DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en elfde Jaargang. 1909. VRIJDAG —o— 31 DECEMBER. Nó. 306 Dit nummer bestaat uit 3 bladen ALRMAARSCHE COURANT. 1909. Terwijl er in het nu haast afgeloopen jaar weer rusteloos gezocht is naar een steeds volkomener op lossing van het vliegprobleem, worden wij op dezen laatsten Decemberdag er aan herinnerd, dat er vèr bo ven den menschelijken wil, de menschelijke gedachte en het menschelijke vernuft uit, bestaan heeft en be staan blijft een onstoffelijk vliegtoestel. ITet heet Tijd. Immer vliegt het voort: dagen vol gen op dagen, maanden op maanden, jaren op jaren. Daar is geen enkel oogenblik van ophouden het gaat voort, al maar voort, door onzichtbare hand ge stuurd naar een betere toekomst. Wij, mensehen, kunnen het maar een heel klein oogenblikje volgen op zijn eindeloozen weg en wat wij zien is weinig meer dan een stip. Maar wij hebben het dan toch gezien en dat is genoeg om bij ons het vertrouwen in de toekomst op te wekken. Er bestaat een schoone Scandinavische legende, waarin op eenvoudige wijze dat vertrouwen zinnebeel dig wordt voorgesteld. In een donkere lange schuur, zit, in een winter nacht, een vorst met zijn krijgslieden om den haard. Een klein vogeltje vliegt de geopende deur binnen en aan de andere zijde weer naar buiten. De vorst vergelijkt dit kleine vogeltje met den rnensch in deez' wereld: „het kwam aanvliegen uit de duisternis, vloog weêr *weg in de duisternis, en ver toefde slechts kort in de warmte en in 't licht." „Vorst," antwoordde de oudste der krijgslieden, „het vogeltje zal ook in de duisternis niet omkomen, maar den weg naar zijn nest vinden." Het is dit vertrouwen, dat op den dag van heden tot ons moet spreken. Wij, mensohen, loopen zoo' bij zonder uiteen in aanleg, ontwikkeling, temperament, welstand en dientengevolge zijn we het zoo verbazend oneens over vragen van godsdienstigen, kerkelijken, staatkundigen en maatschappelijken aard. Geschil len in menigte doen zich voor om van de misver standen maar niet te spreken. Wij zijn verdeeld. Doch op dezen laatsten dag van het jaar gaan wij eens érnstig nadenken en dan merken we dat er boven die Veelheid van verschillen een eenheid bestaatwij zijn allen mensohen en wij allen, de aanzienlijksten zoowel als de geringsten onder ons, komen tot deze ééne en eenige levenservaring, dat het leven een reeks erva ringen is van blijdschap en droefenis. Op dezen Oudejaarsavond zullen velen treuren, omdat hun ge dachten toeven bij bordjes, waarop geschreven staat: Hier rust, Hier ligt begraven. Zij, voor wie thans geen reden tot treuren bestaat, zullen op hun beurt de smart van zulke gedachten gevoelen. N iemand weet hoever de levensweg van hun dierbaren gaat. Maar allen verkeeren in de zekerheid dat elk nieuw jaar een nieuwe schrede naar den dood beteekent. Toch doet die zekerheid ons niet wankelen: wij schrijden voor waarts, omdat we gesterkt worden door het vertrou wen in de toekomst van de menschheid, omdat we ten bate van haar ons leven nuttig moeten besteden. Naarmate van onzen aard en ontwikkeling willen we voor ons zelf en voor anderen tot vermeerdering van levensgeluk werkzaam zijn. De wegen waarlangs we tot dit doel trachten te komen zijn talrijke en ze loo pen in allerlei, zelfs in tegenovergestelde richtingen, maar zij moeten allen zijn aangeduid door een hand wijzer, waarop staat te lezen: „goede wil en eerlijk heid.' Wij moeten het goede ernstig willen en er naar streven eerlijk te zijn tegenover onszelf en te genover anderen. Het aloude: „doe wat moet, er moge van komen wat wil" zij onze leus. Handelen we daar naar, dan zullen we onszelf nimmer iets te verwijten hebben, dan zullen we, falend, overtuigd zijn dat zoo de schuld bij onszelf ligt, het booze opzet niet bestaan heeft, dan zullen we ons niet te storen hebben aan wat anderen te dien aanzien van ons zeggen en den ken of ons aantijgen, omdat we voor de rechtbank van ons geweten daarvan zijn vrijgesproken. Maar waar de ervaring ons bij herhaling