DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Vader Kondellk en bruidegom Wejwara.
No. 251.
Honderd en elfden Jaargang.
1909.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen^ uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P ikmaar S ©98©5 franco door het geheele Rijk f 1,
PP irtidedljke nummers 3 Cents.
WOENSDAG
der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N, V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/k, HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
27 OCTOBER.
FEUILLETON.
B1 N N KNLA N1).
TPelafsesaraiEssaer
ALKMAABSCHE COURANT,
-g t aKgnr 3aESC
i JLaUTE
ALKMAAR, 27 October.
Een geniaal Japansch staatsman, in naam resident
inderdaad evenwel dictator van Korea is in Charbin
vermoord. Prins Ito bevond zich in deze Mantsjoerij-
sche stad met den Russischen minister Kokoftsof en
is daar op het station doodgeschoten door een der Ko-
reanen, die met het doel, aan zijn leven een einde te
maken, zich naar die stad had begeven. Men heeft
hier te doen met een wraakneming. Korea is een on
fortuinlijk land, dat veel heeft te lijden gehad onder
het optreden van Japan. Ka den Russisch-Japanschen
oorlog is het zooveel als een wingewest van Japan ge
worden, dat zijn invloed sinds dien heeft doen toene
men door den keizer te noodzaken, afstand te doen
van den troon ten gunste van zijn zoon, die een in
strument in handen der Japanners is. Voortdurend
hebben de Japanners de teugels strakker aangehaald,
maar dat kon niet geschieden, zonder dat de Koreanen
werden behandeld op een wijze, die verzet uitlokte en
wraak opwekte. Prins Ito is het slachtoffer van die
wraak geworden. Reeds in Korea moeten er aansla
gen op zijn leven zijn beproefd, doch de waakzaamheid
der Japansche politie wist ze telkens te verijdelen. In
Charbin was die politie echter niet en de Russische
was blijkbaar niet op alle gebeurlijkheden voorbereid.
Zoo is daar de man gevallen, die tot de kundigste en
invloedrijkste Japansche staatslieden heeft behoord,
die bijv. de geestelijke vader van de in 1889 afgekon
digde Japansche grondwet wordt genoemd en van het
bondgenootschap dat in 1902 met Engeland werd ge
sloten, die als erkenning van zijn verdiensten eerst in
den gravenstand, daarna tot markies, eindelijk tot
prins werd verheven.
In het oog der Koreanen verpersoonlijkte de resi
dent-generaal te Seoel echter heel het Japansche
dwangbestuur, en het gunstige rapport, dat in het be
gin van dit jaar door de Japansche regeering werd
uitgegeven over de onder Ito's leiding tot 1 Januari
1908 ingevoerde hervormingen, en waarin herinnerd
werd aan al hetgeen in dien tijd gedaan is voor ad
ministratie, rechtspraak, financiën, verkeer, onderwijs,
heeft den wrok niet kunnen verminderen, dien de Ko
reanen tegen hem koesteren.
De moord op dezen man doet onwillekeurig herin
neren aan dien op den Russischen dictator in Fin
land, welke eenige jaren geleden plaats had. Bobrikof
was echter niet alleen zooals prins Ito de ver
persoonlijking van een gehaat stelsel, maar bovendien
een wreed, weinig bekwaam man.
Opmerkelijk is bet, dat de moord heeft plaats gehad
in het Mantsjoerije waar Rusland en Japan zoo heb
ben gevochten en juist op een oogenblik, dat er iets
broeit en dat er pogingen werden aangewend om er
ger te voorkomen. Immers naar verluidt had er een
ontmoeting van de beide staatslieden plaats, omdat
er gisting is in het Verre Oosten. Het schijnt dat de
vrede van Portmouth niet bevredigend is, dat Rus
land nöeh Japan en nog minder China zich erbij kun
nen neerleggen. En nu wordt vermoed dat te Char-
KLEINE GEBEURTENISSEN UIT HET
LEVEN VAN EEN PRAGER GEZIN
NAAR HET BOHEEMSCH
VAN.
