DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Honderd en twaalfde jaargang. 1910. DONDERDAG 6 JANUARI. BINNENLAND. No. 4 Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven, Abonnementsprijs per 3 maanden voor P ikmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—e M hinderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone adverientiën: Per regel f 0,10, Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER B ZOON» Voordam C 9. Yetofooanaaumr -O BUEGEMEESTEE VAN AMSTEEDAM. EEyAEINGEN VAN EEN VOLKSTELLEE. COURANT. HINDEEWET. BUEGEMEESTEE en WETHOÜDEES van ALK- MAAB brengen ter algemeene kennis, dat zij bij be sluit van beden onder voorwaarden vergunning bebben verleend aan J. P. J. Besteman, aldaar, tot het op richten van een smederij, waarin veldsmidse in het perceel Nieuwesloot, wijk B. No. 9. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. SIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 3 Januari 1910. HINDEEWET. BUEGEMEESTEE en WETHOÜDEES van ALK- MAAE brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bijlagen van J. VEBBEBNE, aldaar, om vergunning tot het oprichten van een dub belen heeteluchtoven, ter vervanging van den be- staanden oven in het perceel Laat, Wijlt D No. 1811. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Maandag 1Y Januari e. k., 's-voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Alkmaar, 3 Januari 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. BIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. ALKMAAB, 6 Januari 1910. De Engelsche couranten zijn bijna geheel gevuld met verkiezingslectuur. De Engelsehman houdt van de politiek, leest er graag over en hij vindt het daar om uitstekend, dat de couranten hun kolommen aan dit onderwerp wijden. Maar ook de Engelsche vrouw is op dit punt niet onverschillig. Zij behoeft nog niet eens een kiesrechtvrouw te zijn om belang te stellen in de politiek en een zekere rol te spelen bij de ver kiezingen. Zoo heel gemakkelijk wordt die rol intus- schen niet gespeeld, gelijk kan blijken uit het volgende schrijven, afkomstig van een Engelsche dame: „Het is thans het lot "van velen onzer, onze mannen in hun zwaar politiek werk bij te staan en met hen in vergaderingen te verschijnen. Zelfs de ergste ijdel- heid kan geen vrouw verlokken tot de meening, dat haar persoonlijke verschijning voor eenig bezoeker van belang is. En toch kan zij daardoor eenigermate de zaak, die haar lief is, bevorderen of tegenwerken. De in een openbare vergadering te dragen kleeding moet in de eerste plaats bescheiden en uitermate net jes zijn. Het gansche costuum dient weinig plaats in te nemen en zoo min mogelijk aandacht te trekken. Lange veeren, juweelen en sleepjaponnen moeten ver meden worden. Doch bij een redelijk korte japon ko men op een podium de schoenen destemeer voor den dag. Zorg derhalve, dat die netjes en practisch schij nen. En wijl een kiezersbijeenkomst plotseling woelig kan worden, zouden grillige kostuums veel kwaad kunnen doen, terwijl ze maar onnoodig aanleiding tot schimpscheuten van de achterbanken geven." Het is de vraag, of de dames zich aan dit advies zullen storen. Velen zullen ijverig aan het werk gaan maar toch nog wel eenigen tijd over houden voor het kleeden. De heeren propagandisten hebben het ook druk, zij moeten werken met het woord en met het papier. Zij trachten niet alleen door het woord en door het recla mebiljet de kiezers te overreden er wordt verbazend veel gesproken in Londen en overal trekken helkleuri ge papieren de aandacht maar werken ook met het portret van hun candidaat. Als een eigenaardigheid zij vermeld, dat déze portretten dikwijls aan huis be zorgd worden, met het beleefde verzoek ze voor de ruiten te hangen! Van fonografen in dienst der verkiezingen hebben we nog niet gelezen. Trouwens de couranten met hun heelemaal of haast woordelijke verslagen vervan gen het Amerika ansche hulpmiddel