leert dat we, het goede wil lende, het verkeerde bereiken, daar zal zij ons tevens als van zelf moeten stemmen tot mildheid in het be- oordeelen van onze medemenschen en hun daden. Ook daarin ligt een bron van meerder levensgeluk voor onszelf en voor anderen. En als we over enkele uren het nieuwe jaar te ge- moet treden met den heilwensch op de lippen „een gelukkig nieuwjaar" als in het veelstemmig koor van zegebeden, dat er dan over heel de aarde zal klinken, ook onze stem wordt gehoord, laat ons dan in stilte maar in oprechtheid aan de woorden, die wij tot de onzen zeggen of schrijven toevoegen de gedachte: „ik voor mij, wil er naar streven om de vervulling van dien wenseh te bevorderen." Laat, ons, door dit goede voornemen bezield, met moed en met kracht het nieuwe jaar beginnen, en, is het ons gegeven, tot een goed einde brengen. Negentienhonderd en tien brenge den lezer heil Europa's geschiedenis over het afgeloopen jaar ligt voor ons in den vorm van tallooze aanteekeningen, welke als het ware het geraamte vormen van het beeld, dat wij heden gaan ontwerpen, om den lezer nog 'eens kort te doen zien wat 1909 gebracht heeft. En eigen aardig is het te zien, dat de Balkanstaten een buiten verhouding groote plaats in die aanteekeningen inne men. In het overzicht van 1908 betoogden we, dat de Oostersche kwestie een bedreiging van den Europee- schen vrede bleef. Hoeveel strubbelingen en conflic ten zijn er in 1909 uit deze kwestie wel niet voortge komen, hoeveel oorlogsgeruchten zijn er niet van den Balkan uit over de wereld gekabeld! Turksch-Oosten- rijksclie, Turksch-Bulgaarsche, Servisch-Oostenrijk- sche verhoudingen, zij allen vormden als het ware haarden, waaruit af en toe oorlogsvuur dreigde op te laaien, terwijl bovendien de binnenlandsche toestan den dikwerf onheil brachten. TURKIJE nemen we het eerst. Men herinnert zich de vreugdeboodschap van 1908: de Zieke Man had zich van zijn sponde verheven en met jong vuur be zield gaf hij het Ottomaansche volk een grondwet. Maar de reactie stond pal. In- April had een tegen-re volutie plaats om de oude toestanden weer in heï le ven te roepen. De Jong-Turksche troepen trokken naar Konstantinopel op, vermeesterden den burcht van den Sultan. Die Jong-Turksche afgevaardigden zetten Abdoel Hamid af en riepen Mohammed Re- schad Effendi tot nieuwen sultan uit. Den dag daar na (28 April) scheepte Abdoel Hamid zich met elf kinderen en een vrouw, pardon, met elf vrouwen en een kind naar Saloniki in, waar hij gelegenheid vindt om in stille afzondering de vele wandaden uit zijn le ven te overdenken. De Jong-Turksche regeering nam bloedig wraak: bij hoopjes werden de samen zweerders terechtgesteld. Den 20sten Mei legde Mo hammed V in het parlement den eed op de grondwet af en hield de troonrede. Een van de eerste daden der regeering was 4 millioen Turksche ponden te vragen voor verbeteringen van leger en vloot) GRIEKENLAND maakte eveneens een woelig jaar door. In ^Augustus ontstond er een beweging onder het officierenkorps, het leek ook daar naar een revo lutie te zullen gaan, maar het liep vrij kalm af: de koning mocht blijven maar twee Grieksche prinsen moesten den krijgsdienst verlaten (September). De volgende maand ontstond er een ernstige muiterij bij de marine, onder aanvoering van den officier Typal- dos, die zich meester maakte van het arsenaal op Sa- lamis, maar zich tenslotte moest overgeven. In SERVIë heeft de troon ook al gewankeld, maar ook hier werd den koning vergund te blijven zitten, en ook hier moest zich een prins opofferen: den 25sten Maart deed de oorlogszuchtige kroonprins George af stand van de troonopvolging. De SERVISCH-OOSTENRIJKSCllE verhoudin gen lieten in den aanvang alles te wenschen over. Te Weenen en te Boedapest begon men tenslotte ongedul dig te worden over het geschetter van het varkens-fok kende volk, dat de annexatie van Bosnië en Herzego- wina maar niet kon verkroppen. In Februari werd door de Servische Kamer een oorlogscrediet van 331/2 millioen francs toegestaan. Maar