DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Vader Kondel en bruidegom Wejwara, Honderd en elfden Jaargang. WOENSDAG DECEMBER. FEUILLETON. No. 281. Deze Courant wordt eiken avond» behalve op Zon- en reestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor P ikmaar f ©„SOj franco door het geheele Rijk f PP aderlijke nummers 3 Cents Prijs der gewone advertentiën: Per regd f 0*10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ?®S«f®@ï!BW®s#ner 3, RECHTZAKEN. ALKMAARSGHE COURANT m |,M ALKMAAR, 1 December. Vannacht is in het Engelsche Hoogerhuis de be langrijke beslissing over de begrooting gevallen. Het Huis bood een zeldzamen aanblik, zeggen de tele- g'raminen. Stampvol was de zaal, alle plaatsen waren bezet en de laat komende pairs waren verplicht te blijven staan. Bovendien waren de gereserveerde tri bunes bezet door de echtgenooten der adellijke perso nen. Plet slottooneal van het diebat maakte een groo- ten indruk. Van de laatste redevoeringen vinden wij reeds melding gemaald;. De aartsbisschop van York deelde mede, dat hij tegen de motie zou stemmen. Hij had geen argumenten gehoord, uit welke was geble ken, dat de begrooting zoo slecht was, dat zij een maatregel, zooals tot dusverre nog nooit was toegepast,^wettigde. Hij ontkende, dat de begrooting iets ongrondwettigs of revolutionnairs bevatte, hij kon zich echter niet vereenigen met den toon van enkele redevoeringen, gehouden ter verdediging van de be grooting. Ten slotte drukte hij de pairs op het hart de gevolgen van hun daad behoorlijk te overwegen. Lord Curzon verdedigde de motie en verklaarde, dat wanneer het Hoogerhuis de begrooting zoude hebben aangenomen het land de Lords beschuldigd zou heb ben van een poging om zich zelf uit het gedrang te redden en hen zou hebben veroordeeld wegens hunne lafhartigheid. Door minister Crewe werd een redevoering gehou den, waarin hij de gehouden debatten in den tijd van vijf kwartier samenvatte. Zijn slotwoorden maakten diepen indruk. Hij ver klaarde daarin, dat na gisteravond het Hoogerhuis en het Lagerhuis een einde zouden zien komen aan hunne jarenlange vriendschappelijke betrekkingen, als Lord Lansdowne's motie werd aangenomen. Die regeering zou belangrijke wijzigingen in de sa menstelling van het Hoogèrhuis. voorstellen. Zij heeft deze grondwettelijke crisis niet gewenscht, doch was zij eenmaal ingetreden dan moesten de bij de wet ge waarborgde rechten gehandhaafd blijven. De be voegdheid van het Ploogerhuis zou hierna ook veran derd worden. Namens de oppositie werd het slotwoord gesproken door lord Crawdon, die in een krachtige redevoering verklaarde, dat de pairs, zoo lang zij overtuigd waren, dat zij wèl handelden, de gevolgen ook voor hun reke ning kondten blijven. Toen volgde de stemming over de motie van lord Lansdowne, luidende: „Dit Huis is niet- gerechtigd zijn goedkeuring te geven aan deze wet, zoolang zij niet is onderworpen aan het oordeel van het land." Met 350 tegen 75 stemmen werd deze motie aange nomen. De begrooting, of liever de wet, welke aan wijst de middelen tot dekking der uitgaven volgens de reeds goedgekeurde begrooting der uitgaven, is dus niet aangenomen. Dientengevolge zijn alle door de re geering sinds 1 April van dit jaar gedane uitgaven niet gewettigd, en worden voorloopig de nieuwe belas- KLEINE GEBEURTENISSEN UIT HET LEVEN VAN EEN PRAGER GEZIN NAAR HET BOHEEMSOH VAN. IGNAT HERRMANN door S. J. BARENTZSOHöNBERG. In^den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; geb. 3.50. Maar, ma unie, het zou toch beter zijn als je er nog eens heenging, nadat je je hebt gekleed en ge scholen. Voor half vijf beginnen wij zeker niet. W aarschijnlijk later. Als wij uit de kerk komen, kun nen wij ook niet onmiddellijk op liet eten aanvallen. En om haar man een pluimpje te geven ofschoon het niet zijn idee was geweest, vervolgde zij Het was een uitstekende inval van je, het brui loftsmaal buitenshuis te geven. Ik