DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
^tgsSBng*
Vader Mal en bruidegom Wejwara. 2
VRIJDAG 3 DECEMBER.
BINNENLAND.
No. 283 Honderd en elfden Jaargang, 1909.
Deze Courant wordt eiken avond» behalve op Zon- en Plri^ der «ewone advertentiëns
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden gioote contracten rabat, Groote
«w. letters naar plaatsruimte.
voor P Amaar f 0,80; franco door het geheeie Rijk f llftMMnMB Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
Af aderlijke nummers 3 Cents. yjh HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 0.
F E Ugl?L L E)T O N.
VERORDENING OP HET BESTUUR VAN
HET BURGERWEESHUIS TE ALKMAAR.
EEN BEELD VAN H. M. EN DE PRINSES.
VERBETERING WATERSTAND.
ALKMAARSCHE COURANT.
au
POSTKANTOOR TE Ai.KMAAR.
Lijst van de aan dit kantoor ter post bezorgde brie
ven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van
de geadresseerden niet zijn kunnen worden uitgereikt.
2e helft der maand November 1909.
Brieven.
Mej. Terborst, Nijmegen.
A. Groot, Rotterdam.
Dirkzwager, Woerdten.
Wed. A. Dekker, Zaandam.
Hulshoff, Lichtevoorde.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis dat in het Ge
meenteblad van Alkmaar No. 314 is opgenomen het
besluit van den Raad dier gemeente van 27 October
1.1. waarbij is vastgesteld eene
Welke verordening, heden afgekondigd, gedurende
drie maanden voor een ieder ter gemeente-secretarie
ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van
0.15 in afdruk is verkrijgbaar gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 2 Dec. 1909.
EERSTE KAMER.
In de Eerste Kamer is gistermiddag zonder hoofde
lijke stemming aangenomen het wetsontwerp tot ver
heuging van den accijns op het gedistilleerd.
TWEEDE KAMER.
Gistermiddag' werden de algemeene beschouwingen
over de staatsbegrooting voortgezet. Nadat enkele
sprekers het woord hadden gevoerd, kwam de minister
van justitie aan het woord. Hij dankte voor de hem
gebrachte hulde en beantwoordde in de eerste plaats
de algemeene zaken, welke besproken werden.
De Minister erkent dte noodzakelijkheid der funda-
menteele herziening van ons civiel proces.
Alvorens daartoe echter over te gaan, wil de mi
nister gebruik maken van het advies1 der Juristenver-
eenig'ing en van ©en andere vereeniging, op wier ad
vies de Minister prijs stelt.
De herziening van de militaire strafrechtspleging
zal bij gedeelten moeten geschieden.
In hoeverre bij de herziening van het gewone straf
proces het Engelsche stelsel tot voorbeeld moet worden
genomen zal worden nagegaan.
Dö eedsvraag is een zeer moeielijke, welke dringend
oplossing eischt. Voor den justicieelen eed kan en
moet de vraag afzonderlijk afgelost worden.
De invoering' der militaire strafwetboeken zou niet
bespoedigd worden door een geheel nieuw boek voor
de militaire strafrechtspleging aan het oordeel dei-
Kamer te onderwerpen.
Bij de administratieve rechtspraak wil de minister
het denkbeeld van den heer Loeff (afzonderlijke indie
ning van de heofdontwerpen) gaarne overwegen.
Eveneens om zich door een regeeringscommis.laris te
laten ter zijde staan.
Bij de crimineele statistieken wil de minister het
denkbeeld van den heer Loeff, om ook de niet ver
volgden in de statistiek op te nemen, overwegen.
De algemeene beraadslagingen werden gesloten.
Bij de lie Afdeeling (kosten voor de rechterlijke
macht) klaagt de heer Duys over klassen-justitie en
KLEINE GEBEURTENISSEN UIT HET
LEVEN VAN EEN PRAGER GEZIN
NAAR HET BOHEEMSOH
VAN.
IGNAT HERRMANN
door
S. J. BARENTZSCHöNBERG.
In den handel verkrijgbaar ingen. 2.90; geb. 3.50.
62)
Maar plotseling rukte zij zich los en snelde naar de
slaapkamer. Nog éénmaal keek zij rond in haar kamer
tje, keek naar het crucifix dat beven baar bed hing,
raakte het met haar vingertoppen aan en maakte een
kruis.
Mevrouw Kondelik keek naar dit afscheid nemen
van haar kind en haar hart kromp ineen van smart en
geluk.
