DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Vader Kondelik en bruidegom Welware. B i A N kKÏTaYÏÏ. No. 282 Honderd en elfden Jaargang. 1909. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en .feestdagen 9 uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor ikmaar ö,80; .franco door het geheele Rijk f 1, Af aderlijke nummers 3 Cents. DONDERDAG Priji der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/ho MERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. 2 DECEMBER. FEUILLETON. 7eMMs»niiim«' 8. Dit nummer bestaat uit 3 bladen ALKMAARSCHE COURANT. zr crtg MB KLEINE GEBEURTENISSEN UIT HET LEVEN VAN EEN PRAGER GEZIN NAAE HET BOHEEMSOH VAN. IGNAT HERRMANN door S. J. BARENTZSOHöNBERG. In den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; geb. 3.50. 61) Nu, bij mij moest men met zoo iets niet aanko men, riep Kondelik weer. Een laarzentrekker is ook mooi dien hadt je tenminste kunnen gebruiken. Zoo'n hooge laarzentrekker, je weet wel, waarop je bij het uittrekken van je schoenen zoo stevig kunt steu nen, had ook met een handwerkje versierd kunnen worden. Ik heb een laarzentrekker voorgesteld, maar de vrouwen wisten het weer beter. Daarom heb je nu een album gekregen. Och jij. zei mevrouw Kondelik boos, jij bederft altijd iemands pleizier. Maar Wejwara heeft toch pleizier, zei de meester lachend, en den laarzentrekker geeft Pepi hem met Kerstmis. Dat moet je beslist vragen, .Wejwara. Tegen drie uur kwam Wejwara met zijn vader en zuster in de Gerstenstraat. De begroeting was harte lijk, maar vluchtig. De meester bemoeide zich voor namelijk met de familie van den bruidegom. De moe der was voortdurend bij Josefine, die met hulp van moeder en tante in de achterkamer haar toilet vol tooide. Zooeven was juffrouw Skrivanek, de kap ster, weggegaan, die een heel uur noodig had gehad om op Josefine's kopje een modern kapsel te vervaar digen. Eindelijk kwam de bruid te voorschijn. Geheel wit, ALKMAAR, 2 December. De Duitsehe rijksdag is Dinsdag met een troonrede geopend. Sinds 19 Februari 1907 is dat niet gebeurd. Men moet echter niet meenen, dat de rijksdag in het rijksdag-gebouw geopend wordt dat geschiedt in de, witte zaal van het koninklijk paleis. Daar komen af gevaardigden van afgevaardigden bijeen, daar staat een troon onder een baldakijn met vederbossen in de Duitsehe kleuren. Twee lijfpages houden de wacht op de treden van den troon. De keizerin, de prinses en prinsen verschijnen. Ter rechterzijde van den troon scharen zich de leger- en vloot-autoriteiten in schitte rende uniformen, links de rijkskanselier in majaars uniform en de leden van den bondsraad. Dan zijn er nog, in kostbare ldeedij de leden van het diplomatieke korps. De garde der kroon is met de vaandels opge steld tegen den achtergrond der zaal. Twee wapenher auten, de opperhofmaarschalk en de opperkamerheer kondigen de komst van den keizer aan, die verschijnt in de uniform van de lijfgarde met het breede gele lint van den zwarten adelaar, gevolgd door den kroon prins en eenige andere prinsen. De garde presenteert het geweer. De Keizer bestijgt den troon, de zoons de treden en intussehen heft de g-rijze Rijksdagpresident, graaf Udo Stolberg-, een drievoudig Hoch aan. Ver volgens zet de Keizer deu gouden helm op, neemt uit de handen van den Rijkskanselier de troonrede, leest deze met luide stem voor®, wordt, wanneer hij spreekt over het drievoudig verbond1 even door een bravo on derbroken. Als het: „en nu, geachte heeren, wensch ik aan Uw arbeid een voorspoedig resultaat tot heil van het rijk" over zijn lippen heeft geklonken, verklaart de rijkskanselier, terwijl die garde liet geweer presen teert, den rijksdag voor te zijn geopend. Een gezant heft een drievoudig hoera op den keizer aan en Wil helm li verwijdert zich met zijn zonen, na de troonre de aan den rijkskanselier overhandigd en links en rechts gegroet te hebben. De plechtigheid is afgeloopen. En