DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, Vader KöiéüI i Hip Wcjwsn. 1909. DONDERDAG 25 NOVEMBER. FEUILLETON. WiYNE N 1, A N D. No. 27 6 Honderd en elfden Jaargang. Daze Courant wordt eiken, avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven Abonnementsprijs per 3 maanden voor ikma&r ff ©,8Ö£ franco door het geheeie Rijk f 1, Af aderlijke nummers 3 Cents, Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de NL V. Boek- eo Handelsdrukkerij v/h, HERMs, COSTER ZOON, Voordam C 9. Dit nummer bestaat uit twee bladen TetefttOïtoeiaiser S. Eerste Kamey Tweede Kamer. COURANT, sbsssssi -ausr .-.r—. ALK MAAK, 25 November. In Pruisen is een commissie benoemd, welke nagaat in hoeverre er wijziging in bestuursinstellingen mo gelijk is. Er bestaan in Pruisen nog wonderlijke in stellingen. Zoo wijst een blad. er op, dat de Koning courantenberichten moet ontvangen, of liever een overzicht van het voornaamste, dat de couranten be vatten. Deze instelling bestaat reeds sinds 1748 en in 1867 werd bij koninklijk besluit bepaald, dat dit overzicht, om de drie maanden moet worden samenge steld. Het samenstellen schijnt gemakkelijker dan het in werkelijkheid ishet zet heel wat regeeringsor- ganen aan het werk. Viermaal dn het jaar moeten tal- looze burgemeesters, meer Aan 400 leden van nrovinci- ale staten en 36 regeeringspresidenten hun medewer king bij de samenstelling van het overzicht verleenen. Oorspronkelijk zal zulk een overzicht wel reden van bestaan hebben gehad. Maar thans is het totaal over bodig. De koning leest zelf enkele couranten. Hij heeft eigen ambtenaren, die uit de dagbladen het voornaam ste knippen en opplakken en hem dit zoo spoedig mo gelijk doen toekomen. TT ij heeft ministens, die hem omtrent belangrijke aangelegenheden inlichten. ÏTij kan dus vrij goed op de hoogte zijn van alles wat en in zijn gebied gebeurt. ITij kan al lang kennis genomen hebben van hetgeen het driemaandeli j ks che couranten- overzicht hem mededeelt: hoe het weer geweest is, hoe liet met de vooruitzichten van den oogst staat, hoe de gezondheidstoestand geweest is, hoe verkiezingen zijn pfgeloopen enz. Doch tot deze mededeolingen bepaalt het overzicht zich niet. Het vermeldt het belangrijkste, dat er geschiedt. Maar -wat in een stad van geener lei gewicht is, is in een dorpje een gebeurtenis van belang. Ook zijn de „verslaggevers" van het overzicht geen journalisten, die de gave hebben van te kunnen schiften of de>ze kunst hebben aangeleerd. Zij geven maar wat, hun belangrijk voorkomt schaar en lijm pot zijn gewillig. Intpssehen geeft dat officieele overzicht geen hoog denkbeeld van de ontwikkeling der samenstellers daarvan, die ten slotte de verschil lende ingekomen stukken behandelen. Wij vinden een „bloemlezing" uit zoo'n overzicht, dat we cnriositeits- halve hier vertalen ,.In A. werd een man, terwijl hij van Fulda huis waarts keerde, door den bliksem getroffen." „Het aantal bezwaren, wélke togen de inkomsten belasting werden ingediend was zeer groot." „Twee personen overleden aan miltvuurt." „Bij een uit Hongarije afkomstige zending kippen werd een kippen-zi,ekte geconstateerd." „Verscheiden ongelukken in bedrijven in dit distriet hadden een doodelijken afloop," „Voor de vergaderingen van den gemeenteraad in B. is een nieuw reglement van orde gemaakt," „De vloer in de kruiskapel is met blauwe steenen vernieuwd." „In D. is een nieuw schoolgebouw opgericht." KLEINE GEBEURTENIS SEN UIT ENT LEVEN VAN EEN PRAGER GEZIN NAAK HET BOHEEMSCH VAN. IGNAT HERRMANN door S. J. BARENTZSCHSNBERG. In den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; geb. 3.50. 