had er veel te veel drukte mee gehad. Deu heelen dag had ik ingespan nen bezig moeten zijn en nu ben ik zoo vrij als een vo geltje. In bet eerst kon ik mij er niet goed mee ver eenigen, maar nu ben ik echt blij. Zie je, zei Kondelik gevleid, zoo zijn die vrouwen nu. W ij weten ook wel wat! Dat wil ik wel geloo- ven, dat het zoo beter is. Overal hebben wij orde en rust en als wij weer thuis komen, vinden wij niet alles ondersteboven gehaald en waar moesten wij ook de bediening vandaan halen. Ja, als wij terugkomen dat is het juist, zucht te mevrouw Kondelik. Zij wist nu reeds boe beklemd bet haar dan om het hart zou zijn. Allen liepen heden met bijna plechtige vereering om Josefine heen. Zij was immers de bruid! Me tingen niet van kracht, zoodat de te korten in ver band met de sociale wetgeving (o.a. de ouderdomspen sioenen) gedekt moeten worden door een leening. En eindelijk zullen er nieuwe verkiezingen plaats hebben. De motie is buitengewoon handig gesteld, immers zij ontwijkt de groote beslissing: de middelen wet is niet verworpen want dat zou ongrondwettig zijn, alleen maar niet aangenomen, wat in de prak tijk intusschen op hetzelfde neerkomt. In beide geval len leiden tot nieuwe verkiezingen. Of de minister president Asquith tevoren nog zijn portefeuille zal neerleggen en het aan Balfour zal overlaten een tijde lijk kabinet te vormen, moet de naaste toekomst loe ren. Wij hebben reeds eerder opgemerkt, dat de ver kiezingen niet zullen staan in het teeken der begroo- t-ing, maar zullen gaan over de macht van het Hooger huis. De vraag: hoe denkt U over de lords? is over- heerschend. Gelijk uit de hierboven aangehaalde redevoering van minister Crewe blijkt zal de regeering, zoo het volk haar in het gelijk stelt, de bevoegdheden van d© lords inkrimpen, om te voorkomen, dat conservatieven met behulp van het Hoogerhuis de plannen van het Lagerhuis ook in de toekomst verijdelen. Dat de te genwoordige ministers daartoe -allen zullen medewer ken is niet waarschijnlijk. Een overwinning van de re- geeringspartijen leidt onder de omstandigheden van thans tot een radicalisme, dat. niet belichaamd is in verscheiden kabinetsleden. Het vermoeden ligt dan ook voor de hand dat de radicaalste leden van het ka binet bij een uitslag der verkiezingen, die gunstig is voor de regeering, nog meer op den voorgrond zullen komen, dat Lloyd George, bijgenaamd „de socialisti sche minister," en John Burns, die socialist is, aan het hoofd van het nieuwe Kabinet zullen komen te staan. Maar laat ons niet op den uitslag der verkiezingen vooruitloopem. ARRONDISSEMEN TS-RECHTBANK TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag 30 Nov. Landlooperij. Pieter V., gedetineerd in het huis van bewaring, al hier, was ten laste gelegd, dat hij te Alkmaar in No vember bad rondgezworven. Door den agent Pieter Constanje was in deze zaak proces-verbaal opgemaakt. Beklaagde was op zekeren dag in de Langestraat naar hem toe gekomen en had om onderstand ge vraagd. Beklaagde was den len October uit de rijks werkinrichting te Hoorn ontslagen, had eenigen tijd geleefd van zijn uitgangskas, en was daarna weer tot zijn zwerversleven teruggekeerd. Om weer onder dak te komen, had beklaagde in de Langestraat gebedeld en om onderstand bij de politie gevraagd. De officier van justitie eischt wegens landlooperij 3 dagen hechtenis en opzending naar een rijkswerkin richting voor den tijd van 3 jaar. Vervolgens werd behandeld' een zaak met geslo ten deuren en daarna een, waarin 17 getuigen gedagvaard waren en die het grootste gedeelte van den morgen en den geheelen middag in beslag nam. vrouw Kondelik volgde haar steeds met de oogen en als .de blikken van haar dochter iets langer op een voorwerp bleven rusten, was de moeder al bij haar en vroeg: Zoek je iets, kind? Verlang je iets? Zeg het maar, vandaag kan moeder je nog voor het laatst van dienst zijn. Kom, kom, zei de meester schertsend, kom, kom! Stellig