van de tinnen van het massale rijksdag-gebouw wapperen weer de vlaggen - het parlementaire seizoen is begonnen. Er kan weer gesproken worden over de democratie bijv. Maar eerst begroeten de afgevaardigden elkaar en in de zaal heerscht de opgewondenheid van het weerzien na een lange scheiding. Want de afgevaar digden mogen soms heftig tegen elkaar te keer gaan en elkaar fel bestrijden, zij weten zaken en personen van elkaar te scheiden en de persoonlijke omgang is in den regel zeer vriendschappelijk ieder mensch moest een paar jaar van zijn leven afgevaardigde kun nen zijn, hij zou ar door lceren. Onwillekeurig denkt men terug- aan de opening op 19 Februari 1907. Toen stond prins Biilow op het toppunt .van zijn macht, had met zijn verkiezingsleus tégen de sociaal-democraten, tégen het centrum en té gen de Polen succes bereikt. De troonrede was een af spiegeling van dat succeser klonk blijdschap in de woorden, die de rijkskanselier den keizer in den mond gelegd had en zij was vol beloften. Bijna drie jaar zijn sedert voorbijgegaan. Prins liiilow is den politieken dood gestorven slachtoffer geworden van de hervorming der rijksfinanciën, welke het conservatief-liberale blok deed scheuren. Van de beloften van toon is bitter weinig in vervulling geko men. En de nieuwe troonrede van nu is zoo nietszeg gend als een troonrede maar kan zijn het is een eerste uiting van een nieuwen rijkskanselier, die zich' reeds den bijnaam van „de zwijger" verwierf. Met belangstelling- wacht men af, hoe hij nu eigen lijk regeeren zal. Gemakkelijk is zijn taak niet er lieerscht een grenzenlooze verwarring onder de partij en. Duidelijk is dit aau het licht gekomen bij do sa menstelling van het bureau van den Rijksdag-. Men had gehoopt, dat de verkiezing van een voorzitter en een ondervoorzitter goed zou laten zien hoe» nu eigen lijk de onderlinge verhouding der partijen is. De con servatief Stolberg werd als voorzitter herkozen en kreeg alleen de stemmen van de liberalen niet wél die van de socialisten. Eerste onder-voorzitter werd het lid van het centrum dr. Spahn. Tot tweede onder voorzitter werd onder onthouding van bijna de geheele linkerzijde gekozen de bekende heer dr. Paasche van de nationaal-liberaleii, welke partij tevoren te kennen gegeven had, dat zij voor de eer bedankte. Vol span ning- wachtte men af wat dr. Paasche nu zou doeu en een luid bravo klonk uit de linkerzijde op1, toen hij kort en bondig verklaarde, dat hij in overleg met zijn partijgenooten de benoeming niet aannam'. Het was een rumoerige zitting-, welke eindigde met verdaging. Eén ding is duidelijk gebleken: liet eonser- vatief-liberale huwelijk is voor goed ontbonden en de poging' van de conservatieven om dé nog al eens wei felende nationaal-liberalen tot terugkeer te bewegen, heeft gefaald. EERSTE KAMER. Gisteravond verg-aderde de Eerste Kamer. Ingekomen is het bericht van overlijden van mr. AE. baron Mackay, minister van Staat- en van den heer Th. E. E. LIeerkens, lid der Kamer voor Over- ijsel. De voorzitter wijdt waardeerende woorden aan de nagedachtenis der overledenen. De voorzitter deelt hierna mede, dat heden, Donder dag-, om 11 uur in de afdeelingeu zal vergaderd wor den tot onderzoek van de Indische begrooting en eeni ge kleinere wetsontwerpen; aan die agenda zijn ook nog toegevoegd de hoofdstukken I, II en III van de Staatsbegrooting. Het voornemen is heden om 3 uur en Vrijdag om 2 uur een openbare vergadering te houden ter afdoening van wat afgedaan kan worden. TWEEDE KAMER. De minister, de heer De Marees van Swinderen, vervolgde Dinsdag zijne Maandagavond afgebroken rede. Na nog eenige discussie werd het algemeen debat gesloten. zooals iedere bruid, zelfs de wangen waren sneeuwwit. De oude heer Wejwara kende haar weliswaar van een portret, maar zoo mooi had hij zich haar toch niet voorgesteld. Hij werd verlegen toen Josefine hem eerbiedig de hand kuste. De bruidegom kreeg