Servië, dat blijk baar op uitgebleven steun had gerekend begon in te binden en eindigde met zich in Maart geheel te schik ken naar de mogendheden, waarna spoedig de reeds opgeroepen reservisten weer naar huis werden gezon den. Het TURKSCH-OOSTENRIJKSCH conflict, dat van 1908 was overgenomen is in 1909 eveneens bijge legd. Reeds in Januari kwam er een merkbaar betere verstandhouding tusschen de beide rijken en 26 Fe bruari werd het protocol der Oostenrijksch-Turksche overeenkomst geteekend, waardoor tevens de boycot van waren eindigde. De I li RKSOII-BÜLGA ARSCHE verhoudingen lieten niet minder te wenschen over. In het laatst van Januari zond Turkije aan de mogendheden een rond schrijven inzake de mobilisatie in Bulgarije. Vorst Ferdinand zocht troost in St. Petersburg en reisde ook naar Duitschland. Bovendien had er in Augustus een grensincident plaats. Eerst den 27sten November eindigden dé Turksch- Bulgaarsche verwikkelingen. Het TITRKSCH-GRIEKSOHE incident was wel het ernstigste van alle. Kreta gaf weer de aanleiding tot de staatkundige verwikkelingen. Den 27sten Juii werd de Grieksche vlag op Kreta geheschen, eenige da gen daarna weigerde Griekenland zijn officieren en gendarmerie van het eiland terug te trekken gelijk werd verzocht door de Porte. Er werd een Turksch- Grieksche papieren oorlog gevoerd en ook de bescher mende mogendheden zonden nota's. Dertien Augustus kwamen er oorlogsgeruchten. Den volgenden dag be sloten de mogendheden oorlogsschepen naar Kreta te zenden. Den 18den werd de Grieksche vlag door de internationale troepen van het fort te Korea verwij derd. En in December zijn we zoover dat de vier bescher mende mogendheden hebben uitgemaakt dat het oogenblik voor een eind-beslissing van het bestuur over Kreta nog niet is aangebroken, hetgeen wil zeg gen dat er nog heel wat herrie in verband met deze kwestie te wachten is. In 1897 en '98 werdén we nog al eens herinnerd aan de woorden van apostel Paulus aan Titus: „De Kretenzers zijn altijd eigenaardige, leugenachtige beesten. Deze getuigenis is waar. Daar om bestraf ze scherp, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof. Er zal alle aanleiding zijn om zich in de toekomst deze oude woorden nog eens te herinneren. Hiermede hebben wij met den Balkan afgehandeld. estigen wij thans even de aandacht op de andere landen van Europa. In BELGIë werd de politiek voor een groot deel beheerscht door militaire kwesties. Den 2den Juni kwam het legervraagstuk in de Kamer, den 7den Juli werden de Belgische legerwetten ingediend en den 18den November nam de Kamer de wet op den per soonlijken dienstplicht aan. Den 9den Juni was be sloten tot het versterken van de stad Antwerpen, waar voor 9 millioen beschikbaar gesteld werd. Na den dood van koning Leopold heeft koning Albert den troon be stegen. De bladen zeggen veel goeds van hem. De nalatenschap van den koning moet worden geliqui deerd en het staat te vreezen, dat zich bij dit werk zeer onaangename incidenten zullen voordoen. OOSTENKIJK-HONGARIJE heeft aanvankelijk veel ongenoegen beleefd van het inpalmen van een stuk van hêt Ottomaansche rijk, n.l. Bosnië en Herze- gowina. In het begin van het jaar gingen er zelfs geruchten over het houden van een krijgsraad het was alsof de oorlog voor de deur stond. Eerst gaf Servië toe en den 8sten April Montenegro. De binnenlandsche toestanden laten nog veel te wenschen over en herhaaldelijk komen er feiten aan het licht, die als illustraties daarvan kunnen dienen. In FRANKRIJK behaalde het ministerie-Clemen- ceau in het begin der maand' Januari een glansrijke overwinning bij de periodieke verkiezingen van leden van den Senaat. In den ministerraad kwam het een oogenblik tusschen den minister-president Olemenceau en den minister van justitie Briand tot spanning over de toepassing van de doodstraf. De Kamer had zich met groote meerderheid verklaard vóór het behoud van die straf en nu was de heer Briand, hoewel principieel tegen die straf, van oordeel, dat president-Fallières