DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Een nuttigs en aannemeiijks hervorming.
Damrubriek.
m
m
k
mm.m
mm m m
B B
a m m
■J"-»8-®».
m
a m mm
m
la
Honderd en elfden Jaargang.
1909.
VRIJDAG
12 NOVEMBER,
B1NN E N i, A N1).
fel
Pt
B
Hi H
S
No. 265
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P ikm&ar f QS8Ö* franco door het geheele Rijk f L
M ijnderlijke nummers 3 Cents,
Prijs der gewone adveriemiën;
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
Setters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de NL V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 0.
m
w
fel
W
Si
f etefoooGaittf&e? 8,
38 33, 3731, 4237, 3934, 25 1en wint.
29 29, 23 46, 46 26, 26 30.
Eerste Ksmer.
a
■M
110
m.
Tweede Kamer.
ijp mm. nn
In een request, dat de minister voorlas van Chinee-
sehe ingezetenen uit Amboina, blijkt dat zij zeer aan
hankelijk zijn jegens het Indische Gouvernement.
Wanneer zij zich daartoe aanmelden, worden zij op
denzelfden voet behandeld als andere onderdanen. Af
schaffing van liet passen-stelsel wordt overwogen.
Verbetering in de rechtspraak wordt overwogen door
uitbreiding van het aantal politierechters. Overwogen
wordt in welke opzichten zij aan den gewonen rechter
onderworpen kunnen worden.
COURANT.
n V-I J
Nu in Duitsehland een voorontwerp van een nieuw
strafwetboek is gepubliceerd, mag' het publiek ook in
ons land nog wel eens de aandacht wijden aan or,s
strafrecht, omdat immers ook in ons land op strafrech
telijk gebied weinig tevredenheid met de bestaande
wetgeving is. Aan de eene zijde vindt men ten onzent
een steeds krachtiger streven om de doodstraf weer in
te voeren, aan de andere zijde is het geloof in de cel
straf als zoodanig heel wat gezakt en hoort men niet
meer van de overmatige bewondering voor deze straf,
die 25 jaar geleden zoo „in de mode" was. Men weet
thans dat zij voor sommigen overmatig wreed, voor an
deren weer niet afschrikwekkend genoeg is, men weet
dat de strenge afzondering niet de voordeelen ge
bracht heeft, welke men van. haar vei*waohtte, en men
vindt, dat zij in veel opzichten een versterking en
verbetering van het individu op geschikte wijze (door
het leereu van en het wennen aan geregelden arbeid)
in deu weg staat.
En gelijk men het, over de straf oneens is, is men
het oneens over de procedure. Ook hier staan de mee
ningen scherp tegenover elkaar. Men keurt het be
staande veelal af doch als het erop aan komt iets
nieuws daarvoor in de plaats te stellen, loopen de mee
ningen sterk uiteen.
Dat de toestand toch niet zoo verward is als men na
zoo'n overzicht zou kunnen verwachten, is voor een
deel de verdienste van onzen tegenwoordigen minister
van justitie. Hij heeft het vorige jaar eenige denk
beelden ontwikkeld, die, begrijpen wij de zaken goed,
door zeer veel menschen kunnen worden aanvaard, die
toch allerminst van dezelfde principes uitgaan. Kon
de minister die maatregelen nog aanvullen met enkele
processueele verbeteringen, dan zou er wellicht ook in
Nederland een herziening van het geheele strafrecht
te bereiken zijn, die velen 'heel wat bevrediging zou
schenken zonder dat nog diep gaande principieele ver
schillen behoefden te worden opgelost.
In de eerste plaats zou men een verbetering van den
toestand hebben te zoeken in verbetering van de op
sporing der misdrijven door het oprichten van een
corps rijksspeurders.
Een tweede belangrijke hervorming, die al in wor
ding is en nu nog slechts wettelijke bekrachtiging en
uitbreiding moet krijgen, is het verschaffen van groo-
tere, betere en meer ontwikkelde arbeidsgelegenheid
voor de celbewoners.
De derde hervorming is door minister Nelissen naar
Engelsche voorbeelden aangegeven. Zij bedoelt de on-
geneeselijk misdadige elementen scherper van de
maatschappij af te zonderen dan thans geschiedt.
