DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en elfden Jaargang.
1909.
MAANDAG
13 DECEMBER.
No. 291.
Dsze Courant wordt eiken avond* behalve op Zon- en
Feestdagen* uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P /kmaar S 0,80^ franco door het geheele Rijk f 1,
M aderlijke nummers 3 Cents,
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel I 0,10, Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan dt N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h, HERMs. COSTER 8s ZOON, Voordam C 9.
Nationale Militie*
Uit Mof- en Hoofdstad.
TeMoiuinffiswr I.
Zijdie zich met 1 Januari
op dit blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum verschijnende
nummers gratis en franco.
D e|Up t g e v e r Sj
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, den
onderstaanden milicien-verlofganger, om zich,
op grond van het bepaalde bij artikel 181 der
Militiewet 1901, wegens het niet naleven van
het bepaalde bij art. 130 dier wet, 's namiddags
vóór 4 ure bij zij n korps te vervoegenten einde,
voor den tijd van zesjAveken. iu werkelijken
dienst over te gaan
7e Regiment Infanterie, lichting 1903, garnizoen
Amsterdam
3 Januari 1910 GERRIT CORNELIS ALDERS.
De opgeroepene moet voorzien zijn van zijn
verlofpas, het zakboekje en van zijne kleeding- en
equipementstukken.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
11 Dec. 1909. G. RIPPING.
ALRMAARSGHE COURANT.
BEVOLKING.
Na te noemen persoon wordt verzocht zich zoo spoe
dig mogelijk ter gemeente-secretarie aan te melden
tnsschen 9 en 1 uur.
GERKITDINA VAN UITERT
gekomen van Ambt Almelo.
Afdeeling Bevolking.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat beden op
de gemeente-secretarie ter visie is gelegd bet aan ben
ingediende verzoek met bijlagen van J. P. J. BESTE
MAN, aldaar, om vergunning tot bet oprichten van
een SMEDERIJ, waarin VELDSMIDSE, in bet per
ceel Nieuwesloot Wijk B No. 9.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in
gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op
VRIJDAG, 24 December e. k., 's-voormiddags te elf
uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie
dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en bij, die
bezwaren beeft ingebracht, op de secretarie dezer ge
meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis
nemen.
Alkmaar, 10 December 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 13 December.
Het belangrijkste feit van de week was wel de jaar-
lijksche toekenning van de Nobelprijzen. Nobel was
de uitvinder van bet dynamiet, is daardoor schatrijk
geworden, en hefeft het kwaad, dat hij de menschheid
beeft gedaan, willen goedmaken. Hij liet bij zijn
dood in 1895, bijna zijn geheele vermogen, 31.5millioen
kronen, na voor wetenschappelijke doeleinden, in den
vorm van jaarlijksche prijzen voor de gewichtigste
ontdekkingen op bet gebied' der werktuigkunde, der
chemie, der medicijnen en physiologic, der letterkunde
en tenslotte voor bet grootste en verdienstelijke stre
ven naar verbroedering en vermindering der staande
legers. De eerste vier worden door de Zweedscbe
academiën toegekend, de vijfde door de Noorweegsche
volksvertegenwoordiging.
Het Noorweegsche Storthing heeft den Vredes-prijs
verleend voor de helft aan den Belgischen oud-minis
ter-president Beemaert en voor de andere helft aan
den Franschen senator baron d'Estournelles de Con
stant, die zich beiden zeer verdienstelijk hebben ge
maakt jegens de bevordering van den vrede en groote
steunpilaren waren der Vredes-conferenties.
En te Stockholm werden de overige prijzen door de
Nobel-stichting (een gecombineerde commissie) uitge
reikt: Voor natuurkunde aan den man der draadlooze
telegrafie Marconi en aan prof. Ferdinand Braun te
Straatsburg; voor scheikunde aan geheimraad Wil
helm Ostwald te Leipzig; voor geneeskunde aan prof.
Theodor Kocher te Bern; voor letterkunde aan de
Zweedsche schrijfster Selma Lagerlöf. Alle vijf be
kroonden waren aanwezig. Elke prijs bedraagt dit jaar
46.680. 1
Marconi, die de jongst© der tot dusver met den No
belprijs begiftigd© geleerden is hij is slechts 35
jaar, heeft zich verdienstelijk gemaakt voor de draad
looze telegrafie. Braun, een hoogleeraar te Straats
burg, is de natuurkundige, die zich niet alleen met
succes op de draadlooze telegrafie toelegde, maai1 ook
bekend is wegens zijn nieuwe proeven over het proef
ondervindelijk bewijs voor de identiteit van licht- en
electrische trillingen.