tranen in de oogen, toen hij die eenvoudige beweging zag. Hij had innig verlangd dat zijn keus ook zijn bloedver wanten zou bevallen en keek thans verrukt naar zijn vader, wiens gezicht een aangename verrassing uit drukte. Josefine, dat is mijn zuster, stelde Wejwara voor. Josefine omhelsde Toni, de zuster van haar bruide gom, die ook al verloofd was, en kuste haar har telijk. Wejwara's hart danste van vreugde. Zoo'n zusterlijke kus zegt meer dan vele woorden. Nu kan je langzaam je rok-costuum aantrekken, mannie, fluisterde mevrouw Kondelik haar man toe. Ja, ja, dat heeft geen haast. Je weet dat ik mij nie.t graag zoo inpers. De meester had nog ziju gewone jas aan. Hoe is het met de getuigen, Erans? vroeg thans mevrouw Kondelik. Weet je daar alles van? Ja, mama, mijnheer Betschka en raadsheer Wo- nassek halen zij dadelijk Slavitschek ook. Dan haalt Slavitschek de bruidsmeisjes en dan rijdt het rijtuig naar mijnheer Hupner. Mijnheer Betschka was de getuige der bruid, de raadsheer die van den bruidegom. En je oom en je tante? Die haalt het rijtuig direct van hun huis. En werkelijk kwamen die het eerst in vollen getale. Algemeen© begroeting, omhelzingen hadden plaats, men vroeg naar eikaars gezondheid, het was een heele drukte. Om half vier kwamen bijna tegelijk de hee ren Betschka, Wonassek en Slavitschek. Na eene vluchtige voorstelling vertrok Slavitschek om de bruidsmeisjes te halen. Toen tante Urban zag, hoe de gasten achtereenvol gens met rijtuigen werden gehaald, speet het haar, niet na het eten naar huis te ziju gegaan. Dan had men haar ook een rijtuig- gezonden en wat hadden dan Bij het verder debat betoogde de heer Hubrecht de wonschelijkheid om 's ministers voorstel tot het ge ven aan onzen minister-resident te Peking van eene toelage van 14.000 waarin begrepen zijn de kos ten voor een escorte en torreinpolitie van dien ambte naar - vooralsnog uit te stellen, in afwachting van het rapport der commissie voor den diploma rieken dienst. De commissie van rapporteurs adviseert den Minis ter om den raad te volgen van den heer Hubrechts en den post terug te nemen. De'commissi© van rapporteurs, die eerst geadviseerd had tot verwerping van het amendement en daarna tot terugneming van den post, handhaaft na 's Minis ters laatste verdediging haar eerste advies tot verwer ping van het amendement, dat daarna verworpen wordt met 58 tegen 9 stemmen. Bij art. 9 (Reis- en verblijfkosten van consulaire ambtenaren) stelt de heer Hubrecht als amendement voor den post mét 600 te verminderen en de ver blijfsvergoeding- te bepalen gelijk zij nu is op 12.000. Het amendement wordt zonder stemming aangeno men. Art. 22 (Aankoop en kosten van - vervoer van het meubilair voor het gezantschapsgebouw te Peking) werd goedgekeurd. Goedgekeurd wordt de overeenkomst van handel op 15 December 1908 te- Stockholm tusscben Nederland en Zweden geteekend en liet wetsontwerp tot goedkeu ring- van het handelsverdrag op 8 December 1908 te Oettinje tusschen Nederland en Montenegro gesloten. Besloten wordt niet Woensdag- maar Donderdag avond te vergaderen. Aan de orde zijn de algemeen© beschouwingen over Hoofdstuk IV (Justitie), die gisteren werden voortge zet. De heer Snoeck Henckemans brengt den minister hulde voor de verbeterde toepassing dea- Kinderwetten. De heer Van Hamel is den minister dankbaar voor liet leggen van dte nieuwe kiem der enkelvoudige ka mers in' ons strafrecht. Verder bespreekt spr. de eedSquiaestie. Spr. zou het afleggen van den eed facultatief willen laten. De heer Duys - betoogde, dat van een politiek chris telijke Regeering weinig op sociaal gebied te wachten is. 