DAGBLAD VOOR ALKMAAR vl OMSTREKEN.
Damrubriek.
m
m
st mm
m m
m
n
m
m
m
m m
a
mmm
u
LPl
ZM
mm w,
Honderd en elfde Jaargang*
1909.
ZATERDAG
4 DECEMBER.
niet zal worden gehouden.
a
mm v<m<
Praktische Schaaklessen.
No. 282
Hafionala Militie.
m m m
m u
pi
m i
Schaakrubriek.
Lmm
jAeze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
1 ce^tdagenuitgegeven. Abonne.uentsprijs per 3 maanden
v or Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Br
Telefoonnummer 3.
v/h
Prijs der gewone advertentiën:
regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
aar plaatsruimte.
n franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
RMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
BOTER-, KIPPEN-, benevens
KLEINE KAAS- en EIERENMARKTEN.
VEEMARKT.
Donderdag 23 en 30 December tevoren
Oproeping onderzoek verlofgangers.
op Vrijdag 10 December a.s
i
'B 5a
m m Wé I
SM BBJ-4LJ
37—31 2837
46—41 37 46
45—40 34 45
4440 45 34
38—33 29 38
43 32 46 44
49 20 25 14-
35 11 17 6
26 10 4 15
31 :4Ü
|'3fgf§
mm wxm
IÉ mm
ALRMAARSCHE COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS dei gemeente
ALKMAAR brengen ter algemeene kennis
1. dat de wakelijkiche boter-, kippen-, benevets
kleine kaas- en eierenmarkten dit j»»r 'n y-Iait* van
op ZATERDAGEN 25 DECEMBER (l«n Kerstdag)
en 1 JANUARI (Nieuwjaarsda gullen worden
gehouden
2. dat de gewone wekriijksche VEEMARKT op
ZATERDAGEN 25 DECEMBER (len Kerstdag) en
1 JANUARI (Nieuwjaarsdag) NIET DOORGAAT
en dus
Bu»geme< ster en Wethouners voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
2 Dec. 1909. DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR roepen bij deze op de verlofgangers van_ de
militie te land, binnen deze gesneente in liet register
van verlofgangers der militie ingeschreven aan wie
uitstel van het onderzoek bedoeld bij art. 125 der Mili v-
wet 1901 tot een bepaalden datum is toegestaanom zich
des voormiddag^ te elf ure, te laten vinden ten
raadhuize der gemeente Alkmaar, om aldaar door oi
van wege den Militie-Commissaris te worden onder
zocht, gekleed in uniform en voorzien van al de door
hen van het korps medegebrachte kleeding- en uitrus
ting-stukken, benevens zakboekje en verlofpas.
Den verlofgangers wordt daarbij herinnerd aan de
navolgende bepalingen der Militiewet 1901.
Art. 117. Het Crimineel Wetboek en het reglement
van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de
manschappen der militie te land, die zich onder de
wapenen bevinden, van toepassing, en met opzicht tot
de verschillende gevallen van desertie, op al de bij de
militie te land ingelijfden.
De manschappen worden geacht onder de wapenen
te zÜn: j
lo. zoolang zij zich bij hun korps bevinden;
2o. gedurende den tijd, dien het in art. 125 bedoeld
onderzoek duurt;
3o. in het algemeen, wanneer zij in uniform zpn
gekleed.
Art. 127. De verlofganger verschijnt bij het onder
zoek in uniform gekleed en voorzien van de kleeding-
en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof
medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
Art. 128. Behoudens het bepaalde in art. 117 kan
een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de
naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde km®
van bewaring, door den Militie-Commissaris worden
opgelegd aan den verlofganger:
lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek
verschijnt;
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige re
den niet voorzien is van de in het voorgaand ar
tikel vermelde voorwerpen;
3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken, bij het on
derzoek niet in voldoenden staat worden bevon
den;
-lo, die kleeding- of uitrustingstukken, aan een an
der behoorende, als de zijne vertoont.
Art. 129. Is de verlofganger, wien, krachtens het
voorgaand artikel, arrest is opgelegd, bij het onder
zoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verze
kerd geleide in arrest worden gebracht.
Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zicli niet
aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op schrifte
lijke aanvrage van den Militie-Commissaris, te rich
ten aan den Burgemeester der woonplaats van dien
verlofganger, aangehouden en onder verzekerd geleide
naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijn-
de huis van bewaring overgebracht.
Art. 130. Onverminderd de straf, in art. 128 ver
meld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe
door den Militie-Commissaris te bepalen tijd en plaats
en op de in art. 129 voorgeschreven wijze, voor hem te
verschijnen om te worden onderzocht.
