DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 258.
Honderd en elfde Jaargang,
1909.
4 NOVEMBER.
Gemeenteraad van Alkmaar.
DONDERDAG
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar i 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
fetters f aar plaatsruimte.
Brïev n franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. I li ^Ms. COSTER ZOON, Voordam C 9.
VERGADERING van den
Woensdag 3 Nov. 1909's nam. 1 uur.
Voorzitter de Burgemeester, de keer Gk Ripping.
S cretari» de h< er C. D. Donatk.
2. Wijziging vet ordening op het benoemen e< ont-
slisan van sommige gemeente-ambtenaren
en bedie den.
3. .Rekening stads-zi; ktnhiis dienst 1908.
De uitgaven ten behoeve van bet stads-ziekenhuis
beloopen over het jaar 1908 22486.24, of 1169.24
boven de oorspronkelijke raming, de ontvangsten
22901.80, of 1584.80 boven de raming'.
3a. Rekening gemeenteslachthuis dienst 1308.
4. B grootii g stads ziekenhuis dienst 1910.
4a. Begiooüug g»me©fctefcli-chtkui dienst 1910
Gemcentebegrooting, dienst 1910,
raming f 628769 915.
hoofdstuk: n.
ALKMAARSCHE COURANT
Tegenwoordig 16 leden. Afwezig de keer van der;
B sek wegens ongesteldheid.
De notulen der vorige vergadering worden goed
gekeurd.
1. Mededeelingen.
Aan de vergadering wordt medegedeeld:
a. dat zijn ingekomen brieven van dr. L. M. ran
den Berg, van Mejuffrouw S. C. Land en van de hee-
ren L. Leijdesdorff en G, Trouw, iioudende dankbetui
ging voor hunne benoeming tot leeraren en leerares
aan de Handelsdagschool.
Voor- kennisgeving aangenomen.
B. en W. stellen den Raad voor:
Overwegende, dat het wenschelijk is om over te
gaan tot aanvulling der verordening op het benoemen
en ontslaan van sommige gemeente-ambtenaren en be
dienden;
Gelet op art. 45 der Gemeentewet te besluiten art.
1 der bovenbedoelde verordening, zooals die is vastge
steld bij raadsbesluit van 15 Januari 1902 (Gemeente
blad Ho. 141) en gewijzigd bij raadsbesluit van 10
Augustus 1904 (Gemeenteblad Ho. 174) in dier voege
aan te vullen, dat het benoemen en ontslaan van den
concierge van de Handelsdagschool aan burgemeester
en wethouders wordt opgedragen.
Cnform besloten.
De ontvangsten werden verhoogd met 1269.24,
zijnde 100 méér dan het tekort op de uitgaven nood
zakelijk maakte.
Het onderzoek der rekening, verricht door den Ge
meente-controleur, gaf, behoudens eenige kleine abui
zen in sommige rekeningen, overigens geen aanleiding
tot bet maken van bemerkingen, evenwel bleek -het
wenschelijk dat voortaan worde overgelegd eene op
gaaf van de prijzen waarvoor bij aanbesteding van
sommige benoodigdheden de levering is gegund.
De Oommissie tot de belastingzaken enz. adviseert
derhalve den Raad de rekening goed te keuren.
Goedgekeurd.
De rekening van bet gemeente-slachthuis over 1908
vermeldt in ontvangst en uitgaaf een totaal bedrag
van 19548.505.
Ontvangen werd: aan slachtgelden 15344.40; stal
gelden 808.35weegloonen 263.65keurloonen
865.04; voor gebruik van bet koelhuis 1780; ver
blijven van vleesch 50; steriliseeren 114.75; bet
verkooplokaal 13.75 en aan diverse ontvangsten
308.566.
De interest bedroeg 5883.22; de afschrijving 272.92
en bet voordeelig saldo 3082.825.
De Oommissie tot de belastingzaken enz. stelt den
Raad voor de rekening goed te keuren.
Goedgekeurd.
