DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en elfde Jaargang.
1909.
VRIJDAG —o— 31 DECEMBER.
Nó. 306
Dit nummer bestaat uit 3 bladen
ALRMAARSCHE COURANT.
1909.
Terwijl er in het nu haast afgeloopen jaar weer
rusteloos gezocht is naar een steeds volkomener op
lossing van het vliegprobleem, worden wij op dezen
laatsten Decemberdag er aan herinnerd, dat er vèr bo
ven den menschelijken wil, de menschelijke gedachte
en het menschelijke vernuft uit, bestaan heeft en be
staan blijft een onstoffelijk vliegtoestel.
ITet heet Tijd. Immer vliegt het voort: dagen vol
gen op dagen, maanden op maanden, jaren op jaren.
Daar is geen enkel oogenblik van ophouden het
gaat voort, al maar voort, door onzichtbare hand ge
stuurd naar een betere toekomst.
Wij, mensehen, kunnen het maar een heel klein
oogenblikje volgen op zijn eindeloozen weg en wat
wij zien is weinig meer dan een stip. Maar wij
hebben het dan toch gezien en dat is genoeg om bij
ons het vertrouwen in de toekomst op te wekken.
Er bestaat een schoone Scandinavische legende,
waarin op eenvoudige wijze dat vertrouwen zinnebeel
dig wordt voorgesteld.
In een donkere lange schuur, zit, in een winter
nacht, een vorst met zijn krijgslieden om den haard.
Een klein vogeltje vliegt de geopende deur binnen en
aan de andere zijde weer naar buiten.
De vorst vergelijkt dit kleine vogeltje met den
rnensch in deez' wereld: „het kwam aanvliegen uit de
duisternis, vloog weêr *weg in de duisternis, en ver
toefde slechts kort in de warmte en in 't licht."
„Vorst," antwoordde de oudste der krijgslieden, „het
vogeltje zal ook in de duisternis niet omkomen, maar
den weg naar zijn nest vinden."
Het is dit vertrouwen, dat op den dag van heden
tot ons moet spreken. Wij, mensohen, loopen zoo' bij
zonder uiteen in aanleg, ontwikkeling, temperament,
welstand en dientengevolge zijn we het zoo verbazend
oneens over vragen van godsdienstigen, kerkelijken,
staatkundigen en maatschappelijken aard. Geschil
len in menigte doen zich voor om van de misver
standen maar niet te spreken. Wij zijn verdeeld. Doch
op dezen laatsten dag van het jaar gaan wij eens
érnstig nadenken en dan merken we dat er boven die
Veelheid van verschillen een eenheid bestaatwij zijn
allen mensohen en wij allen, de aanzienlijksten zoowel
als de geringsten onder ons, komen tot deze ééne en
eenige levenservaring, dat het leven een reeks erva
ringen is van blijdschap en droefenis. Op dezen
Oudejaarsavond zullen velen treuren, omdat hun ge
dachten toeven bij bordjes, waarop geschreven staat:
Hier rust, Hier ligt begraven. Zij, voor wie thans
geen reden tot treuren bestaat, zullen op hun beurt
de smart van zulke gedachten gevoelen. N iemand weet
hoever de levensweg van hun dierbaren gaat. Maar
allen verkeeren in de zekerheid dat elk nieuw jaar een
nieuwe schrede naar den dood beteekent. Toch doet
die zekerheid ons niet wankelen: wij schrijden voor
waarts, omdat we gesterkt worden door het vertrou
wen in de toekomst van de menschheid, omdat we ten
bate van haar ons leven nuttig moeten besteden.
