DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
2l
Vader Mgilk en HSdepm Wgjwsra.
No. 274
Honderd en elfden jaargang.
1909.
Deze Courant wordt eiken avond» behalve op Zon- en
rcesidagen, uitgegeven Abonnementsprijs per 3 maanden
voor A jkmaar 1? Q„®0$ franco door het geheefe Rijk f 1,—
A* aderlijke nummers 3 Cents.
DINSDAG
der gewone advertentiëns
regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
Setters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V., Boek- en Handelsdrukkerij
v/h HERMs. COSTER ZOON» Voordam C 9.
23 NOVEMBER,
FEUILLETON.
B1JN' N E JN L A N
x Zje~-
ALKMAAR, 23 November.
Keil eigenaardig feit heeft zich in Weenen voorge
daan. Verschillende officieren van den generalen staf
hebben per post een pakje ontvangen, waarin poeders
zaten, die volgens een bijgevoegd schrijven versterkend
zouden zijn voor de zenuwen.
De afzender die zich Charles Francis noemde, en
een postbox als adres had opgegeven, is niet te
vinden. Eenige officieren hadden het gezonden poeder
laten onderzoeken, waarbij was gebleken, dat het
cyaankali bevatte, in een hoeveelheid die doodelijk we
zen moet.
hu werd liet lijk van kapitein Ma dor, die eenige da
gen geleden was gestorven, opnieuw onderzocht, en
bleek het, dat deze officier aan cyaankali-vergiftiging
was overleden.
De dood was ingetreden op een ©ogenblik, waarop
de oppasser afwezig was. Men dacht eerst, dat de ka
pitein een beroerte had gehad, maar het nadere onder
zoek bracht de vergiftiging aan het licht.
De ongelukkige officier had twee dagen vóór zijn
dood bij wijze van grap verteld, dat iemand hem pillen
tegen zenuwzwakte had toegezonden. Hij had den
brief voorgelezen, dezen daarna in de prullemand ge
gooid, doch de poeders bij zich gestoken. Een kame
raad had hem nog gewaarschuwd. Even nadat hij do
poeders op zijn kamer had gebruikt, begon hij een
brief te schrijven, kwam echter niet verder dan tot den
eersten regel. Hij liep toen naar de deur en zeeg daar
ineen.
Een officier van den generalen staf vertelde dat hij
eenige dagen geleden in zijn bureau een brief heeft ge
kregen. Het couvert bevatte een dun vel papier,
waarop met een stempel het woord „discreet" gedrukt
was. De tekst van den brief was een overdreven re
elame voor twee poeders, welke zich in den brief be
vonden. De officier hechtte geen waarde aan deze zen
ding en liet ze op zijn schrijftafel liggen, 's Namiddags
hoorde hij van collega's, dat ook andere- officieren een
dergelijke zending hadden ontvangen. Alle brieven
zijn op dezelfde wijze geadresseerd en zijn gedateerd
14 November. Ze zijn op hetzelfde postkantoor ge
post. In den brief wordt gezegd, dat men hier te doen
heeft met een geheel nieuw middel tegen zenuwzwakte
dat uitstekend helpt en volmaakt onschadelijk is.
„Oordeelt zelf, dat zal de beste reclame zijn." De poe-
pillen smettelijke ziekten alsnog eene bepaling werd opgeno-
er, omdat men> hierin bestaande, dat, als volgens deskundigen
ders sommige couranten spreken van
moesten dadelijk ingenomen worden, stond JJ
ze aan bederf onderhevig waren. de v?ccinatie levensgevaarlijk is, de gevolgen van niet
i, t li t 1 vaccinatie voor zulk een persoon niet gelden. Eeu
Opvallend is het, dat alleen officieren, die sinds 1 tweede punt Wref± het internationalisme. Spr. zou
A o\omber bij den militairen staf waren, de brieven wenschen dat rond het Iiof van Arbitrage een kring
hebben ontvangen. Of ze ook buiten Weenen naar of- j van centrale bureaux werd opgericht,
ficieren gezonden zijn is niet bekend, maar er Is naar ^an dit punt afstappende komt spr. tot den uitslag
alle garnizoenen een waarschuwing geseind. der verkiezingen om te weerleggen den twijfel dat de
iv w„,„, i overwinning door de rechterzijde behaald slechts van
De Weensche politie heeft een onderzoek ingesteld. j tijdelijke aard zou zijn. De verkregen meerderheden I
llaar hulp is evenwel laat ingeroepen: Zondag den j waren gedurende een tiental jaren constant en stegen.