De uitgaven ten behoeve van bet stads-ziekenhuis
vcor bet jaar 1910 worden begroot op 23365.05 of
J 440.05 booger dan de raming voor 1909. De ont
vangsten vangen aan met bet voordeelig saldo der re
kening van 1908 ad 415.56.
Voor salaris suppoosten enz. wordt 200 meer ge
raamd ter verbooging van het salaris van den Direc
trice met 100 en voor aanstelling van eene leerling
verpleegster, waarvoor ook 100 is gerekend.
Regenten stellen deze hoogere raming voor, omdat
zij vermeenen dat de groote verantwoordelijkheid die
op de Directrice, vooral in de laatste tijden, tengevol
ge van het in omvang toenemen harer werkzaamheden
als zoodanig rust en moet rusten, niet behoorlijk wordt
beloond met een salaris van 700, terwijl zij de ver
meerdering van het aantal verpleegsters wenschelijk
achten om ben meerdere vrije dagen te laten genieten,
en omdat bovendien de regelmaat in bet verleenen bij
beurten van vrije dagen en uren op vastgestelde tijden,
beter *kan worden gewaarborgd. Daarenboven zal
minder tijdelijke hulp in de verpleging noodzakelijk
blijken te zijn.
De uitgaven wegens instrumenten, hoofdstuk XX,
zijn 100 hooger geraamd met bet oog op het aan
schaffen van verschillende instrumenten, die noodig
zijn voor een -in te richten onderzoekkamer voor den
geneeskundige.
De commissie tot de belastingzaken enz. stelt den
Raad voor te besluiten de begrooting voor het stads
ziekenhuis voor bet jaar 1910 in ontvang en uitgaaf
vast te stellen op 23365.05, met toekenning van eene
subsidie uit de gemeentekas van 17410.99.
Goedgekeurd.
Blijkens de begrooting voor bet gemeente-slachthuis
over 1910 worden de ontvangsten geraamd op
25274.55 en de uitgaven op 25137.55.
De ontvangsten wegens slachtgelden worden begroot
op J 19936.20, waaronder een bedrag van 200 voor
slachting van nuchtere kalveren, berekend naar 2000
stuks a 10 cent per stuk.
Behoudens enkele posten die hetzij gelijk bleven,
betzij eenigszins verhoogd werden, bedragen de ver
schillende uitgaven minder dan in 1909.
Wegens salarissen enz. wordt uitgetrokken 7757.50
tegen (5(4.16 in 1909, welk verschil moet worden
gezocht in de periodieke, verhooging der tractementen
Vim den eersten opzichter-hulpkeurmeester, den klerk
boekhouder en den machinist. Daarentegen zijn o.a.
verminderd de posten steenkolen voor bet machinebe
drijf met 600, duinwater met 345, gas voor gasmo-
tor enz. met 50, hooi, stroo enz. met 70, belasting
met 40.55" en onvoorzien met 104.965.
i De commissie tot de belastingzaken, enz. stelt den
Raad voor de begrooting voor bet gemeente-slachthuis
voor bet jaar 1910 goed te keuren.
Goedgekeurd.
Aljemeene beschouwingen
De heer Van Buijsen zegt, dat waar de raad
op bet punt staat deze begrooting vast te stellen wel
van pas is, op te merken dat deze begrooting niet zoo
veel aanleiding zal geven tot uitgebreide discussie als
die van 't vorig jaar. Ten vorigen jare werd door B. en
W. belasting-verhooging voorgesteld, die door den
raad niet werd goedgekeurd. Thans is geen belasting
verhooging voorgesteld en dat zal de burgerij aange
naam zijn. Belastingverhooging is ook niet aan te be
velen. De financieele toestand is niet onrustbarend,
zelfs gunstiger dan in menig andere gemeente. De
vraag- is echter of niet voorziening moet worden ge
troffen, om dien toestand te behouden.
Binnenkort zal men voor aankoop van grond moeten
leenen, dat kan niet zonder aflossing. Daarom zullen
er op de volgende begrooting posten voor aflossing
moeten voorkomen. Is dat wenschelijk?