voortreffelijk. Vooral als de aanvoerders spreken is de belangstelling bijzonder groot. Lloyd George bijv. is een bijzonder goed redenaar. In het Januari-nummer van de Eevue des Deux Mondes publiceert Augustin Fillon een interessante studie over het talent van den kanselier der schatkist als spreker. „De goede luim van den heer Lloyd George zoo wordt in dat artikel gezegd is onaantastbaar even als zijn koelbloedigheid en zijn ongeloofelijke tegen woordigheid van geest waarvoor men honderd voor beelden kan aanhalen. „Ik aarzel niet Lloyd George naast de meesters in de redenaars-ironie te plaatsen. Zijn methode moge kunst of natuur zijn, in elk geval is het moeilijk hem daarin te hereiken of te overtreffen. Men beschouwe slechts de volgende plaats uit zijn rede te Newcastle, waar hij gelijk Shaltesperae's Antonius in zijn lijk rede op Caesar steeds zachter wordt, hoe meer zijne toehoorders zich opwinden, waar hij zich bescheiden, toegevend, goedhartig voordoet, terwijl hij de menigte, welke hij schijnbaar wil kalmeeren, opstookt. „Ik herinner mij," zeide hij, „een voorval, dat alle misbruiken, welke mijne begrooting wil afschaffen, vereenigt toont. Ik zal u de geschiedenis vertellen, wanneer u geduld hebt mij aan te liooren. (Kreten: spreek, spreek!) Het was in een verlaten district van Yorkshire. Vier mijlen in het rond geen stad, geen dorp, geen station, geen mijn, geen fabriek! Speculan ten kwamen bij den eigenaar van dat landschap en zeiden tot hemWij gelooven, dat hier kolen zitten. Sta ons toe daarnaar te zoeken." „Zoek," antwoordde de eigenaar. „Ik verlang van u niets dan een kleine schadevergoeding." „Hoeveel wilt u voor de opper vlakte hebben?" „Zoo goed als niets. Het terrein brengt mij slechts 15 shilling den morgen op. Geef mij vier pond sterling„Wij moeten echter huizen voor arbeiders bouwen. Wij zijn voornemens hier een voorbeeldig dorp te houwen." „Fameus! Dat voor beeldige dorp bevalt mij zeer. Daarom vorder ik van u slechts tien pond voor den morgen." (De toehoorders dat is schandelijk; onwaardig). „Maar volstrekt niet. Ik zou u grondbezitters kunnen noemen, die in zulk een geval vijftig, zestig, ja honderdmaal meer dan de oorspronkelijke waarde verlangen. Deze verlangt slechts de achttienvoudige waarde van zijn grond. Hij was de mildste, de bescheidenste van alle grondbezit ters." (Gelach). Het dorp wordt dus gebouwd. „O," zegt die goede grondbezitter, „ik heb den vijver vergeten. Die bracht mij per jaar een pond sterling op en is waardeloos, wanneer uwe huizen daar eens staan. Neem hem toch! Ik schenk hem u voor een kleinigheid: twintig pond huur per jaar. Wanneer u werkelijk kolen mocht vin den u moet toegeven, dat ik billijk ben stel ik mij tevreden met zes pence, per ton, die naar boven ge bracht wordt: een bagatel." Nu, dat bagatel betee- kent heden reeds een jaarlijksch inkomen van 20.000 pond voor hem, en deze som zal spoedig tot 40.000 pd. stijgen. Hoe dieper men in den grond dringt, des te hooger worden de kosten. De mijnbouwinaatschappij, die 500.000 pond voor de eerste installatie heeft uitge geven, terwijl de grondbezitter geen penny daarvoor gaf, zag haar winst aanhoudend afnemen, terwijl de inkomsten van den bezitter toenamen. Toch komen zij nogmaals bij hem en zeggen: „Wij hebben land noo- dig, om nieuwe huizen te houwen!" Waarom niet?" luidde het antwoord. „Ditmaal kunt u het voor 150 pond per morgen hebben. Maar onder één voorwaarde men zal geen café oprichten? Nu? Niemand applaudis seert bij dit voorbeeldig dorp. Zijn hier geen matig heidsvoorstanders? (Eenige bravo's). O, excuseer, ik heb het slot zijner voorwaarden vergeten. „Men zal geen café oprichtenzonder toestemming van den bezitter." Voortreffelijk! Dat is nu eens een man, die aan zijn principe vasthoudt. II ziet, dat men een hoo- gen prijs moet betalen, wanneer men hem daarvan wil a f brengen." (Hilariteit) De Kanselier der Schatkist zette dan