14den werden de brieven ontvangen, doch den adres- Daarna kwam spreker tot de financiën. De toestand j
santen den 19den ter hand gesteld en de politie kreeg' is uiet gunstig. Gélukkig is thans niet meer dan 10
eerst kennis van het feit, nadat reeds verscheiden offi- I milHoen noodig' Tot versterking slaat de Regeering
j een tweevoudgen weg m, tijdelijke en duurzame voor
deren de poeders in het militair-chemische instituut l ziening. 0m 8 millioen te dekken. wil de Regeering de
hadden laten onderzoeken. 10 opcenten op Bedrijfs- en Vermogensbelasting ge-
Tot dusverre heeft de politie nog niets ontdekt, wat bruiken. Daarom zou voorloopig de verhooging van
tot opsporing van den dader kam leiden. Zij heeft een het tarief met 30 Pct "iet noodig ziJ'n want spr. vreest
spoor vervolgd, dat valsch gebleken is. Een apotheker j ^ïg amlerS °P Wamle€T n°°"
in de buurt van het postkantoor, waar de brieven
ge-
Tenslotte zegt spr. dat deze Regeering het volle
KLEINE GEBEURTENISSEN ÜTT HET
LEVEN VAN ÊEN PRAGER GEZIN
NAAR HET BOHEEMSCH
VAN.
IGNAT HERRMANN
door
S. J. BARENTZSCHöNBERO.
In den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; geb. 3.50
51)
Niets, mama4 geen woord
Misschien heeft de kruier hem niet t-huisgetrof-
fen
Maar hij gaat immers altijd na het eten naar
huis, zei Josefine.
Dat is waar, sprak mevfouw Kondelik peinzend.
Hij is toch vandaag al zoo vreemd, mama.
Dat doet zeker die miserabele geschiedenis
gisteren. Vraag hem er eens naar, Fientje.
Josefine ging naar de kamer terug. Wejwara
beek het album. Hij kende weliswaar reeds alle
zichten uit het hoofd; maar zoo vaak hij geen
wist, nam hij zijn toevlucht tot het album.
Het zou wat moois zijn geweest als je vandaag
niet was gekomen, zei Josefine. Heeft de kruier je
thuisgevonden
Ja, Josefine.
Heeft hij je ook dat wat wij je gestuurd
hebben gegeven'? vervolgde zij aarzelend.
- Ja, Josefine, zei Wejwara eentonig en kuchend.
—Was je niet boos?
Waarom had ik boos moeten zijn, Eientje?
van
be-
ge-
raad
bij onderzoek niet hetzelfde te zijn als dat, waarin de
poeders waren verpakt.
Eerst vermoedde men, dat de dader een militair
was, die misschien handelde om door het uit den weg
ruimen van verschillende superieuren zelf spoedig pro
motie te kunnen maken. Men heeft dit vermoeden
evenwel laten varen en thans de zaak in handen van
de burgerlijke rechtbank gegeven. Vakmenschen bewe
ren, dat de poeders onhandig zijn behandeld, dat*zij
niet het werk zijn van een apotheker of een -apothe-
kersleerling. Over het bezit van een groote hoeveelheid
cyaankali een tiende van de dosis, welke in eiken
poeder zat werkt reeds doodelijk behoeft men
post waren, had medegedeeld dat een jonge man bij vertrouwen der anti-revol. partij heeft en dat zij haar
hem ouwelpapier had gekocht, maar dit papier bleek gaame zal steunen. Waar de Regeering trouw blijft
aan de beginselen Gods, kan zij op onvoorwaardelijken
steun der anti-revol. partij rekenen.
De heer Kooien wenscht een woord te spreken over
den financieelen toestand, enkel beleid der Regeering.
Daarop is ernstige critiek uitgeoefend en men heelt
liet doen voorkomen alsof de houding der Regeering
sedert verleden jaar veranderd is. Spr. komt daartegen
op.
De minister, die zijn weloverwogen plan verleden
jaar in zijn nota heeft ontvouwd is daaraan dit jaar
- trouw gebleven en heeft dus volle aanspraak op ver-
trouwen.
De heer Hugenholtz wenscht een enkel woord te
i zoggen over de veeteelt.
Spreker heeft een kleine enquête gehouden in het
Noorden van Friesland en Groningen en bevonden dat
zich echter niet te verwonderen: hoewel in Oostenrijk de toestand slecht is, vooral ten gevolge van den
blauwzuur zonder speciaal verlof niet gekocht kan slechten zomer en de lage temperaturen welke ge-
heerscht hebben,
i Tengevolge van dien slechten zomer hebben de vee-
houders, vooral de kleine veeboeren, veel schade gele-
den, ook al door de geraffineerde bepalingen in de
huurcontracten van een paar koeien meer te houden
worden, kan ieder amateurfotograaf zich met een
schriftelijk bewijsje elke hoeveelheid cyaankali
schaffen.
