DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
leoo.
Vader Kondellk pd bruidegom Welware.
No. 275
Honderd en elfden Jaargang.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
.feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P ikmaar ©<,80* franco door hei geheeSe Rijk f 1,-
M hinderlijke nummers 3 Cents;
WOENSDAG
Prijs der gewone adverterstiën:
Per regel I 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
'letters laar plaatsruimte.
Brieven fraxo aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 0.
24 NOVEMBER.
FEUILLETON.
BI N N L A 'N IK
V*Jdtoev:«8»ir**?
Kennisgeving
COURANT
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van
22 Mei 1845 (Staatsblad Ho. 22) ter kennis der inge
zetenen, dat bij hem ingekomen en aan Sen Ontvanger
der Rijks directe belastingen binnen deze gemeeDie
ter invordering zijn overgegeven:
DE KOHIEREN DER PÉRSONEELE BELAS
TING Nos. 4, 17 en 18, voor het dienstjaar 1909
executoir verklaard door den Directeur der directe be
lastingen in Noordbolland te Amsterdam den 19 No
vember 1909
dat ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de
Wet bepaalden voet, te voldoen en dat beden ingaat
de termijn van zes weken binnen welken daartegen
bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Alkmaar, den 20 November 1909.
Het Hoofd van bet Plaatselijk-Bestuur voorn.,
G. RIPPING.
ALKMAAR, 24 November.
De eerste slag wordt in Engeland thans geleverd:
de beg-rooting wordt in het Hoogerhuis in tweede
lezing behandeld en morgen of overmorgen valt de
beslissing. Het is een spannende strijd. De parlemen
taire ban en achterban is opgeroepen, om er aan deel
te nemen. Men weet, dat het lidmaatschap van bet
Huis der Lords afhankelijk is van geboorte of van
ambt. Tal van leden laten zich aan het eerebaantje
niets gelegen liggen en onderbreken hun leven op het
voorvaderlijk kasteel in den regel niet door bet parle
ment te bezoeken. Thans zijn ze opgekomen. Een vijf
tigtal hadden er nog nooit te voren een voet ingezet,
zelfs nog niet eens den eed afgelegd. Anderen gevoel
den zich in het gebouw nis een kat in een vreemd pak
huis. En allen waren ze er als haringen in een ton.
Het Engelsehe Hoogerhuis is evenmin als het La
gerhuis berekend op het groot aantal leden. Voor
do meer dan 000 personen is er geen plaats. Verschei
den oude leden moesten zich met een staanplaatsje te
vreden stellen en een zeer deftige lord, lord Roseberry,
ging zelfs op den grond zitten, in het gangpad. De
tribunes waren stampvol en zeer vele belangstellen
den, in bet bezit van toegangskaarten, moesten na
lang wachten onverrichterzake terugkeeren. Verschei
den familieleden van de leden woonden de eerste zit
ting bij, d. w. z. de echtgenooten, want andere dames
mochten niet worden toegelaten men vreesde de
kiesrechtvrouwen.
Ook Koning Manuel van Portugal was tegenwoor
dig. Alleen de diplomatenloges waren dicht bezet.
ïn de zaal heerschte de spanning welke aan het ge
beuren van groote dingen voorafgaat. Om kwart na
vier werd de zitting geopend de deftige heeren be
ginnen niet vroeg te vergaderen en het goud van den
ochtenstond kennen ze blijkbaar niet. Zoo kort als
maar mogelijk was zei de minister lord Crewe daarop:
„Ik verzoek dat deze wet ten tweeden male gelezen zal
worden."
Enkelen hadden nog op een redevoering gerekend,
maar de regeering vond dit niet gewenscht, wilde dui
delijk doen uitkomen, dat het hier gold een kwestie,
KLEINE GEBEURTENISSEN UIT HET
LEVEN VAN EEN PRAGER GEZIN
NAAR HET BOHEEMSCH
VAN.
IGNAT HERRMANN
door
S. J. BARENTZSCH5NBERG.
In den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; geb. 3.50
54)
DE EERSTE HUWELIJKSGESCHENKEN.
XXV.
De groote dag der familie Kondelik naderde met
rassche schreden. Reeds liep de voorlaatste week ten
einde. Het huwelijk was bepaald op een Zaterdag, op
het feest^ van de heilige Elisabeth. Het was mevrouw
Kondeliles naamdag. Reeds waren de uitnoodigingen
verzonden, reeds waren de gasten voor het diner ge
ïnviteerd, reeds zou de geestelijke den volgenden Zon
dag voor de laatste maal de geboden afkondigen.