Art. 131. De verlofganger, die zich bij herhaling
schuldig maakt aan het feit, sub 4o. van art, 128 be
doeld, of niet overeenkomstig' art. 130 voor den Mili
tie-Commissaris verschijnt, of aldaar verschenen zijn
de, in het geval verkeert sub 2o. en 3o. van art. 128
vermeld, wordt in werkelijken dienst geroepen en daar
in gedurende ten hoogste drie maanden gehouden. De
duur van dezen dienst wordt door den Minister van
Oorlog bepaald.
Art. 133. De verlofganger der militie, die niet vol
doet aan eene oproeping voor den werkelijken dienst,
wordt als deserteur behandeld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 29 November 1909.
AAN DE DAMMERS.
Met dank aan de inzenders voor hunne correcte op
lossingen.
Probleem no. 54 van J. Bourguin was alleen dooi
den componist samengesteld voor het verkrijgen van
een interessante ontleding en een mooie slagwending.
Ingewikkeld is de stand zeer zeker. De 12 zetten
diepe ontleding- zal dan ook niet zoo dadelijk gevon
den zijn. De eerste zet lag echter wel voor dte hand.
Hieronder volgt de ontleding:
Stand van probleem 54.
Zw. 3, 7, 8, 9, 10, 12/19, 21, 22, 24, 35.
W. 25, 26, 28, 31/34, 37, 39, 40, 42/47, S0.
Wit Zwart.
1. 31—27 1. 22 31
2. 42—38 2. 31 42
3. 25—20 3. 14 25
4. 28—23 4. 19 37
5. 34—30 5. 25 34
ti. 39 19 6. 13 24
7. Hte-39 7. 35 44
8. 38—32 8. 37 28
9. 33 4 9. 44 33
10. 47 20 10. 15 24
11. 26 8 11. 3 12
12. 4 29
Wij mochten van dit moeielijke probleem goede op
lossingen ontvangen van de heeren D. Gerling, J.
Houtkooper, G. Cloeck, M. F. v. Rijsens, D. Winkel,
allen te Alkmaar; S. Homan te Wijdte Wormer, H. E.
Lantinga te Haarlem en T. v. d. Velde te Huiswaard.
De vorige week vergaten wij bij vergissing een twee
tal goede oplossingen (52 en 53) van C. Zomer te
Alkmaar. Van probleem 53 ontvingen wij nog goede
oplossingen van O. Ilartland, W. Los, JKommer, J.
M. Iloutkooxter te Alkmaar, R. Zander Callantsoog en
J. A. Wolf te Groningen.
De onregelmatige opening 33—29.
Naar aanleiding van de partij uit onze vorige ru
briek, komen wij even uitvoeriger op deze opening te
rug.
Men opent met 3329 om een stelling te vormen,
waarin slagzetten kunnen voorkomen (aldus schrijven
de heeren de IL. en B. in hun boek „het Damspel").
Vooral als zwart de beste zetten doet en wit in de
z. g. hekstelling- opsluit komen er vaak ingewikkelde
slagzetten voor. Zwart vreest deze slagzetten echter
niet. Wanneer hij zorg draagt, dat wit zijn doel niet
bereikt, behoudt hij groot voordeel in de stelling
waardoor hij in 't eindspel kans op winst heeft.
Zwart moet ook in deze opening beletten, dat wit
een schijf op 24 plaatst. Want gelukt dit aan wit, dan
is zijn stelling uit positieoogpunt beter dan die van
zwart.
Men speelt het best op dieze wijze:
1. 33—29 1. 20—25
2. 39—33 2. 1420
3. 44—39 3. 19—24
4. 5044 4. 10—14
5. 32—28 5. 17—22
6. 28 17 6. 12 21.
Zwart heeft nu op zijn langen vleugel de hekstelling
ingenomen. Hij moet nu trachten steeds op de juiste
manier zijn schijven aan den langen vleugel van wit
af te ruilen. Als zwart steeds het beste heeft gespeeld,
zal de partij ongeveer komen tot onderstaande stelling
fin cijfers).
Zw. 5, 8, 11, 14, 15, 20, 24, 25.
W. 29, 33, 34, 35, 39, 40, 44, 45.
Het voordeel van zwart in deze stelling is gemakke
lijk te zien. 6 zwarte schijven houden 8 witte vast.
Deze opening komt echter niet veel voor. Als zwart
steeds de beste zetten doet komt wit in 't nadeel.