Het gebeurde wordt natuurlijk druk besproken, niet
ver- J
alleen in militaire maar ook in burgerlijke kringen, en dan er voeder is op de plaats, eene bepaling gemaakt
zelfs de keizer laat zich voortdurend op de hoogte
houden van de resultaten van het onderzoek, dat, ge
lijk gezegd, tot dusverre nog maar weinig heeft opge
leverd.
Tweede Kamer.
Do heer v. d. Velde zegt bij de allgemeene beschou-
wingen over de staatsbegrooting dat er voor de anti
revolutionaire partij na hetgeen dr. Kuyper in de
Standaard heeft gezegd en na hetgeen deze hier in de
Kamer daaromtrent nader heeft medegedeeld n.l. dat
er geen verband bestond tusschen de decoratie en het
ontvangen van geld voor de partijkas, geen enkele re
den bestaat om aan da tegen dr. Kuyper ingebrachte-
beschuldigingen alsnog geloof te hechten (geroep och,
och).
Zijne erkentenis in enkele opzichten, hier ronduit
gedaan strekt hem tot eer.
De lieer Kuyper zegt eenige woorden omtrent de
verhouding van de anti-revol. partij tot dit Kabinet.
Spr. meent dat het Kabinet nog geaarzeld heeft zijne
voornemens ten aanzien van den vaccin-e-dwang mede
te deelen. Hij zou wenschen dat in de wet op de he
in het belang van den eigenaar, maar ten nadeele van
j den huurder. Ook de hooioogst leed ernstig schade
i door het natte weer en groote stukken hooiland wer-
I den bedorven. Het weinige hooi was duur en slecht.
De arbeiders, die zich opgewerkt hadden tot kleine
r. boertjes, hebben hun ideaal zien vervliegen en zijn
ij w-eer arbeiders geworden en den arbeiders stonden
-droeve dagen te-wachten, daar velen reeds in schuldèn
si zijn geraakt bij de neringdoenden, vooral in den bouw-
hoek van Groningen. Ook gedurende den graanoogst
was het weer slecht en leden vooral de losse arbeiders
groote schade. Het ziet er ttreurig uit, want al het
gespaarde geld is opgeteerd en alle levensmiddelen zijn
zeer duur. Er zijn enkele eigenaars die de pacht heb
ben verminderd en spr. hoopt, dat velen dat voorbeeld
zullen volgen, maar hij hoopt ook, dat de Regeering de
bepalingen 16, 28 en 29 B. W. tot dwingend recht zal
maken.
Geschiedt dit, dan zullen de eigenaars zich meer
aan hunne landen gelegen laten zijn.
De heer Yan Idsinga betoogt, dat dp heer Drucker
verleden week een oude koe uit de sloot haalde om
aan te toonen hoe groot het verschil van inzicht aan
de rechterzijde is, ook wat de praktische politiek aan
gaat. Reeds acht jaar geleden heeft de heer Drucker
dat betoogd. Maar wat beteekent dat nu? De rechter
zijde ontkent volstrekt niet hetgeen de heer Drucker
Zie je, mama zegt dat het een oud, oud familie-
gebruik is
-- Ja, ik heb ook al gedacht dat het ©en oud ge
bruik moest zijn.
Opdat je lang zult leven.
Ja, Josefientje.
- En het mooiste trek je op de bruiloft aaji.
Wejwara gaf ge-en antwoord. Maar toen kuchte'
hij en sprak:
Ja, lieve Josefine, ais het moet trek ik het aan,
maar ik denk dat ze mij te groot zullen zijn,
voornamelijk aan den hals.
Mevrouw Kondelik, die juist binnentrad, hoorde de
laatste woorden.
Hoe, i' rans, te groot? Maar dat kan niet we
hebben ze volgens je halswijdte gemaakt je hebt im
mers achtendertig centimeter, halswijdte.
Ja, mama, maar1 die hemden zijn minstens zes
enveertig.
Maar hoe kan dat
Nu, als nachthemden zullen zij juist goéd zijn,
mama, sprak Wejwara verlegen. Ik had ook eigenlijk
gedacht dat het nachthemden waren, maar als Josefi
ne wenscht dat ik een ervan op de bruiloft zal aan
trekken, dan doe ik het.