Mijnheer Kondelik was dagelijks in de woning der
aanstaande jonggehuwden, bracht daar uren door om
steeds nog wat te „volmaken. Hij sloeg spijkers en
haakjes in, voorzag de deuren, de ramen, de ventila
tors van schroeven en oogen, dat was zijn stokpaardje.
Xu vertelde hij Wejwara dat hij een nieuwen patent
ketting voor de deur gehangen had, opdat niemand
onverhoeds de woning kon binnentreden. Toen er in
de woning niets qieer was te doen, bemoeide hij zich
met het trouwen; ieder oogenblik was hij in de pasto
rie of bij den koster.
En dan plaagde hij nog steeds zijn vrouw met het
gebeurds met cie overhemden.
welke buiten de bevoegdheid van het Hoogerhuis ligt.
Onmiddellijk daarop nam lord Lansdowne die zeer
verkouden was het woord. Andere Lords volgden. Om
8 uur werd er pauze gehouden, tot negen uur en om
kwart na elf werd de zitting gesloten.
Gisteren werd het debat heropend, weer werd het
verdaagd, vandaag wordt het voortgezet en morgen
valt de beslissing. Zij is niet twijfelachtigaangeno
men zal worden de motie van lord Lansdowne, „cTat
dit Huis zich niet gerechtigd gevoelt, zijn goedkeuring
t< geven aan deze wet, alvorens zij onderworpen is
aan het oordeel van het volk."
Het is slechts de vraag met hoeveel stemmen de be-
slissing wordt genomen. Men herinnert in dit ver- S
band aan de verwerping in 1893 van de Home Rule
bill met 419 tegen 41 stemmen.
In den nacht, waarin de beslissing valt zullen er in
de nabijheid van het parlementsgebouw groote volks-
betoogingen worden gehouden.
Dan zullen er verkiezingen moeten plaats hebben.Het
is niet mogelijk zich met eenige redelijke kans aan 1
een voorstelling ten aanzien van den uitslag te wa-
gen. Tn beide kampen is men vol vertrouwen doet
tenminste alsof dit het geval is. Wat wel opvalt is,
dat er tot dusverre weinig leiding valt waar te nemen, i
Het ontbreekt aan leiders van dé eerste en beste
soort. De inzet van den strijd is hoog; het geldt de
vraag of nog altijd het machtige woord van Disraeli
van kracht zal zijn: „Het huis der afgevaardigden is
absoluut; het is de staat." Daarnevens is het econo- i
misch vraagstuk vrijhandel of protectie een deel der
inzet.
De strijd is tenslotte de aloude strijd tusschen con
servatieven en liberalen, maar de inzet van thans
geeft hem zulk een buitengewoon groot© beteekenis,
dat zelfs wordt gesproken, niet slechts over een staats-
streek of inbreuk op de grondwet, maar over een revo
lutie. De liberale bladen schrijven over „de omwente
ling van 1909."
Over eenige etmalen is de eerste slag geleverd. Dan
gaat het eerst recht beginnen. Maar te voren moet
men het X mas „merry" vieren.
In het nieuwe jaar zullen de nieuwe verkiezingen j
voor het. Lagerhuis plaats hebben, zal het Hoogerhuis
gelegenheid hebben naar de stem des volks te luiste-
ren. i
Tweede Kamer
De Kamer heeft gisteren besloten het ingekomen
bericht van overlijden van den heer De Ridder, afge
vaardigde uit Wijk-bij-Duurstede, te beantwoorden
met een brief van rouwbeklag.
De voorzitter wijdde een woord van hulde aan de
nagedachtenis van mr. De Ridder.
Minister Heemskerk verzekerde, dat de regeering
zich van harte aansluit bij des voorzitters waardeeren-
de woorden jegens den hooggeachten en beminden
man, die aller vertrouwen waardig was.
Bij de daarna voortgezette Algemeene Beschouwin
gen begon de heer De Visser zijne rede met een woord
van hulde aan de nagedachtenis van den heer De Rid
der. Vervolgens behandelde spreker de signature, dooi
den heer Drucker van het kabinet gegeven, als zou het
zijn een conservatief kabinet van zaken, en de door
Troelstra gegeven signature, dat het kabinet zou blij
ken te staan onder den invloed van conservatieve ele
menten.