AAN DE DAMMERS.
W ij mochten van vele oplossers hooren dat probleem
51 van den heer H. Hoogland Jr. zeer in den smaak
was gevallen. Van één onzer getrouwe oplossers was
de oplossing reeds Zaterdagavond, dadelijk na het
verschijnen der rubriek, in ons bezit. Het probleem
heeft velen aardig beziggehouden en het vinden der
oplossing zal voor velen een aardige verrassing zijn
geweest.
Stand van probleem 51.
Zw. 2, 5, 6, 7, 8, 9,-13, 19, 23, (dam), 29.
Wit 21, 22, 25, 34, 37, 38, 39, 41, 42, 43, 44, 47.
De ontleding is zeer eigenaardig.
De eerste zet is 3833, waardoor zwart, die 2 stuk
ken vroeg, nu 4 moet slaan en op dezelfde plaats te
rugkomt. Daarna speelt wit 3731, waardoor zwart
slaat met den dam van 23 op 46. Nu volgt 4237, een
zeer eigenaardige zet. Zwart moet van 46 drie schij
ven slaan tot 26, maar moet daar blijven staan, daar
hij schijf 37 pas na den slag mag wegnemen. Is dit
gebeurd dan vraagt zwart dus schijf 31, wit speelt nu
3934. Zwart moet 2 schijven slaan met zijn dam
van 26 tot 30 en wit wint door 25 1 slaande 1 dam en
5 schijven.
De ontleding is dus als volgt:
Wij hopen, dat deze bespreking voor allen duidelijk
zal zijn en dat zij hen zal helpen bij 't zoeken naar de
oplossing van no. 52, weder van H. Hoogland Jr.
Wij mochten goede oplossingen ontvangen van de
heeren: D. Gerling, O. Hartland, J. Houtkooper, W.
Los, B. D. de Roos, M. F. van Rijsens, D. Winkel, al
len te Alkmaar; H. Gerrits te Grootebroek, J. Over te
Noordwijk a. Z., R. Zander te Callantsoog, J. Ver-
Hot laatste woord is over deze hervorming nog niet
gesproken, haar geheele strekking nog niet volmaakt
onderkend. Maar dit ligt wel voor de hand, dat de
voorstanders van uiterste maatregelen, die nu door
eeu scherper misdaadonderzoek grooter afschrikwek
kende kracht van de straf zullen erlangen, ook in die
algeheele onschadelijkmaking van men-schen met een
gevaarlijken, crimineelen aanleg een groote stap voor
uit zullen waardeeren tegen den toestand van tegen
woordig, waar de maatschappij thans onvoldoende be
veiligd is eenerzijds tegen de misdadige krankzinnigen
of slechts weinig toerekenbaren, anderzijds tegen de
gevaarlijke gewoontemisdadigers.
Het is waar, het zal niet gemakkelijk zijn hier de
grenzen te trekken. Het zal moeielijk zijn geschikte
deskundigen te vinden om te beoordeelen wanneer een
persoon, hij zij min of meer krankzinnige of alleen in
den populairen zin gewoonte-misdadiger, kan geacht
worden gevaar op te leveren voor de maatschappij en
wanneer er aan dat gevaar eventueel een einde komt.
Doch hoeveel moeielijkheden dat werk ook oplevert,
hoeveel kans er ook zal zijn, dat men mistast, in elk
geval zal het stelsel toch veel beter zijn dan het tegen
woordige, dat zeker de maatschappij onvoldoende ver
dedigt tegen misdadige krankzinnigen en dat voor den
ongeneeslijk-misdadigen in den grond geen andere be
handeling kent dan voor den gelegenlieidsmisdadiger.
Thans moet de rechter op het geval de maatstaf van
de strafbaarheid van het feit opleggen. Al is de man
nog zoo gevaarlijk, meer dan het maximum, meer dan
de in dergelijke omstandigheden toegepaste strafmaat
mag de rechter hem niet opleggen. De man moet op
een zekeren dag uit de gevangenis weer op de maat
schappij losgelaten worden.