IGNAT HERRMANN
door
S. J. BARENTZSCHöNBERG.
In den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; geb. 3.50.
81)
XIV.
DE VERLOVINGSDAG.
Na den fatalen Zaterdag waarop Kondelik Wejwara
mee naar den concerttuin had gesleept, volgde een
heerlijke Zondagmorgen, maar bij de Kondelik's stond
de barometer op somber en veranderlijk. Mevrouw
Betty kon de onoplettendheid van liaar man niet ver
geten. Zij had haar uiterste best gedaan een goed
souper klaar te maken en dat was haar belooning. En
dan de martelende vraag: waar waren ze met hun bei
den geweest?
In de vroegte was reeds een zekere spanning in de
9 lucht. Mevrouw Kondelik was opgestaan en zwijgend,
zonder den gewonen hartelijken morgengroet: „Goe
den morgen, mannie" naar de keuken gegaan om het
ontbijt gereed te maken. Josefine liep stil en somher
rond, zij vermoedde dat tusschen haar ouders iets niet
in den haak was. Alleen mijnheer Kondelik was
vroolijk, zeepte zich als gewoonlijk in en schoor zich
kalmpjes, waarbij hij zooals hij dit altijd deed, zacht
jes floot.
Hij had geen vermoeden hoe nauwkeurig zijn vrouw
elk zijner bewegingen volgde en bemerkte ook niet hoe
zij telkens een schok kreeg, wanneer hij begon te flui-
bin de eerste kneop gelegd zou worden voor een sa
mengaan der oeide vijanden van weleer te gen China.
De dood van prins Ito kan een samenkomst van histo
risch bel.ing verijdeld hebben!
GEMENGD fllEUWS.
Uit Ursem
Maandagmiddag te 2 ure vergaderde de raad dezer
gemeente. Afwezig was de heer J. Stam met kennis
geving.
Ingekomen v;as een kennisgeving d.d. 12 dezer van
den Commissf 'is der Koningin dezer provincie, hou
dende bericht dat met ingang van 28 dezer de heer
K. Laan wederom .tot burgemeester is benoemd, en in
zijn handel i e vereischte eeden had afgelegd. Alle
leden wenst'htm den voorzitter geluk met. zijn herbe
noeming.
Overeenkomstig een raadsbesluit had de secretaris
den heer A dm rtial te de Rijp aangeschreven, van
dezen was ihan-, bericht ingekomen dat hij zijn zaak
aan den heer v. d. Stok had overgedaan. Met den
nieuwen eigenaai was overeengekomen dat hij opgave
zou doen va al hetgeen er nu in den tuin van den
dokter moest worden geplant, zooals deze er nu ligt.
Deze opgave was ingekomen onder de toezegging, dat
zoo er een tuinman noodig was om te planten, deze
zou komen, onder t oorwaarde, dat de uitvoering niet
op zijn naam geschiedt.
Dit kon wi 1 gebeuren wanneer de Raad besloot, den
tuin te make zooals op de door hem gratis toegezon
den teekening was aangegeven.
Ook was van de. i beer Beemsterboer te Alkmaar
een gespecificeerde opgave ingekomen, van de door
hem noodig geachte planten, welke opgave hij de vo
rige maal in zijn geheel had gedaan.
Nadat men de plannon geruimen tijd bekeken had,
zeide de heer Schouten dat men met deze plannen
nog niet veel opschiet, daar het er op'aan komt, te
weten, wat men met pyi amidevruchtboomen bedoelt.
De heer Ho ïtkooper zeide van den heer v. d. Stok
te weten, dat deze gaarne zag dat een commissie uit
den Raad bij hsm kwam, dan kon men in zijn kweeke-
rij opgeven wat men wildt hebben en de boomen uit
zoeken.
