en wordt de begrooting met algemeene stemmen in
ontvangst en uitgaaf vastgesteld op 19094.18V2,
met een saldo voor onvoorziene uitgaven ad 516.51J.
Vervolgens wordt met algemeene stemmen goedge
keurd, do Begrooting' Gemeente Wees- en Armenhuis,
dienst 1910.
De voorzitter deelt hierna mede, dat de tijdelijke on
derwijzeres, mej, van Woerkum, vermoedelijk 1 No
vember a.s. de gemeente gaat verlaten en vraagt- mach
tiging, om tegen hetzelfde salaris, weder eene tijdelij
ke onderwijzeres aan te kunnen stellen.
Goedgevonden.
Alarm gaat de Raad over in comité-generaal, ter
bespreking van de voordracht voor een Hoofd der
School.
Na wederopening der vergadering wo-rdt met alge
meene stemmen tot hoofd dei' school benoemd dé heer
A. O. Nakken te Haarlem.
Bij de rondvraag zegt de heer Blokdijk het vorige
jaar van mfeening geweest te zijn dat de benoeming
van een dames-commissie voor toezicht op het hand-
werkonderwijs aan den Raad was. Hij heeft nog eens
nader de zaak bestudeerd en meent dat inderdaad, op
grond van art. 102 der wet op het Lager Onderwijs,
door B. en W. den juisten weg bewandeld is.
De voorzitter voegt er aan toe, dat door hem deze
zaak besproken is met den districtsschoolopziener en
den hoofdcommies van de 3de afdeeling van Ged.
Staten en dat beiden hem in het gelijk gesteld hadden.
Hij zegt dat het genomen raadsbesluit indertijd in
strijd met de wet genomen is en daarop in eene vol
gende vergadering te hebben gewezen.
De heer van Vloodorp zal zich bij de uitspraken van
de genoemde autoriteiten gaarne neerleggen, maar
merkt op dat: le. door hem de door den voorzitter
bedoelde vergadering niet is bijgewoond en ten 2e, dat
er geen woord van te vinden is in de notulen. Bijge
volg heeft spreker, zich beroepende op het genomen
raadsbesluit, tegen de benoeming door B. en W. ver
zet, omdat hij meende dat dit recht aan den Raad
toekwam en hij zich zijne rechten niet laat ontnemen.
De voorzitter zegt dat dit ook niet de bedoeling van
B. en W. geweest is.
Nadat de hoeren Eisma en Rot nog eenige wenken
gegeven zijn ten opzichte der bezuiniging met de ver
warming der schoollokalen en de eerste nog eenige
inlichting vraagt omtrent het invoeren der vrije- en
ordeoefeningen, wordt de vergadering door den voor
zitter gesloten.
Maatschappij tot nut voor 't algemeen van hare rei- i
zende bibliotheken, een kist ontvangen met ruim 100
boekwerken.
Tot beheerder en plaatsvervanger zijn benoemd de
hoeren T. Engel en A. Nobel.
De catalogi van beide bibliotheken is voor de lezers
verkrijgbaar tegen 0.05, terwijl voor elk boekdeel
1 cent moet worden betaald.
Elke week, en wel Dinsdagmiddag na 3 /2 uur, is
er gelegenheid tot het in ontvangst nemen van boeken.
Door de militieraad te Alkmaar zijn 4 lotelingen
die een laag nummer hadden getrokken afgekeurd
voor den dienst bij de nationale militie. Tegen deze
uitspraak is doer C. Witsmeer, als vader van een lote-
ling die tengevolge daarvan zal moeten opkomen, bij
Gedeputeerde Staten bezwaren ingebracht.
een
Maandagavond j.l. zou er volgens publicatie
vergadering worden gehouden van 't Plaatselijk On-
derlinge Begrafenisfonds" alhier in café „Welgele
gen."
Daar het de „jaarvergadering" was, zoo werd op een
talrijke opkomst gerekend. Afwezig de helft van t
bestuur, echter één met kennisgeving, en alle leden
behalve de kastelein. Het fonds verdient dus wel de
naam van „Doodefonds." Onbegrijpelijk, daar het
toch 500 leden telt. De schuld maar aan het weer?
