DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
te
Vader Kudeilk en Mep Wejm.
y NOVEMBER,
Mo* 267
Honderd en elfden Jaargang.
1909.
Deze Courant wordt eiken avond, behdve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P ikmmr t ©P80$ franco door bet geheele Rijk f 1
Af jjnderMjke nummers 3 Cents.
der gewone advertentiën:
Per regel I 0,10. Bij groote contracten rabat Oroote
lettere naar plaatsruimte,
Brieven franco aan de N„ V, Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER 8? ZOON, Voordam C 9.
DINSDAG
NattflBsIe Militie-
TOKLATIN GS-EX A M EN voor
FEUILLETON.
Votafoosnainimt'
Oproeping in werkelijker? dienst.
Burgemeester en Wethouders van
Alkmaar brengen ter kennis van
belanghebbendendat het examen
voor toelating tot de Handels
dagschool zal worden gehouden ten
stadhuize op Woensdag, 10 No
v e m b e r a.s., des voormiddags te
9 ure,
'4 L» A N ii.
tl. M, de Koui^su-v ouder.
Prov. Staten van N jurdholiand.
lifc.ML.NUD fcsEUWS.
Deer den drank.
Len gevecht inet matecdauass»
Uit Schagen.
Uit Warmenhulzea.
COURANT.
p* - - .'-w.1
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijvingen, de onder
staande verlofgangers, binnen deze gemeente in het
register van verlofgangers der nationale militie inge-
schreven, om zich, ingevolge art. 109 der Militiewet
1901, 's nam. vóór 4 uur, bij hun korps te vervoegen,
als volgt:
10e Regiment Infanterie, lichting 1909, garnizoen
Helder, 1 December 1909: OIïRISTOFEEL BEK,
GIJSBERTUS PIETER ELLES, GERARDUS
HENDRIKUS RAN ZIJN en lichting 1908 CHRIS-
TIAAN HABIECH.
4e Regiment Vesting-artillerie, lichting 1909, gar
nizoen Helder, 1 December 1909: HENDRIKUS JO
HANNES STAVENUITER en THEODORUS
FRANCIS CUS TROMP.
Voor zooveel miliciens door ziekte of om eene ande
re reden niet tot den werkelijken dienst kunnen over
gaan, worden zij verzocht daarvan, vóór het tijdstip
voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie me
dedeling te doen.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 6 Nov. 1909.
Alkmaar, 8 November 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Vosmiter.
DONATH, Searetarig.
ALKMAAR, 9 November.
Een zonderling proces heeft te Berlijn plaats. Het is
bij lange na niet zoo spannend en ook niet zoo pikant
sis het Parijscha Integendeel de zaak waarom het
gaat is zeer koud: een sneeuwpop. In het voorjaar
hadden eenige jeugdige beeldhouwers, die zich ver
veelden ook in de kunst komt werkeloosheid voor
een reusachtige sneeuwpop gemaakt voorstellende
den Rijkskanselier, prins Bülow. De Rijkskanselier
was toen nog een zeer groot man en zijn couterfritsel
trok belangstelling. Een beroepsfotograaf maakte
gauw een kiekje en zond dat aan een twaalftal geïl
lustreerd© bladen en tijdschriften. Men trof de foto
herhaaldelijk aan vermoedelijk zullen vele onzer le
zers zich haar nog wel herinneren. De kunstenaars
hadden succes. Wel was het een succes dat smolt als
de sneeuw voor de zon, niet zoo onvergankelijk als
het harde marmer, maar dö beeldhouwers zagen zich
gedrukt en dat is al heel wat. Toch waren zij niet ge
heel en al tevreden. Den dag, nadat de beroepsfoto
graaf zijn slag had geslagen, kwamen ze tot de con
clusie dat zij zelf uit de sneeuw niet alleen een Bü
low maar ook geld hadden kunnen maken. Zij deden
wat ze nog konden doen: zij verkochten zoo spoedig
mogelijk het recht tot het door den druk gemeen ma
ken, zooals onze wet op het auteursrecht zegt, van hun
kunstwerk aan een firma. Ten slotte is het tot een
proces gekomen en nu staat de rechtbank voor de
moeielijke vraag of een sneeuwpop tot een kunstwerk
gerekend moet worden.