De voorzitter verklaarde zich, met het oog op de
mindere kosten, er voor, oio het werk maar aan den
heer Beemsterboer op te dragen. De wethouder Kob-
bes deelde die meening
De heer Houtkooper stelde voor om beide plannen
aan te houden, en det'de in Me dat hij de moeite om
naar den heer v. d. Slok te gaan, wel wilde nemen,
wanneer daartoe ook ecu paar andere leden bereid wa
ren.
Het hoogste doel moet z. zijn, zooveel mogelijk
waarborgen te krijgen, dat wat gedaan wordt goed uit
valt.
De voorzitter merkte op, dat al kost het plan van
den heer v. d. Stok meer, men daarom nog de zeker
heid niet heeft, dut dit beter is, daar hij de ondervin
ding opgedaan heeft, dat men, bij welke kweekerij dan
ook, toch niet altijd krijgt, wat men gevraagd heeft.
De heer Houtkooper was van meening dat men
hetgeen wat men zelf uitzoekt 1och krijgt.
De voorzitter zeide dat men dat niet aan de boo
men kan zien, en stelde voor het aan den heer Beem
sterboer op te dragen.
In stemming gebracht, staakten de stemmen. (Te
gen stemden de heeren Hille, Houtkooper en Schou
ten).
ten. Wat was dat voor een melodie! En wat was dat
voor een liedje! De meester zong soms zonder erbij te
denken met halfluide stem: „O, Mathilde, ik heb je
zoo lief.
Iedere zenuw trilde nan mevrouw Kondelik's lichaatn.
Een leelijk vermoeden kwam in haar op. Diat was
geen liedje uit het koffiehuis, waar Kondelik in ge
zelschap zit van enkel waardige mannen ook heeft
geen handelsvriend, geen aannemer of huiseigenaar
hem dit lied voorgezongen. Dat kent hij pas sedert
gisteravond toen hij zijn vrouw en kind vergeten was
en wie weet in welk gezelschap veizeild was geraakt.
Zij waagde het niet ha::r gedachten den vrijen loop te
laten. En dat met Wejwara!
Maar nog wist zij zich. te befoeerschen tot haar man
klaar was. Toen stak ij het hoofd om de deur der
slaapkamer en sprak ijskoud:
De koffie staat op tafel.
Nog fluitend kwam Kondelik de eetkamer binnen,
met zijn schoon lifinengced aan eu in de vroolijkste
stemming. Hij scheen i iet te bemerken, dat zijn
vrouw op heete kolen zat. Hij hal zijn kopje reeds
bijna half leeggedronken, toen mevrouw Kondelik
zich niet langer kon bedwingei.
Zeg mij nu eens, Kondelik, wanr je gisteren met
Wejwara bent geweest? Waar je rondgezworven hebt?
De vraag werd op afgemeten toon, koel en zoodanig
gesteld, dat een antwoord -\olgen moest. Josefine
had reeds lang haar koffie gedronken en liep nu met
haar leege kopje naar de keuken.
Wel, waar zouden w;i geweest zijn, sprak Kon
delik ontwijkend. Wij hebben een petje Pilsner ge
dronken.
Eén potje? zei mevrouw Kondelik scherp.
Nu misschien zijn het er twee geweest.
Hij had best tien kunnen zeggen.
En bij twee glazen bier ben je tot tien uur blij
ven zitten?
Neen, antwoordde de meester gerekt, toen wij
naar huis gingen, zagen wij dat in een tuin gezongen
en gespeeld werd. Wejwara.
Wat Wejwara? viel hem zijn wouw in de rede.
De heer llille verklaarde dat het er niet om te doen
is liet plan van den heer Admiraal door te voeren.
Wie het krijgt kon hem niet schelen, maar het was
hem er om te doen, dat men weet wat men krijgt.
De heer Houtkooper merkte op dat het gewenscht
is, dat er spoedig gehandeld wordt en deed daarom het
voorstel een commissie te benoemen die de in den
tuin aan te brengen soorten en kwaliteiten onderzoekt.