C-
■P 9
Aan de afslagmarkt te Broek op Langedijk werd de
vorige week aangevoerd 14.000 bos wortelen, 159.800
bloemkoolen, 257.000 roode kooien, 71.900 gele koo-
len, 120.300 witte kooien, 752 balen zilveroren en
nep, 1070 balen uien, 21.600 bieten, 6100 ram
menassen, 302 balen wortelen. 285 balen roode kool en
1 wagon witte kool a 10.000 K.G.
De groentenhandel is zeer stug, in den loop der vo
rige week werden verscheidene wagons witte kool aan
geboden, welke werden opgehouden op 60 per 10.000
K.G. -
Van de laadplaats- aldaar werden m die week ver
zonden 124 wagonladingen groenten.
De rederijkerskamer „Amicitia" gaf Zondag weder
een goed geslaagde uitvoering. De opgevoerde stuk
ken „Francesco Baldin," drama van dr. O. A. 1 enthoi,
„Na lijden komt verblijden," eene dramatische schets
'en „Rosalie," blijspel van Max Maureij, benevens eeni
ge ter afwisseling gegeven tableaux-vivants vielen
zeer in den smaak van het publiek.
In de gisteren te Amsterdam gebciden algemeene
ledenvergadering van de vereeniging „Hat Groot Noord-
hollandsch Begrafenisfonds" warden tot bestuursleden
herkozen de heeren Jhr. Mr. P. van Foreest te Heiloe
en C. D. Donatk te Alkmaar.
In dezelfde vergadering werd het jaarverslag over
het op 30 Juni g»eindigde boekjaar uitgebracht on de
balans goedgekeurd. Op dit verslag komen wij in een
volgend nummer terug.
Uit St. Panc-as
De afdeeling St. Pancras van „Volksonderwijs"
heeft bij hare bibliotheek, evenals vele, ook van de
De afdeeling Alkmaar van den Bond van Ned-er-
landsche onderwijzers had zoodra het voorstel bekend
werd, dat de heeren Glinderman, Zaadnoordijk en
Dorb'eck hebben ingediend („De Raad van oordeel,
dat het in de school werkzaam blijven van onderwijze
ressen na haar huwelijk niet het belang is van het
onderwijs, gaat over tot de orde van den dag.") maat
regelen genomen tot het beleggen van een openbare
vergadering, gelijk de voorzitter', de heer J. T. Kooij
gisteravond zeide, om den Raad te doen zien hoe de
vakvereeniging, misschien ook hoe het publiek denkt
over deze motie, in de hoop, dat hier de wet niet klak
keloos zal worden ontdoken, zooals dit elders reeds is
geschied. 1
In Diligentia had die vergadering plaats en als
spreker trad op mr. J. A. Levy uit Amsterdam.
De spreker begon met er op te wijzen, dat-de motie
blijkbaar in haast gesteld is: er had zeker moeten
staan „in het belang," inplaats van het belang. De for-
muleering is even fout als de motie zelf. bprekei zijn
zeer weinig voorstellen bekend, welke, voorgelegd aan
regeeringscolleges, zoozeer onderhevig zijn aan tal van
bezwaren als deze motie, die belangen van allerlei
aard schendt. Gelet op den inhoud, gelet op het
oogmerk, gelet ook op de gevolgen, is deze motie in
strijd met ons staatsrecht, met de wet op het Lager
onderwijs, met deugdelijke paedagogiSehe eischen en
met de maatschappelijke behoefte der vrouw, die zij
treffen wil.
Allereerst ontwikkelde spreker zijn staatsrechterlijk
bezwaar. De vorm, waarin men den Raad een besluit
wil doen nemen doet dit op zich zelf niet van practi-
sche beteekenis zijn, maar dat besluit is bindend voor
de toekomst. Dergelijke academische moties zonder
onmiddellijke toepassing zijn inconstitutioneel© in-
kruipsels.