niet voor de laatste maal! Ze zal je nog wel dikwijls noodig hebben, moeder! Josefine deed alsof zij het niet hoorde, maar haar wangen gloeiden. En mevrouw Betty keek haar man bestraffend aan. Ze was blij, toen; hij eindelijk naar de Beseda ging. Zorg dat je vóór twaalven thuis bent, mannie, wij eten om twaalf uur precies. Maar nog beter zou het zijn, als je wat vroeger kwam, voor het geval er gasten zijn. Ja, daar maal ik wat om, antwoordde de meester snel. Beter hadt je mij zeker niet; kunnen waarschu wen. Hij ging heen. Om tien uur kwam tante Urban. Niet dat ik mij wilde opdringen, Betty, maar ik weet dat op zoo een dag twee bereidwillige oogen en handen nuttig kunnen zijn. Josefine heeft het hoofd vol van het trouwen, dat weel ik Kaatje is een on handig ding, Kondelik is waarschijnlijk weggeloopen - en toen heb ik gedachten hier ben ik nu Mevrouw Kondelik was werkelijk blij. De deur ging onophoudelijk van dte eene band in de andere. Ieder oogenblik kwam de brievenbesteller of de telegrambe steller; dienstmeisjes en kruiers brachten geschenken der uitgenoodigde gasten; dames-kennissen kwamen feliciteeren meer uit nieuwsgierigheid dan uit be langstelling dat spreekt van zelf. Tante Urban bekeek alles zeer opmerkzaam en schatte in haar geest de waarde van. al dei gezonden voorwerpen. Kijk, Betty, dat is reeds het derde etui met een half dozijn zilveren lepeltjes. Als- de menschen maar De beschuldigden waren Johannes van der Z. en Jacob W., beiden te Hoorn, den lsten was ten laste i gelegd, diefstal gepaard gaande met geweldpleging, j den 2den heling. j Johannes van der Z. bekent liet. hem ten laste ge- legde, hij had Duin met wieu hij 's middags den 17den September biljart gespeeld had, bij welke gelegenheid hij gemerkt had, dat Duin een portefeuille met banlc- noten bij zich had, 's avonds in een donker laantje I aangevallen, zijn vest losgerukt en de portefeuille er j uit genomen. Volgens hem bevatte die 4 bankbiljet- j ten van 100 en 2 van 40 en had hij er zijn mede- beklaagde er twee van 100 gegeven. Jacob W. ont kent evenwel iets van Van der Z. te hebben gekregen. Verder deelt beklaagde Van der Z. mee, dat hij de portefeuille had weggegooid, naar Beerepoot, café houder te Hoorn was gegaan en dezen, die reeds meer geld van beklaagde in zijn bezit had, de bankbiljetten voor hem in bewaring had gegeven. Als eerste getuige werd gehoord Oomelis Nicolaas Duin, boerenarbeider te Wognum. Deze getuige heeft van zijn vader 3000 geërfd, welk geld hij belegd heeft in de boerenleenbank te Grostbuizem. Den 13den September vroeg hij 1000 op en ging uit met zijn vriend Commandeur, wat ten gevolge had, dat hij flink dronken werd. Getuige sliep dien nacht buiten, toen hij 's morgens ontwaakte was zijn portefeuille met geld verdwenen. Hij kreeg hem evenwel terug van Commandeur die aei.de het geld voor hem te heb ben bewaard. De volgende dagen ging getuige nog eens uit, o.a. naar Amsterdam en dten 16den en 17den September kwam hij in Hoorn terecht, waar hij aan den boemel ging. In 't café van Bakker speelde hij 's middags biljart met van der Z. om zeer hooge in zetten. Toen dat afgeloopen was ging hij bij Bakker boven zijn roes uitslapen. Om half negen werd hij gewekt en begaf zich naar beneden, waar hij een lieel gezelschap vond en met een paar lui afsprak dien- zelfden avond nog naar Amsterdam te gaan. Hij had toen volgens zijn meening nog in zijn portefeuille 6 bankbiljetten van 100 en 2 van 40. Onderweg naar 't station, in de Veenelaan, waar hij naast van der Z. liep, werd hij plotseling door dezen aangegre pen en geslagen en werd1 zijn portefeuille met geld hem ontrukt. Getuige gaf bet oogenblikkelijk aan bij de politie, die de portefeuille in handen kreeg, waarin nog een biljet van 10 zat. Getuige herinnert zich echter niet, dat er een dergelijk biljet in zat. Dirk Sepp, adjunct-inspecteur van politie te Hoorn verbaart, dat den 17den September 's avonds