De heer Hille verklaarde het daarmede eens te zijn en
zeide nogmaals, dat men alleen wilde voorkomen, dat
men een tuin krijgt die op niets lijkt.
De voorzitter verklaarde bet hiermede eens te zijn,
wanneer er gesproken kon worden van een tuin, die
door den heer Beemsterboer niet goed is aangelegd.
Na eenig over en weer gepraat kwam men overeen
aan den heer Beemsterboer te verzoeken, een opgave
te doen, welke soorten vruchtboomen en hoe oud hij ze
dacht aan te brengen.
Mlet het opgegeven aantal kon men zich wel veree
nigen, terwijl men het niet bezwaarlijk vond dat de
heer Beemsterboer zijn boomen uit Aalsmeer impor
teerde, daar de grond daar vrijwel met den grond ter
deze plaatse overeenkomt.
Aan de orde kwam daarna de benoeming van een
gemeente-opzichter. B. en W. stelden voor alvorens
tot de benoeming over te gaan, eerst de instructie
voor dezen ambtenaar vast te stellen. Dit werd goed
gevonden, waarop de secretaris op verzoek het ont
werp voorlas. De heer Houtkooper merkt op, dat in
dit--ontwerp de bepaling tot het bijhouden van den
ligger der wegen gemist wordt en sprak den wensch
uit dat die er alsnog in opgenomen werd. De heer
Schouten zou gaarne willen weten hoe de polder denkt
te handelen, daar de Raad daarmede nog niet in ken
nis is gesteld.
De wethouder Kobbes merkte op dat dit den Raad
niet aangaat, maar hij meende te weten dat het werk
aan de wegen wel verdeeld zal moeten worden, daar
de polder met de meening van den Raad ten aanzien
van het aanbesteden van eenig belangrijk werk, niet
zal meegaan. De heer Schouten is van meening dat
Gedeputeerde Staten de verdeeling van het werk niet
zullen goedkeuren.
De voorzitter vroeg of de Raad het noodig vond dat
de bepaling over het bijhouden van den ligger der we
gen, door den heer Houtkooper voorgesteld, in de in
structie zal worden opgenomen.
Met op een na algemeene stemmen werd dit aange
nomen. Tegen stemde de voorzitter.
De wethouder Kobbes sprak de wenschelijkheid uit,
te bepalen voor lioe lang de opzichter zal worden be
noemd, daar men, als hij niet bevalt, toch weer van
hem af moet kunnen komen. Hij stelde voor hem
voor den tijd van 3 jaar te benoemen.
De voorzitter wenschte dit voor een jaar te doen.
De heer Houtkooper wilde tevens een termijn van op
zegging in de instructie vastleggen. Ook las de heer
Houtkooper uit do instructie van een grootere plaats
voor dat er in bepaald is, dat bij ziekte, de ambtenaar
door een ander vervangen kan worden, op een wijze
door B. en W. goed te keuren.
Ook dit op te nemen kwam hem wenschelijk voor.
De beide voorstellen van den beer Houtkooper werden
aangenomen.
Met 4 stemmen voor en 2 stemmen tegen werd het
voorstel van den heer Hille, om den opzichter voor 2
jaar aan te stellen, aangenomen. Hierna werd het
goedgekeurd.
De voorzitter deelde mede dat er 19 sollicitaties
voor de betrekking van gemeente-opzichter waren in
gekomen, welke sollicitaties door den secretaris wer
den voorgelezen.
Heeft Wejwara je overgehaald erheen te gaan?
Och neen, zei de meester verlegen, Wejwara is
met mij meegegaan.
Natuurlijk, jij hebt hem meegelokt.
Nu ja, dan.
En wat was het eigenlijk?
Er waren café-cliantantzangers. Ik heb zoo ge
dacht zie je, Wejwara heeft zoo iets nog nooit ge
hoord of gezien en dus gingen wij er een poosje heen.