Op dit oogenblik kwam de meester op den drempel
van de slaapkamer en riep ongeduldig:
Wat heb je daar voor een ellendig overhemd in
de kast gelegd, dat kan ik heelemaal niet dicht krij
gen
Mevrouw Kondelik keek naar haar man. en wankel
de achteruit.
Kondelik groote hemel, man hoe kom je
aan dat overhemd?
De meester had, een sneeuwwit, gestoven overhemd
mot een prachtig geborduurde borst aam en trok woe
dend aan den boord, die hem veel te ijauw was.
Hoo kom je aan dat overhemd?
beweert. Bij de rechterzijde zoowel als de linkerzijde
is men het over de beginselen der praktische politiek
niet eens; dat blijkt herhaaldelijk. Waarom het dan
te verbloemen?
Spr. heeft den indruk gekregen, dat in Christelijk-
historische kringen de vrijheid van individueel denken
meer wordt geëerbiedigd dan elders- en van die vrijheid
maakt hij gebruik om van inzicht te verschillen met
den heer Lohman, omtrent het niet beantwoorden van
de vragen aan de Regeering gesteld met betrekking'
tot de decoratiequaestie. Spr. gelooft, dat de Regee
ring en de heer Lohman op dit punt ongelijk hebben.
Die heer Yan Idsinga sprak over het weigeren der
gevraagde inlichtingen omtrent de zaak-Kuyper, dooi
de regeering. Do heer Lohman heeft deze weigering
der regeering gesteund. Met allen eerbied voor de re
geering en voor den heer Lohman komt spr. tegen deze
houding op. Ilij zet uiteen, dat naar zijn meening de
ministerieele verantwoordelijkheid had moeten leiden
tot het geven der gevraagde inlichtingen. Die verant
woordelijkheid is een middel om de Staten-Generaal
het recht van controle te verzekeren. De regeering is
dan ook verplicht de gevraagde inlichtingen te geven,
indien zij niet meent, dat zij in strijd zijn met art. 94
der grondwet. De Kamer moet de gronden der regee
ring, die feitelijke geene gronden zijn, niet acceptee
ren, het zou een bedenkelijk antecedent zijn, indien
deze houding der regeering ingang vond. De regeering
had eigenlijk moeten vertellen, wat nu de beer Kuy
per heeft gezegd, zij had inlichtingen moeten geven
over de decoratiekwestie.
Minister Heemskerk: Over de decoratie zelve zijn
nooit inlichtingen gevraagd.
De heer Van Idsinga: Dat was toch de .strekking
van het verslag, wat de decoratie zelf betreft wil ik,
zegt spr. gelooven, dat dr. Kuyper geen schuld heeft
en de decoratie geheel uit gunstbetoon is verleend,
maar ik wil hier uitdrukkelijk verklaren, dat ik de
reden waarom de decoratie is verleend, absoluut on
voldoende vind: het geven van wat geld, het schrijven
van een ehèque is volgens mij niet voldoende, en ik
kan mij niet voorstellen, dat een beschaafd man daar
aan zooveel waarde toekent. (Beweging en gelach). Ik
begrijp bovendien niet, welk landsbelang gemoeid was.
bij het geld dat de heer Lehmann gaf. Was er wel een
landsbelang bij getrokken, dan had de regeering zelf
het geld moeten geven. (Instemming links). De deco
ratie zelve is op regelmatige wijze verleend, maar er
was geen nationaal belang bij betrokken.
De heer Van de Velden: Een diplomatiek belang.
De heer IdsingaOok niet. Spr. betwist voorts, dat
een consul-generaal direct en officieel bij de regeering
geaccrediteerd zou zijn en zet uiteen, dat er vroeger
een ander systeem van decoratie-verleening bestond.
Er zijn overigens wel duizenden decoraties verleend
om veel minder redenen. Spr. heeft dat van nabij ge
zien en wat hij ervan gezien heeft, zou hem bewegen,
het eens te zijn met hen, die de orden willen afschaf
fen. Zij nïoeten eigenlijk alleen blijven bestaan voor
vreemde diplomaten, want dan is de uitreiking alleen
een bewijs van vriendschap; meent men werkelijk, dat
op de wijze, zooals dr. Kuyper een ridderorde uitreikte,
de deugd zal worden bevorderd? (Groot gelach). Op
die wijze schaft men de deugd af, gaat men haar te
gen. (Instemming). Het blijft geen deugd, wanneer
men als men een goede daad verricht, van te voren
weet, dat men er een lintje voor krijgt; dan gaat hêE
mooie er af; Spr. heeft eens een minister ontmoet, die
zeide, toen hij een Kamerlid had geridderd: „Zie zoo,
die zal geen oppositie meer voeren." (Gelach). Ik keur
de raadgevingen, op welke wijze men een ridderorde
kan verwerven, onvoorwaardelijk af, en daarom zou ik
mij willen vereenigen met hen, die ze willen afschaf
fen." (Beweging.).