Artikel 134 van de Gemeentewet zegt: „Aan den
Raad behoort, met betrekking- tot de regeling en het
bestuur van de huishouding der gemeente, alle be
voegdheid die niet bij deze of eenige andere wet aan
den Burgemeester, of aan Burgemeester en Wethou
ders is opgedragen".
De Raad heeft dus te regelen, te besturen, dat zijn
handelingen en moties zijn eigenlijk niets dan woord-
tournooien. De inhoud dezer motie doelt op hare ge
volgen, welke men later er door wil verkrijgen, als
men op een gegeven oogenblik een gehuwde onderwij
zeres uit hare betrekking wil ontslaan. Zulk een ont
slag is een straf in den vblsten zin des woords. Be
risping en schorsing kunnen tuchtmiddelen zijn, het
ontslag snijdt de li economischen levensdraad af, kan
broodeloos maken, handelt en doet soms zoo. In de
wet op het Lager onderwijs worden in de artikel 37 en
38 de. straffen genoemd en daaronder ook het ontslag.
Het ontslag wordt geregeld in artikel 19 juncto arti
kel 30 van die zelfde wet. Het kan niet gegeven wor
den. dan wegens plichtsverzuim.
Is het huwelijk op zich zelf plichtsverzuim? Bestaat
eT een of andere reden, welke het huwelijk tot plichts
verzuim maakt of aanleiding daartoe geeft? Spreker
beantwoordde die vraag beslist ontkennend. De straf
is gegrond op de verwachting, dat uit het huwelijk
plichtsverzuim voorkomen kan. Een dergelijk antece
dent van machtsaanmatiging is in ons staatsrecht be
kend. In de code pénal was opgekomen het verbod
van coalitie van arbeiders, waaruit de onmogelijkheid
van staking voortvloeide. Minister Jolles stelde op
heffing van die bepaling voor, om staking mogelijk te
maken. Een conservatieve phalanx, met I. Heemskerk
aan de spits, kwam hiertegen in verzet, omdat men
vreesde dat bij staking rustverstoring zou kunnen
voorkomen. In woord en geschrift heeft spreker deze
drogreden bestreden en zijn bescheid luidde: „wacht
tot er rustverstoring is voorgekomen', dan kunt ge ze
bedwingen." Hetzelfde bescheid geeft spreker ook
thans. Instede van objectief te werk te gaan en aan
wijsbare daden af te wachten, gaat men van subjectie
ve verwachtingen uit en wil men hierop straffen.
Niemand kan op zulk een wijze aan straf ontkomen.
Het woord van de ouden: „Men prijze niemand vóór
zijn dood" en het woord uit het Evangelie: „Die
staat, zie toe dat hij niet valle" dienen hierbij steeds
voor oogen te worden gehouden.
Wat men thans wil is geweldpleging aan den rechts
staat. Of men publiekrechterlijk dan wel privaatrech
terlijk straft, altijd geldt de regel: Niemand mag tot
straf vervolgd worden en veroordeeld dan op de wij ze en
in de gevallen, waarin bij de wet is voorzien." Dewoor-
den „bij de wet" dienen zóó te worden opgevat, dat
daartoe ook behoort iedere verordening van een wette
lijk bevoegd verklaarde macht.
Herhaaldelijk is beproefd bij een verordening van
den Raad bestemd om algemeen toegepast te worden,
to doen uitspreken, dat ontslag volgt op het huwelijk
van onderwijzeressen. De proef is- telkens mislukt.
Bij verschillende gelegenheden werd zoodanige veror
dening door de regeering vernietigt, omdat het artikel
30 van de Lager onderwijswet zou omverwerpen.
Dit artikel kent slechts ontslag toe in een con
creet te onderzoeken en concreet te beoordeelen geval.