En toen het negen uur was, vond Wejwara dat het tijd
was om heen te gaan. En toen gingen wij dadelijk weg.
Wat zeur je toch voortdurend van tien uur
Ziezoo, bij café-chantant-zangers ben je dus ge
weest, zei mevrouw Kondelik op nadrukkelijken, toor-
nigen toon.
Ja, en wat zou dat? Is dat zoo erg? waagde de
meester beslist te zeggen, om den aanval 'af te wen
den.
Je vraagt of dat erg is, Kondelik? vervolgde zijn
vrouw koeltjes. Begrijp je dat niet? Je zegt, dat
Wejwara zoo iets nooit had gezien - dat geloof ik
ook en dat prijs ik in hem. En jij hebt het goedgevon
den hem zoo iets te laten zien op een tijd dat hij zich
niet Josefine wil verloven? Als het alleen maar zan
gers waren, zou ik er niets van zeggen. Maar er zijn
daar ook zangeressen! Spreek niet tegen, ik weet het!
Dat kan men op alle aanplakbiljetten zien. En die
hebben korte rokjes en opengewerkte kousen aan en
zingen dubbelzinnige liedjes, schoppen haar beenen in
de hoogte, hebben geen domino aan, bombardeeren de
mannen met brutale blikken en ik weet niet wat al
meer. En daarheen breng je den aanstaanden bruide
gom van Josefine? Jij, de aanstaande schoonvader,
den aanstaanden schoonzoon? En dat nu hij
aan niemand anders mag denken dan aan onze doch
ter? Nu leer je hem coupletten kennen, nietwaar?
Ik heb heel goed gehoord dat de li.edjes je niet uit het
hoofd willen en jij gelooft dat die dingen op Wej
wara geen invloed hebben? Dat ook hij niet voortdu
rend het coupletje van Mathilde neuriet? Niet alleen
dat je mij met een kalfsbout bij het fornuis laat wach-
ten, als de witte vrouw uit het sprookje, sleep je nog
De lieer Houtkooper zeide verwacht te hebben, dat
B. en W. met een voordracht waren gekomen, daar
liet den Raad bijna niet mogelijk is, enkel op grond
van die sollicitaties een keuze te doen. Hij achtte
een onderzoek wenschelijk en stelde daarom voor de
benoeming tot een volgende vergadering aan te hou
den, opdat men de noodige inlichtingen nog kan in
winnen. Daar men met het oog op den tuin van de
dokterswoning toch weer spoedig bij elkander ntoet
komen, kon men dit onderzoek nog zoo vlug mogelijk
doen.
De voorzitter zeide dat B. en W. het plan hadden
om de heeren Wijtte uit de Wogmeer en Wartenhorst
van Dirkshorn op de voordracht te plaatsen, daar het
hun voorkwam dat dit alleszins geschikte personen
waren.
De heer Schouten zeide het te betreuren dat de
heer v. d. Oord uit Hoorn zich niet beneden 100 als
zoodanig disponibel wilde stellen, daar hij deze als een
zeer geschikt persoon kent, ook vooral met het bijhou
den van den ligger der wegen. Met het oog daarop
stelde hij voor zich met het onderzoek tot de heeren
Wijtten, Wartenhorst en v. d. Oord te bepalen.
De voorzitter zeide dat men den heer v. d. Oord,
door diens bepaling ten opzichte van het salaris er
buiten moet laten, daar men anders onbillijk tegenover
de anderen wordt.
Er werd besloten de benoeming tot de volgende ver
gadering aan te houden.
Bij de rondvraag deelde de wethouder Kobbes mede
vernomen te hebben, dat de dokter gaarne wat hooger
salaris wenschte.
De voorzitter antwoordde, dat het voor den dokter
dan het beste is, zich met een schriftelijk verzoek tot
den Raad te wenden.