't Gevolg hiervan is, dat met kunst en vliegwerk door de rechterzijde getracht moest warden de christe lijke arbeiders aan hare zijde te houden. Spreker huldigde den Minister voor zijn kloek ant woord met betrekking tot 't vraagstuk der doodstraf. Wijzende op verschillende gevallen van langdurige voorloopige hechtenis verzocht spreker aan den Minis ter tot de rechtscolleges eene circulaire te richten, op dat noodelooze preventieve hechtenis voorkomen wordt. Spreker drong ook aan op schadeloosstelling. De heer Drucker brengt liulde aan de werkzaam heid van dezen minister welke zich vooral openbaarde bij de reorganisatie van onze rechterlijke macht. Verschillende sprekers danken den minister voor zijn werkzaamheid en constateeren met genoegen zijn hou ding ten aanzien van het Malthusianisme. Heden om 10x/4 uur voortzetting. PROV. STATEN VAN NOORDHOLLAND. Aangeboden wordt een eerste suppletoir© begrooting van den provincialen dienst over 1910, opgemaakt tot een-bedrag van 5,59.783. Onder de inkomsten is 81.000 als 't vermoedelijk saldo van 1908; de 12 opcenten op de hoofdsom der belasting- op de gebouwde eigendommen kunnen 1300 hooger geraamd worden, die op de ongebouwde eigendommen 700 hooger en de 11 opcenten op de de menschen bij wie zij woonde, groote oogen opgezet! Om kwartier voor vieren waren alle gasten bij el kaar. De meesterknecht Jedlitschka, als vertegen woordiger van het personeel, kwam te voet. Hij had geen rijtuig willen hebben. Nu kon de meester niet langer wachten. Hij haastte zich zijn rok aan te trekken. Binnen eenige minuten zouden zij naar de kerk rijden. Hij was een poosje in de slaapkamer bezig, toen men hem angstig hoorde roepen: Betty 1 Mevrouw Kondelik kwam aansnellen. Om 's hemelswil, Betty, van wien ia die rok? Die is niet van mij Sedert vanmorgen vroeg ligt alles hier zooals de kleermaker het heeft gebracht, mannie. Dc pantalon en het vest heb je immers al aan. Ja, maar de rok! Die is van een kind, niet van mij. Het lijkt wel een dwangbuis. Mijn hemel, Kondelik, waarom heb je dat niet eerder nagezien? Sedert vanochtend ligt alles hier! Trek hem dadelijk uit en neem je gekleed© jas, die is bijna nog nieuws. Jij hebt gemakkelijk praten, maar ik kan dien rok niet uitkrijgen, ik zit er in als in een harnas. Houd hein dan aan, mannie, tenminste in de kerk en rijd dan naar huis1 om je te verkleeden. Je hebt me weer mooi erin1 geholpen, Betty, jammerde de meester. Mijn eenige dochter trouwt en ik ga naar de bruiloft in een vreemden rok. Groote hemelMen kan toch vertrouwen op de vrouwen Kondelik, daar hadt j ij toch voor moeten zor gen, verdedigde zich zijn vrouw. 'Houd nu maar je mond en ga mee! Binnen een uurtje ben je verlost. Als hij maar zoo lang heel blijft ik kan nau welijks adem er in halen. Met een klagend gezicht keerde de meester in de kamer terug. Gelukkig bleef hem niet veel tijd tot nadenken over. Tante Urban had reeds het bidstoel tje voor bruid en bruidegom gereed gezet, opdat zij den zegen der ouders konden ontvangen. Dochtertje! Frans! verder kwam mevrouw personeele belasting 7650 hooger. Onder de uitgaven is met alle financieel© voorstel len, subsidies enz., die voor déze vergadering zijn in gediend, rekening gehouden. Voorgesteld wordt om Ged. Staten te machtigen, ten laste der provincie aan te gaan een geldleening van zoodanig nominaal bedrag als noodig zal blijken om een som rond 117.000 te verkrijgen ter voldoe ning van een voorschot aan 't gesticht „Meerenberg" voor aanbouw van beambten woningen, aanschaffing- van stoomketels en andere: buitengewone werken, met bepaling, dat deze leening zal worden aangegaan te gen een rente van ten hoogste 4 en dat telken jare ton minste 3900 zal worden afgelost, aanvangende in het jaar volgendé op dat waarin de leening geslo ten wordt. Volgens mededeeling van het bestuur dei- Spoor- tram)weg Maatschappij Wie-ringenSchagen, heeft de Minister van Waterstaat het verlangen te kennen gegeven dat in de door den Staat met die Maatschap pij te sluiten subsidié-overeenkomst de bepaling zal worden opgenomen, dat deze lijn als loeaalspoorweg worde geëxploiteerd. Bij het bestuur voornoemd bestaat tegen deze wijzi ging, eerst thans door de Regeering aangebracht in