Dit is de tweede schending van ons staatsrecht. De
derde is, dat moties als de onderhavige te kust en te
keur ruimte geven aan bedenkingen van allerlei aard,
waarvan de voorstellers zich in den regel geen reken
schap geven. In het onverhoopte geval dat deze motie
door den Alkmaarschen Raad werd aangenomen, zou
men, een onderwijzeres op grond van een toekomstig
huwelijk kunnen ontslaan, zou men zich ook kunnen
bezondigen tegen den regel, dat een dergelijke bepa
ling nooit mag hebben een terugwerkende kracht.
Spreker wilde in verband hiermede wijzen op eenige
uitspraken in Duitschland. Het Reichsgericht te
Leipzig heeft 30 April 1896 beslist, dat het ontslag
wegens huwelijk bij de aanstelling moet zijn bepaald,
het Oberlandes Gericht te Frankfort am Main, dat het
huwelijk nóch het bezit van kinderen ontslag moti
veert. In de Duitsche ambtenaarswet staat een der-
gelijke bepaling, in de Beiersche Beambtengesetz is
bepaald, dat ieder ambtenaar verlof voor een huwelijk
noodig heeft, maar dat is slechts een vraag van deco
rum. In Duitschland, het land van het maszregeln,
staat men dus op het standpunt, dat de dienstbetrek
king onherroepelijk is, wanneer het ontslag alszooda-
nig niet is vastgesteld en wij Nederlanders behoeven
niet prat te gaan op onze vrijheid als we zien welk een
vrijheid de Duitsche onderwijzeres geniet.
In verschillende plaatsen in ons land heeft men öp
dezelfde wijze als hierterstede getracht aan de ge
huwde onderwijzeres ontslag te verleenen. Zoo te
Hilversum, waar het initiatief door den heer Rutgers
werd genomen, die in de Hilver- en Vechtbode heeft
betoogd tegenover 'sprekers opvatting, dat de moge
lijkheid bestaat, dat het ontslag geen straf moet_ wor
den genoemd, als op de een of andere wijze de dienst
betrekking eindigt en zich daarbij beriep op verschil
lende gevallen, betrekking hebbende op het arbeids
contract en deze in verband bracht met de wet op het
Lager Onderwijs.
Spreker handhaafde daartegenover zijn gevoelen,
dat onder alle omstandigheden, welke men hier te be
schouwen heeft, het ontslag niets anders is dan een
straf. Het is eigenlijk slechts een spelen met woor
den, omdat het woord ontslag aanleiding geeft tot
zoodanige bewering. Ontslaan is een algemeene be
naming, waarvan synoniemen zijn zoowel afscheidge-
ven als wegzenden en wegjagen. Met het oog op een
bepaald geval moet men beoordeelen of ontslag straf
is ja of neen. Welke andere mogelijkheid is er dan
in het ontslag' een straf te zien, als de persoon-in-
kwestie bereid is op de gewone wijze haar plicht te
vervullen en er op haar plichtsvervulling geen aan
merking kan worden gemaakt? Het is een straf voor
een hersenschimmig vergrijp.
Nogmaals wees spreker op artikel 30 van de Lager
Onderwijswet en vroeg daarna
Wat begeert en wat verlangt men in deze motie?
Dat de Raad artikel 30 van de Lager Onderwijswet
zal aanvullen-, eigenmachtig zich plaatst op den stoel
van den landswetgever, doet de taak van dezen.
Uit de „Alkmaarsche Courant" van Zaterdagavond
las spreker het bericht voor over het onderzoek, dat
namens den minister van binnenlandsche zaken door
provinciale en gemeentelijke autoriteiten wordt inge
steld aangaande de gehuwde onderwijzeres in de Lage
re School. Welke houding neemt, vroeg spreker, nu
Gemeenteraad aan, die vooruitloopt op datgene,
een
dat de regeering beschouwt als te zijn van haar ge
zag? Terwijl de rijkswetgever zich gereedmaakt op
dit punt de Staten Generaal voor te lichten, wil men,
dat de Raad daarop semier zal vooruitloopen, zich da
delijk zal plaatsen op den stoel van den Rijkswetgever.