Naarmate van onzen aard en ontwikkeling willen we
voor ons zelf en voor anderen tot vermeerdering van
levensgeluk werkzaam zijn. De wegen waarlangs we
tot dit doel trachten te komen zijn talrijke en ze loo
pen in allerlei, zelfs in tegenovergestelde richtingen,
maar zij moeten allen zijn aangeduid door een hand
wijzer, waarop staat te lezen: „goede wil en eerlijk
heid.' Wij moeten het goede ernstig willen en er
naar streven eerlijk te zijn tegenover onszelf en te
genover anderen. Het aloude: „doe wat moet, er moge
van komen wat wil" zij onze leus. Handelen we daar
naar, dan zullen we onszelf nimmer iets te verwijten
hebben, dan zullen we, falend, overtuigd zijn dat zoo
de schuld bij onszelf ligt, het booze opzet niet bestaan
heeft, dan zullen we ons niet te storen hebben aan
wat anderen te dien aanzien van ons zeggen en den
ken of ons aantijgen, omdat we voor de rechtbank van
ons geweten daarvan zijn vrijgesproken. Maar waar de
ervaring ons bij herhaling leert dat we, het goede wil
lende, het verkeerde bereiken, daar zal zij ons tevens
als van zelf moeten stemmen tot mildheid in het be-
oordeelen van onze medemenschen en hun daden. Ook
daarin ligt een bron van meerder levensgeluk voor
onszelf en voor anderen.
En als we over enkele uren het nieuwe jaar te ge-
moet treden met den heilwensch op de lippen „een
gelukkig nieuwjaar" als in het veelstemmig koor van
zegebeden, dat er dan over heel de aarde zal klinken,
ook onze stem wordt gehoord, laat ons dan in stilte
maar in oprechtheid aan de woorden, die wij tot de
onzen zeggen of schrijven toevoegen de gedachte: „ik
voor mij, wil er naar streven om de vervulling van
dien wenseh te bevorderen."
Laat, ons, door dit goede voornemen bezield, met
moed en met kracht het nieuwe jaar beginnen, en, is
het ons gegeven, tot een goed einde brengen.
Negentienhonderd en tien brenge den lezer heil
Europa's geschiedenis over het afgeloopen jaar ligt
voor ons in den vorm van tallooze aanteekeningen,
welke als het ware het geraamte vormen van het beeld,
dat wij heden gaan ontwerpen, om den lezer nog 'eens
kort te doen zien wat 1909 gebracht heeft. En eigen
aardig is het te zien, dat de Balkanstaten een buiten
verhouding groote plaats in die aanteekeningen inne
men. In het overzicht van 1908 betoogden we, dat de
Oostersche kwestie een bedreiging van den Europee-
schen vrede bleef. Hoeveel strubbelingen en conflic
ten zijn er in 1909 uit deze kwestie wel niet voortge
komen, hoeveel oorlogsgeruchten zijn er niet van den
Balkan uit over de wereld gekabeld! Turksch-Oosten-
rijksclie, Turksch-Bulgaarsche, Servisch-Oostenrijk-
sche verhoudingen, zij allen vormden als het ware
haarden, waaruit af en toe oorlogsvuur dreigde op te
laaien, terwijl bovendien de binnenlandsche toestan
den dikwerf onheil brachten.
TURKIJE nemen we het eerst. Men herinnert zich
de vreugdeboodschap van 1908: de Zieke Man had
zich van zijn sponde verheven en met jong vuur be
zield gaf hij het Ottomaansche volk een grondwet.
Maar de reactie stond pal. In- April had een tegen-re
volutie plaats om de oude toestanden weer in heï le
ven te roepen. De Jong-Turksche troepen trokken
naar Konstantinopel op, vermeesterden den burcht
van den Sultan. Die Jong-Turksche afgevaardigden
zetten Abdoel Hamid af en riepen Mohammed Re-
schad Effendi tot nieuwen sultan uit. Den dag daar
na (28 April) scheepte Abdoel Hamid zich met elf
kinderen en een vrouw, pardon, met elf vrouwen en
een kind naar Saloniki in, waar hij gelegenheid vindt
om in stille afzondering de vele wandaden uit zijn le
ven te overdenken. De Jong-Turksche regeering
nam bloedig wraak: bij hoopjes werden de samen
zweerders terechtgesteld. Den 20sten Mei legde Mo
hammed V in het parlement den eed op de grondwet
af en hield de troonrede. Een van de eerste daden der
regeering was 4 millioen Turksche ponden te vragen
voor verbeteringen van leger en vloot)
GRIEKENLAND maakte eveneens een woelig jaar
door. In ^Augustus ontstond er een beweging onder
het officierenkorps, het leek ook daar naar een revo
lutie te zullen gaan, maar het liep vrij kalm af: de
koning mocht blijven maar twee Grieksche prinsen
moesten den krijgsdienst verlaten (September). De
volgende maand ontstond er een ernstige muiterij bij
de marine, onder aanvoering van den officier Typal-
dos, die zich meester maakte van het arsenaal op Sa-
lamis, maar zich tenslotte moest overgeven.