Terwijl volgens het nieuwe stelsel zoo'n gevaarlijk
individu na afloop van zijn straftijd evenals een mis
dadige krankzinnige over het geheel, afgezonderd kan
worden, onder een streng- stelsel tot werken zal worden
gedwongen en slechts dan zal worden vrijgelaten, wan
neer er een redelijke kans is, dat hij niet dadelijk weer
van voren af aan begint.
Wat een vermeerdering van de veiligheid zou van
deze hervorming het gevolg kunnen wezen. Hoe zou
eenerzijds velen getuigen de tong- los gemaakt kunnen
worden, indien zij wisten, dat er geen redelijke kans
was, dat de beklaagde na afloop van zijn straftijd zich
op hen kwam wreken. En wat zouden der besmetting
en der overerving van den crimineelen aanleg ander
zijds een bezwaren in den weg zijn gelegd.
Waarlijk prineipiëele bezwaren schijnen er tegen
deze verbeteringen, die vrijwel door ieder met blijd
schap aanvaard, kunnen worden, niet in te brengen te
zijn, terwijl zij een groote stap vooruit zouden betee-
kenen.
Moge die stap spoedig gedaan worden
Het nieuwe gekozen lid voor Drenthe mr. E. Pelinck
is gisteren geïnstalleerd. Daarna werd voortgegaan
met de behandeling van 't wetsontwerp betrekkelijk
't onderzoek naar 't vaderschap.
De heer Iiovy verdedigde 't ontwerp dat een einde
maakt aan de onbillijkheid, van tweeërlei moraal, be
rustend op zinnelijkheid en zelfzucht. De opgelegde
onderhoudsplicht wegens een natuurlijk kind is recht
vaardig ook in 't belang der maatschappij en bevor
derlijk aan de heiligheid van 't huwelijk.
De heer van den Biesen is in beginsel voor hulp aan
onechte kinderen, maar het door den Minister daartoe
voorgesteld middel voorkomt niet, dat de kinderen een
erkenden vader krijgen en doet afbreuk aan 't christe
lijk huwelijk. Men komt ertoe een onecht kind de-
duin Pz. en N. Voormeer te Akersloot, S. Homan te
Wijde Vvoriner, IT. E. Lantinga te Haarlem, T. van de
Velde te Huiswaard en J. Speets te Benningbroek.
Van probleem 50 van G. W. Kortenschijl, C. Zomer
en O. H. A. Lammers té Alkmaar en J. Bakker te
Schagerwaard.
In één der simultaanpartijen gespeeld door H. Hoog
land Jr. kwam de volgende stand voor:
'aai-
U/KB UBË
.W'
•j:
Zw. 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 15, 16, 20, 25, 2A
W. 22, 27, 28, 32, 33, 35, 36, 37, 38, 39, 44, 47, 48, 49,
50.
In dezen stand was wit (H. II.) aan den zet en speel
de 2217. Zwart speelde 712 en nu haalde wit dam
op de volgende leerzame wijze
22—17 7—12
33—29 12 21
29—24 20 29
28—23 29 18
37—31 26 28
38—33 21 32
33 4!
Een aardige manier ran damhalen, di# tuistchieu
nog wel eens zal kunnen worden toegepast.
zelfde rechten te geven als het echte, beter is het de
moeder een actie te geven tot schadevergoeding die
j bij liet overlijden van de moeder door 't kind wordt
geërfd.
De heer van Lansweerde sprak in den geest van den
heer van den Biessen.
De heer Eranssen sloot zich aan bij 't billijkheids-
betoog van den heer Hovy.
De heeren Havelaar en Rahusen erkenden, dat ieder"
verantwoordelijk is voor zijn daden, maar betoogden,
dat niemand aansprakelijk kan zijn voor de gevolgen
der daden van een ander en voornamelijk dat misbruik
vreesden zij van 't Regeeringsontwerp.
De heer Rahusen noemde de basis van 't ontwerp
strijdig met alle begrip van recht en billijkheid.
De heer IV aterschoot van der Gracht achtte de
voordeelen van 't ontwerp opwegend tegen de nadee-
len.
Ook voor den heer van der Does d#Willebois over
weegt het goede verre het tegen.