Langs een omweg wil men, artikel 166 der Gemeente
wet („De verordeningen tegen wier overtreding straf
is gedreigd, worden, zooveel mogelijk ontworpen door
een vaste commissie uit den Raad, waarvan de Bur
gemeester voorzitter is) ter zijde stellen en weerloos
maken, evenals de waarborgen, welke aan strafbepa
lingen verbonden zijn.
In strijd met bepalingen van de gemeentewet en de
Lager Onderwijswet tracht men het opzet, dat de mo
tie beoogt, zoo handig te bemantelen, dat het door het
hoogste gezag niet kan worden achterhaald -een ver
ordening kan worden vernietigd, een motie niet.
Schuift men het gordijn weg, dan draagt het beeld,
dat te voorschijn komt een heel leelijken naam, immers
het heet wetsontduiking. En wil men dit vergoelijken
door te zeggen, dat het in het belang van het onder
wijs is, dan wordt het nog leelijker, want dan heet het:
Het doel heiligt de middelen."
In de derde plaats is het doel, dat de motie beoogt,
in strijd met het belang van het onderwijs. Het strijdt
met paedagogisehe eischen. Toen de heer Passtoors
deze zaak in de Tweede Kamer ter sprake bracht zei-
de hij te handelen krachtens een besluit van het Ka
tholieke congres, waarbij aangenomen werd, dat de
vrouw uit alle ambten moest worden verwijderd, al
leen bezig moet zijn in het gezin.
Spreker heeft gezegd, dat er een kruistocht tegen
de gehuwde onderwijzeres zou begonnen worden. Er
wordt gerekend op de algeheel© ontstentenis, op het
gebrek aan de inrichting van onze administratieve
rechtspraak. Aan dit bedrijf, oorspronkelijk een uit
vloeisel van clerical© geestdrift worden liberalen me
deplichtig. Zij hebben een rad voor de oogen, hande
len onder het voorwendsel „belang van het onderwijs,'
en een zalving „belang der vrouw." Het eerste is er
gerlijke misleiding, het tweede een leugen. Wie het
hoog© belang van deelneming van de vrouw aan het
onderwijs niet begrijpt, kent de school niet. Wie is
beter geschikt voor de opvoeding, wie kan heter de
gevoelige snaren van het kindergemoed treffen dan
de vrouw?
De macht der vrouw is zoo schoon door Schiller ge
schetst
Machtig seid ihr, ilir seid's durch dei' Gegenwart ruhi-
[gen Zauber;
Was die stille nicht wirkt, wirket die rauschendo nie.
Kraft er wart' ich vom Mann, des Gesetzes Würde
[behaupt' er,
Aber durch Anmut allein herrschet und herrsche das
[Weib."
Door bevoorrechting moest men de vrouw bij het on
derwijs lokken. Pestallozi's richtsnoer bij het Lager
onderwijs is de individualiteit van het kind op te spo
ren en in de gave van intuïtie staat de man verre be
neden de vrouw. Hij gebruikt het peillood van het
verstand, zij gebruikt, inzaken van het gevoel, de in-
spraak van het gevoel. Het zijn kortzichtige liberalen,
als zij in arrenmoede uit de school de onderwijzeres
bannen daardoor haar aantrekkelijkheid verminderen,
haar macht verkleinen. Eerst met onze hulp heeft
men dat pracht-exemplaar van een onderwijswet gekre
gen, opdat het den neutralen staat niet aan vijanden
zou ontbreken. Sommigen onzer hebben daarna naar
het probleem gezocht hoe men scholen met den bijbel
scholen zonder dat boek heeten kan. Thans sluiten
wij voor de gehuwde onderwijzeres de openbare school,
terwijl wij over de bijzondere geen zeggingsschap heb
ben. Onnaspeurlijk zijn de raadsbesluiten van de Voor
zienigheid in den Hoogen, maar ook op aarde zijn
soms de raadsbesluiten onnaspeurlijk.
Thans de vraag of het ontslag in het belang van de
gehuwde onderwijzeres is>, die dan als vrouw in het ge
zin werkzaam kan zijn.