Een middel om daaraan te ontkomen is de instel
ling van een grondbedrijf, waarover spreker in de 2e
sectie ook beeft gesproken. De aflossing en rente
komt ten laste van dat bedrijf.
Zoodoende is te verkrijgen, dat ieder oogenblik de
waarde van den grond overeenstemt met de schuld, die
er op rust en de gemeente-begrooting wordt er door
ontlast.
B. en W. hebben geantwoord, dat naar hunne mee
ning het grondbezit geen aanleiding geeft tot de in
stelling van een grondbedrijf. Onteigeningsplannen
zijn echter in overweging.
Spreker meent, dat de instelling van een grondbe
drijf eerder tot onteigening zal leiden en wensebt
daarom de instelling daarvan vooraf te laten gaan.
Spreker zag gaarne dat de raad zich hieromtrent
uitsprak en stelt voor een motie waarin de raad de
instelling van een grondbedrijf wenschelijk acht en
B. en W. uitnoodigt voorstellen daartoe te doen.
De heer (Jitenbosch kan niet zeggen dat bet
antwoord van B. en W. hem bevredigt. Antwoorden
als dit, zijn vaak aanleiding dat de zaak op de lange
baan wordt geschoven. Spr. vereenigt zich met het
geen door den beer van Buijsen is gezegd en betoogt,
dat de gemeente te weinig grond bezit. Aan de west
zijde der stad heeft men de uitbreiding der gemeente
opgehouden. Men wensebt thans aan die zijde der
stad weer een bouwterrein in exploitatie te brengen,
doch kan dat niet doen, dan eerst te hebben beSlist
over het in eigendom behouden van terreinen noodza
kelijk voor de riofeering. Spreker steunt daarom de
motie yan den heer Van Buijsen.
De voorzitter is van gevoelen dat de raad nu
geen oordeel kan vellen over de gevolgen van de in
stelling van een grondbedrijf. Om de zaak niet te
overhaast te behandelen zou spr. den raad willen aan
raden om aan B. en W. eerst een opderzoek op te dra
gen omtrent de instelling van een grondbedrijf.
De heer van B u ij s e n zou dan de motie in ban
den willen stellen van B. en W. om advies.
De beer Boel mans ter Spill is het met den
voorzitter eens; de beer Uitenboscb beeft meer be
toogd de wenschelijkheid van onteigening.
Spreker zou willen afwachten de beslissing over de
voorstellen tot onteigening en daarna de instelling
van een grondbedrijf willen behandelen.
Daarom zou 'spreker liever den Raad willen doen
uitspreken over een uitgebreid uitbreidingsplan. Spre
ker acht de motie prématur.
De heer van. Bu ij sen zegt dat bet juist zijn be
doeling is, dat de Raad zich uitspreken zou over de
instelling van een grondbedrijf, ook al zou de Raad
üventueele ontèigeningsplannen niet goedkeuren.
Juist het bestaan van bet grondbedrijf zal de ontei
geningsplannen bevorderen. Daarom wilde spreker
de zaak omkeeren.
De heer Pot kan zich allerminst vereenigen met
bet voorstel van B. en W. Men kan niet aannemen,
dat geen der leden van den raad van de zaak niets af
weet, men beeft er genoeg over kunnen lezen. Spre
ker is tegen uitstel. Er wordt hier al zopveel uitge
steld, alles zal later wel komen; daarmede kan hij zich
niet vereenigen.
De heer Boelmans ter Spill zal op algemeen
heden van den beer Pot niet ingaan, ze zijn even ge
makkelijk te weerleggen als dat ze uitgesproken wor
den. De beer Pot wil 't zelfde als de heer Uitenboscb.
Spreker acht bet weinige grondbezit dat wij hebben
onvoldoende om daarmede een grondbedrijf te begin
nen. Verder betoogt spr., dat onteigening met in
stelling van bet grondbedrijf gepaard moet gaan.
De heer Pot meent, dat de tijd om te onteigenen
thans gekomen is, bet land wordt duarder. Juist om
te voorkomen dat men duur zal moeten betalen zou
spreker willen aanbevelen nu tot bet grondbedrijf te
beslissen en reeds op kleine schaal willen beginnen.