Prof. Oswald is d© beroemde geleerde, die een der
eersten was, die de kloof tusschen natuur en schei
kunde hebben overbrugd. Den laatsten tijd is hij bij
zonder op den voorgrond getreden als filosoof, als
hervormer in opvoedingsvraagstukken en als ijverig
propagandist voor esperanto, de wereldtaal.
Prof. Theodor Kocher te Bern geboren, is een van
de bekendste chirurgen van onzen tijd.
Selma Lagerlöf was 33 jaar oud,^toen zij in 1891
haar eerste werk publiceerde. Zij werd 20 November
1858 op het oude landgoed Morbiicka in de provincie
Wermland geboren, bet vaderland van Tegner en
groeide bier op, omgeven door de strenge schoonheid
van het Zweedsche landschap. Na voltooiing van
haar studie aan de school voor onderwijzeressen te
Stockholm, kreeg zij een betrekking aan de hoogere
meisjesschool te Landskrona, waar zij tien jaar bleef
en arbeidde in haar vrijen tijd aan haar roman „Gös-
ta Berling," welke haar bij de verschijning dadelijk tot
een schrijfster van beteekenis maakte. Toen liet zij
hare betrekking varen en wijdde zich geheel aan let
terkundigen arbeid. Hare werken worden veel gele
zen, ook hier te lande.
Tot een der meest besproken feiten mag voorts ge
rekend worden het optreden van den Duitschen rijks
kanselier in den rijksdag. De heer v. Bethmann
Ilollweg is als spreker niet medegevallen. Een der
afgevaardigden heeft in herinnering gebracht, dat de
rijkskanselier prins Hohenlohe een slecht redenaar
was, en hieraan toegevoegd) dat deze staatsman, bij
den nieuwen rijkskanselier vergeleken, een Demosthe
nes genoemd moest worden. De wijze, waarop de heer
von Bethmann Hollweg sprak werd vergeleken met die
van een hoofdonderwijzer jegens zijn leerlingen. Dat
is niet vleiend. Voor het overige deed zijn rede den
ken aan de vermaning van den minister v. Scbulen-
burg na den slag bij Jena: „De Koning heeft een slag-
verloren; de eerste burgerplicht is kalmte."
Hij raadde de liberalen en de conservatieven aan
zich weer te vereenigen. En hij verklaarde te zullen
regeeren met de meerderheid die hij vindt!
België's Koning is ernstig- ongesteld. Reeds gerui-
men tijd gingen er berichten over den toestand van
koning Leopold, doch deze werden tegengesproken.
Thans, nu die toestand verergerd is, komen er offici-
ëele berichten. De bulletins melden, dat de Koning
lijdt aan een darmziekte, men vreest voor een kronkel
in den darm. De doktoren houden druil consult en
men dacht, dat een operatie noodig zal zijn. De troon
opvolger, prins Albert en prinses Clémentine, de jong
ste dochter des Konings, en de president van den mi
nisterraad waren gisteren aan het ziekbed. Volgens
het laatste bulletin van gisteravond was de toestand
iets beter. Evenwel de Koning- is reeds bijna 75
jaar.
In Engeland is de verkiezingsstrijd reeds da-uk aan
den gang. De voormannen hebben zich doen hooren.
De minister-president, de heer Asquith, heeft een be
langrijke redevoering gehouden en de politieke voor
man van de andere zijde, de heer Balfour heeft een
manifest uitgegeven.
De liberale bladen zijn zeer ingenomen met de rede
van den premier, zij noemen haar „een krachtig bevel
tot den opmarsch" en wijzen erop dat de heer Balfour
in zijn manifest weder om de voornaamste punten
heendraait, daar hij slechts spreekt van tariefhervor
ming als het eerste punt van de Unionistische staat
kunde.
De unionistische pers daarentegen beweert, dat mi
nister Asquith in geen enkel opzicht het unionistisch
standpunt heeft afgebroken, dat hij slechts begonnen
is met een nieuw „program op het papier," gelijk aan
het verkeerd opgezette program van Newcastle, in
1891. Balfour's manifest echter noemen zij een em-
stigen en machtigen oproep op breede constitutioneele
grondslagen.
Gelukkig dat men verschillen van twee kanten kan
bekijken
Overigens schijnt men weinig oog voor andere za
ken te hebben. Anders zou meer de aandacht getrok
ken hebben een schrijven van den redacteur van het
socialistisch blad ;,de Klaroen" in de Daily Mail. De
schrijver zegt dat hij als Engelschman geen partij
kent, als zijn land in gevaar is. En heel wat belang
rijker dan het Hoogerhuis en het protectievraagstuk
acht hij de nationale verdediging, want het grootste
gevaar is Duitschland!