Een Duitseh professor heeft zich hierover gisteren
uitgesproken. Prof. Boermel is van meening, dat i a
het algemeen sneeuwpoppen geen kunstwerken zijn -
men behoeft geen professor te zijn om tot een derge
lijke conclusie te komen. Wanneer evenwel kunste
naars tijd en moeite geven om een sneeuwpop te ma
ken, wanneer de sneeuw goed pakt, zoodat de geoefen
de handen in staat zijn ze te modelleeren, dan kan er
een kunstwerk tot stand komen. Ik zelf zegt deze
deskundige— heb in mijn jeugd veel sneeuwpoppen ge
maakt en ik geloof niet dat het ooit iets bijzonders
werd, maar wanneer ik mij nu er weer mee bezighou
den zou, zou ik niet ophouden, voordat mijn sneeuw
pop er als een kunstwerk uitzag. In berichten
uit de hoofdstad van Canada kan men lezen, dat daar
's winters ijspaleizen van ijsblokken met beeldhouw
werk van sneeuw gemaakt worden en in Welitschka
in Galicië zag ik goedgewelfde kapellen met beelden
uit zout (evenzeer een vergankelijk materiaal als
sneeuw) vervaardigd. Kunstautoritriten zijn in het
algemeen niet geneigd aan dergelijke werken artistie
ke eigenschappen toe te kennen, ook al omdat ze het
jammer vinden dat kunst, tijd en geld er aan worden
verspild en toch kan het gebeuren, dat eigenaardige
omstandigheden er toe bijdragen om het bewijs te le
veren, dat de arbeid niet nutteloos is geweest. De pro
fessor haalt een eigenaardig voorbeeld aan. Hij had
op een avond aan het strand teSwinemünde een reus
achtige slapende vrouw met een fraaigevormd gelaat
van zand gemaakt, zóó dat het leek alsof zij uit den
grond te voorschijn kwam. Er waren eerst toeschou
wers, die moppen van verdacht allooi tapten, doch die
verdwenen spoedig. Terwijl de zon prachtig onderging,
kon de kunstenaar zijn zandwerk rustig en ongestoord
voltooien. Plotseling hoorde hij in zijn nabijheid
schelden en vloeken het waren visschers, wier net
ten verward geraakt waren. Plotseling liep een der
vechtersbazen, die hulp wilde halen, den kunstenaar
voorbij, en bleef zichtbaar getroffen staan, want het
nooitgeziene beeld van de geheimzinnig' uit het strand
oprijzende zeegodin verraste hem. Hij zeide vormei-
geweest te zijn, voordat hij visscher werd, begreep iets
van het werk en haalde zijn kameraden om hun, zooals
hij zeide, „het kunstwerk" te laten zien. Thans nog'
staat dit tooneeltje den professor levendig voor den
geest: hoe ze allen kwamen, de stoere kerels, die even
te voren nog gevochten hadden en nu staarden naar
de zeegodin, prachtig verlicht door de ondergaande
zon. De kunstenaar zeide geen woord, want de vor-
KLEINE GEBEURTENISSEN UIT HET
LEVEN VAN EEN PRAGER GEZIN
NAAR HET BOHEEMSCH
VAN.
IGNAT HERRMANN
door
S. J. BARENTZ—SCHöNBERG.
In den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; geb. 3.50.
Zij keek de kamer rond, ging de eetkamer, de slaap
kamer en de keuken door waar reeds een menigte
borden enz. in de kast en op de lindenhouten tafel
stonden glimlachte en sprak:
Je zult een betooverend nestje hebben, Eientje.
Alles als in een sprookje. Alleen het huismoedertje
ontbreekt nog.
Dat zal ook wel komen, mama, sprak Josefine
vroolijk en sprong rond van geluk.
mer verklaarde den visschers alles; de laatsten namen
plotseling hun petten af en gaven den professor met
tranen in de oogen hun vereelte handen.
In 1900 heeft prof. Boermel eveneens veel succes
gehad met dergelijke kunstwerken van zand op Nor-
derney, waar hij ze maakte ten bate van een weduwe
van een verdronken visscher, en waar men hem als
teeken van erkentelijkheid zelfs een serenade met fak
kels bracht!
De professor komt dan ook tot de conclusie dat een
kunstenaar, indien hij maar met zijn geheele ziel aan
het werk is, ook uit vergankelijk materiaal als sneeuw,
zand of zout een kunstwerk kan maken, dat anderen
genot verschaft.