55; Och, mannie, zei zijn vrouw, dat zit zoo. Ik heb nog nooit een huwelijk gezien, waarbij de bruid niet ten minste één paar petroleumlampen kreeg. Iedereen geeft jongelui lampen. Zoo is het, knikte zijn schoonmoeder hem toe, en daaraan zal het jelui niet manke eren. En tot Josefine vervolgde zij leerrijk Nu moet je ze weliswaar uitgepakt laten, opdat de gevers ze zien als ze een visite maken. Maar na de bruiloft pak je ze netjes in, opdat ze niet leelijk worden en als een van je vriendinnen trouwt, stuur je haar een paar lampen als huwelijkscadeau. En een practisc'h klein lampe voor de keuken en den kelder koopt papa je nog wel. De meester greep zijn glas en nam een flinken slok. Al zijn plezier in de mooie lampen was weg. Wejwara sprak lcalmeerend Maar zij zullen een prachtig sieraad zijn. Het oog wil ook wat hebben. XXVI. DE LAATSTE DAG. liet was de dag vóór de bruiloft. Een geheimzinni ge, bijna heilige stemming heersehte in het huis Kon met „De verkoop van stearine is in vergelijking het vorige jaar slechts weinig gestegen." „Groote geestdrift heersehte er onder de bevolking- toen het luchtschip van Zeppelin over deze streek vloog." „De laagste waterstand van de X rivier was dit jaar 1.2, de hoogste 2.1 nieter. „Alhier is een zekere N. wegens een misdrijf tegen de zeden tot een gevangenisstraf van verschei den maanden veroordeeld." „De reservisten, die de troepen verlaten hebben, zijn in hun geboorteplaatsen teruggekeerd." Dergelijke kleinigheden neemt men op in een pers overzicht dat alléén bestemd is voor een koning, die liet hoofd van een groote mogendheid is. De Koning heeft er natuurlijk niets aan. Ziet misschien niet eens iu het overzicht. En desondanks wordt er aan zulken onzin werk besteed en klagen, in verband daarmede, de bureaucraten aan bovenmatige drukte. Toch schijnt het, volgens liet blad, dat deze zaak ter sprake brengt, moeielijk dit dwaze gebruik af de schaffen. In de eerste plaats, omdat men in Pruisen verbazend bang is, om te tornen aan „de rechten van de kroon." En ten tweede, omdat men niet verwacht, dat de Koning zelf het initiatief zal nemen. Zoo zal men dus deze overbodige ballast nog wel langer geduldig moeten meesleepen. De Eerste Kamer is ter vergadering bijeengeroepen tegen Woensdag 1 December, 's avonds te half negen ure. L)e heer Van Vliet ontzegde gisteren aan den heer Van Doorn het recht hier te komen waarschuwen te gen ophitsing van kerkelijke hartstochten, aangezien juist hij bij den verkiezingsstrijd in 1905 te Gouda in een debat tegen spreker als vriend van de Hervormde kerk ophitsend optrad tegen den candidaat De Vries, die aan den leiband van Rome zou loopen. De heer Van Doorn erkende dat de heer Van Vliet goed heeft ingezien dat hij een vriend is van de Her vormd© kerk, waarin hij zag de draagster van de beste traditiën van ons vaderland. Maar hij ontkende ten sterkste in 1905 kerkelijke hartstochten te hebben ge prikkeld. Integendeel, de uitlatingen van den heer Van Vliet waren bij die gelegenheid beleedigend voor fatsoenlijk© menschen, en spr. raadde den heer Van Vliet daarom aan zich in het vervolg in te toornen. De heer Van Vliet bestreed deze beweringen. Hierna kwam minister Heemskerk aan het woord. Allereerst besprak hij het karakter van het kabinet, daarbij een woord van dank richtende voor de uiteen zetting door den heer De Visser gegeven. De minister was het met dien afgevaardigde eens, dat de overwin ning der rechterzijde in de eerste plaats moet worden toegeschreven aan de sympathie van de meer derhei der kiezers voor het doorvoeren van de Christelijke be ginselen op staatkundig gebied, uit weerzin tegen de verdeeldheid aan de linkerzijde, en uit vrees voor her haling van hetgeen in 1905 is gebeurd. De minister betoogde, dat dit kabinet niet is een delik. Reeds in de laatste dagen werd er ijverig op geruimd, geveegd, gewreven, gewasschen. De vloeren waren zoo schoon als een tafel, de ramen schitterden als kristal, achter de spiegels, de schilderijen waren groene takken gestoken. Mevrouw Kondelik brandde den heeelen dag vlier om de herfstachtige vochtigheid uit de woning te verdrijven morgen zouden de bruiloftsgasten komen morgen! En allen liepen op de