zich op den duur niet mocht blijven verzetten tegen het voturn^ der meerderheid door steeds gratie te verlee- nen. De lieer Olemenceau verklaarde zich .tegen het toepassen der straf, maar Briand won het van den mi- nister-president en wist het hoofd der republiek er toe te brengen, zijn fiat te zetten onder enkele doodvon nissen zoo vond de viervoudige terechtstelling te Bethune plaats, welke met zulke schandelijke toonee- len gepaard ging. Nog op andere wijze zou Briand het op Olemenceau winnen. Den 20sten Juli is het ministerie-Clemenceau gevallen -en aan Aristide Briand werd de vorming van een nieuw ministerie op gedragen In het binnenland ontbrandde er een felle school strijd, terwijl de regeering veel last had van haar maatregelen tegen stakende ambtenaren. Op zedelijk gebied gaf Frankrijk niet zooveel teekenen van verval als het jaar te voren, maar de befaamde Steinheilzaak bood weer een eigenaardige kijk op Fransche zeden en Fransche gewoonten. In DUITSCLILAND werden reeds van den aanvang van 1909 intriges tegen den rijkskanselier gesmeed, zoodat reeds den 5den Januari de Nordd. Allg. Zei- tung hem in bescherming nam. Den 18den Mei confe reerde de heer von Biilow met den keizer en werd er tusschen beiden een algeheele overeenstemming ver kregen betreffende de te volgen politieke richtsnoer. Ongeveer een maand later hield de rijkskanselier een redevoering ter verdediging van de belastingvoorstel len, maar het hielp niet: den 24sten Juni verwierp de rijksdag de successiebelasting en was von Billow's positie onhoudbaar geworden. Hij ging en werd 14 Juli opgevolgd door den heer von Bethmann Hollweg, die verklaard heeft een regeeringsmeerderheid te zullen zoeken, waar hij die kan vinden. Met het eens hooggeroemde conservatief-liberale blok is het natuur lijk nu voor goed gedaan. De Keizer, die o.a. de aandacht op zich vestigde door zijn geruchtmakende en verontrustende nieuwjaarsre de voor zijn generaals, was weer zeer bewegelijk, ont moette in Mei koning Victor Emanuel te Brindisi en den keizer-koning Frans Jozef te Weenen, waarbij het .Drievoudig Verbond door tafeltoespraken werd be krachtigd, den 17den Juni had hij een samenkomst met den Tsaar te Reval, den 7den Augustus ontmoette hij tsaar Ferdinand van Bulgarije te Kiel en in Sep tember bezocht hij de Oostenrijksche manoeuvres. De vooruitgang van de luchtscheepvaart, met name het zeer groote succes van graaf Zeppelin, die den SOsten Mei een •recordtocht maakte van 37 uur en den 2729 Augustus van Friedrichshafen naar Berlijn en terug ging, was voor Duitschlands nationale trots een belangrijke factor. De luchtscheepvaart wordt thans reeds gebezigd als een voornaam verdedigingsmiddel. In ENGELAND is het jaar 1909 vooral belangrijk geweest tengevolge van het geschil tusschen het Hoo- g'er- en het Lagerhuis. De kwestie is zoo bekend, dat we kunnen volstaan met het noemen van een paar da ta: 22 Juni incidenten in het Lagerhuis in verband met de belastingverhoogingsvoorstellen, 22 September lord Balfour spreekt te Birmingham over de begroo ting, 5 October de minister-president Asquith confe reert te Balmoral met koning Eduard, 4 Nov. de be grooting wordt in het Lagerhuis met groote meerder heid aangenomen, 16 Nov. opzienbarende motie van lord Landsdowne, welke 1 December met overweldigen de meerderheid wordt aangenomen, 3 December wordt het parlement verdaagd, 8 Januari e. k. zal het worden ontbonden en 13 Januari zullen de verkiezingen plaats hebben. Van zeer groot gewicht is hetgeen er is geschied in verband met Zuid-Afrika. Den 8sten Februari, nadat men het in Zuid-Afrika over de hoofdstadkwestie eens was, werd het grondwet-ontwerp voor de Z. A. Unie gepubliceerd en spoedig daarop te Bloemfontein en Pretoria goedgekeurd. Ook Natal besloot tot de Unie toe te treden. In derde lezing werd de wet op de Zuid-Afrikaansche Unie den 19den Augustus door het parlement aangenomen. En den 21sten December werd minister Gladstone benoemd tot eersten gouver neur-generaal van het Vereenigd