uiteen, hoe hij dezen man met behulp van zijn begrooting weder een deel van zijne bijeengeschraapte schatten wil ont nemen. „Hier een penny, daar een halven penny! En wanneer hij naar het hiernamaals gaat, zal dezelfde begrooting zijne erfgenamen bij den kraag pakken en hen tot opdokken dwingen...." „Zoo ziet," heet het aan het slot van het artikel, „de man eruit, die als de belichaming van de Engel sche demokratie bekend staat Er zijn ook andere uitstekende sprekers, die de te genwoordige regeering steunenWinston Churchil en John Burns en zooveel anderen. In dit opzicht delven de conservatieven het onderspit. Ook met betrekking tot andere zaken voelen deze heeren zich niet sterk. Zij gaan om de groote vraag over het recht van veto van het Hoogerhuis heen, hieven eerst de leuze van tarief hervorming of socialisme aan en gaan thans drei gen met het gevaar dat Engeland onder een liberale ge geering door Duitschland zal worden overwonnen. Hun leider James Arthur 'Balfour, de groote organisator van de vernietigende nederlaag in 1906 heeft Dins dagavond te^ILanley speciaal over dit punt gesproken. Engeland laat zich thans zoo betoogde hij in het nauw drijven door Duitschland. Hij had Duitschers ontmoet, die aan het hoofd van groote ondernemingen staan en die tot hem gezegd hadden: „Denkt U dat wij ooit zullen gedoogen, dat Engeland een tariefher vorming invoert?" Grappig zegt de Kölnische Ztg: dat zal de heer Bal four wel verkeerd verstaan hebben of hij heeft zich vergist in de beteekenis van de mensehen, die zooiets zeiden. Intusschen maken dergelijke motieven de politieke partij, die haar gebruikt niet sterker. En het is eenigszins te begrijpen dat de wedden schappen te Londen worden aangegaan met 6 tegen op een liberale overwinning. HET HOFBAL. jj Het Nieuwjaarsgala-bal ten Hove verschilde weinig van vroegere dergelijke hoffeesten. De partij van Dinsdagavond was buitengewoon druk bezocht. Wat de versiering van de voor de soirée in gebruik geno men luisterrijk electriseke verlichte localiteiten van het Paleis betreft deden de groote en kleine balzaal, de galerijzaal en de kleinere salons deftig in een tooi van palmen, maar overigens was in de andere zalen de roode anjer de hoofdbloem van het decoratief. De fraaie en kostbare baltoiletten van het groot aantal dames droegen tot den luisterrijken aanblik van het geheel niet weinig' bij. Het bezoek was eveneens veel grooter dan anders door de aanwezigheid van de leden der Eerste Kamer, die, wegens het samenvallen van liunne bijeenkomst met den baldatum, onder de genoodigden waren begre pen. Hare Majesteit de Koningin deed met H. M. de Ko ningin-Moeder te 9 uur Haar intrede in de groote bal zaal te midden van het aldaar reeds geformeerde cercle van lioogwaardigheidsbekleeders van het Hof, de diplomatie, de ministers, de generaals enz. De Koningin 'vertoefde het grootste gedeelte van den tijd in de kleine balzaal, alwaar H. M., zittende op een canapé, vele genoodigden, onder wie tal van dames, tot zich deed komen en zich met de voorgestel den onderhield. De Koninklijke gastvrouw droeg een wit satijnen kleed, geborduurd met zilveren bloemen op het hoofd een diadeem van briljanten en robijnen en het breede lint met grootkruis der Militaire Willemsorde over het corsage. Inmiddels bezocht H. M. de Koningin-Moeder, die een parelgrijs satijnen kleed droeg met uit een dia deem van diamanten afhangenden witten sluier en het grootkruis van den Nederlandsclien Leeuw als sjerp, verschillende salons, alwaar zij tal van genoodigden aansprak. Zooals bekend, was Z. K. H. de Prins verhinderd ter soirée te komen, wegens vervulling der opdracht tot vertegenwoordiging van H. M. de Koningin bij de huwelijksplechtigheid te Meiningen. Er waren verschillende buffetten. Op de tafels daarvan lagen slingers van roso-anjers. Die in de blauwe anti-chambre droeg een massief zilveren mid denstuk, in den vorm van een schelp, geschenk