teenen heen en weer alsof zij vreesden iets dat sluimerde, te wekken. Zelfs mijn heer Kondelik verloor zijn gewone drukke, ongegeneer de wijze van doen, hij stampte niet, schreeuwde niet, ja het scheen zelfs, alsof hij eemigszins zenuwachtig was. En daarom bleef hij bijna niet thuis. Na het ontbijt en het middagmaal trok hij zijn jas aan en ging heen. Hij had geen bepaald doel, hij wilde al leen maar de gedruktheid thuis ontvluchten. Mevrouw Kondelik was blij dat de vader hun uit den weg ging. Op dergelijke tijden zijn de mannen maar lastig ais zij thuis zijn. Bovendien zeurde Kon delik voortdurend over het vlierbranden. Doch me vrouw Kondelik gaf haar man geen antwoord en deed wat zij wilde. Toen de meester weg was, nam zij zijn zwart eostuum uit de kast, liet het door Kaatje netjes afschuieren en naar den kleermaker brengen om het te laten uitstrijken. Het witte vest was daar al van Maandag af. Josefine liep heden zwijgend rond. Zoo vaak zij haar mama iets moest vragen, deed zij het op fluiste renden toon. liet scheen alsof zij een gesprek met haar moeder verwachtte en er bang voor was. Mevrouw Kondelik keek telkens naar haar dochter en stond dan op het punt haar te roepen, maar het oogenblik leek haar niet gunstig gekozen. En precies zoo ging het Josefine. Zoo vaak het haar toescheen, dat mama haar wilde toespreken, liep zij snel weg, naar de slaapkamer of naar Kaatje in de keuken. Vóór de bruiloft! Een lichte rilling ging door Jo- sefine's lichaam en soms wat het haar, alsof zij niet langer kon loopen. Misschien was dit nog een rilling na het bad, dat mama dien morgen met viooltjespoe der en geurigen vinaigre de toilette voor haar had ge- conservatief kabinet-van-zaken, maar een rechtsch ka binet. Met enkele woorden ging spreker na wat aan het optreden van het kabinet in 1908 is voorafgegaan. Met nadruk kwam de minister op tegen de valsche voor stelling door den heer Van Doorn, als zou destijds de ooriogsbegrooting zijn verworpen na een wêloverlega plan om. het ministerie-De Meester ten val te brengen. Met nadruk betoogde d© minister, dat in de troonre de op de juiste plaats gesproken wordt van Christelij ke beginselen. De minister gaf toe, dat de uitdrukking „Christelij ke beginselen" niet een volkomen goede uitdrukking was; maar waar het een© zaak geldt van zoo groote diepte en hoogte, lengte en breedte, is het den mensch niet gegeven een volkomen goede uitdrukking te be zigen. Die Christelijke beginselen zijn eigenlijk onzin zeide de heer Van Doorn. Al wat men daarover bij de ver kiezingen gezegd heeft waren phrasen. Men moest spreken over practische maatregelen. Maar dat deden de propagandisten van vroeger altijd en dat zullen zij nog wel doen. Maar is men dan aan de linkerzijde zoo practisch? De minister zou bijna het tegendeel durven beweren. Thans de toepassing der Christelijke rechtsbeginse len op het Reg'eeringsbeleid. Die toepassing ligt niet altijd voor de hand. Maar wat de rechterzijde: ook na den schoolstrijd bijeenhoudt, dat is het gevoel, dat een lioogere wil ons regeert. Het Christelijk beginsel eischt, dat de aristocraat den democraat waardeert en omgekeerd. Het Christelijk beginsel verzoent en ver zamelt iu het belang der Maatschappij en tracht te werken in het belang van het gans che Nederlandsche volk. Dat gevoelen de liberalen ook wel en daarom had de minister wat meer waardeering van die zijde ver wacht. Wat het program der Kegeering is, meent de minis ter, dat dat duidelijk is aangegeven. Voor de sociale wetgeving, welke men op neutraal terrein wil brengen, is geld noodig, en de Regeering meent daartoe den besten weg te hebben aangewezen. Thans komt de minister tot ©enige losse punten. Centrale internationale bureaux hebben de sympathie' der Regeeaing. Zoo mogelijk, zal zij de oprichting be vorderen. De Regeering erkent den slechten toestand van landbouw en veeteelt. Hoe een wetsontwerp, betreffende