Een ander sensationeel bericht heeft de „Evening
News" in de afgeloopen week gebracht onder het op
schrift: „een torpedoboot met hersens." De Britsche
admiraliteit moet proeven nemen met gewone White-
head-torpedo's die een geheim mechanisme bezitten,
in verbinding staande met een mikrofoon. Verneemt
do mikrofoon een geluid bijv. van dfe schroeven van
het vijandelijk schip dan werkt zij zóó op het roer
van de torpedo, dat deze op het geluid afgaat, de tor
pedo bevat 200 pond van de beste ontplofbare stoffen
en.men begrijpt de rest.
ALs de proeven bevredigend uitvallen, zou de vloot
onmiddellijk met de nieuwe torpedo's uitgerust wor
den en daardoor zouden de gruwelen van den zeeoor
log des te verschrikkelijker worden!
Italië heeft een nieuw ministerie gekregen. Het is
baron Sonnino gelukt, de talrijke moeielijkheden, welke
zich voordeden in verband met de verwarde partijtoe
standen, te overwinnen en een kabinet samen te stel
len, dat over het algemeen goed is opgenomen al
leen de uiterste linkerzijde en de radicalen kunnen
zich er niet mee vereenigen. Men herinnert zich, dat
het vorige Italiaansche ministerie is afgetreden ip
verband met financieele hervormingen. Het is niet
buitengesloten, dat ook de heer Sonnino niet in staat
is de belangrijke maatregelen, van zoo grooten invloed
op het economische leven, tot stand te brengen. Ten
opzichte van de bui tenia ndsche politiek zal wel in den
zelfden koers voortgegaan worden.
In Weenen is deze zaak een proces begonnen, het
proces Friedjung. De beklaagde is een bekend ge
schiedkundige, die wil bewijzen hoe de Serviërs met
geld, met benden en bommen, en later zelfs door het
plan van een inval met een leger, de Groot-Servische
denkbeelden hebben willen verwezenlijken. Het is een
interessant proces en wij komen er dezer dagen op te
rug.
He Haagsche medewerker van de N. Vlaard. Cour.
spreekt over den zetel van den marine-minister. De
heer Wentholt scheen een benijdenswaardig man;
oorspronkelijk volbloed liberaal, nam hij zitting in het
liberale kabinetde Meester, waar hij zich blijkbaar
heel wel op zijn plaats gevoelde. Maar toen dit Mi
nisterie afjtrad om plaats te maken voor een reehtsch
Kabinet, ging de heer Wentholt daarin over, alsof er
voor hem geen verschil tusschen vrijzinnige en chris
telijke beginselen bestond. De gevolgen bleven echter
niet uit. Aan beide zijde der anthi these heeft dit er
gernis gewekt, al bleek dit niet zoo onmiddellijk. De
vrijzinnigen namen den lieer Wentholt kwalijk, dat
hij zoo zeer gehecht bleek aan-zijn zetel en de man
nen van rechts vonden hem en terecht niet
rechts genoeg. Bij de jongste bjfiandeling der Mari-
ne-begrooting is zulks overduidelijk gebleken. Van
Rechts eischte men, dat Zijne Excellentie zich méér
voor de Christelijke beginselen zou interesseeren en
van Links waren er grieven te over tegen 's Minister's
beleid. Nu is de minister ten slotte gered, mede door
de hulp van zijn collega Heemskerk, die hem in moei
lijke oogenblikken bijsprong, maar de aanneming te
gen den wil van den Minister van de z.g. „snertmotip"
was reeds een kwaad ding voor het prestige van den
heer Wentholt. Daarbij komt nog, dat het in de ge-
heimfe vergadering warm moet zijn toegegaan, voorna
melijk tusschen den Minister en den heer Thomson.
Natuurlijk is omtrent het verhandelde in dit comité-
generaal niets uitgelekt, maar na de heropening van
de openbare zitting is een en ander toch voldoende ge
bleken. De Minister werd toen door eenige zijner
vrienden gelukgewenscht doch de wijze, waarop hij
deze wenschen aanvaardde, sprak boekdeelen. In par
lementaire kringen verluidt dan ook, dat de Minister
officiëel er zonder kleerscheuren is afgekomen, doch
de moreele overwinning moet aan den kant van zijn
bestrijders geweest zijn. Er werd zelfs reeds over een
aanstaand aftreden van den minister gemompeld)
en in dit verband werd de kapitein-ter-zee baron van
Asbeck als zijn opvolger gedoodverfd maar ik ge
loof, dat de heer Wentholt wel eieren voor zijn geld
zal kiezen. Aangenamer is intusschen zijn positie
niet geworden en te voorzien is, dat het pad van dezen
bewindsman ook in de toekomst niet uitsluitend over
rozen zal gaan.