In een partij, gespeeld op de Damclub te Heer-Hu-
gowaard in de vorige week tusschen de heeren 8. en
K. kwam de volgende stand voor.
N
m m
- "frxaS.
merend. Wij vonden dit zoo interessant, dat wij het
ook gaarne onder 't oog wilden brengen van hen, die
deze rubriek (v. B.) niet lezen.
In onderstaanden stand werd gevraagd „Hoe speelt
wit om te winnen."
Zw. 4, 7, 8, 9,' 17, 18, 19, 21/25, 27/30, 34.
W. 26, 31, 35/39, 42/50.
Na veel inspanning gelukte het ons de oplossing te
vinden, en wij verzoeken allen, die diezen stand nog
niet gezien hebben, er eerst hunne krachten aan te
beproeven, alvorens onderstaande oplossing in te
zien.
Wit wint als volgt:
Wit Zwart
Een zeer interessant vraagstuk.
Zw. 2, 6, 7, 8. 10, 11/17, 19, 20, 24.
W. 23, 25. 26, 28, 31, 33, 35, 36, 38, 39, 41/44, 48, 50.
Wit, de heer S. was in dezen stand aan den zet en
haalde op de volgende wijze dam.
33—29 24 22
50—45 19 28
26—21 17 46
42—37 46 32
38 9 14 3
25 5
Wij vonden deze damzet zeer aardig en hebben dan
ook niet geaarzeld haar in onze rubriek op te nemen.
Wij hopen nog eens weer iets uit dte Hugowaard te
hooreu.
De heer Battefeld publiceerde de «vorige week in zijn
rubriek een vraagstuk van den heer J. Noome te Pur-
Wij mochten weder eenige interessante problemen
ontvangen van den heer Homan. Wij vonden ze zeer
interessant en aarzelden dan ook niet er nu reeds een
ter oplossing aan onze lezers aan te bieden. Wij twij
felen niet of het zal in den smaak vallen.
Probleem no. 55 van S. Homan, Wijde Wormer.
Zw. 7, 8, 9, 10, 12, 17, 20, 30, 35, 36.
W. 23, 26, 27, 29, 31, 33, 37, 38, 45, 47, 50.
Oplossingen voor of op 8 December bureau van dit
blad.
No 212.
Murray Marble.
4de Prijs „Phiadelphia Item"
1909.
Mat in 2 zetten.
Oplossing van Probleem No. 209 (F. GAMAGES)
1 Pc5d7 enz.
Andere zetten met Pc5 (ook 1 T <I3) falen op lb5
Goede oplossingen ontvingen wij van: P. J. Boom,
F. Böttger, O. Bramer, G. van Dort, G. Imliülsen en
G. Nobel, allen te Alkmaar; Mr. Ch. Enschedé te
Haarlem, J. Vijzelaar te Hilversum, P. Bakker, Jos.
de Koning en H. Weenink te Amsterdam, A. Tates te
Heiloo, J. Reeser te Voorburg, G. II. B. Hoogewind
te Utrecht, J. Deuzeman te Frederiksoord, „Schaak-
lust" te Koedijk, O. J. Oosterholt te Delft, O. Booms
ma te Kampen, G. Fijth en O. J. Stviek van Linscho-
teu te Bunnik.1)
In de navolgende rubriek hopen wij het een en an
der uit het ons toegezonden jury-rapport van den wed
strijd „Phiadelphia Item" mede te deden. Hier zij
echter vermeld, dat wij heden dén 4dm prijs geven
omdat dit het eenige probleem was over die plaats
waarvan de beide juryleden H. W. Barry en O. D.
P. Hamilton het niet onmiddellijk eens waren en
dat dan ook inderdaad het omgekeerde te zien geeft
an dat, hetgeen in de bekroonde 2zetten van den
laatsten tijd zoozeer in den smaak van elke jury
schijnt te vallen.
Tevens ontdekten wij onder de componisten der
„Recommended problems" wij zouden zeggen „bij
zonder vermelde problemen2) den naam van een
landgenoot. Om der wille van het curieuse geheel la
ten wij onvertaald volgen dat de 3de Bijzondere Ver
melding werd behaald door „No. 23 Motto „Japie
is getrouwt". Author: Gan van Hijk, Holland."
Tn het geheel dingen 7 vaderlandsche problemen
mede. Van de 89 ingezonden 2zetten waren er 46 uit
Amerika afkomstig.
II. J. DEN HERTOG.
Eerste Deel, 2e druk. G. B. van Goor Zonen, Gouda.