uit Zeeland. Een der theebuffetten prijkte met een zil veren piece de milieu, uitbeeldende den slag bij N ieuwpoort. Even half twaalf uur verlieten de leden der Ko ninklijke Familie met den gebruikelijken rondgang door de zalen het bal, dat kort hierop eindigde. Zoowel de aankomst van de genoodigden in en het verlaten van het paleis werd buiten, op het voorplein, door een menigte nieuwsgierigen aanschouwd. De eigenaar der slijterij, bij wien de jongen in dienst is, verklaarde niets bijzonders te hebben ge merkt. Volkomen normaal was hij vertrokken. In de buurt, waar hij woont, staat B. K. als een oppassend jongmensch bekend. NIEUW POETEET VAN PEINS HENDEIK. Op verzoek van Z. K. H. Prins Hendrik zal binnen kort een' portret in den handel worden gebracht, door den fotograaf Ebner te 's-Gravenhage vervaardigd, dat als pendant moet dienen van het onlangs versche nen portret van H. M. de Koningin met de Prinses. PEESIDENT E. K. KAMEBCLUB. In welingelichte kringen houdt men het voor waar schijnlijk, dat tot voorzitter der E. K. Kamerclub mgr. dr. Nolens zal worden gekozen. (Oentrum). BELGISCHE GEZONDHEIDSDIENST VOOE SCHEPEN UIT NEDEELANDSCHE HAVENS. Uit Brussel wordt gemeld: De verordeningen betreffende de geneeskundige in spectie en het opheffen van de dispensatie van ge zondheidspatenten voor schepen, komende uit Neder- landsche havens, zijn aangekondigd. OEMËNQD nieuws. MOOEDAANSLAG. Gisternacht is de 23-jarige Bernard K., wonende Egelantiersgracht te Amsterdam de dupe geworden van een laaghartigen moordaanslag. De jonge man, bediende in een slijterij, verliet dit café omstreeks twaalf uur. Op straat zwervende schijnt hij toen twee voormalige vrienden, een porder en een loodgieter, ontmoet te hebben, 'n Week of vier geleden had hij, waarschijnlijk onder den invloed van sterken drank, een nogal hoogloopende twist met dit tweetal gehad en reeds toen dreigden ze „hem later wel te zullen vinden." Of bij de nachtelijke ontmoeting de twist opnieuw werd aangewakkerd, of dat men terstond over de oude veete begon, is op 't oogenblik nog niet duidelijk. Vast staat echter, dat K. in een donkere gang werd gesleept waar hem een diepe dolksteek in het linker schouderblad werd toegebracht. Tegen kwart over tweeën kwam de jongen thuis. Zijn hospita, de moeder zijner verloofde, merkte niets verdachts. K. begaf zich onmiddellijk naar zijn slaap vertrek en viel daar op de gonjezakken, die hem tot legerstede dienen, neer. Een paar uur later werd de hospita wakker doordat haar commensaal op kermenden toon „moeder, moe der," riep. Ze bekommerde zich daar echter niet ver der om, denkende dat hij gekweld werd door zijn ge wone pijnen, het gevolg der vallende ziekte waaraan hij leed. Tegen den morgen echter hoorde ze hem opnieuw kreunen. Toen begaf ze zich naar zijn kamer en vond den jongen badend in zijn bloed. Ze waarschuwde de politie en om half zeven werd de commensaal per bran card van den geneeskundigen dienst in bewusteloozen toestand naar het Binnengasthuis vervoerd. In aansluiting met ons bericht van gisteren, betref fende de moeilijkheid welke zich aan de regeering heeft voorgedaan bij het zoeken van een geschikten opvolger van burgemeester Van Leeuwen, kunnen wij thans meedeelen, dat reeds stappen zijn gedaan, om voor deze moeilijkheid een oplossing te vinden. De regeering heeft zich n.l. tot Gedeputeerde Staten van Noord-IIolland gewend, ten einde een voorstel van dit college aan den Amsterdamschen gemeenteraad' uit te lokken, tot zoodanige verhooging van het burgemees terssalaris, dat een zeer geschikt persoon, doch die niet gefortuneerd is, tot burgemeester benoemd kan worden. Dat zulk een voorstel bij den Amsterdam schen raad allicht een gunstig onthaal zal vinden, kunnen Ged. Staten afleiden uit de inlichtingen, hun verstrekt over de besprekingen, welke over deze zaak in een geheime raadsvergadering gevoerd zijn. Binnen kort heeft de Amsterdamsche