Onlangs hoorde ik, zegt de Amsterdamsche brief
schrijver van het „Utr. Dagbl.", waren een paar koop
vrouwen opgebracht, die de heele markt van het Wa-
terlooplein bij mekaar hadden geschreeuwd. De groep
op het bureau van politie vormt zich aldusde com
missaris achter zijn schrijftafel, de beleedigde partij
rechts, de beleedigende partij links. Men tracht el
kander duidelijk te maken wat is voorgevallen. De
agenten weten niets anders dan dat ze den ruzie
maaksters hebben belet langer volksverzamelingen te
veroorzaken.
Terwijl de commissaris met een der ordebewaarders
bezig is, springt het wijfje rechts in hysterische razer
nij op en wil haar tegenstander te lijf.
Wat is er gebeurd „mensch?" wordt gevraagd.
„Och meneertje hoor u dan niet? Hoor u dan niet
dat ze me weer uitscheldt?"
He commissaris weet niet beter dan het mensch is
gek geworden.
„Maar heb u dan niet gehoord dat ze gezegd het
dat ik kon gaan zitten en opstaan?"
Inderdaad, zooiets had men opgevangen. En wat
moest dit nu beteekenen?
Dit moet beteekenen: er zal iemand in je familie
sterven, waarom je zult moeten rouwen. Volgens het
Joodsch gebruik namelijk wordt rouw gedragen over
een doode door op den grond te gaan zitten en asch
over het hoofd te strooien.
Zoo had het scheldende wijfje 't bedoeld, en de an
dere had het aanstonds begrepen.
De commissaris echter verheugt zich maar matig
over zoo bloemrijk© taal en vindt dat men hem in dit
vreemde land wel een tolk mag toevoegen.
i Men herinnert zich vermoedelijk wel, aldus de Am
sterdamsche medewerker van de Prov., Gron. Ct., dat
een paar dagen voor Sinterklaas de helft van de stad
in het donker heeft gezeten, doordat er aan de Ge
meentelijke Electriciteits-inrichting iets scheen te ha
peren. De electrische straatverlichting gaf het op, in
winkels, magazijnen en cafés heerschte plotseling duis
ternis en de directie der Electrische Centrale ver
klaarde niet te begrijpen wat de oorzaak hiervan was.
Zij zond echter als het beschikbare personeel uit om
het defect, dat er blijkbaar in het kabelnet was, op te
sporen. En den anderen dag werd het wereldkundig,
dat het euvel was gevonden: op een punt op den N. Z.
Voorburgwal waar twee kabels samenkomen, was ge
loof ik, een scheur of iets dergelijks gevonden.
Dat hebben we allemaal voor zoete koek opgegeten,
maar toen ik er mijn deskundige, een electrotechnisch
ingenieur, over sprak, lachte hij mij in mijn gezicht
uit. Hij beweerde, dat, als er een breuk of iets derge
lijks in een kabel is, dit absoluut niet tengevolge kan
hebben, dat ongeveer op het gansche net het werk ge
staakt .wordt, en in de tweede plaats dat, als er er
gens een defect is, de installatie zelve onmiddellijk
uitwijst, waar dit te vinden is. Van zoeken of speuren
behoeft volstrekt geen sprake te zijn.
Neen, zei hij, er is natuurlijk wat anders gebeurd en
ik heb gegrond vermoeden, dat we hier te doen hebben
gehad met een onachtzaamheid van de directie. Het
was in de dagen vóór Sinterklaas reeds vroeg donker,
er werd dientengevolge reeds vroeg licht ontstoken en
bovendien werd er meer licht dan gewoonlijk gebrand.
Het schijnt nu, dat de directie daaraan niet gedacht
heeft en op een oogenblik niet voor voldoenden stroom
heeft gezorgd. Dat heeft de boel in wanorde en het
net in het ongereed© gebracht, de veiligheidBinriehtin-
gen in de kabelhuisjes zijn daardoor vernield en het
personeel is uitgestuurd niet om het „lek" te zoeken,
doch om die veiligheidsinrichtingen ten spoedigste te
herstellen. Ik kan me begrijpen, dat de directie zich
ietwat geneert om dit wereldkundig te maken, maar
ik kan me niet begrijpen, dat geen enkele deskundige
opgekomen is tegen de door haar verkondigde onjuist
heid, die werkelijk erg tastbaar is.