Kom, kind, kom! riep zij eindelijk, Erans, neem
haar mee
Wejwara, van opwinding bleek tot aan zijn lippen,
kwam nader en zei zacht:
Eientje, Fientje
Josefine liet zich meenemen. Toen zij de keuken
doorgingen, greep Kaatje, die ook al voor de kerk was
gekleed, debruid bij beide handen en fluisterde:
Juffrouw, God zegen' u!
En haar dikke lippen bedekten den handschoen der
bruid met klinkende kussen.
Josefine trok haar hand terug, boog zich tot Kaatje
voorover en drukte haar eten bartel ijken kus op de lip
pen. Daarmee dankte zij haar voor al haar trouwe
diensten. Eindelijk nam zij Wejwara's arm en de wit
te zijde ruischte over de stoenen van de gang en over
de treden der trappen
Kaatje snikte luid.
partijdigheid bij de toemeting van straf, hetgeen o.m.
blijkt uit het vonnis der Utrechtsch© rechtbank, die
een baron voor de geraffineerde oplichting tot 3
maanden veroordeelt en de Amsterdamsche, die een
man, welke een paar bruidsuikers uit een pakje ont
vreemdt, tot 2 jaar.
De voorzitter kan een dergelijke beoordeeling van de
rechterlijke macht niet toelaten.
De heer Duys zegt zich op ambtelijke rapporten te
beroepen en gaat voort met zijn critiek.
Daarna treedt spr. in een uitvoerige bespreking
over de zaak-Garsthagen, waarbij de voorzitter spr.
tot de orde moet roepen.
De minister antwoordt op de vraag: of hij eenige
strafactie zal aanspannen tegen .den officier van jus
titie, categorisch neen. En op de vraag of hij dit zal-»
doen tegen den rechter-commissarisdaar denk ik
niet aan. Hij protesteert er tegen, dat men een ver
gissing opblaast tot een meineed en dat de brief is ge
publiceerd van den officier van justitie is een mis
bruik. Het was een geheim schrijven van den eischer
in eersten aanleg tot den eischer in hooger beroep.
Bij de IV afdeeling (kosten Centralen Raad van
Beroep) dringt de heer Helsdiingen aan op lotsverbe
tering voor de klerken tea- griffie van de Raden van
Beroep.
De minister belooft ernstige overweging.
Bij de 6e afdeeling (kosten van algemeene of rijks
politie en in zaken van jacht en visscherij) zegt de
heer Roodhuyzen het te betreuren, dat hij zelf heeft
medegewerkt om de bewaking der Tweede Kamer, tij
dens de vergaderingen, op te dragen aan rijksveld
wachters. Het boetekleed ontsiert den mensch niet
en daarom zou hij terug willen komen op den maat
regel, al wil hij alle bewaking niet afschaffen.
De minister antwoordt, dat een militaire wacht
door de Kamer zelf is naar huis gezonden. De Kamer
moet ten slotte zelf weten, welke bewaking- zij kiest.
De rijksveldwacht is eigenlijk niet bestemd voor zulk
een bewaking.
De heer Helsdingen pleit voor betere dienstregeling
dier veldwachters.
De minister antwoord dat deze rijksveldwachters
den gemakkelijksteu dienst hebben van het geheeie
korps.
Bij art. 31 (Traktement rijksveldwacht) vragen de
heeren Helsdingen en Smeenge lotsverbetering van
brigadiers titulair.
Bij de afdeeling (kosten van gevangeniswezen en
rijkswerkinrichting) vestigt de heer Limburg de aan
dacht op de g-roote zedelijke verheffing welke dit vak
onderwijs op de gevangenen heeft en daarop hoopt hij,
dat de minister verder zal gaan in de betere salari-
eering- van de vakonderwijzers.
De heer Helsdingen is ook dankbaar voor de voor
gestelde verhoogingesn, maar niet voldaan. Hij zou
wenschen dat ook voor het administratief personeel
wat meer gedaan werd. De promotie is slecht en het
salaris laag.
In de avondvergadering werden algemeene beschou
wingen over hoofdstuk VI der staatsbegrooting voor
1910 (marine) gehoudten.
De heer Van Vlijmen verklaarde zijn goedkeuring te
kunnen hechten aan de voorstellen van den minister.
Spreker pleitte voor toekenning van traktementsvoor
schot bij het gaan met verlof.
De heer Duymar van Twist betoogde ten aanzien
van de bewapening der Kortenaers dat de minister
deze niet voldoend© overwogen had en vond dat de re
geering meer kan doen voor de geestelijke en zedelijke
belangen van het marinepersoneel.