In SERVIë heeft de troon ook al gewankeld, maar
ook hier werd den koning vergund te blijven zitten, en
ook hier moest zich een prins opofferen: den 25sten
Maart deed de oorlogszuchtige kroonprins George af
stand van de troonopvolging.
De SERVISCH-OOSTENRIJKSCllE verhoudin
gen lieten in den aanvang alles te wenschen over. Te
Weenen en te Boedapest begon men tenslotte ongedul
dig te worden over het geschetter van het varkens-fok
kende volk, dat de annexatie van Bosnië en Herzego-
wina maar niet kon verkroppen. In Februari werd
door de Servische Kamer een oorlogscrediet van 331/2
millioen francs toegestaan. Maar Servië, dat blijk
baar op uitgebleven steun had gerekend begon in te
binden en eindigde met zich in Maart geheel te schik
ken naar de mogendheden, waarna spoedig de reeds
opgeroepen reservisten weer naar huis werden gezon
den.
Het TURKSCH-OOSTENRIJKSCH conflict, dat
van 1908 was overgenomen is in 1909 eveneens bijge
legd. Reeds in Januari kwam er een merkbaar betere
verstandhouding tusschen de beide rijken en 26 Fe
bruari werd het protocol der Oostenrijksch-Turksche
overeenkomst geteekend, waardoor tevens de boycot
van waren eindigde.
De I li RKSOII-BÜLGA ARSCHE verhoudingen
lieten niet minder te wenschen over. In het laatst van
Januari zond Turkije aan de mogendheden een rond
schrijven inzake de mobilisatie in Bulgarije. Vorst
Ferdinand zocht troost in St. Petersburg en reisde ook
naar Duitschland. Bovendien had er in Augustus een
grensincident plaats.
Eerst den 27sten November eindigden dé Turksch-
Bulgaarsche verwikkelingen.
Het TITRKSCH-GRIEKSOHE incident was wel
het ernstigste van alle. Kreta gaf weer de aanleiding
tot de staatkundige verwikkelingen. Den 27sten Juii
werd de Grieksche vlag op Kreta geheschen, eenige da
gen daarna weigerde Griekenland zijn officieren en
gendarmerie van het eiland terug te trekken gelijk
werd verzocht door de Porte. Er werd een Turksch-
Grieksche papieren oorlog gevoerd en ook de bescher
mende mogendheden zonden nota's. Dertien Augustus
kwamen er oorlogsgeruchten. Den volgenden dag be
sloten de mogendheden oorlogsschepen naar Kreta te
zenden. Den 18den werd de Grieksche vlag door de
internationale troepen van het fort te Korea verwij
derd.
En in December zijn we zoover dat de vier bescher
mende mogendheden hebben uitgemaakt dat het
oogenblik voor een eind-beslissing van het bestuur
over Kreta nog niet is aangebroken, hetgeen wil zeg
gen dat er nog heel wat herrie in verband met deze
kwestie te wachten is. In 1897 en '98 werdén we nog
al eens herinnerd aan de woorden van apostel Paulus
aan Titus: „De Kretenzers zijn altijd eigenaardige,
leugenachtige beesten. Deze getuigenis is waar. Daar
om bestraf ze scherp, opdat zij gezond mogen zijn in
het geloof. Er zal alle aanleiding zijn om zich in de
toekomst deze oude woorden nog eens te herinneren.