Tegen wie zoo redeneeren zeide spreker ronduit:
dat belang raakt niet U, maar haar. Wij zijn de
landsvaderlijkheid van weleer ontwassen.
Tegen misbruik van economische zwakheid keere
zich de staatsarm. Maar in onze samenleving gaat de
vrouw met den dag zich meer een werkkring verove
ren. Men moge dit bejammeren, men kan dit even
min keeren als de Niagara afdammen.
Op weerzinwekkende en verontrustende manier wil
men thans rechtschennis plegen en dit is te veront
rustender waar deze poging uitgaat van personen, die
tot wetsnaleving allereerst geroepen zijn, die een voor
beeld moesten geven.
Onkreukbaar moet gehandhaafd blijven het „de wet
regeert." Zoodra men dezen regel gaat krenken,
wordt het rechtgevoel geschokt en daarvan zijn de ge
volgen niet te overzien en zij zijn des te erger naar
mate de krenking sluwer is. Het „honesty is the best
policy" geldt niet enkel in privaatrechterlijke maar
ook in publiekrechterlijke verhoudingen. Zegeviert
de slimheid^ dan betaalt het recht de kosten.
In verband met de schade welke aan de paedagogie
zou worden toegekend bij ontslag van de gehuwde on
derwijzeres beriep spreker zich op een pas te Thubin-
gen verschenen standaardwerk van een vrouw „Ju-
genderziehung und Volkswohlfahrt."
De poging welke men wil doen is een aanslag op de
maatschappelijke behoefte der vrouw. Nederland
komt bij het maatschappelijk verschijnsel, dat de
vrouw een eigen werkkring zoekt hij de beschaafde
landen achteraan. Blijkens een statistiek in de Gids
is in Oostenrijk 53 procent, in Frankrijk 67 procent,
in Zwitserland 71 procent, in Engeland 73 procent, in
België 74 procent, in Duitschland 75 procent, in Ne
derland 83 procent en in Amerika 86 procent van de
vrouwen beroeploos.
Het Katholieke congres, waarover de heer Passtoors
sprak, spiegelt de gehuwde vrouw voor de zorg voor
het gezin en den man en draagt de ongehuwde op
beide te zoeken.
Bij de behandeling van de motie-Passtoors is een
stem vernomen, welke altijd gezag heeft, namelijk die
van den heer Savornin Lobman, wien als schrijver
van het standaardwerk over onze constitutie de con
stitutioneel© vrijheden in het bloed zitten. Dit chris-
telijk-historisch Kamerlid heeft er op gewezen, dat de
wetgever moet erkennen en eerbiedigen de souvereini-
teit in eigen kring. Als de menschen een huwelijk
aandurven moeten ze zelf weten of hun omstandighe
den het a lof niet toelaten, maar men mag de vrouw,
die rechten heeft verkregen krachtens afgelegde exa
mens, deze niet ontnemen.
De vrouw zelf heeft het te weten, of zij beid© plich
ten van onderwijzeres en van eohtgenoote kan vervul
len, zonder dat een er onder lijdt. Als de moeielijkhe-
den zoo groot zijn, dat haar geweten haar voorschrijft
te moeten bedanken, dan zal zij dit wel doen. Het gaat
niet aan verworven rechten klakkeloos te ontnemen,
te straffen met ontslag zonder aanwijsbare oorzaak.
Als spreker zich tegen de motie verzet dan is hij dus,
hierop wenschte hij den nadruk te leggen, in goed
gezelschap van een man van kerkelijke richting.
Misschien zal men zich beroepen op andere gemeen
ten. Maar voorbeelden moet men navolgen als ze goed
zijn, niet de kwade.
Het publieke leven moet men zuiver houden, niet
enkel van rechtstreeksehe corruptie, waarvan in den
jongsten tijd nog al eens1 sprake is, maar ook van
slinksche inkruipsels. Te zorgen dat de wet regeert
in Nederland is de eerste plicht van regeeringscol
leges.