De lieer Boelmans ter Spill betoogt, dat B.
en VVen den beer Pot niet zoover van elkaar staan,
doch dat zij verschillen in de wijze van behandeling
der zaak.
De heer Glinderman ondersteunt de motie
van Buijsen.
De voorzitter zegt de motie te beschouwen
wen als een voorstel dat in handen moet worden ge
steld van B. en W. om advies.
De heer van Buijsen kan zich daarmede veree
nigen.
De beer Dorbeck is evenals de beer Pot er voor
om in bet klein te beginnen en wil voorstellen thans
reeds de motie in stemming te brengen, omdat bij
bang is, dat de zaak noodeloos wordt uitgesteld.
De voorzitter meent, dat in het advies van B.
en W. duidelijk en breed bezwaren eu voordeelen kun
nen worden geformuleerd.
liet is niet zeker te zeggen, dat B. en W. er voor zul
len zijn, en dan kan de raad aan de hand van dit ad
vies beslissen.
De heer d e VV i t merkt op, dat ook in andere plaat
sen het grondbedrijf wordt ingesteld na aanneming
der onteigeningsplannen. Spr. zou willen afwachten
de voorstellen van B. en W. in verband met die ontei
geningsplannen.
De heer Pot acht .bet wenschelijk te weten boe de
Baad over de instelling van een grondbedrijf denkt,
dat kan spoedig genoeg door een eenvoudige stem
ming.
De beer Boelmans ter Spill meent, dat dan
ook de Raad zich zal moeten uitspreken over onteige
ning.
De beer Pot zegt dat de heer Boelmans ter Spill
dan maar de motie moet amendeeren.
De beer Glinderman wijst er op, dat thans
weer moties en amendementen ingediend worden en
dat reeds meermalen is gezegd, dat dit schriftelijk
moet gebeuren.
len slótte wordt het voorstel zonder hoofdelijke
stemming aangenomen, om de motie van den beer
van Buijsen in banden te stellen van B. en W. om ad
vies.
De beer Pot wensebt een en ander te zeggen waar
bij bij niet kort kan zijn.
Bij de begrooting is gevoegd een toelichting met
een toelicjiting omtrent de gemeentewerken. Wat
hebben de beeren er mee bedoeld dat ze zeggen, dat
zonder belastingverhooging de begrooting sluitend is
gemaakt. Is dat omdat men nu zeggen wilwij kun
neu ook wel de begrooting sluitend maken zonder be
lastingverhooging?
De voorzitter zegt, dat de bedoeling is dat B.
en W. er op hebben willen wijzen, dat-de toestand der
tinanciën niet ongunstig is.
De beer Pot voelt voor die opmerking niet veel.
Spr. treedt thans verder in beschouwing over de be
grooting, hoofdstuk III. Hij vindt er iets tegen dat men
haven-, lig- en kaaigelden laat betalen zonder dat men
er iets voor presteert. De ligplaatsen aan de Bierkade
en Voormeer zijn onvoldoende. Ook de toegang tot
de markt critiseert spreker; die toegang is nog als
vóór 40 jaren. Ook bij de Houttil is die toegang on
voldoende. De brug, waarover ai reeds zoo lang ge
leden werd gesproken, laat op zich wachten, er zal
onder het andere werk door aan worden gewerkt, staat
er ergens verder. oorts mist men alles omtrent die
zaken.
Spreker wijst er verder op, dat de begrooting voor
met de commissie van bijstand en den heer Looman,
die bier en daar inaar een greep doet. Op de ont-
werp-begrooting stonden keien, later waren die er af,
da beer Looman wilde ze niet.
De .voorziening van Ritsevoort en Gasthuisstraat
beeft thans plaats gehad ondanks de bezwaarde be
groeting van 1909. Het bek van de reiniging en de
weg aan de Breelaan zijn ook dingen, die uitgevoerd
zijn, de laatste op een reclame van burgemeester Brak
van Oterleek. De weg kon echter niet voor 't geld
worden verbeterd, maar wel verslechterd.