het vroeger door haar opgemaakte, reeds lang in be handeling zijnde ontwerp dier overeenkomst geen be zwaar en ook de Hollandsohe IJzeren Spoorweg- Maatsehappij, als toekomstig© exploitant©, is bereid daarin te berusten, mits het vereenvoudigd loeaal- spoorwegreglement 1902 in deze van toepassing worde verklaard en aan haar eene vergoeding- worde toege kend, voor het geval dat dut reglement mocht ophou den voor dezen spoorweg te gelden. De H. IJ. S. M. wenselit daarom in het exploitatie contract, door haar met de maatschappij Wieringen Schagen te sluiten, de volgende bepaling op te nemen: „De explotnnte verbindt zich van den dag af, waar op de stoomtramweg in exploitatie gebracht is, over elk exploitatiejaar aan de eigenares uit te keeren ©en gedeelte van hetgeen van de opbrengsten en inkom sten van deu stoomtramweg overblijft, na aftrek van: „a 19.000 voor exploitatiekosten; „b 0.35 per treinkilometer, welke meer gereden zal zijn dan door vijf treinen daags in elke richting, wordende onder treinkilometer verstaan elke kilome ter, afgelegd door een trein, waarvan de vrachtop brengst op de exploitatierekening in ontvangst wordt geboekt". Worde toegevoegd: „Indien en zoolang het vereenvoudigd locaalspoor- wegreglement 1902 niet op den stoomtramweg van toepassing is, zullen dé sub a en b genoemde bedragen verhoogd worden onderscheidenlijk tot 25.000 en tot 0.45." Ged. Staten hebben tegen deze verandering geen bezwaar en stellen voor deze goed te keuren. Op 19 October j.l. werd door de Staten van Noord-Holland in de plaats van wijlen den heer Scholteu een nieuwe hoofdingenieur over den provin cialen waterstaat aangesteld en déze nieuwe titularis heeft zich zoo spoedig' mogelijk rekenschap gegeven, öf en zoo ja, in welken zin- de inrichting vaa den, door hem voortaan te beheeren tak van dienst van het provinciaal huishouden, wijziging behoefde. Gevolg is een voorstel, waarbij het tractement van den ingenieur wordt verlaagd, doch het mindere per soneel verbeteringen krijgt. De betrekking van hoofdopzichter zal vervallen. HOOG BEZOEK. Gisterochtend is in Brack's Doelen hotel afgestapt Kondelik niet. Haar stem brak en zij begon zachtjes te schreien. Aan haar heele lichaam sidderend, maak te zij het toeken des kruizes over hen beiden, kuste ze eu snikte: Bemint elkander altijd als heden, en weest ge lukkig. Toen kwamen meester Kondelik en vader Wejwara naderbij. De vader va,n den bruidegom volbracht de handeling met oud-vaderlijke plechtigheid en voegde aan zijn zegen nog toe: Ook uit naam der afwezige moeder zegen ik je lui, lieve kinderen en roep ik Gods zegen voor je in. En ik in naam van de heele overige familie, haastte tante Urban zich te zeggen vóór het bruids paar stond. Den heelen dag had zij zich reeds op dat oogenblik verheugd. En nu maakte het gezelschap zich gereed te ver trekken. Mijnheer Betschka nam als ceremoniemees ter de leiding op zich. Meester Kondelik, die zijn best deed zich in den ongelukkig-en rok zoo klein mo gelijk te maken, was dankbaar voor die weldaad hij zelf zou vandaag tot niets in staat zijn geweest! De paren verlieten achtereenvolgens het vertrek. Josefine staarde onbewegelijk voor zich uit zij werd overweldigd door angst en ontroering. Het laatste oogenblik van haar kinderjaren was- aangebroken om nooit terug te keeren. Zij schreide niet, maar haar bfeele verschijning baadde in tranen. Een nameloo-ze droefheid, haarzelf onbegrijpelijk, maakte zich van haar meester. Zij wilde nog eens van alles afscheid nemen, maar kon haar hoofd niet omkeeren. Mevrouw Kondelik stond voor haar en bekeek haar met teederen blik. Zij begreep wat er in d© ziel harer dochter omging. Ook bij haar trilde iedere zenuw. Zij raakte Josefine zachtjes aan en zei: Ziezoo, kind, geef Wejwara de hand, wij zullen de laatsten zijn. Josefine drukte de hand harer moeder en fluisterde: Ja, moeder. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 1