Hiermede hebben wij met den Balkan afgehandeld.
estigen wij thans even de aandacht op de andere
landen van Europa.
In BELGIë werd de politiek voor een groot deel
beheerscht door militaire kwesties. Den 2den Juni
kwam het legervraagstuk in de Kamer, den 7den Juli
werden de Belgische legerwetten ingediend en den
18den November nam de Kamer de wet op den per
soonlijken dienstplicht aan. Den 9den Juni was be
sloten tot het versterken van de stad Antwerpen, waar
voor 9 millioen beschikbaar gesteld werd. Na den dood
van koning Leopold heeft koning Albert den troon be
stegen. De bladen zeggen veel goeds van hem. De
nalatenschap van den koning moet worden geliqui
deerd en het staat te vreezen, dat zich bij dit werk
zeer onaangename incidenten zullen voordoen.
OOSTENKIJK-HONGARIJE heeft aanvankelijk
veel ongenoegen beleefd van het inpalmen van een
stuk van hêt Ottomaansche rijk, n.l. Bosnië en Herze-
gowina. In het begin van het jaar gingen er zelfs
geruchten over het houden van een krijgsraad het
was alsof de oorlog voor de deur stond. Eerst gaf
Servië toe en den 8sten April Montenegro.
De binnenlandsche toestanden laten nog veel te
wenschen over en herhaaldelijk komen er feiten aan
het licht, die als illustraties daarvan kunnen dienen.
In FRANKRIJK behaalde het ministerie-Clemen-
ceau in het begin der maand' Januari een glansrijke
overwinning bij de periodieke verkiezingen van leden
van den Senaat. In den ministerraad kwam het een
oogenblik tusschen den minister-president Olemenceau
en den minister van justitie Briand tot spanning over
de toepassing van de doodstraf. De Kamer had zich
met groote meerderheid verklaard vóór het behoud van
die straf en nu was de heer Briand, hoewel principieel
tegen die straf, van oordeel, dat president-Fallières
zich op den duur niet mocht blijven verzetten tegen
het voturn^ der meerderheid door steeds gratie te verlee-
nen. De lieer Olemenceau verklaarde zich .tegen het
toepassen der straf, maar Briand won het van den mi-
nister-president en wist het hoofd der republiek er toe
te brengen, zijn fiat te zetten onder enkele doodvon
nissen zoo vond de viervoudige terechtstelling te
Bethune plaats, welke met zulke schandelijke toonee-
len gepaard ging. Nog op andere wijze zou Briand
het op Olemenceau winnen. Den 20sten Juli is het
ministerie-Clemenceau gevallen -en aan Aristide
Briand werd de vorming van een nieuw ministerie op
gedragen
In het binnenland ontbrandde er een felle school
strijd, terwijl de regeering veel last had van haar
maatregelen tegen stakende ambtenaren. Op zedelijk
gebied gaf Frankrijk niet zooveel teekenen van verval
als het jaar te voren, maar de befaamde Steinheilzaak
bood weer een eigenaardige kijk op Fransche zeden en
Fransche gewoonten.
In DUITSCLILAND werden reeds van den aanvang
van 1909 intriges tegen den rijkskanselier gesmeed,
zoodat reeds den 5den Januari de Nordd. Allg. Zei-
tung hem in bescherming nam. Den 18den Mei confe
reerde de heer von Biilow met den keizer en werd er
tusschen beiden een algeheele overeenstemming ver
kregen betreffende de te volgen politieke richtsnoer.
Ongeveer een maand later hield de rijkskanselier een
redevoering ter verdediging van de belastingvoorstel
len, maar het hielp niet: den 24sten Juni verwierp de
rijksdag de successiebelasting en was von Billow's
positie onhoudbaar geworden. Hij ging en werd 14
Juli opgevolgd door den heer von Bethmann Hollweg,
die verklaard heeft een regeeringsmeerderheid te
zullen zoeken, waar hij die kan vinden. Met het eens
hooggeroemde conservatief-liberale blok is het natuur
lijk nu voor goed gedaan.