kwari over tien, getuige Duin bij de politie kwam aangeven, dat hij van een portefeuille met geld beroofd was. Bij het onderzoek bleek, dat in dte portefeuille, die teruggevonden werd nog 10 zat. Verder bleek dat beklaagde W. o. a. na de berooving een nota betaald had met een bankbiljet van 100, overeenkomende me.t een nummer, dat op de gestolen biljetten voor kwam. Bij het onderzoek bleef W. evenwel ontkennen, bank biljetten van Van der Z. te hebben gekregen. Wel bad hij er drie, die hem toebehoorden. Met één had 'hij de nota betaald, de andere bevonden zich in zijn boet, één onder de pannen en één achter een scharnier. In derdaad werden zij daar gevondten en door getuige in beslag genomen. Verder vertelt deze getuige, dat beklaagde Van der Z. wel eens vonnissen ondergaan had wegens weder- spannigheid en mishandeling, maar niet als een dief bekend stond. Wilhelmus Beerepoot, café-houdter en boterhande- laar te Hoorn kreeg den 17den Sept. 's avonds onge veer half elf bezoek van beklaagd© van der Z„ die een tevoren elkaar zouden raadplegen. Dan had tenmin ste een hunner een dozijn kleine dessertlepels of mok kalepeltjes gestuurd. Maar Kathinka, wanneer gebruiken w ij nu ijs of dergelijke dingen! Goed, ik weet dat het niet alle dagen voorkomt, maar wat legt Josefine dan in haar zilverkast om te laten zien, wanneer er iemand komt? Maar Kathinka, alleen om er mee te pronken zou het toch jammer zijn.sprak mevrouw Kondtelik tot de opgewonden tante. Nu goed, goed, ik vind het best. Maar zoo allemaal koffielepels en geen enkele soeplepel Josefine heeft er al een, zei mevrouw Betty kal meerend. Daar heb ik voor gezorgd. Oin elf uur was mijnheer Kondelik al weer thuis. Even later kwam Wejwara vertellen, dat zijn vader en zijn zuster aangekomen waren. Heerlijkriep mevrouw Kondelik vroolijk ver rast, Josefine nu heb je je: tweed© bruidsmeisje ook. Want tot nu toe was het twijfelachtig, hoe het met het tweede paar zou gaan. Een enkel bruidsmeisje is toch niet voldoende, wanneer de bruiloftsstoet ecnigszins indruk moest- maken en tot nu toe was het niet zeker of Wejwara's zuster ook kwam. Mevrouw Kondelik had besloten, indien zij wegbleef, een van Wejwara's beide nichtjes met mijnheer Hupner te la ten gaan. Maar zoo'n uitnoodiging op het laatste oogenblik! En daarom ontving mevrouw Betty Wejwara's medodeeling- met zulk een groote vreugde. En waar zijn zij nu? Ik heb ze voorloopig bij mij thuis gebracht, ant woordde de bruidegom. In de eerste plaats moesten zij na de reis een poosje uitrusten en dan moest mijn zuster ook nog een andere japon aantrekken. Ik zal ze vanmiddag hier brengen. Hè, ik had ze gaarne al nu hier gehad, zei me vrouw Kondelik, ze hadden een bord soep bij ons kun nen eten. We hebben weliswaar niet veel Op een deTgel ijken dag denkt men niet veel aan eten, haastte tante-Urban zich op te merken. flescbje cider bij hem dronk en hein daarna 2 bank biljetten van 100 en 2 van 40 ter hand stelde om voor hem te bewaren. Getuige wisselde de biljetten, zoodat, toen het geld in beslag werd genomen, hij één bankbiljet van 100, 2 van 25, 0 van 10 en voor 30 aan los geld afdroeg. Gerardus Johannes Adriaanse, koopman, zonder vaste woonplaats, was den 17den Sept. met beklaag den en Duin in bet café van Bakker aanwezig, waar hij al eenigen tijd logeerde. Getuige speelde daar bil jart met Duin en Yan der Z., ieder met een inzet van 5. Alleen van der Z. betaalde niet, terwijl de 5 van Duin verdeeld werd. Daarna speelden Duin en Van der Z. twee partijen, één om 40 en één om 20, die van der Z. allebei won. 's Avonds om 9 uur ongeveer maakte getuige Duin die boven lag te sla pen, wakker. Beneden gekomen werd de afspraak ge maakt naar Amsterdam te gaan. Ongeveer een kwar tier later ging getuige met Duin en de twee beklaag den op stap naar 't station. In de Veenelaan Rep Duin tusschen de twee beklaagden, terwijl getuige achteraan kwam. Toen getuige merkte, dat van der Z. 