De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag 101/*
uur.
Nu, hoe zou ik er aan komen Uit de kast ge
haald, waar al mijn hemden liggen.
Mevrouw Kondelik snelde naar de slaapkamer, de
deur van de linnenkast kraakte, onmiddellijk hoorde'
men ze dicht vallen en reeds keerde zij terug met
een arm vol nieuwe, sneeuwwitte overhemden. Bijna
scheiend riep zij
Nu begrijp ik het! Dat zijn de overhemden van
Wejwara -- groote hemel ik heb de hemden des
avonds in de doos gedaan en heb de verkeerde ge
grepen die zijn blijven liggen eir Frans hebben
wij papa's on.de hemden gestuurd die ik opzij had
gelegd om te verstellen. Mijn hemel ik zou mij
xelf wel een slag in het gezicht kunnen geven.
En plotseling .schreeuwde zij haar man toe
Wil je het wel eens gauw uittrekken! Kondelik"!
Dadelijk! Het is Wejwara's trouwhemd dat mag'
niemand anders dan de bruigom aantrekken lieve
helf, man, heb je dan geen oogen.
Kondelig keek eerst zijn vrouw en daarna Josefine
aan en ten slotte bleven zijn blikken op Wejwara rus
ten. Een bre-ede glimlach speelde om zijn mond.
Heb je mijn oude overhemden cadeau gekregen?
Dat zal je plezier gedaan hebben, Frans. Zie je, dat
noemt men nu een vrouwelijke verrassing. Nu, oudje,
trek je er niets van aan, gewasschen waren ze al.
Maar, Wejwjara, nu is het spelletje omgekeerd, zie je?
Dat is een pendant van je pantalon van gisteren
nu heeft niemand je iets te verwijten.
Ga nu maar een ander overhemd aantrekken!
riep mevrouw Kondelik geërgerd en beschaamd.
En toen de meester verdween, ging zij naar Wejwa
ra en zei: Frans? ITet is haast niet te gelooven
arme jongen, je krijgt oude, versleten vodden als ge
schenk.
Het is mij zelfs niet ingevallen dat het eeni ver
gissing kon zjjn, antwoordde Wejwara oprecht. Ik
heb er alleen maar over gedacht wat dat kon .beteeke-
nen.
- Gescheurde hemden hebben slechts één beteekenis,
Wejwara, riep meester Kondelik luid van den drempel
der slaapkamer, n.l. dat zij versteld moeten worden.
Maar zie je, ik ben in den laatsten tijd heelemaal op
«den achtergrond geraakt, er werd steeds voor jou .en
Josefine gewerkt. Het was mij wel wat vreemd dat
ik nieuwe overhemden had gekregen, maar
Natuurlijk, ouwe dwaze man, zei mevrouw Kon
delik boo-s, ik zal je zeker nu nog geborduurde oyer-
hemden maken. tTe let ook nergens op.
Luister eens Betty, dat de bruid en de bruide
gom voor hun huwelijk allerlei dwaasheden doen, is
al een oude geschiedenis en dat zie ik hier weer bij
Pepi en Wejwara. Maar dat ook aanstaande schoon
moeders haar verstand verliezen, heb ik nog nooit ge
hoord. Waar hadt je toch je oogen gelaten?
Die vergissing deed meester Kondelik onzegbaar
veel plezier. Toen hij met zijn toilet klaar was en zijn
v,ierden ring aandeed, boog hij zich naar Wejwara toe
en bromde plagend:
- En opdat je ziet-, Wejwara, dat niet alleen je
schoonmoeder, maar ook je schoonvader het goed met
j© meent, zeg ik: „Je mo.ogt ook- mijn hemden be
houden, begrijp je? Dan koop ik mij een dozijn nieu
we in plaats daarvan
Je bent een babbelkous, Kondelik, zei zijn vrouw
hoos. En tot Wejwara vervolgde zij
Kaatje komt morgenochtend bij je, Frans, om je
de goede overhemden te brengen en de andere weer
mede te nemen. Alleen het geborduurde overhemd
zullen wij nog eens wassc-hen. Ziezoo en nu gaan wij
heen.
En het gezelschap maakte een wandeling om in
ide Vikarka te blijven hangen. Mijnheer Kondelik
dronk daar gaarne van tijd tot tijd zijn potje bier.
(Wordt vervolgd).