Ik heb eerbiedig toegeluisterd, en hem toen ge
vraagd, waarom hij die uiteenzetting niet in een of
ander blad had gepubliceerd.
„Och, ik houd niet van dat krantengeschrijf," ver
klaarde hij met een minachtend gebaar, dat ik niet
erg streelend voor mijn eigenliefde vond, doch toen
besloot ik mij voor die uitlating te wreken, door zijn
betoog alsnog in een courant te zetten, zij het dan
ook niet in een Amsterdamsch blad. Voor zijn des
kundigheid sta ik in, of hij het gelijk aan zijn zijde
heeft, laat ik over aan de beslissing van meer bevoeg
den.
Door de uitstekend© organisatie van den detective
dienst in Londen had men destijds broeder Stokvis
gauw beet. Kon diezelfde pluim op Hermandad's
hoed gezet worden te Amsterdam, dan zouden weke
lijks geen 100 misdrijven of delicten gepleegd worden',
die aan de armen der gerechtigheid ontsnappen, zooals
de oud-minister Loeff in de Tweede Kamer heeft doen
opmerken. Meermalen heb ik gewezen op de onvei
ligheid hier ter stede en herhaaldelijk deed ik uitko
men dat te veel diefstallen ongestraft blijven en dat
de nachtdienst vóóral zijn heil moet zoeken in onafge
broken patrouilledienst in wijkvakken met schrandere
agenten in burgerkleeding en in gedekt opgestelde
waarnemingsposten op pleinen en straathoeken. De
agenten van de recherche zijn te gering in aantal
hier en over het algemeen bekend; ze zouden zich nu
eens als heer, dan als bedelaar of boer, of in een an
der pak moeten vertoonen maar bovenal voor een
ieder onbekend blijven moeten. Als het speurhonden-
bedrijf méér werkdadig uitgeoefend kon worden dan
zou in velerlei richting verbetering aan te brengen
zijn. Zoo zouden geweerd worden de vrouwen, die met
gehuurde kinderen aan de hand of tegen de borst, zich
op verschillende drukke punten van de stad posteeren
om den voorbijgangers een aalmoes uit den zak te
kloppen. „Twee gulden" wordt een kwaad daggeld
genoemd! Wie zich de moeite geeft zoo'n straatfigu-
rante na afloop van haar dagtaak te volgen, zal soms
rare ontdekkingen doen; te dicht naderen bij de ha
ven in slop of steeg, waar de kinder bagage gelost
wordt, kan gevaarlijk zijn; een pak slaag is al de on
schuldigste verrassing, die hem wacht! Maar op ex
peditie is men altijd aan gevaren blootgesteld. Wie
's nachts op de been is, loop© steeds midden in de
straat en kijke rechts en links ferm uit; 't is nog niet
lang geleden, dat iemand in het hartje van de stad
zich onverwacht op den hoek van een steeg aangegre
pen voelde. Het aantal leegloopers, boosdoeners en
duistere individuen is in den laatste jaren zeer toege
nomen in de hoofdstad. De gemeentelijke zorg voor
de noodlijdenden, welke breede propostiën aangeno
men heeft, liet niet na, voor velen een lokaas te zijn.
Het aantal paupers is onrustbarend groot, en uit de
zen recruteeren zich de Amsterdamsche camorra en
apaches. Mislukt is het fijn-ingewerkte oplichtersplan
van 2 als heer gekleede dieven, die bij een juwelier in
de Kalverstraat een koop wilden doen en, bij aarzeling
van laatstgenoemde de onhandigheid hadden den
naam van een ander juwelier te noemen, tot wien ze
zich zouden wenden. Toen ze bij dezen kwamen, had
de telefoon reeds de nadering van de beide schavuiten
aangekondigd, zoodat ze onverrichter zake met hon
derd excuses afdropen. Men zij vóóral wantrouwend
tegenover chicards of-te-wel fijn-in-de-puntjes geklee
de guiten. Herhaaldelijk palmen ze arglooze lieden
in door hun aanlokkelijke, vergulden praatjes, in win
kels, op straat, in de comedie, kortom overal, waar ze
maar kans zien, een slag te slaan. Met hoeveel defti
ge en gedistingeerde geslepenheid hebben 2 vreemde
lingen, die in het Amstelhotel logeerden, een bekende