raad dan ook zulk een voorstel van Ged. Staten van Noord-Holland te wach ten. DE MIST. Door den dikken mist zijn gisteren op de Zuiderzee, aan de Noord-Hollandsche kust bij Uitdam, drie boo ten gestrand, n. 1. de beide booten van den dienst Am sterdamHoorn en de „Nijverheid." Een der booten was zelfs boven op den dijk geloopen. De „Heeren veen" van de HollandFrieslandlijn, op weg van Lemmer naar Amsterdam, trachtte hulp te verleenen, doch moest wegens den lagen waterstand onverrich- terzake doorstoomen. Gistermiddag 2 uur, waren de Zwolsche en Deven ter booten, die anders 's morgens vroeg hier aankomen nog niet binnen. TEE WILLE VAN IIET KIND. Bij het hoofdbestuur van het centraal genootschap voor vacantiekolonies is door bemiddeling van een makelaar te Amsterdam voor het nieuwe koloniehuis een gift van 18.000 ingekomen. EEN IJSSTKIJD. Er zijn te IJmuiden een viertal ijsfabrieken met zeer uiteenloopend productievermogen en een groot handel in Noorsch ijs. Een der fabrieken fabriceert alleen voor eigen stoomtrawlers, één voor eischen schepen en afnemers, de beide andere alleen voor den handel en de schepen, die geen ijs van de andere fa brieken betrekken. Sinds 1 Januari hebben drie fabrieken en de han delaar in Noorsch ijs zich tot een centraalbureau voor den ijshandel gevormd, met een uniformprijs voor el ke ijssoort. De visehhandel, die deze combinatie een ijstrust noemt, vreezende daardoor benadeeld te zullen wor den, heeft thans, naar we vernemen, het voornemen, over te gaan tot de oprichting van een coöperatieve ijsfabriek of tot een oproeping voor het oprichten van zoodanige fabriek onder garantie van ongeveer den geheelen jaarlijkschen omzet, bedragende 12 tot 15.000 ton, terwijl door den handel de levering aan sloepen, stoombeugers en onafhankelijke stoomtraw ler-maatschappijen in de hand zal worden gewerkt. ONVOOKZICHTIG. De arbeider Z. te Jubbega ging met zijn 12-jarigen zoon wildstroopen. In het veld gaf hij het geladen geweer even aan den jongen, die het aftrok. Z. kreeg de volle lading in de dij en is naar het Ziekenhuis te Heerenveen overgebracht. Welgemoed er op uit. In volle wapenrusting be staande in portefeuille met de eventueel noodige gele, witte- oranje en rosekaarten, modellen G, H, enz., en de onontbeerlijke vulpen ten strijde, met het vaste voornemen een onuitputtelijk geduld aan den dag te leggen, te toonen een harde huid te bezitten, waarop alle aanvallen, als kogels en lansen op een pantser, af stuiten. Evenwel de tellers wikken, de inwoners be schikken. Aangebeld. „Wiedaar?" „„Volksteller!"" „As je blieft, meheir! Is 't zoo goet, meheir?" „Bijna juffrouw, er moest ook nog ingevuld worden, of men doof of blind geboren is." Dat ok meheir, niks fan chesien. Goddank, nu meheir, we binnen allemaol ge- sont fan laif en leejen." „Wil u de biljetten ook even onderteekenen?" „Mot ik dat ok doen? Wear mot dat gebeuren, meheir?" „Hier juffrouw, hier hebt u mijn pen!" „Wacht, ik zei efen naor bofe goan, went ik bin en bietje baisiende, ziet u. Kom u straks moar efen truch, dan binnen ze kloar." ,,'k Zal ondertusschen hier beneden schellen." „Die juf- frau is er niet in. Se is net weggegoan. 'k Sey noch tegen her, geef mai je koart van de volkstelling moar, want die meheir fan de volkstelling komt fandoag, moar se dee 't niet, se wil seker niet weten, wat se feu der geloof is. 't Is soo'n vrimd mins!" Tingeling! (2 hoog). „Kaarten volkstelling." een ruwe stem „Kom je die nou al hoalen?" ,,'k Had toch gezegd, dat ze op 3 Januari zouden worden gehaald!" „Daar weet ik niks fan, ik ken dat niet Weten, ik bin net mit main schuit fan Eotterdam hier gekomen." Buurman 1 hoog is ondertusschen bene den gekomen, geeft zijn kaart over en zegt fluiste rend: „Hai liegt et hoor, 't is zoo'n smerige fent, hai is al een dag of faiv hier!" Geen tingeling, om de doodgewone reden, dat er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1