Geen enkel afgevaardigde aan de rechterzijde ver
klaart zich tegen wettelijke bescherming van volwasse
nen. Door het standpunt der" regeering, dat zij het
kiesreohtvraagstuk niet urgent acht, verdient het ka
binet geenszins het verwijt van te zijn een conserva
tief kabinet. Hierdoor wordt trouwens niet de grens
lijn getrokken tusschen vooruitstrevend en conserva
tief. Bovendien, inf arbeiderskringen, waarin spreker
verkeert, blijkt niets van de urgentie van het kies
recht-vraagstuk, maar wèl van andere zaken, alsZon
dagsrust, verzekering, enz. Men kan dus volstrekt
niet zeggen, dat in arbeiderskringen in 't algemeen
de urgentie voor algemeen kiesrecht wordt vooropge
steld.
Dat het kabinet niet de signature van conservatief
verdient, bleek, naar spreker betoogde, ook voldoende
uit de reeds ingediende en aangekondigde wetsontwer-
.pen op sociaal gebied.
De heer Bos weersprak tegenover den heer Troelstra
in zake het openbaar onderwijs van standpunt veran
derd te zijn.
De heer Van Doom betoogde tegenover den heer
van Idsinga dat men het kiezersvolk misleidt, indien
men het oproept zich te scharen onder de Christelijke
banier,(terwijl men in de Kamer zelf erkent dat men
op practisch wetgevend gebied met Christelijke begin
selen niet verder komt, en zij daarbij geen verschil in
de schaal leggen.
Spreker drong er op aan het opzweepen van kerke
lijke hartstochten tot bedaren te brengen, omdat het
de natie vaneenscheurt en allerminst bevorderlijk is
aan de eenheid en de kracht van het Nederlandsche
volk. De regeering bedenke, dat, wie wind zaait, storm
zal oogsten.
Over de decora tie-quaestie zou spreker liever niet
gesproken hebben, maar de verklaring door den heer
Van der Velde namens eene partij afgelegd, noopt
spreker er toe. Vooral de verklaring van den heer
Xuyper, dat hij zijn best heeft gedaan om ook O. A.
Lehniann te decoreeren, en dit heeft medegedeeld aan
mejuffrouw Westmeijer, wierp volgens spreker een
weerzinwekkend licht.
Spreker keurde ai dat een minister over staatsza
ken spreekt en schrijft met iemand die daar geheel
buiten staat.
Na breedvoerig betoog kwam spreker tot de conclu
sie, dat de christelijke beginselen zooals die Vrijdag
door den heer Lobman zijn ontvouwd, niet kunnen lei-
den tot werkelijk practisöhe daden. Aangezien de heer
l.ohman onder spreker's rede de zaal had verlaten, gaf
spreker aan het einde van zijn betoog de verzekering,
dien afgevaardigde niet persoonlijk te hebben willen
aanvallen.
i De heer De Beaufort betoogde, dat de regeering niet
I verplicht was de in de Lehinanu-quaestie gestelde
vragen te beantwoorden; echter, wanneer aan spreker
als minister vragen omtrent een ambtsvoorganger ge
daan werden, zou hij, wanneer deze volkomen onschul
dig was, zulks zeggen. Ook spreker was vóór beper
king van de deooratie-verleening tot vreemde diploma
ten.
De heer Smeenge wees er op, dat de Regeering de
kans schoon heeft gezien, de aandacht van het Neder-
Mevrouw Kondelik, die-zich in Wejwara's bijzijn
nooit driftig maakte, zei slechts:
Wacht maar mannie, wie het laatst lacht, lacht
het best.
Eindelijk kwam ook meester Kondelik's beurt.
's Zaterdags, juist acht dagen voor de bruiloft,
kwam hij bizonder opgeruimd thuis. Toen de soep
werd weggebracht en Josefine in de keuken was, om
het vleesch te halen, wreef hij zich zegevierend in de
handen en zei lot zijn vrouw:
Wacht maar, Betty, vandaag heb ik onze jon
gens wat in de huishouding gekocht.
-Wat dan? vroeg mevrouw Kondelik haar lepel
neerleggend.
Je zult hef wel zien. Ze zullen het straks bren
gen.
Wat dan? Brengen zij het? Het is dus iets
groots
Nu, groot is het juist niet, maar het moet voor
zichtig- behandeld worden. En mooi is het! Je zult
eens wat zien!
Mevrouw Kondelik kon van spanning bijna niet
eten. Zij luisterde voortdurend of er niet gescheld
werd.
Tegen twee uur brachten twee la-uiers eenige zorg
vuldig verpakte voorwerpen, die zij voorzichtig op de
tafel legden.