De heer Jansen (Den Haag) verklaarde van het
Zal je de deur goed sluiten, Kaatje, waarschuw
de mevrouw Kondelik en snelde het bruidspaar na.
Het was over half vijf toen de bruiloftsstoet de kerk
verliet. De nieuwsgierigen, die de bruid nog eens wil
den zien, drongen naar voren; de bedelaars die rijke
aalmoezen hadden ontvangen, riepen luid Gods zegen
over de jonggehuwden in; de rijtuigen reden voor; de
bevelen van mijnheer Betschka weerklonken, dè brui
loftsgasten stapten in en weg reden de koetsen in de
richting van het Wenzelplein.
Meester Kondelik echter reed rechtstreeks naar
huis, om zich van zijn gevleugeld marteltuig te ont
doen.
XXIX.
WAAR IS TOCH DE SCHOONPAPA?
Het was reeds donker toen de rijtuigen van de St.
Stefanskerk wegreden; het was zooals wij weten
half November, maar volgens verlangen van mama
Kondelik waren de rijtuigen open. De heele wereld
moest haar dochter met den plechtigen stoet zien. Het
was zacht weer voor den tijd van het jaar en men gaf
haar zin.
Zij had er trouwens voor gezorgd, dat Josefine geen
kou leed. Zij had haar een smaakvol manteltje van
wit satijn laten maken, dat gewatteerd was en rijk
versierd met zwanendons.
Toen de rijtuigen zich in beweging zetten, keek me
vrouw Kondelik, die met mijnheer Betschka in het
vierde rijtuig zat, bezorgd welke richting de rijtuigen
namen.
Weten de koetsiers welken weg zij moeten ne
men, mijnheer Betschka? vroeg zij.
Zeker, mevrouw, wij rijden dte Stefansstraat door,
over het Wenzelplein, door de Obststraat, Eerdinand-
straat, Brennte- en Purkynèstraat naar de „Beseda".
Dat is de langste weg.
Best, iutatt'kend, mijnheer Betschka, zei me
vrouw Kondélik uiterst tevreden. Wij zijn u zeer
streven naar beperking bij dezen minister weinig te
bespeuren. Spreker aebt niet alle uitgaven gewettigd.
De heer van Wassenaar vanOatwijck betuigd© zijn
tevredenheid erover, dat de minister de vloot wil la
ten varen en vroeg, of 't niet mogelijk was torpedo's
hier te lande te maken, wat, naar zijn berekening de
kosten stellig zou loonen.
De heer Hugenholz wees er op dat jaarlijks voor mi
litaire doeleinden ongeveer een millioen meer wordt
gevraagd. Spreker behandelde den toestand van het
personeel en zeide dat er gebrek aan rechtspositie is
en dat de mindere schepelingen vanwege de romp
slomp daaraan verbonden dikwijls van klag afzien.
De minister van marine, de heer Wentholt, inter
rumpeerde eenige malen, opmerkend dat men beklag
kan doen bij de hoogere militairen en dat de lieer Hu-
genholtz op een tendentieuze wijze deze zaak ter spra
ke brengt.
De heer Hugenholtz ging- hierna voort met te plei
ten voor betere wijze van beroep ingeval van straf.
Noodig is een geregeld toezicht op den takt der offi
cieren, ten aanzien van het strafopleggen.
Maar 't meeste heil verwacht spr. van herziening
der militaire rechtspraak.
Te betreuren is het dat, waar de bonden van het
marinepersoneel goed© resultaten bereiken, zich nog
altijd hiertegen verzet openbaart.
Ten slotte vroeg spr. of het advies over goedkeu
ring van de statuten van den Marinebond van minder
personeel van 's Ministers departement spoedig te
verwachten is.
De heer Van der Voort van Zijp was van meening,
dat in ons land beschamend weinig in geestelijk op
zicht voor het marinepersoneel is gedaan. Er moet
bijv. een anderen preekenbundel aan boord komen,
niet brengend een dogmatisch maar een beslist Chris
tendom.
Ten aanzien van het marinemateriaal vroeg spreker
met den heer Hugenholtz opruiming van het oude
materiaal.
De vergadering werd te kwart voor twaalf ge
schorst.
Zooals bekend: is .prijken in het aloudl stadhuis te
Middelburg in nissen in dien voorgevel, de levensgroot©
beelden van de graven van Holland en Zeeland, die,
te gelijk met dte restauratie van het front van het mo
numentale gebouw, geleidelijk worden vernieuwd.