We zijn gekomen bij den rondgang zegt spreker aan
de begraafplaats.
Spr. begreep niet boe er J 270 aan zink- en stuca-
doorswerk kan worden uitgegeven en de andere bee
ren ook niet. Er is toen gevraagd, en men heeft in
lichtingen gekregen. Gemiddeld werd per jaar dan
cok volgens de rekening juist ongeveer 270 uitge
geven.^ Dat dit uitgegeven is zal spr. niet betwisten,
maar t komt hem voor, dat bet wel wat erg is, dat er
J 100 voor onderhoud wordt besteed voor een buis dat
maar 52 buur doet.
oortgaande maakt spr. een opmerking over bet
rapport inzake de stratenmakers. Daar stond in dat er
voor 25 Mrt. geen werk gedaan kon worden door de
groote ploeg. Vergelijkende met het stratenmakers in
andere steden doen, is spreker van oordeel, dat
ook hieraan een en ander mankeert. De stratenma
kers prestoeren niet meer volgens rekening van Bart
jens, dan voor J 1500, terwijl er 3500 wordt betaald.
Over bet werk van 30 weken vindt men niets.
Ier toelichting heeft de heer Looman gezegd, dat
bier en daar alles wel kan met steenen, die ergens an
ders uitkomen, en met eigen volk. Op deze wijze wordt
de begrooting wel sluitend gemaakt, doch men krijgt
geen goede wegen.
Het beheer van publieke werken kan sprekers goed
keuring niet wegdragen, en hij houdt zijn hart vast
als er hier met een grondbedrijf wordt begonnen.
De voorzitter zegt dat de lieer Pot herhaalde
lijk beeft gesproken over een rapport, dat bier echter
niet nader kan worden besproken, dan nadat het in de
commissie-vergadering is behandeld. Er is gezegd,
dat aan de teekeningen voor de bruggen wordt ge
werkt onder bet andere werk door, doch dat kan ook
niet anders, er is veel werk en dan beeft men wel eens
wat krachten tekort. In zake het werk op de begraaf
plaats zegt de voorzitter, dat werkelijk de gebouwen
veel aan onderhoud kosten. Wat aangaat de bewering-
de heer Looman doet bier en daar maar een greep,
die voorstelling' wordt door den voorzitter bestreden.
In overleg met de commissie, wordt alles geregeld. Den
diieoteur van gemeentewerken mag bier geen verwijt
treffen. Als er dingen gemist worden in de begroo-
Dug, dan beeft de commissie daarvoor de verantwoor
delijkheid.
De beer Pot zegt dat in bet bedoelde rapport een
premiestelsel voor stratenmakers wordt voorgesteld en
dat er nu al een proef mee wordt gedaan. Voorts zegt
spr. dat de gemeente-architect wel een greep beeft ge
daan, zooals hij zelf heeft gezegd. Dat bij niet alles
heeft onderzocht bleek bij de brug aan de reiniging.
Als men bet bij publieke werken te druk beeft, dan
kan men altijd wel tijdelijke krachten krijgen. Als
het blijft gaan als nu, dan zal publieke werken spoe
dig achterstaan bij plantsoenen.
De beer Zaadnoord ij k zou graag willen dat in
eike sectie een lid van de commissie voor publieke
werken zitting bad.
De voorzitter zegt dat bet niet kan, omdat de
secties bij loting worden aangewezen. Men zal echter
overwegen om bij loting de leden van de commissie
voor publieke werken bij de secties in te deelen.
De heer^ Glinderman acht dit niet noodig, in
elke commissie zit toch een lid van bet college van B.
en W., die alle inlichtingen kan geven.
De beer Zaadnoord ij k zou bet toch aanbeve
lenswaardig achten, als een lid in elke sectie kon zit
ten.
De heer Uitenbosch meent, dat alle commis
sies dan verdeeld moesten worden.
De heer Pot vraagt nog of er al iets bekend is
omtrent de voorstellen ter onteigening of dat het nog
een Staatsgeheim is.