Zuid-Afrika. Voor RUSLAND is het 't jaar van de buitenland- sche reizen van den Tsaar geweest. Eindelijk kon, mits onder een bewaking welke haar weerga niet kent, en des ondanks onder groot levensgevaar Nikolaas II gevolg geven aan zijn reeds lang voorgenomen plan nen om eenige Europeesche staatshoofden een bezoek te brengén. In het laatst van Juli werd de jammerlij ke zegetocht begonnen, eind Juli ontmoette hij presi dent Fallières, begin Augustus Koning Eduard te Cowes, eind October koning Victor Emanuel te Rac- conigi. In het buitenland heeft Rusland overigens zeer veel sympathie verspeeld door zijn dubbelzinnig optreden in de Balkan-zaken. Ten opzichte van Finland gaat Rusland door met er een wingewest van te maken en in Perzië tracht het zijn invloedsfeer uit te breiden. In het binnenland worden de zaken op den ouden, d. i. zeer slechten, voet voortgezet. De Doema tracht te verbeteren wat er te verbeteren valt maar de Rijksraad en de overheden zorgen, dat dit niet te veel is. Den 8sten December heeft de volksvertegenwoor diging een besluit genomen tot invoering van een weerbelasting voor allen, die niet persoonlijk hun dienstplicht vervullen. SPANJE deed in 1909 menigmaal aan Rusland denken. In Juli hadden er te Barcelona betoogingen plaats tegen den oorlog in Marokko, die veel slachtof fers eischte en de financiën van dit land ver te boven ging, terwijl eindelijk het remplagantenstelsel 'n bron van groote opwinding was. Den 26sten Juli werd de staat van beleg afgekondigd in Barcelona, waar de toestand steeds verergerde, terwijl twee dagen daarna in geheel Spanje de kleine staat van beleg werd uit gesproken. Den volgenden dag reeds meldden de berichten, dat er een formeele revolutie uitgebroken was, maar in Augustus keerde de rust terug en den 17den van die maand kon ook te Barcelona de staat van beleg wor den opgeheven. Den 12den October werd de toestand echter opnieuw precair, doordat Francisco Ferrer, de leider der „moderne school" te Barcelona door den krijgsraad ter dood veroordeeld en in de droge gracht van de vesting Montjuich gefusilleerd werd. Een storm van verontwaardiging ging er op, die zich ook in verscheiden groote steden van Europa deed gelden, maar tenslotte weer rustig is gaan liggen. Den 18den October begon de liberaal Moret zijn aanval tegen het ministerie Maura en drie dagen later was hij Ka binetsformateur In PORTUGAL is het jaar veel kalmer verloopen dan het vorige. In het begin en in het einde had er een kabinetskrisis plaats. De jeugdige koning ging veel op reis, naar Spanje, naar Engeland en Frankrijk. Bijzonder gunstig was het onthaal aan het hof van Koning Eduard. In hoeverre deze reizen met huwe lijksplannen in verband stonden is nog altijd niet ge bleken. 1 li ZWEDEN trok de aandacht door de reuzenstaking, welke in Juli begon en in September eindigde, waarbij de stakers, die het onderspit moesten delven, eerbied afdwongen door hun voortreffelijke houding, DENE MARKEN door het beginnen van den Oook-zwendel aldaar. 4 September werd de noordpoolreiziger dr. Cook te Kopenhagen geestdriftig ontvangen, maar er is achterna vastgesteld dat uit zijn gegevens niet is gebleken, dat hij de Noordpool heeft bezocht geluk kiger is Peary geweest, die 6 September seinde dat hij 21 April 1908 de Noordpool had bereikt en aan wiens woorden geloof gehecht is. ITALIë is bezocht door een Kamercrisis, een kabi netscrisis en door ettelijke staatshoofden. Keizer Wilhelm opende de rij in begin April, president Fal lières volgde den 25sten van die maand, toen hij te Nizza verscheen, 4 Mei kwam Koning Eduard te* Ro me, 23 October de Tsaar te Racconigi. Het laatste be zoek heeft vooral de aandacht getrokken, omdat de Tsaar, den Oostenrijkschen bondgenoot van Italië ver mijdend, het rijk van koning Victor Emanuel bezocht. Italië staat met Oostenrijk op gespannen voet -de- macht in de Adriatische Zee wordt door beiden ge- wenscht. Onmogelijk is het dan ook jiiët, dat Italië het Drievoudig Verbond vaarwel zegt en zich aansluit bij het driemanschap RuslandFrankrijkEngeland. MAROKKO is voor Spanje en door de massa te legrammen voor de perseen duur rijk geweest. In het begin van Januari werd Moelai Hafid als sultan erkend. Spoedig daarna ontving de Fransche gene raal d'Amade in het najaar tengevolge van een onvoorzichtig' Matin-interview over het optreden in Marokko op non-activiteit gesteld bevel terug te keeren, maar ongeveer tegelijkertijd 25 Jan. verscheen -er een Fransch-Spaansche Marokko-nota over het verlengen van den politiedienst tegen invoer van contrabande. 