In een der bestaande nissen, in dien topgevel van
het stadhuis, zal nu worden aangebracht het beeld
van IT. M. de Koningin met prinses Juliana op den
arm, naar een ontwerp van den heer dr. Cuypers te
Roermond.
De Koningin heeft aan het ontwerp hare goedkeu
ring gehecht.
DE KU YPER-ZAAK.
Gelijk Het Volk meldde bestaat het voornemen bij
de sociaal-democratische Kamerfractie om, in weerwil
van dr. Kuyper's eereraad, een voorstel tot parlemen
taire enquête te doen. De reden daarvan ligt in de
overweging dat een eereraad geen voldoende waarbor
gen biedt voor grondigheid van onderzoek o. a. .omdat
zulk een raad geen getuigen onder eed© kan hooren
(met strafrechtelijke sanctie) en geen stukken van het
departement kan opvragen.
TWEEDE KAMERVERKIEZING.
Tot lid van de Tweede Kamer in het district Gulpen
is gisteren gekozen jhr. mr.'Ch. Ruys de Beeren-
brouck (R.-K.)
dankbaar, dat u alles zoo uitstekdn verzorgt. Maar
zij zullen immers niet te snel rijden?
Neen, mevrouw, ik heb gezegd, dat ©r in gema
tigden stap gereden moest worden.
Dat is goed, zei mevrouw Betty verlicht, Jose
fine is niet gewoon vaak te rijden en wij moeten om
haar denken
Mevrouw Kondelik was slim. Met de opmerking
omtrent Josefine's gezondheid bedekt© zij de ware re
den, waarom zij eigenlijk langzaam wilde rijden. Het
publiek moest de gelegenheid hebben den bruilofts
stoet goed op te nemen en te bewonderen.
Bijna plechtig rolden de rijtuigen door de Stefans
straat en over het Wenzelplein. Geen beweging, geen
opmerking dCr voorbijgangers ontsnapte mevrouw
Kondelik, osfehoon zij schijnbaar onbewegelijk bleef
zitten. Het vleide haar dat de mensehen reeds van
verre verre hieven staan en hun hals uitrekten om in
de rijtuigen te kunnen kijken.
Mevrouw Kondelik had nooit veel gelezen, zij had
ook geen H. B. S. bezocht, zij wist niets van de zege
wagens der Romeinsche Imperators, van hun terug
komst uit roemrijke veldslagen en hun rit door de
straten van het jubelende Rome.
Maar als zij iets ervan had geweten, dan zou zij
zichzelf zijn voorgekomen als Cesar, die aan het hoofd
van zijn zegestoet op een wagen, door vurige rossen
getrokken, de rijke buit vertoonde aan het bewonde
rende gepeupel.
En toen de rijtuigen met langzamen, plechtigen
stap de Wladislausstraat insloegen en voor de „Mes-
tanska Beseda" bleven staan, speet het mevrouw Kon
delik dat de rit voorbij was
Voor het portaal der Beseda stond de portier in vol
ornaat, glad geschoren; streek met de linkerhand over
zijn dikken, grijzen knevel en hield de rechter klaar
om de bruiloftsgasten uit het rijtuig te helpen. Hij
kwam aansnellen, de portieren werden geopend, de
gasten stapten uit»
Vóór allen mijnheer Betschka om den stoet ,te re
gelen.
Eerst kwamen de jonggehuwden, dan de bruidsjon-
GEMENGD NIEUWS.
STRANDING.
Met zwaren storm is gisterennacht bij Westkapellc
gestrand de Engelsche barge „Lord Napier," van Par
naar Antwerpen.
De kapitein en drie man zijn gered; een der opva
renden i sverdronken. Het schip is vermoedelijk geheel
verloren.
Verschillende afdeelingen van de Friesche Maat
schappij van landbouw dringen er bij het hoofdbestuur
op aan eene actie te beginnen ter verkrijging van af
doende verbetering van den waterstand in Friesland,
ook al moet deze ook gepaaid gaan met groote finan
cieel© offers. De enorme schade, dit jaar door den
hoogen waterstand aan den Frieschen landbouwer en
veehouder toegebracht, wettigt h. i. elke uitgave voor
afdoende verbetering.
OPLICHTERS.