Misschien is dit oordeel den rechter van dienst, die
een uitspraak zal moeten doen en die zich ook door
andere deskundigen zal laten voorlichten alvorens hij
zijn Salomovonnis veli.
Li> d 1 .Lj i.
Het was in het begin van October. De meester was
na het middagmaal reeds lang heengegaan en me
vrouw Kondelik stond alleen bij de uitgetrokken tafel
linnengoed te meten esn te knippen, opdat de machi
nes niet lang behoefden stil te staan. De naaister was
uitgegaan om eenige fournituren te koopen en Jose
fine was bij dö naaister om japonnen te passen.
Eensklaps werd er hard gescheld en toen Kaat had
opengedaan, hoorde men een vreemde, scherpe vrou
wenstem vragen:
Mevrouw von Kondelik thuis?
Mevrouw Kondelik legde de schaar neer en keek
naar da deur. In den laatsten tijd was reeds zooveel
De Koningin-Moeder komt 20 November a.s. uit
Italië in ons land terug' c.i zal zich alsdan begeven
naar Het Loo, ten einde ten paleize aldaar nog eeni-
gen tijd verblijf te houden alvorens naar de residentie
terug te keeren.
Gedeputeerde Staten stellen voor de volgende sub
sidies te verleeuen:
Aan de Noord-Hollandsehe varkensfokvereeniging
te Hoorn voor 1910 een subsidie van 500.
Ten behoeve van den handelscursus der Schager
handeldrijvende en industrieel© middenstands-veree-
niging voor 1910 en 1911 ©en subsidie; van J 75 per
jaar.
Aan de gemeente Zaandam voor haar handels
avondcursus over 1910, 1911 en 1912 elk jaar 510.
B. en W. van Zaandam, hebben nu, ingevolge den
wensch der Prov. Staten in de zomerzitting uitgespro
ken de begrooting overgelegd.
Voorgesteld wordt o. a. de volgende subsidie-aan
vrage ai te wijzen:
Van de „Hanze" te Krommenie, omdat dö gemeen
te een subsidie aan den handelscursus geweigerd
heeft.
Uit den oproepingsbrief voor de vergadering der
Staten blijkt o. a. dat een voorstel van Ged. Staten te
verwachten is om een subsidie te geven voor de restau
ratie van 't Waaggebouw te Enkhuizen.
De eerste vergadering der Staten zal plaats hebben
op Dinsdag 7 December.
Zondag is te Kielwindeweer J. S„ een ongehuwd
man van 44 jaar, dood in zijn woning gevonden. S. is
waarschijnlijk tengevolge van drankmisbruik in het
vuur gevallen en bezweken. Het lijk vertoonde ernstige
brandwonden.
visite gekomen, maar vandaag verwachtte zij niemand.
Het bezoek kwam haar zeer ongelegen. Maar reeds
werd met harde knokkels op de deur geklopt.
Binnen!
Een bejaarde, lange, magere, beenderige vrouw met
een verweerd grof gezicht vol roode vlekken, gekleed
in een ouderwetsch, ietwat slordig toilet dat echter
een zeker cachet had trad de kamer binnen. Haar
lange, magere, beenderige handen staken in katoenen
mitaines.
De onbekende sloot voorzichtig de deur achter zich,
maakte een theatrale buiging en sprak:
Mevrouw von Kondelik?
Onwillekeurig greep mevrouw Kondelik naar de
schaar. Die onbekende vrouw maakte haar angstig
een zeer onaangenaam voorgevoel bekroop haar. En
alleen uit gewoonte sprak zij
Ja, waarmee kan ik u vaii dienst zijn?
En daarbij hield zij de schaar als verdedigingsmid
del gereed.
De onbekende kwam naderbij. Zij greep in een
kleine reticule, die aan haar linkerhand bengelde,
zocht daarin een poosje, haalde eindelijk een blad pa
pier er uit, reikte het mevrouw Kondelik toe en vroeg
Bent u dat? Is dat uw dochter?
Mevrouw Kondelik begon te beven. Zij greep naar
het papier, het was een verlovingskaart van haar
dochter.
Jawel, dat is mijn dochter, zei mevrouw Konde
lik en keek de vreemde doordringend aan. En wat
verlangt u, mevrouw of juffrouw ik heb niet de
eer
Mevrouw mevrouw, klonk de stem van de
vreemde, de weduwe van den plaatsvervangenden
rechter Muckenschnabel von Wiesengrün en om
het ronduit te zeggen, hospita van mijnheer van Wej-
wara.