het eedsvraag'stuk, gelijk de heer De Visser dat wenschte, er uit zou moe ten zien, is der Regeering nog niet duidelijk. Alsnu komt de minister tot de werkzaamheid der Regeering en hare voornemens. Geklaagd wordt, dat de Regeering te langzaam werkt, maar de Kegeering heeft reeds gezegd, dat alle kracht zal samengetrokken worden om de indiening der verzekeringswetten te bevorderen. Men moet vertrouwen hebben in de Regeering. De Verzekeringswetten en de Grondwetsherziening kun nen niet tegelijk komen. Een van de twee moet voor gaan. Ook de herziening der Militiewet staat op het pro gramma der Regeering. l)e bedoeling is spoedig eene herziening tot stand te brengen in den geest van den minister Sabron. De waarschuwing in zake het onderwijs gegeven, zal zeker niet verloren gaan. De minister verwijt de in- eenschakelings-commissie niet dat zij nog niet gereed is, maar zoolang zij niet gereed is en haar rapport heeft ingediend, kan er niet veel gedaan worden. En nu de voorbereiding der Grondwetsherziening. reed gemaakt. Het zou wat moois zijn als zij dien laatsten dag een kou had gevat! Of rilt elke bruid zoo Josefine begreep zichzelf niet, zij wist niet of zij koortsig wa.s van vreugde of van angst. Maar waarvoor zou zij hang moeten zijn? Had de dag van heden niet moeten komen? En waarom is het haar vandaag zoo vreemd te moede? Het is im mers een heel gewone dag, als alle andere en pas de dag van morgen zal haar wat nieuws brengen. Als zij heden al zoo in de war is, hoe zal het dan morgen we zen als zij in haar wit satijnen kleed in het rijtuig naar de kerk rijdt en de heele wereld met den vinger naar haar wijst en zegt: Kijk, die in de witte japen, dat is de bruid. Ze was blij geweest als ze veel werk had gehad, maar er was vandaag, behalve een paar kleinigheden, niets te doen. O ja, toch. Zij moesten nog naar de Wijnbergen, naar de nieuwe woning. De bedden moesten over trokken worden. Dat had mevrouw Kondelik tot den laatsten dag bewaard. Na het middagmaal, toen de meester was heenge gaan, ging zij naar de linnenkast waar de nieuwe overtrekken in lakens gewikkeld, met geurige kruiden er tusschen, sedert lang gereed lagen. Ze deed ze zorgvuldig in een taseh en begaf zich met Josefine op weg. Als e>r iets belangrijks komt Kaatje, wij zijn over een uur of hoogstensanderhalf uur terugv En pas op dat hier niemand binnensluipt, als je half in de keuken, half buiten bent. Pas goed op alles en let op de. kachels. Moeder en dochter liepen zwijgend naast elkaar. Mevrouw Kondelik was in gepeins verdiept. Zij ver gezelde dus voor de laatste maal haar dochter als meisje; vandaag behoort zij haar nog heelemaal toe, morgen heeft Wejwara de eerste rechten op haar. Zij mocht Wejwara heel gaarne lijden, maar heden ge voelde zij een zekere jaloersehhëid tegenover hem. He den is zij, de moeder, nog nummer een voor haar dochter morgen moet zij voor Wejwara plaats ma ken. Wat natuurlijk en wat vreemd tevens, wisselt Wat moet de prioriteit hebben. Grondwetsherziening of Verzekeringswetten? Do minister betoogt dat het allerminst de bedoeling- der Regeering is om het kiesrechtvraagstuk op de lange baan te schuiven. De uittreding van minister Idenburg is een offer geweest voor het Kabinet. Principieel is liet beter, dat een minister niet tot gouverneur-generaal be noemd wordt, maar de Regeering wist, ditmaal geen beter keus te doen, en zij heeft g^emeend, over de be zwaren te moeten heenstappen. Ter sprake werden gebracht de vrijkaarten der Re geering op de spoorwegen en de benoeming van den heer Staalman voor de enquête naar de gedwongen winkelnering. Wat het eerste aangaat, wijst de minis ter er op, dat die vrijkaarten een daad van courtoisie tegenover de Regeering is, die daardoor volstrekt haar onafhankelijkheid niet verliest, evenmin als een ka merlid dit zou doen. Met de aanstelling van den heer Staalman had de minister van Landbouw geenerlei bedoeling. De