Bij den juwelier P. van Santen Jr. in de Paleis-
straat kwamen Zaterdag een paar heeren, die er een
zilver vischgarnituur bestelden en meenamen. Maan
dag kwamen zij terug en deden nog een groote be
stelling, bij elkaar ter waard© van 600, waarvoor een
accept werd get eekend met den naam Klooster. Zij
gaven op, op de Ruysdaelkadie te wonen. Deze opga
ven bleken niet juist te zijn, zoodat men hier vermoe
delijk met een paar oplichters te doen heeft. Gister
middag poogden zij hun slag te slaan bij den juwelier
O. H. van der Velden in de Kalverstraat. Zij „koch
ten" er een gouden damesketting, een gouden horloge
en een gouden kruisje. Toen het op betalen aankwam,
zeiden zij dat er na 1 Januari aan hun adres in de
Utrechtschestraat kon gedisponeerd worden, doch, toen
de lieer Van der Velden bezwaar maakte, lieten de be
zoekers hun pakje staan en gaven hun voornemen te
kennen naar den heer Van Santen te gaan. De heer
Van der Velden stelde zijn collega in de Paledsstraat
telephonisch van dit voornemen ih kennis. De politie
zoekt de oplichters. j
EEN KIND VERBRAND.
Dinsdagmorgen, rond 8 uur, heeft in het perceel K
393, aan den Antwerpschen weg, te Bergen-op-Zoom
een begin van brand plaats gehad, 't welk helaas een
kinderleven heeft gekost»
Vrouw Gr. had even haar woning verlaten om in de
buurt een boodschap te doen. Een kind van ongeveer
3 jaar bevond zich in de huiskamer met een kind: van
9 maanden, 't welk in de wieg lag. Toen de vrouw te
rugkwam zag zij tot hare ontsteltenis de achterkamer
stikvol rook, zoodat niets te onderscheiden was. Doo-
delijk verschrikt vluchtte zij in aller haast met het
grootste kind naar haar een paar huizen verdei* wo
nende schoonmoeder. Deze snelt toe en door het
hulpgeroep kwamen ook de andere buren te hulp.
De schoonmoeder, met de woning bekend, tast in
de duisternis van den rook naar de wieg en haalt het
kind er uit, dat reeds vreeselijke brandwonden had be
komen waaraan het overleed.
DE MOORD IN HET KOEKANGERVELD.
De politie ten huize van KI. Bakker, te Koekanger-
veld, heeft een scheermes in beslag genomen. De
vrouw van B. verklaarde, dat ze het mes, dat eenigs-
zins verroest was, gehaald had uit het huis van haar
vader, die thans bij haar inwoont.
ker met juffrouw Mali, achter hen mijnheer Hnpnea*
met juffrouw Toni, dan de moeder met mijnheer Wej
wara Sr., de tante met den raadsheer en ten slotte
de overigen naar rang en stand.
Mijnheer Betschka gaf nog bevel dat twee rijtuigen
moesten blijven voor het geval men ze noodig had en
zond de andere weg met een goede fooi.
Het gezelschap betrad een kleine, prachtig verlichte
zaal, waar in het midden een breede tafel stond, be
dekt met een sneeuwwit tafellaken, schitterende bor
den die met een stel glanzend tafelzilver, fonkelende
glazen en wijnglazen, salade- en kompotschoteltjes
omringd waren.
Op het midden van de tafel stond een groote ruiker
in prachtigen vaas, naast ieder bord lag* een bouquetje
kleine, geurige bloemen.
Met ingehouden adem keek mevrouw Kondelik dit
alles aan. Ze was ten zeerste verrast, want nog nooit
had zij een bruiloftsdiner in een hotel bijgewoond.
Hoe had zij thuis iets kunnen gereed maken, dat er
maar in de verte op leek! Geen gewoon buffet bevat
zooveel tafelzilver en zooveel verschillend porcelein en
kristal; zelfs al hadden al de bloedverwanten meege
holpen, had ze niet zooveel bij elkaar kunnen krijgen.
In de nabijheid stonden in eerbiedige houding vier
gerokte kellners met witte dassen boven hun gesteven
hemdsborsten en met witte katoenen handschoenen
aan. Aan hun hoofd, als een veldheel* met adelaars
blikken dte laatste toebereidselen overziende, stond de
restaurateur in een deftige, gekleed© jas.
Toen het eerste paar de jonggehuwden binnen
trad, boog de kellnergroep eerbiedig en diep.
Dadelijk daarop trad de restaurateur naar voren,
stak het bruidspaar de hand toe, sprak eenige woorden
als gelukwensch en snelde naar het derde paar en
naar al de overigen, allen de hand reikend en ze har
telijk drukkend.
Dat is mijnheer Watzeik, de chef der Beseda,
fluisterde mijnheer Betschka de tante toe.
Een minuut later greep tante Urban mevrouw Kon
delik bij den arm.
j£» .Wordt vervolgd.