11 Mei ontstond1 er een Spaansch- Marokkaansch conflict en 9 Juli werden er eenige Spaansche arbeiders door inboorlingen overvallen. Vier dagen later verscheepte Spanje troepen naar Ma rokko waar voortdurend ernstige gevechten plaats hadden. Be hoofdpersonen uit het Marokkaansche drama traden daarbij op den voorgrond: Raissoeli deed weer van zich hooren, maar leed een nederlaag, Boe Hamara werd gevangen genomen en op waarlijk beestachtige wijze in tegenwoordigheid van den sultan afgemaakt. Spanje besloot de Rifstammen te tuchti gen; ten koste van groote opoffering van bloed en- geld werd de Goeroe Goeberg bezet (23 Sept.) en 6 November werd de vesting Milim, een belangrijk stra tegisch punt bezet. Eerst sinds eenige weken zijn de Spaansche troepen naar het vaderland teruggekeerd. Het Marokkaansche avontuur is daarmede niet geëin digd. AZIë werd vooral genoemd in verband met hetgeen er in Perzië en in het Verre Oosten geschiedde. Den löden Juli gaf de Shah den strijd op, deed afstand van de regeering en werd opgevolgd door zijn zoontje, Ahmed Mirza, een kind nog. In het Verre Oosten kwam (6 Aug) een incident voor tusschen Ohina en Japan naar aanleiding der reconstructie van den MoekdenAntoeng spoorweg. Japan zond een drei gende nota naar Peking, twee dagen later gaf Ohina aan alle eischen toe, 4 September werd dé over eenkomst tusschen Japan en Ohina geteekend. Terwijl prins Ito, Japansch buitengewoon gezant op Korea te Charbin een ongetwijfeld gewichtige ontmoeting zou hebben met Russische vertegenwoordigers werd hij, 26 October, door een Koreaan vermoord. Dat de Korea- nen allesbehalve ingenomen zijn met het Japansche bestuur bleek nog den 22sten December, toen een hun ner een aanslag pleegde op den Koreaanschen minis ter-president. AMERIKA gaf tijdens het bestuur van president Taft minder stof tot bespreking dan onder diens voor ganger Roosevelt. Het overlijden van den millionnair Hamman (10 September) is dan ook veel meer be sproken en van veel meer invloed geweest op den gang van zaken, dan de uiterst bezadigde boodschap, die president Taft aan het congres zond. De tusschen Amerika en Venezuela hangende kwes ties werden den 13den Februari geregeld. De ex- president Castro werd den 21sten Mei vrijgesproken van medeplichtigheid aan den moordaanslag op pre sident Gomez. Castro werd begin Januari te Berlijn in de kliniek van prof. Israël te Berlijn geopereerd, scheepte zich in naar Venezuela, werd den lOden April met geweld van Fort de France verwijderd, toefde even in de West-Indische wateren, vervolgens te Parijs en en geniet nu ergens van zijn virtuosi teit binnengehaalde millioenen. De beurt van de revolutie was ditmaal aan Nicara gua. Zij is wèl gelukt de president Zelaya werd aan kant gezet en Madriz kwam voor hem den 21sten Dec. in de plaats. In verband met het feit, dat er den 18den November twee Amerikanen op bevel van den president waren dood geschoten, kreeg de zaakgelastigde van Nicaragua te Washington den eersten December zijn paspoort en zond de regeering der Vereenigde Staten den 2den eenige oorlogsschepen naar de woelige republiek. Tenslotte een korte vermelding van de vele rampen, die de wereld in -1909 hebben getroffen. In Italië kwamen herhaaldelijk aardbevingen voor, in Oosten rijk eveneens, zelfs in Scandinavië, terwijl in Spanje, Portugal, Frankrijk, op Sumatra, in Mexiko deze ver woestende natuurverschijnselen schrik en schade ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 1