De Keizer, die o.a. de aandacht op zich vestigde door
zijn geruchtmakende en verontrustende nieuwjaarsre
de voor zijn generaals, was weer zeer bewegelijk, ont
moette in Mei koning Victor Emanuel te Brindisi en
den keizer-koning Frans Jozef te Weenen, waarbij het
.Drievoudig Verbond door tafeltoespraken werd be
krachtigd, den 17den Juni had hij een samenkomst
met den Tsaar te Reval, den 7den Augustus ontmoette
hij tsaar Ferdinand van Bulgarije te Kiel en in Sep
tember bezocht hij de Oostenrijksche manoeuvres.
De vooruitgang van de luchtscheepvaart, met name
het zeer groote succes van graaf Zeppelin, die den
SOsten Mei een •recordtocht maakte van 37 uur en den
2729 Augustus van Friedrichshafen naar Berlijn en
terug ging, was voor Duitschlands nationale trots een
belangrijke factor. De luchtscheepvaart wordt thans
reeds gebezigd als een voornaam verdedigingsmiddel.
In ENGELAND is het jaar 1909 vooral belangrijk
geweest tengevolge van het geschil tusschen het Hoo-
g'er- en het Lagerhuis. De kwestie is zoo bekend, dat
we kunnen volstaan met het noemen van een paar da
ta: 22 Juni incidenten in het Lagerhuis in verband
met de belastingverhoogingsvoorstellen, 22 September
lord Balfour spreekt te Birmingham over de begroo
ting, 5 October de minister-president Asquith confe
reert te Balmoral met koning Eduard, 4 Nov. de be
grooting wordt in het Lagerhuis met groote meerder
heid aangenomen, 16 Nov. opzienbarende motie van
lord Landsdowne, welke 1 December met overweldigen
de meerderheid wordt aangenomen, 3 December wordt
het parlement verdaagd, 8 Januari e. k. zal het worden
ontbonden en 13 Januari zullen de verkiezingen plaats
hebben.
Van zeer groot gewicht is hetgeen er is geschied in
verband met Zuid-Afrika. Den 8sten Februari, nadat
men het in Zuid-Afrika over de hoofdstadkwestie eens
was, werd het grondwet-ontwerp voor de Z. A. Unie
gepubliceerd en spoedig daarop te Bloemfontein en
Pretoria goedgekeurd. Ook Natal besloot tot de Unie
toe te treden. In derde lezing werd de wet op de
Zuid-Afrikaansche Unie den 19den Augustus door het
parlement aangenomen. En den 21sten December
werd minister Gladstone benoemd tot eersten gouver
neur-generaal van het Vereenigd Zuid-Afrika.
Voor RUSLAND is het 't jaar van de buitenland-
sche reizen van den Tsaar geweest. Eindelijk kon,
mits onder een bewaking welke haar weerga niet kent,
en des ondanks onder groot levensgevaar Nikolaas II
gevolg geven aan zijn reeds lang voorgenomen plan
nen om eenige Europeesche staatshoofden een bezoek
te brengén. In het laatst van Juli werd de jammerlij
ke zegetocht begonnen, eind Juli ontmoette hij presi
dent Fallières, begin Augustus Koning Eduard te
Cowes, eind October koning Victor Emanuel te Rac-
conigi.
In het buitenland heeft Rusland overigens zeer veel
sympathie verspeeld door zijn dubbelzinnig optreden
in de Balkan-zaken.
Ten opzichte van Finland gaat Rusland door met
er een wingewest van te maken en in Perzië tracht
het zijn invloedsfeer uit te breiden.
In het binnenland worden de zaken op den ouden,
d. i. zeer slechten, voet voortgezet. De Doema tracht
te verbeteren wat er te verbeteren valt maar de
Rijksraad en de overheden zorgen, dat dit niet te veel
is. Den 8sten December heeft de volksvertegenwoor
diging een besluit genomen tot invoering van een
weerbelasting voor allen, die niet persoonlijk hun
dienstplicht vervullen.