Wat brengt ge? vroeg mevrouw Kondelik nieuws
gierig.
- I.ampen, mevrouw.
De meester sluimerde op de sofa in de slaapkamer
en dus begon mevrouw Kondelik zonder te wachten
tot hij wakker was, de lampen voorzichtig uit te pak
ken.
Nu stonden zij in haar volle pracht voor haar op de
tafel. De voetstukken van majolica, de kappen van
geschilderd glas, prachtige lampen, wel een meter
hoog.
Josefine sprong als een kind om de tafel heen en
was dolblij met papa's geschenk. Maar mevrouw Kon
delik was niet blij.
Als papa maar een enkel woordje ervan had ge- j
zegd. sprak zij.
Maar wat is er dan, mama, zei Josefine, ze zijn
toch zoo prachtig.
Mooi zijn ze, maar ze zullen ook wat gekost heb
ben, kind en ze zijn zoo overbodig, zoo overbodig.
Waarom overbodig? klonk de diepe basstem van
mijnheer Kondelik.
De meester was wakker geworden en stond bij de
deur.
Waarom Kondelik? Waartoe hebben zij gas in
de heele woning, hè? In de voorkamer, in de keukeu,
overal
Zie je, Betty, dat zijn weer vrouwenredeneerin-
gen. Gas! Ja zeker hebben zij gas, maar als Wejwa
ra aan zijn schrijftafel bij het raam wil zitten of Pepi
bij haar naaitafeltje? En wanneer er in de gasfa
briek eens iets gebeurt en in de geheele stad het gas
wordt afgesloten, hoe zullen zij dan licht in de wo
ning brengén? Wat dan? In ieder gezin moet een
petroleumlamp wezen, onthoud dat. Maar natuurlijk,
omdat jij ze niet hebt gekocht, omdat ik het was,
deugt het weer niet. Op mij heb je altijd wat te vit
ten, dat weet ik al. Maar dat is mijn cadeau in de
woning en Wejwara zal er blij mee zijn.
Maar ik ben er 'niet blij mee, Kondelik. Zeker
moeten zij petroleumlampen in reserve hebben, maar
lampen koopt iedere huisvrouw na de bruiloft.
Waarom?
Waarom? Hm, dat zal je wel zien.
Meester Kondelik had zich zoo op de verrassing ver
heugd, dat hij nu wel de lampen het raam uit wilde
gooien. En dertig gulden had liij er voor betaald.
Brommend dronk hij zijn koffie en ging heen.
's Avonds kwam hij tegelijk met Wejwara thuis.
Toen hij in de keuken kwam, struikelde hij over
oen groote kist die naast de deur stond.
Wat heb jelui daar, voor den drommel? vroeg
hij nijdig.
Dat heeft mijnheer Betschka gestuurd, zei me
vrouw Kondelik. Hier heb je het kaartje dat er bij
was.
Mijnheer Kondelik nam het kaartje en las:
landsche volk af te leiden van het groote vraagstuk:
de droogmaking van de Zuiderzee.
De Regeering schijnt het groote belang der droog
making niet in te zien. Landaanwinning is voor spr.
niet het hoofddoel van de droogmaking der Zuiderzee.
Het is er een deel van, niet het geheel. Wordt de
Zuiderzee .droog gelegd, dan krijgen wij een verbin
dingsweg tusschen Noord-Holland en Friesland, welke
thans bij ijsgang ontbreekt.
Het is niet de vraag of de grond op zichzelf de kos
ten goed maakt, maar wat de totale waarde van het
geheele werk is.
Dé heer Goeman Borgesius zou, na hetgeen de hee
ren Van Doorn en Patijn gezegd hebben, van het
woord kunnen afzien, indien de heer Troelstra niet al
le partijen had getx-acteerd op een gepeperd sausje. Al
dat herhalen en herhalen en wijzen op eigen grootheid
begint echter wel een beetje vei-velend te worden (ge
lach).
Zeker, het kan zijn nut hebben de partijen eens
flink de ooren te wasschen, maar men kan overdrijven.
Spr. neemt er acte van, dat de soc.-dem. niet wen-
schen ingedeeld te worden bij de linkerzijde. Welnu,
dat laat zich plaatsen, waar het den soc.-dem. niet te
doen is om de belangen van het Nederlandsche volk te
behartigen, maar slechts die van een deel der arbei
ders.
Dikwijls vraagt spr. zich af, waarom spreekt de heer
Ti-oelstra toch telkens over het Kabinet-De Meester.