De heer van Nierop acht artikel 342 B. W. een ge
meen onvaderl. udsch artikel en verdedigde warm het
Ontwerp.
De heer Reekers motiveerde zijn stem vóór het wets
ontwerp. Al zijn er hier weinig onechte kinderen, men
moet ze verzorgen.
De heer Rahusenmaar niet vermeerderen.
De lieer Reekers: de Staat heeft belang bij die ver
zorging en zet daarom den zedelijken plicht daartoe
om in een wettelijken.
De heer Van Asch van vVijck motiveerde zijn stem
voor dit wetsontwerp als eisch van rechtvaardigheid,
hem komt de regeling niet zoo onbevredigend voor,
dat hij zou moeten tegenstemmen, de actie steunt niet
op een vermoeden maar op het feit dei' gemeenschap.
De wet kan zeer zeker tot schandaalprocessen leiden.
De gevolgen der zonden zijn altijd bitter en wrang,
maar daartegenover staat liet belang van 't thans aan
zijn lot overgelaten onschuldig kind. Spr. hoopt dat de
wet met zooveel nauwkeurigheid zal worden toegepast,
dat inderdaad recht zal worden gedaan.
Morgen 11 uur voortzetting.
In het vervolg van het algemeen debat over de In
dische begrooting dankte minister De Waal Malefijt
voor de woorden van vertrouwen jegens hem gesproken
door de heeren De Visser, Bog aardt en Van de Velde.
De minister dankte ook voor de critiek van den heer
Bos. Ernstig zal hij er naar streven om het vertrou
wen van dien afgevaardigde, dat hij nog niet bezit, te
verwerven. Wat Troelstra's critiek betreft, oordeelde
de minister, dat diens rede niet vrij was van overdrij
ving en die rede proefondervindelijk eigenlijk heeft
bewezen, dat Troelstra's fractie door bet verlies van
baar Indische specialiteit een ernstig' verlies heeft ge
leden.
De minister trad vervolgens' in beantwoording dei'
verschillende sprekers.
Met bekwamen spoed zal de regeering werkzaam zijn
op onderwijsgebied en ten opzichte van d,e regeling van
de rechtspositie der vreemde Oosterlingen.
Met nadruk kwam de minister op tegen Troelstra's,
critiek op het ambtenaarskorps, dat eer een woord van
lof verdient. Velen keeren na verlof met moed en il
lusie naar Indië terug.
W at de plannen aangaat betreffende de financieele
zelfstandigheid van Indië, merkte de minister op, dat
in de bedoeling ligt den invloed van de Staten-Gene-
raal op Indische tekorten voorloopig onverzwakt te
handhaven; er moet wel gestreefd worden naar ont-
voogding, maar de bestuursorganisatie moet uit het
geheel opkomen.
Met den heer Bos was de minister 't eens, dat het
ln het Octobernummer van het Eransche Damtijd
schrift, troffen wij de volgende interessante eindstel-
ling aan.
l
hoog wetenschappelijk karakter van de landbouwin
stellingen te Buitenzorg niet mag worden prijsgege
ven.
De minister stemde in met 's heeren Bogaardts hul
diging van den gouverneur-generaal van Heutsz, over
tuigd dat de geheele Kamer 't er over eens zal zijn,
dat die bewindsman zich verdienstelijk heeft gemaakt.
Wat Atjeh betreft, oordeelde de minister, dat de ge
heele Kamer, ook de heer Troelstra, zal erkennen, dat
wij op den goeden weg zijn.
In het algemeen meende de minister, dat men niet
t-e kwistig moet zijn met het bekendajiaken van amb
telijke' rapporten. Tegen het drukken van het rapport
van den heer Lieftinck had de minister formeel geen
bezwaar.
Wat de zending betreft, verzekerde de minister, dat
hij voor de paragraaf in de memorie van antwoord de
volle verantwoordelijkheid op zich neemt.
De min. beeft in die paragraaf alleen willen opkomen
tegen de in het voorloopig verslag uitgedrukte vrees,
dat van hem een agressieve houding tegenover den Is
lam zou beducht zijn.