Hadden we administratieve rechtspraak, de ge
huwde onderwijzeres, die tegen haar ontslag in verzet
kwam zou haar pleit winnen.
Ik zoo eindigde spreker kan niet gelooven,
dat de raad "dezer gemeente, welke zoovele historische
herinneringen telt zal medewerken tot het bewandelen
van zulke on-PIollandsche kronkelpaden en zijwegen.
Wanneer een gemeente zulk een politiek bewandelen
wil, dan stem ik haar af, onder welke omstandigheden
ook en ik hoop dat de raad uwer gemeente desgelijks
zal doen. I 1 Ijs5! Pffll
In verband met de ruimte moeten we ten aanzien
van het verdere verloop der vergadering kort zijn. De
bat had niet plaats. De heer Aukes deelde, bij ont
stentenis van den voorzitter, namens de afdeeling van
„Volksonderwijs" mede, dat het bestuur dier afdeeling
gistermiddag had vergaderd en zich in dezen geest
had uitgesproken:
omdat uit niets is gebleken dat de gehuwde onder
wijzeres niet zou kunnen werkzaam zijn in het belang
van de openbare school;
op grond dat van wege den minister van Binnen
landsche Zaken een onderzoek wordt ingesteld naai
de gehuwde onderwijzeres op de O'. L. S.;
op grond dat met het oog op een dusdanig geval te
Rotterdam deze motie een gevaar kan opleveren voor
de gehuwde onderwijzeres;
betreurt het bestuur het dat deze motie bij den raad
is ingediend en spreekt den hartelijken wensch uit dat
de Raad niet tot aanneming daarvan zal overgaan.
De voorzitter bedankte de afd. Volksonderwijs voor
haren steun, betreurde de geringe opkomst die aan
verschillende omstandigheden was te wijten en hoopte
ten slotte dat het hier gesprokene zal worden overwo
gen. Moge dan de beslissing van den Raad zijn dat
de motie niet wordt aangenomen, dan zal dit voor den
Bond van Alkmaar een© groote belooning zijn, waar
van de eer in hoofdzaak toekomt aan den spreker van
dezen avond, wien hij voor zijne bereidwilligheid dank
zegde.
Agenda.
DINSDAG:
Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, afd. Alkmaar,
algemeene vergadering 8 uur, Central.
Typografen Studieclub, 81/J uur, 't Wapen van
Munster.
Chr. Zangver. „God is mijn Lied," 8 uur, Ohr. School
Doelenstraat.
Zangv. „Halleluja," repetitie, 8 uur, nieuwe Doelen.
Arb. Dam- en Schaakclub, 8 uur, café „Voorwaarts."
Gymnastiek-vereeniging „Kracht en Vlugheid,"
jongens, 1ste afdeeling van 71/281/a uur. Heeren
van 83/49s/4 uur in het „Gulden Vlies, Koorstraat.
Alkmaarsche Tooneelvereeniging, repetitie, 81/a uur
precies bovenzaal café „Suisse (Matthijsen) lange-
straat.
Mannenkoor „Excelsior," slotrepetitie 9 uur, Dili-
gentia.
Danscursus Groen, 8 uur, Harmonie.
WOENSDAG
Mannenkoor „De Vereenigde Zangers," repetitie,
's avonds 8 uur, gr. zaal N. H. Koffiehuis, Luttik
Oudorp.
Gymn.-ver. „De Halter", ledenafd. 89 uur, adspir.-
afd. 910 uur, 't Gulden Vlies.
Gymn.-ver. „Tumlust," oefeningsavond, 8x/4 uur.
Gem. Koor, „Zanglust," 71/J uur.
DONDERDAG:
Gem. Zangv. „Nieuw Leven," repetie, 8 uur, Unie.
Gymnastiek-vereeniging „Kracht en Vlugheid,"
jongens, 3de afdeeling van 53/4C3/4 uur. Jongens,
2de afd. van 78 uur, in het „Gulden Vlies, Koor
straat.
Danscursus-Groen, 8 uur, „Harmonie."