Dat doet spr. denken aan de bewering, dat de moorde
naar steeds terugkeert naar de plaats van zijn misdaad
(gelach).
Het ministerie-De Meester moest weg de in uit
zicht gestelde verbeteringen gingen verloren omdat.
er op militaire uitgaven niet genoeg bezuinigd werd.
De heer T'homson, een geestverwant stemde met de
soc.-dem. mede zeide de heer Troelstra, zeker maar het
doet er niets toe dat een ander er ook zoo over dacht.
Het ministerie-De Meester is gevallen door toedoen
van de rechterzijde, op een enkele uitzondering na, en
van de soc.-democraten. Het ministerie-De Meester
werd vervangen en wat is er toen van bezuiniging ge
komen? Liet politieke spel kostte aan de schatkist 1/4
millioen.
En aan dat spel hebben de soc.-democraten medege
daan.
Vervolgens wijst spr. erop, dat de soe.-dem. vroeger
tegen vrouwenkiesrecht waren en nu alle partijen van
links oproepen om zich tot één bloc te vereenigen om
algemeen kiesrecht te krijgen voor mannen en vrou
wen.
Hoewel wij voor Staatspensioneering zijn, zeide de
heer Troelstra, geloof ik niet, dat er bij de tegenwoor
dige politieke constellatie veel van terecht zal komen
en zullen wij al tevreden zijn als er van het beginsel
zooveel terecht komt, dat de kleinere inkomens worde, x
vrijgesteld van eene bijdrage. Is dat nu soms geen
halfslachtigheid.
Hierna laat spr. den heer Troélstra los en komt hij
tot de politiek der Regeering. Van den heer De Visser
hebben wij al gehooi'd, dat onze verwachtingen van het
practisch Tesultaat der toepassing van de Christelijke
beginselen niet groot moeten zijn.
Het geeft geen vertrouwen in de Regeering wan
neer men let op de geschiedenis van het plan tot de
grondige herziening der Ongevallenwet. Het ontwerp
betreffende de invoerieohten is een uittarting van het
Nederlandsche volk. Tegen nog meer bevoordeeling
van het Bijzonder Onderwijs doet spr. zijn waarschu
wende stem hooren. Ten aanzien van de Grondwets
herziening en het algemeen kiesrecht, wijst alles er
op, dat het de bedoeling is deze zaak aan den kapstok
te hangen. En als straks geen bevredigend antwoord
„Voor de lieve bruid als bewijs van vriendschap".
Wat zou dat' zijn? sprak mijnheer Kondelik.
Wacht, Wejwara, ik zal een nijptang en een breekijzer
halen en jij moet mij helpen.
Eerst eten, mannie, anders wordt alles koud.
Meester Kondelik at snel want hij was nieuwsgierig-
wat zijn oude vriend Betschka wel had gezonden.
Nauwelijks had hij zijn vork neei-gelegd, of hij be
gon de kist open te breken. Op het deksel was een
flesch geschilderd ten teeken dat er iets breekbaars
in was.
Dat zal een kristallen stel of een servies zijn
riep mijnheer Kondelik, voorzichtig de spijkers er uit
halend.
Eindelijk was het deksel los eTi begon hij het hooi
er uit te nemen.
Josefine boog zich nieuwsgierig over de kist, me
vrouw Kondelik stond er, onraad vermoedend, naast,
doch zei geen woord.
Iht het hooi, het zaagsel, het Vloeipapier - kwa
men twee prachtige lampen te voorschijn.
Wejwara zette ze langzaam op tafel, meester Kon
delik legde sprakeloos het hooi weer in de leege kist
en keek naar de lampen.
- Wel, welzei mevrouw Kondelik, lampen, mooie
larnpen! Welke zouden de mooiste zijn?
En zij ging naar de slaapkamer om een der lampen
te halen, die de meester had gekocht.
Nu begon Kondelik te vermoeden waarom iedere
huisvrouw peroleumlampen koopt na het huwelijk.
Pa, mannie, als je mij er ook maar een woord
van hadt gezegd, nu hebben ze twee paar.
Drie paai', mama, sprak Wejwara zacht.
Hoezoo, Frans?
Mijn collega's hebben mij heden een paar prach
tige petroleumlampen cadeau gegeven. Ze hebben ze
bij mij thuis gestuurd.
Heeft de hel dan vandaag al haar lampen uitge-
bi'aakt? raasde meester Kondelik woedend.
(Wordt vervolgd).