minister komt nu tot liet antwoord der Regee ring op paragraaf 4 en de daarop geoefende critiek. Er wordt in het antwoord niet anders gezegd, dat dat de Regeering geen verantwoording kan doen van daden van een ambtsvoorganger. Zij kan zoo maar niet iemands verantwoording overnemen en men had do Regeering er niet in moeten halen. Er was niet de minste aanleiding om van de Regee ring een geruststellende verzekering te krijgen. Het was eenvoudig te doen om puntjes in handen te krij gen en tot het uiten van grieven tegen dr. Kuyper. De minister betwist, dat de Regeering in eenig op zicht. in haar plicht is tekort geschoten en hij gelooft, dat bij nadere overweging nog maar weinig leden dit zullen volhouden. Wanneer men minder vraagt waarover minder ant woord noodig zal zijn, dan hoopt, de Regeering- met on derling overleg en Gods hulp veel tot stand te bren gen. De minister van financiën beantwoordde de finan- cieele opmerkingen. Heden te ÏO1/^ uur voortzetting en avotulzitting. Z K. H Prins Hendrik. Z. K. H. de Prins der Nederlanden zal 11 December a.s, die huwelijksvoltrekking bijwonen van de vorstin Van Reuss, een nicht der Koningin en 15 December de huwelijksplechtigheid van zijn broeder Hertog Jo- han Albrecht. OEMENOD NIEUWS Uit Oterleeb Door stemgerechtigde lidmaten der Herv. Gem. al hier zijn de volgende heeren, allen aftredenden, her kozen: D. Vis als ouderling, B. Klomp als diaken en P. Molenaar als notabel. In de vergadering' van het Nut op 23 dezer heeft de heer Joh. Bos eene aardige novelle, getiteld „Een Erfgenaam", voorgelezen en gaven andere leden daar na eenige korte bijdragen ten beste. De vergadering was deez keer minder druk bezocht door het beerschen der influenza in eenige gezinnen. In de volgende bijeenkomst zal besproken worden, wanneer en hoe een avond voor volksvoorlezing zal worden gehouden. Uit Westgreftdljk. Tot notabelen bij de Ned. Herv. gemeente te West- Graftdijk zijn gekozen de heeren W. Renooij Gz. en Joh. van Ammers. De heer II. Bruijn, die volgens rooster moest aftreden, wenschte voor een herbenoe ming niet in aanmerking te komen. De andere vaca ture betrof den heer J. Nap, die tot kerkvoogd be- noemd is. alles in het leven af 1 Tn de woning nam mevrouw Kondelik de dekdekens van de bedden. Liefkoozend streek zij over de zachte peluws en begon met Josefine's hulp ze in de damas ten overtrekken te stoppen. Josefine was blij geweest, toen zij op de straat wa ren, maar nauwelijks had zij de woning in de Wijn bergen betreden, of de zonderlinge angst greep haar weer aan met dubbele kracht. In de vertrekken heersehte zulk een volmaakte stilte, de schreden klon ken zoo hol, dat zij echt bang werd. Tersluiks keek zij naar haar moeder en het scheen haar toe alsof haar moeder er heden anders uitzag dan gewoonlijk. Zoo vol bezorgdheid en ernst! Josefine kon de stilte niet langer verdragen. Hebt u de rijgpen, mama? Maar kind, daar staat het werktafeltje met alles er in wat je noodig hebt. Mevrouw Kondelik begon de rijgbanden af te me ten, reeg ze in en stak haar dochter een rijgpen toe. Zijzt'lf nam een tweede. Snel, en telkens het koord uit haar pen trekkend, werkte Josefine voort, Toen het werk was afgeloopen en mevrouw Kondelik het sneeuwwitte bed met de donkerroode, gestikte, satijnen deken had bedekt, vroeg Josefine, zonder haar moeder aan te zien Mama moeten de ledikanten zoo dicht bij elkaar staan? Ze had die vraag lang ingehouden, maar moest ze ten slotte wel uitspreken. Mevrouw Kondelik streek over de deken, trok ze recht hoewel ze reeds lang g-lad lag en antwoordde langzaam: Ja, dochtertje, dat moet zoo. Zie je dat is <h mode en ze zijn ook zoo gemaakt. De achterlijs! is slechts aan de binnenzijde uitgesneden en als men de bedden anders plaatste, zou dit niet goed staan, zie je? Zoo zijn ze met. den gebeeldhouwden kant naar voren geplaatst. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 1