Daarbij heeft de minister woorden gekozen ook door
minister Idenburg gebezigd; alleen heeft hij er nog
eenige warme uitdrukkingen aan toegevoegd. De mi
nister heeft volstrekt niet zijne beginselen willen ver
loochenen; als hij geen Christen meer was, zou hij ook
als minister heengaan.
De heer Troelstra, repliceerende, meende dat gou
verneur-generaal Yan Heutsz niet verdient eene hulde
als aan zijn adres, o.a. door den heer Bogaardt", is af
gestoken. Wat Atjeh betreft, kan men thans nog niet
de eindbalans opmaken; eerst later zal na te gaan zijn
of ons geweld goede uitkomsten heeft opgeleverd.
De heer Yan Karnebeek gaf eenige wenken omtrent
de particuliere landerijen en betoogde, dat onteigening
niet voldoende is om de bestaande euvelen te voorko
men, verbonden aan het particulier landbezit. Die
euvelen moet men opheffen en daartoe maatregelen
treffen.
Nadat de heer Bogaardt nog gerepliceerd had, en de
minister had toegezegd de wenken van den heer Van
Karnebeek te overwegen, werden de algemeene be
raadslagingen gesloten.
Bij Hoofdstuk II (Uitgaven in Indië) drong de
heer Schaper wederom aan op vermindering van het
tractement van den Gouverneur-Generaal, 132.000
plus vrij wonerq enz. enz., vindt spr. veel te hoog'. Met
100.000 kon best worden volstaan.
De minister bestreed dit.
Bij de Af deeling Justitie kwam de heer Schaper te
rug op de reeds vele jaren liier besproken koeliebehan
deling, welke z. i. nog veel te wensclien overlaat.
De heer Hugenholtz kwam er tegen op, dat de Chi-
neezen in Indië nog altijd onderworpen zijn aan die
uitzonderingreclitsbepalingen. Spr. drong er op aan
eene scheiding te maken tusschen Ohirueezen, die reeds
lang in Indië wonen, en die er zich pas gevestigd heb
ben.
Verder drong hij aan op heter onderwijs aan de
Chineezen; op het subsidieeren der Bijzondere Chinee-
sche scholen.
Bij de onderafdeeling opium drong de heer Brum-
melkamp aan op krachtiger bestrijding.
Als probleem geven wij in aansluiting met probleem
51 weder een fijn stukje werk van den heer H. Hoog
land. Het is een ingewikkeld stukje en toch is in een
tamelijk klein aantal zetten de winst aan wit verze
kerd.
Probleem no. 52 van TI. Hoogland Jr., Utrecht.
Zw. 9, 17, 20, 24, 30, 36 (dam).
W. 18, 26, 31, 38, 40, 43, 44, 45.
In.dezen stand, ontstaan, doordat zwart achter
schijf 31 geloopen was met zijn dam, speelde wit 38
32. Zwart moest toen drie stukken slaan van 36 tot
49. Nu speelde wit 1812, zwart 17 8, en wit 40—
35. Zwart 49 40 en wit 45 12. Nu volgde een merk
waardig eindspel, zwart was aan zet.
24—29
12—7 29—33
(2934 kon niet wegens 3530 en 71)
7—1 33—38
(3339 kon niet wegens 134 en 35 24).
1—23 3843
(op 3842 volgt 2337 en wit wint).
2328 en zwart is verloren.
Op 4348 volgt 2837
Op 4349 volgt 2844.
Wij verzoeken alle liefhebbers, dit eindspel met »*n-
daebt te volgen.
Zw. 2, 5, 7, 8, 9, 13, 17, 18, 41 (dam).
W. 20, 24, 26, 28, 30, 32, 33, 40, 42, 43.
Oplossingen voor 18 November bureau van dit blad.
CORRESPONDENTIE.
JB. te S. Uw oplossing van no. 51 was niet- correct,
zooals U wel zult gezien hebben. Intusschen dank voor
mve toezendingen. Hopen in 't vervolg U steeds onder
de oplossers te zien.
D. W. te A. Dank voor de toegezonden partij en
probleem. Zullen beiden op ons gemak bestudeeren en
IJ in de volgende rubriek nader antwoord geven.
J. O. te N. a. Z. Dank voor uw schrijven. Zullen ar
nota van nemen.