't geld genomen had, trachtte hij Duin mee terug te krijgen. Toen dat niet lukte, is hij weggeloopen. Hij hoorde toen Duin nog roepen: „Help, help, laat me los!" Duin was dien avond nogal dronken. Toen getuige al een eind weg was, kwam beklaagde W. hem op een draf achterop, bij liet hem evenwel achter zicli. Roelof Saai, die aan de Veenelaan woont, heeft den 17den September 's avonds daar benauwd hooren schreeuwen en daarna menschen hard hooren wegloo- pen. Wat er geroepen ward, kon hij niet verstaan. Hendrika Schoof, echtgenoot© van Timmerman, woont eveneens aan de Veenelaan, iets verder dan de vorige getuige. Ook zij hoorde lawaai op den bewus- ten avond en 't geroep van „Houd hem! Houd hem!" Zij hoorde eerst één persoon hard loopen en twee er achter aan. Jacobus Lakeman was den 17den September op vi site geweest bij zijn meisje, Maria Saai, aan de Vee nelaan. Toen zij hem uitliet, boorde bij geschreeuw in de laan en twee menschen hard wegloopen, daarna hoorde hij weer geschreeuw en één man hard loopen. Zij liepen in de richting van dten Hoogeiweg. Getuige wachtte even, waarna zijn toekomstige schoonvader hem wegbracht. Hierna werd gepauzeerd en de zitting om kwart voor twee vervolgd. Maria Rubbel werd nu eerst gehoord. Wat zij ver telt, was evenwel onverstaanbaar. Klasina de Vries was vervolgens aan de beurt Zij was dien avond met haar vrijer in de Veenelaan. Zij kwamen eerst vier mannen tegen, even later hoorden zij schreeuwen en een man roepen: „Ik ben aange rand door Van der Z." Die man kwam op hen af en vroeg den weg naar de stad, dien zij hem wezen. Weer even later kwamen er twee mannen achter hen aan, die hun stap inhielden, toen zij vlak bij waren. Simon Scholten, agent van poHtie te Hoom, stond den 17den September om ruim tien uur 's avonds voor de politiepost op de Nieuwmarkt. Getuige Duin kwam daar en vertelde wat er ge schied was. Zijn gelaat zag er gehavend uit, zijn neus was gezwollen, evenals zijn lippen, waarop bloed te zien was, verder had hij schrammen op z'n hoofd. Theodoras Commandeur te Berkhout verklaart met Duin in een café te Avenhorn te zijn geweest den 13den September. Duin was zóó dronken, dat hij nieit goed loopen kon en met zijn fiets viel. Getuige raapte de fiets op, nadat Duin was weggeloopen en zag een portefeuille op den grond Hggen. Hij raapte die op Neen, neen, mama, vandaag hebt u al drukta genoeg. Ik ga met hen in een restaurant eten wij kunnen nog lang genoeg samen zijn zij blijven tof Maandag hier. Josefine trok Wejwara aan zijn mouw een weinig terzijde. Ben je naar de kerk geweest, Frans? Ja, schatje, antwoordde Wejwara haastig. Hartelijk drukte Josefine hem de hand. En hier, Frans, heb je een klein aandenken aan vandaag Zij nam het deksel van een groote vierkante kar tonnen doos, waarin een album lag in een prachtigen, geborduunlen pluche band. In het midden glansde een klein schild met Wejwara's monogram en dten da tum van heden. Josefine had liet borduurwerk gemaakt. -De boekbinder heeft het pas vandaag bezorgd, zei Josefine verontschuldigend. Verrukt keek Wejwara naar d'e bloemen, die de vlij tige hand zijner bruid te voorschijn had getooverd en sprak zacht verwijtend: Maar Josefine, wat heb je een werk daaraan ge- bad. Intusschen was mevrouw Kondelik dichterbij geko men en verklaarde, naar het album ziende: Dat moet een familie-album worden, Frans Josefine wist niets beters te bedenken. Wejwara sloeg het album open. Op het eerste blad stond een prachtig uitgevoerd kabinetportret van Jo sefine. Eientje! riep Wejwara verrast en drukte zijn bruid een innigen kus op haar handje. Nu kwam ook meester Kondelik erbij en sprak pla gend Zoo een familie-album is een mooi ding, maar voor dat vol is! Er gaan tweehonderd portretten in. O, moet jij niet weer overal je neus insteken! zei zijn vrouw boos. En wat heb je er een werk aan gehad, liefje, herhaalde Wejwara. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 1