Maar mijnheer Wejwara woont immers
trachtte mevrouw Kondelik te zeggen.
Te Kalsdonk onder Roosendaal (N.-Br.) heeft Zon
dagavond een hevig gevecht plaats gehad tusschen een
marechaussee en de beruchte broeders Yan Zundert,
die de marechaussee met messen te lijf wilden. Deze
maakten van de sabels gebruik en hebben de Van Zun-
derts duchtig geslagen en gewond. De marechausae
zijn er in geslaagd de verzetplegers in hechtenis te ne-
Staking te Ijmu.den.
Nu de staking van de opvarenden der stoomtrawlers
geëindigd is, heeft de haven haar gewone aanzien te
ruggekregen.
Door het besluit van de Engelsche reedersyereem-
ging, een aantal schepen naar hier te dirigeeren,
kwamen gistermorgen ongeveer 12 Engelsche stoom
trawlers en smaks aan den afslag en bovendien een
tweetal IJmuider stoomtrawlers en acht sloepen met
levend© beugvisch. In weerwil van den groeten aan
voer waren de prijzen nog tamelijk hoog.
Aangerand,
Zaterdagnacht is jhr. De Meijer, burgemeester ran
Buren, die per fiets van Tiel huiswaarts keerde, aan
gehouden door een drietal kerels, die hem om geld
vroegen en met moord dreigden, als hij weigeren durf
de. Toen de heer M. zijn revolver trok, deinsden d»
aanranders af.
Den 7den gaf onze Harmonie-kapel in het N. H.
Koffiehuis alhier haar eerste winterconcert met wel
willende medewerking voor mevr. Van Tright Urlu».
Met begeleiding van de Harmonie zong deze zeer be
gaafde sopraan op hoogst verdienstelijke wijze „Du
bist die Ruh," van Schubert, terwijl ze na de pauze
nog eens optrad met Blonde Annie van O. v. Rennes
en een bis-nummertje.
De Harmonie zelve was heel gelukkig met de uit
voering o.a. van La sorcière van Dupavillon en met
La fille du régiment van Donizetti.
De zaal was vrij goed bezet. Als gewoonlijk volgde
een gezellig bal.
Zijn de kermissen voorbij: te Petten „de zee inge
jaagd" zooals de geijkte term luidt, hedenavond opend»
het Fanfarecorps T. A. E. N. U., de reeks winterver
makelijkheden met een goed geslaagd® voorstelling in
den kolfbaan van de Geus. Het talrijk opgekomen pu
bliek was uitermate tevreden over de uitvoering. Er
werd kranig geblazen „Door Moeder geholpen," en. „de
Gedroomde Schoonzoon" een paar leuke blijspelen bo
den met een comische scène „Kwast en Kwibus" en
een keurig tableuax tot slot een aangename afwisse
ling. T A. V. E. N. U. bloeit!
2e. Tot voorzanger bij de N. H. Gemeente werd 5
Nov. benoemd de heer E. L. M. Koenen, in de plaats
van den heer Houwen.
Uit Hoorn.
Maandag 15 Nov. a.s. zal door een huishoudelijk»
feestviering het 35-jarig bestaan van het „Hoomsch
Muziekkorps" (voorheen muziekkorps der d.d. Schut
terij) worden herdacht.
e
Op uitnoodiging van de garantenvereen. zal „het
Tooneel" Vrijdag 19 Nov. alhier opvoeren „Overwin
naars," tooneelspel in 4 bedr. van Emile Fabre.
We hopen èn voor de Garanten-vereeniging èn voor
„het Nederl. Tooneel" op een uitverkochte PaTkzaal.
Immers, het streven van de eerste om het publiek van
Hoorn en Omstreken te doen kennis maken, met het
allerbeste, moet worden gewaardeerd. Bovendien is,
„Overwinnaars" een stuk, dat door de gansche pers bij
zonder gunstig is ontvangen.
k-
Op de heden gehouden groote najaarsveemarkt wa
ren aangevoerd 4263 runderen. Gride koeien 130 1
270. Kalfkoeien 200 a 325. Hokkelingen 80
a 185. Kalveren 40 h. 120.