SPANJE deed in 1909 menigmaal aan Rusland
denken. In Juli hadden er te Barcelona betoogingen
plaats tegen den oorlog in Marokko, die veel slachtof
fers eischte en de financiën van dit land ver te boven
ging, terwijl eindelijk het remplagantenstelsel 'n bron
van groote opwinding was. Den 26sten Juli werd de
staat van beleg afgekondigd in Barcelona, waar de
toestand steeds verergerde, terwijl twee dagen daarna
in geheel Spanje de kleine staat van beleg werd uit
gesproken.
Den volgenden dag reeds meldden de berichten, dat
er een formeele revolutie uitgebroken was, maar in
Augustus keerde de rust terug en den 17den van die
maand kon ook te Barcelona de staat van beleg wor
den opgeheven. Den 12den October werd de toestand
echter opnieuw precair, doordat Francisco Ferrer, de
leider der „moderne school" te Barcelona door den
krijgsraad ter dood veroordeeld en in de droge gracht
van de vesting Montjuich gefusilleerd werd. Een
storm van verontwaardiging ging er op, die zich ook
in verscheiden groote steden van Europa deed gelden,
maar tenslotte weer rustig is gaan liggen. Den 18den
October begon de liberaal Moret zijn aanval tegen
het ministerie Maura en drie dagen later was hij Ka
binetsformateur
In PORTUGAL is het jaar veel kalmer verloopen
dan het vorige. In het begin en in het einde had er
een kabinetskrisis plaats. De jeugdige koning ging
veel op reis, naar Spanje, naar Engeland en Frankrijk.
Bijzonder gunstig was het onthaal aan het hof van
Koning Eduard. In hoeverre deze reizen met huwe
lijksplannen in verband stonden is nog altijd niet ge
bleken. 1 li
ZWEDEN trok de aandacht door de reuzenstaking,
welke in Juli begon en in September eindigde, waarbij
de stakers, die het onderspit moesten delven, eerbied
afdwongen door hun voortreffelijke houding, DENE
MARKEN door het beginnen van den Oook-zwendel
aldaar. 4 September werd de noordpoolreiziger dr.
Cook te Kopenhagen geestdriftig ontvangen, maar er
is achterna vastgesteld dat uit zijn gegevens niet is
gebleken, dat hij de Noordpool heeft bezocht geluk
kiger is Peary geweest, die 6 September seinde dat
hij 21 April 1908 de Noordpool had bereikt en aan
wiens woorden geloof gehecht is.
ITALIë is bezocht door een Kamercrisis, een kabi
netscrisis en door ettelijke staatshoofden. Keizer
Wilhelm opende de rij in begin April, president Fal
lières volgde den 25sten van die maand, toen hij te
Nizza verscheen, 4 Mei kwam Koning Eduard te* Ro
me, 23 October de Tsaar te Racconigi. Het laatste be
zoek heeft vooral de aandacht getrokken, omdat de
Tsaar, den Oostenrijkschen bondgenoot van Italië ver
mijdend, het rijk van koning Victor Emanuel bezocht.
Italië staat met Oostenrijk op gespannen voet -de-
macht in de Adriatische Zee wordt door beiden ge-
wenscht. Onmogelijk is het dan ook jiiët, dat Italië
het Drievoudig Verbond vaarwel zegt en zich aansluit
bij het driemanschap RuslandFrankrijkEngeland.
MAROKKO is voor Spanje en door de massa te
legrammen voor de perseen duur rijk geweest. In
het begin van Januari werd Moelai Hafid als sultan
erkend. Spoedig daarna ontving de Fransche gene
raal d'Amade in het najaar tengevolge van een
onvoorzichtig' Matin-interview over het optreden in
Marokko op non-activiteit gesteld bevel terug te
keeren, maar ongeveer tegelijkertijd 25 Jan.
verscheen -er een Fransch-Spaansche Marokko-nota
over het verlengen van den politiedienst tegen invoer
van contrabande. 11 Mei ontstond1 er een Spaansch-
Marokkaansch conflict en 9 Juli werden er eenige
Spaansche arbeiders door inboorlingen overvallen.