De wethouder Kommandeur stelde de vraag wat er
met de omgewaaide leuning aan den uitgangsweg ge
daan moet worden en meende dat verandering noodig
is, met het oog op het gevaar voor de paarden.
De voorzitter deelde mede, dat hij den veldwachter
reeds naar den heer Wijte, opzichter der Wogmeer,
had gezonden, daar de weg wel, maar de leuning de
gemeente niet toebehoort.
Niets meer aan de orde zijnde, werd de vergadering
onder dankzegging van den voorzitter gesloten.
Uit Schermchorn.
In de Maandagmiddag gehouden Raadsvergadering
was de heer de Boer wegens ongesteldheid afwezig.
Na opening der vergadering werden de notulen
vastgesteld en werd medegedeeld:
a. dat de kasverificatie aangaf een saldo van
525.45 conform de boeken en bescheiden
b. dat het aandeel in de kwade posten der grond
en personeele belasting voor deze gemeente bedroeg
6.48.
Deze mededeelingen werden voor kennisgeving aan
genomen.
c. dat Gedeputeerde Staten het verzoek om vrij
stelling voor het geven van onderwijs in de vrije- en
orde-oefeningen gymnastiek niet inwilligen.
De voorzitter gaf inlichtingen betreffende het on
derhoud met den schoolopziener dat hij onlangs had.
De toen door hem genoemde bezwaren werden door de
zen niet overwegend geacht. Zelfs was het z. i. geen
bezwaar wanneer de onderwijzeres, die de acte voor
dit vak nog niet heeft, voorloopig onderwijs zou ge
ven.
Bij de algemeene besprekingen merkte de heer Go-
vers op dat de Gemeente Warmenhuizen dit onderwijs
bij slecht weer gaf in een kolfbaan.
Verscheidene heeren gevoelden ook veel voor dit
idee.
den onervaren jongen mee naar dergelijke dinken? Ik
verschroei bij het fornuis, de saus verdampt, Josefine
loopt treurig de kamer op en neer en gij zit in
een concerttuin! Dat moet je maar zelf verantwoor
den, Kondelik, en.
Maar Betty! riep de meester eindelijk ongedul
dig, dat je dat eeuwige preeken nu niet kunt laten!
En bovendien de meisjes waren leelijk!
Dat was toeval, Kondelik, hield mevrouw Betty
hardnekkig vol. Maar als het Wejwara nu eens inviel
na te gaan waar ze mooier te vinden zijn? En zoo iets
doe jij op een oogenblik dat Wejwara voor jou slechts
hoogachting en onbegrensden eerbied moet hebben.
Respect zal hij voor jou wel al genoeg hebben,
Betty, en niet zoo'n beetje ook, barstte de meester
ruw uit, waarom moet ik hem ook nog angst aanja
gen? Voor den angst zijn de schoonmoeders op de we
reld, niet de schoonvaders
Het was zeer gewaagd van den meester zoo te spre
ken, waar hij toch onbetwistbaar de schuldige was en
hij zich voor zijn „wettelijken rechter" bevond. Doch
het woord was gesproken en was raak. Mevrouw Kon
delik, die de benaming „schoonmoeder" niet kon ver
dragen, zweeg verbluft. Ze was van haar apropos ge
bracht en wist niet hoe ze verder zou gaan. Om tijd
te winnen, sprak zij op bestraffenden toon:
Kondelik!
Ja, Betty, het is nu al mooi zoo, vervolgde de
meester, ziende dat hij terrein won. Wat je mij hebt
willen zeggen, heb je gezegd. Als Wejwara komt,
geef ik hem het hem toekomende gedeelte terug. Als
hij weet hoe het er bij ons vóór de schermen uitziet,
dan zal hem een kijkje er achter ook niet worden be
spaard. Nog is hij zijn eigen heer en meester, nog
kan hij terugkrabbelen. Ik geloof dat het hem tot nu
toe nog vrij staat liedjes te hooren, zooveel hij wil en
waar hij wil.
Wordt vervolgd.