Handel redelijk, prijzen hoog. De aanvoer was groot.
Hij woont ook niet meer bij ons> viel de vreemde
haar in de rede, maar hij h e e f t bij ons gewoond,
mevrouw, drie volle jaren heeft hij bij ons gewoond.
De bezoekster keek om naar een stoel, want tot nu
toe had men haar nog niet gevraagd plaats te nemen.
Mevrouw Kondelik bemerkte dit en herstelde haar
verzuim.
De vreemde ging zitten, noodigde de vrouw des hui
zes met een beweging uit, hetzelfde te doen en sprak:
Mejuffrouw von Kondelik is van plan met mijn
heer Frans Wejwara te trouwen?
Zeer zeker, u hebt het immers gedrukt gezien.
Mijn hemeltje, sprak de gast honend, nu laat
men die dingen drukken! Maar juist daarom wend
ik mij tot mevrouw von Kondelik" als moeder tot een
moeder en vraag: „Wat moet er met mijn dochter
gebeuren, wanneer mijnheer von Wejwara met mejuf
frouw Kondelik trouwt?
Mevrouw Kondelik's hart stond stil.
Verklaar u duidelijker! Wat is er met uw
dochter en met
En met mijnheer von Wejwara? Om het ronduit
te zeggen, mevrouw von Kondelik, ik heb al van den
beginne gedacht dat mijnheer von Wejwara m ij n
dochter zou trou
Zoo, heeft hij dan beloofd haar te trouwen?
vroeg mevrouw Kondelik zonder de vreemde te laten
verder spreken. Heeft hij verplichtingen tegenover
nw dochter?
Mevrouw Muckenschnabel von Wiesengfün trok
haar schouders bijna tot haar kin op en liet ze toen
weer vallen, dat het kraakte.
Al naar men het nemen wil. Er zijn tegenwoor
dig heeren die dergelijke verplichtingen heelemaal
over het hoofd zien. Vroeger wat dit heel wat anders
Och hemeltje, toen mijn zalige Octavianus mij het
hof maakte.
Maar vergeef mij, mijnheer Wejwara heeft nooit
iets gezegd vanviel mevrouw Kondelik mevrouw
Muckenschnabel in dö rede.
De vreemde hief haar dorre wijsvinger op tot aan
haar voorhoofd en sprak als een diplomaat:
Dat geloof ik wel, mijn waarde mevrouw von
Kondelik. Wanneer hij ergens anders zijn netten wil
uitwerpen. Dat zou een mooie advocaat zijn! En
voornamelijk wanneer een heer strikken worden g'e"
spannen.
Maak geen scherpe opmerkingen, mevrouw Muc
kenschnabel, sprak mevrouw Betty driftig. Er worden
hier geen strikken gespannen, dat hebben wij niet
noodig. U moet niet beleedigend worden.
Lieve help, daar bedoel ik u niet mee. Ik weet
immers hoe die heertjes zijn; hier snoepen zij en daar
blijven zij zitten. Zoo gaat bet. In het algemeen
Mevrouw Muckenschnabel keek de kamer rond en
toen zij de stapels linnengoed zag, wierp zij het hoofd
in den nek.
Uitzet ja, ja. Men maakt haast. Wij zijn er
ook mee bezig. Al jaren werken wij eraan. Best te
begrijpen, bij ons werd stuk voor stuk gekocht, ik kon
geen tien stukken linnen tegelijk koopen. Het is een
wonder dat ik van mijn klein pensioentje nog dèt heb
aangeschaft. En nu ik mij zoo heb uitgesloofd, nu
komt die slag.
Bij deze woorden wees zij verachtelijk op de verlo
vingskaart van Wejwara, die mevrouw Kondelik uit
de hand was gevallen.
Het was mevrouw Kondelik alsof zij droomde. Het
kwam zoo plotseling, zoo onverwacht, dat zij verschrikt
en verbluft niet wist hoe zij zich zou beheerschen. Het
werd haar donker voor de oogen, voorwerpen zwaaiden
heen en weer, verdubbelden zich, zij meende vijf af
schuwelijke vrouwen voor zich te zien.
Zeg mij eens, mensch, wat wil je eigenlijk?
Waarom kom je juist bij mij? Waarom vecht je dat
niet met mijnheer Wejwara uit?
Mevrouw Muek»n»ohnab®l »tond op.
Wordt vervolgd.