De voorzitter: Dat is nog Staatsgeheim.
De algemeene beschouwingen worden daarna geslo
ten.
Overgegaan wordt daarna tot behandeling der uit
gaven.
JAARWEDDEH SLUISWACHTERS,
BRUGOPHAALDERS, enz.
De beer Pot merkt op, dat bij een brug minder
wordt ontvangen dan de jaarwedde vau den brug
wachter bedraagt. Dat acht hij niet in bet belang
der gemeente.
De voorzitter acht dat een gevolg van de var-
minderde scheepvaart.
De beer Pot vindt den toestand van vroeger be
ter, toen de brugwachters de centen ontvingen en toen
ze ook nog barder liepen. Men beeft nu ambtenaren
van hen gemaakt en het is de vraag of dat in bet be
lang der gemeente is.
De voorzitter wijst er op, dat er thans con
trole op de ontvangsten is, en dat fraude vroeger veel
gemakkelijker was.
De heer Uitenboscb vindt den beer Pot erg
conservatief, ofschoon bij in andere opzichten erg libe
raal is. Hij wil terug tot den ouden toestand, ge
bruik makende van de omstandigheid, dat indien de
een niet wil, er tal van anderen klaar staan.
De heer' Pot zegt dat bij de controle bad vergeten,
die kost de gemeente ook weer wat. Den beer Uiten
bosch antwoordt hij, dat deze zelfs voor huisindustrie
is van ambtenaren die een goed loon hebben. Dat
heeft hij in een vorige zitting nog verdedigd.
HOOFDSTUK Hl.
JAARWEDDEH OPZICHTERS
GEMEENTEWERKEN, enz.
De beer Pot betoogt de wenschelijkheid van een
tijdelijk ambtenaar, adsistent van den dirècteur, bij
publieke werken, om den achterstand bier wat op te
ruimen. Hij voegt er bij, dat er ongeveer 8000
wordt uitgegeven om 18000 te verwerken. Hij stelt
voor om de post met 1000 te verboogen.
De voorzitter herinnert er aan, dat er veel
meer gedaan moet worden, en dat de beer Pot de bui
tengewone werken niet in aanmerking beeft genomen,
anders zou hij tot een booger bedrag dan 18000 zijn
gekomen.
De beer Pot zegt daarmede wel rekenig te hebben
gehouden.
De voorzitter meent dan dat de heer Pot een
gemiddeld cijfer had moeten nemen, er zijn jaren, dat
er veel meer te doen is.
De beer Pot acht dat niet mogelijk, men doet be
ter door krachten .aan te nemen voor bet werk dat er
De beer d e W i t zegt nog, dat de beer Pot, die niet
ter sectievergadering aanwezig kon zijn, hem bad ge
schreven een voorstel te doen, doch spreker bad daar
voor geen vrijheid gevonden.
De heer Glinderman bestrijdt d© meening van
den heer Pot.
Het voorstel van den heer Pot wordt niet onder
steund eu komt dus niet in behandeling.
ONDERHOUD VAN GEBOUW'EH, enz.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie
van fabricage zich met het maken van een paarden
stal voor de reiniging wel kon vereenigen, doch niet
op de voorgestelde wijze, een ander plan zal misschien
minder dan 5900 kosten, doch dan wordt er ook min
der geleend.
De post van 5900 uitgaaf komt ook in de leening
voor bij de ontvangsten, er is dus geen bezwaar om
dien post te laten staan.
Verder zegt de voorzitter nog, dat bet wenschelijk
wordt geacht den directeur van bet slachthuis te raad
plegen ovèr de inrichting van den stal. Hij is meer
dan iemand anders op de hoogte met de hygiënische
eischen, waaraan die stal moet voldoen.
Aldus wordt besloten.
De voorzitter doet voorlezing van een brief
van den minister van iiinnenlandsche zaken in zake de
ontruiming van bet Waaggebouw in verband met ver
plaatsing van het telegraafkantoor.
De heer Pot betoogt, dat bet maken van een hou
ten hek bij de reiniging voldoende is, doch dat 565