Het schijnt altijd een ietwat ondankbaar werk iets
te moeten schrijven over dén tweeden druk van het
een of ander werkje. Immers bij het verschijnen van
den eersten druk is er reeds over de qualitedten min
of meer uitvoerig' g-eschreven. Bij het bespreken van
den 2den loopt men dus de kans in "herhalingen te
vervallen en bovendien het gevaar zich dan minder
goed uit te drukken dan anderen, die den lsten druk
behandelden.
In dit geval is er intusschen nog meer, dat ons aar
zelend de pen op doet vatten. Den Hertog is; zonder
overdrijving, bij al onze lezers bekend en wordt dooi
de overgroote meerderheid als schrijver bijzonder
en te recht gewaardeerd. Meenden wij dus een wer
kelijke aanmerking te moeten maken, zoo zouden wij
zoodanig den wind van voren krijgen, dat wij be
schaamd zouden moeten erkennen, hoe het verstandi
ger ware geweest onze aanmerking voor ont te hou
den. Deelen wij integendeel iets mede, dat ons be
viel, zoo stellen wij ons voor, dat onze lezers ons met
echt zouden kunnen toevoegen, hoe dit alles eigen
lijk vanzelf sprak bij dezen schrijver en ons bovendien
niet ten onrechte konden opmerkzaam maken op het
verband, dat er bestaat tusschen spreken en zwijgen
aan deri eenen, Zilver en goud1 aan den anderen kant.
Rest ons dus, en wellicht hier in dubbelen zin, de
gulden middenweg, doch. Doch lezer, onafhan
kelijk van uwe meening- in dezen, verklaren wij het
bovenstaande eenvoudig als praatjes voor de vaak en
steeken wij met de meeste kalmte van wal.
Wat ons bij elk werkje van Den Hertog over scha
ken en problemen steeds weder treft is het kernachtig-
duidelijke van zijn betoogtrant. Dit geldt in het bij
zonder, naar wij meenen, voor dit eerste deel, hoewel
het hier minder op betoogen dan op verklaren aan
komt. Zoo maakt Den Hertog er bijv. speciaal mel
ding van in zijne inleiding hoe hij wil breken met de
oude sleur, die volstond met een beknopte uiteenzet
ting van de beginselen van het schaakspel en hoe hij
van deze eene uitvoerige behandeling wenscht te ge
ven3). Inderdaad, het was dikwijls in dit opzicht mot
de oudere boekjes zonderling gesteld. Het materieel
en de stand daarvan aangegeven, de loop der stuk
ken verklaard en roef, daar begon je: e4 e5 2P f3 f6v
3P e5feö 4 Dh5 en dan werd je aangetoond
hoe zwart na enkele zetten matliep indien hij zijn to
ren op h8 niet wilde verliezen, terwijl er bovendien bij
werd verteld hoe natuurspelers veelal tot 2. .f6 kwa
men en dat dit nu het gambiet van Damiano was. Ja
wel, natuurspeler of niet, het natuurlijkste van alles
vonden wij de opmerking van zulk een beginner „Een
mooie boel: ze willen je schaken leeren en hebben het.
in minder dan geen tijd over dammen. Blijf me met
dien Dam iano van 't lijf 1"
Doch in ernst, lezer, u begrijpt welk een groeten
dienst Den Hertog aan het schaaklievend publiek be
wezen heeft door met deze methode te breken en op
de hem eigene heldere wijze de eerste beginselen van
het schaakspel uitvoerig te behandelen.
Werkelijk, lezer, het wil ons voorkomen, dat zelfs de
schaker, die oene zekere hoogte bereikt heeft-, van deze
verklaringen geniet, omdat hij begrijpt hoe deze be
ginselen door dit alles tien beginner spoedig duidelijk
zullen worden. Dat hij bovendien de opgaven bijzon
der zal waardeeren die den lezer gesteld worden,
welke last, but not least door tallooze diagram
men verduidelijkt worden. Want het is o. i. den be
ginner bijv. niet genoeg te lezen dat de roohade niet
geoorloofd is indien de Koning een veld passeeren
moet. door een vijandelijk stuk bestreken. Dit maakt
niet genoeg indruk op hem om het te onthouden. Doch
ziet hij het bovendien, zoo is het tien tegen oen, dat
het blijvend opgenomen wordt. En Den Hertog laat
dit op bl. 62 in opgave 52 zien, waar uit het diagram
blijkt, dat zwart aan beide zijden niet rocheeren
mag-, aangezien de velden d8 en g8 door witte loopers
bestreken worden.
op-
Yan No. 208 ontvingen wij nog eene goede
lossing van B. Bak te Groot Schermer.
2) De lezer leze deze passage in de inleiding liefst
zelf ook