Vier dagen later verscheepte Spanje troepen naar Ma
rokko waar voortdurend ernstige gevechten plaats
hadden. Be hoofdpersonen uit het Marokkaansche
drama traden daarbij op den voorgrond: Raissoeli
deed weer van zich hooren, maar leed een nederlaag,
Boe Hamara werd gevangen genomen en op waarlijk
beestachtige wijze in tegenwoordigheid van den sultan
afgemaakt. Spanje besloot de Rifstammen te tuchti
gen; ten koste van groote opoffering van bloed en-
geld werd de Goeroe Goeberg bezet (23 Sept.) en 6
November werd de vesting Milim, een belangrijk stra
tegisch punt bezet. Eerst sinds eenige weken zijn de
Spaansche troepen naar het vaderland teruggekeerd.
Het Marokkaansche avontuur is daarmede niet geëin
digd.
AZIë werd vooral genoemd in verband met hetgeen
er in Perzië en in het Verre Oosten geschiedde. Den
löden Juli gaf de Shah den strijd op, deed afstand
van de regeering en werd opgevolgd door zijn zoontje,
Ahmed Mirza, een kind nog. In het Verre Oosten
kwam (6 Aug) een incident voor tusschen Ohina en
Japan naar aanleiding der reconstructie van den
MoekdenAntoeng spoorweg. Japan zond een drei
gende nota naar Peking, twee dagen later gaf
Ohina aan alle eischen toe, 4 September werd dé over
eenkomst tusschen Japan en Ohina geteekend. Terwijl
prins Ito, Japansch buitengewoon gezant op Korea te
Charbin een ongetwijfeld gewichtige ontmoeting zou
hebben met Russische vertegenwoordigers werd hij, 26
October, door een Koreaan vermoord. Dat de Korea-
nen allesbehalve ingenomen zijn met het Japansche
bestuur bleek nog den 22sten December, toen een hun
ner een aanslag pleegde op den Koreaanschen minis
ter-president.
AMERIKA gaf tijdens het bestuur van president
Taft minder stof tot bespreking dan onder diens voor
ganger Roosevelt. Het overlijden van den millionnair
Hamman (10 September) is dan ook veel meer be
sproken en van veel meer invloed geweest op den gang
van zaken, dan de uiterst bezadigde boodschap, die
president Taft aan het congres zond.
De tusschen Amerika en Venezuela hangende kwes
ties werden den 13den Februari geregeld. De ex-
president Castro werd den 21sten Mei vrijgesproken
van medeplichtigheid aan den moordaanslag op pre
sident Gomez. Castro werd begin Januari te Berlijn
in de kliniek van prof. Israël te Berlijn geopereerd,
scheepte zich in naar Venezuela, werd den lOden
April met geweld van Fort de France verwijderd,
toefde even in de West-Indische wateren, vervolgens
te Parijs en en geniet nu ergens van zijn virtuosi
teit binnengehaalde millioenen.
De beurt van de revolutie was ditmaal aan Nicara
gua. Zij is wèl gelukt de president Zelaya
werd aan kant gezet en Madriz kwam voor hem den
21sten Dec. in de plaats. In verband met het feit, dat
er den 18den November twee Amerikanen op bevel
van den president waren dood geschoten, kreeg de
zaakgelastigde van Nicaragua te Washington den
eersten December zijn paspoort en zond de regeering
der Vereenigde Staten den 2den eenige oorlogsschepen
naar de woelige republiek.
Tenslotte een korte vermelding van de vele rampen,
die de wereld in -1909 hebben getroffen. In Italië
kwamen herhaaldelijk aardbevingen voor, in Oosten
rijk eveneens, zelfs in Scandinavië, terwijl in Spanje,
Portugal, Frankrijk, op Sumatra, in Mexiko deze ver
woestende natuurverschijnselen schrik en schade ver-