DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
i
No.9
Honderd en twaalfde Jaargang.
De Zoon van het Volk.
1910.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor ikmaar f franco door het geheele Rijk f 1,—
Af iinderlijke nummers 3 Cents.
WOENSDAG
Priji der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan dt N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 0.
12 JANUARI.
Gevonden Voorwerpen.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
feMeoimaeimMr
ALKMAABSCHE COURANT.
i— i iiiwi wrv •tr—.w iL.-w;iar--vr± 'jras^aar-^K}
ft
Te bevragen aan bet Politie-bureau van 912 uur.
Een buissleutel, een broche, een zwarte rok, een
borstrok, een merklap, een portemonnaie, een horloge
ketting, twee kinderzakken, een opzet van een paar
dentuig, vier baaltjes meel, een rozenkrans, drie cein
tuurs, een bont, een bond, een schort, een damesring,
een onderstuk van een tres, een paar fietshandvatten
en een kindermutsje.
Alkmaar, 12 Januari 1910.
De Commissaris van Politie,
W. Th. VAX GRIETHUI J SEN.
ALKTV1A Alt, 12 Jauuari.
Het altijd geestige Londenscbe tijdschrift Punch
geeft alleraardigste opmerkingen en plaatjes over den
verkiezingsstrijd. In het voorlaatste nummer beeldde
ze Lloyd George, den minister uit, zittend bij een hek,
met een paar prentjes naast zich, waarop een dikke
Engelsche werkman onder het vrijhandelstelsel en een
magere dito onder tariefherziening, en de pet voor
zich, om daarin stemmen te verzamelen.
In het laatste nummer zien we Z. AL de Kiezer in
verlegenheid. De man is eerlijk en nauwgezet, wil zijn
stem op de beste wijze uitbrengen, maar weet niet
boe bij dit moet doen. De begrooting van Lloyd Gepr-
ge bevat veel, dat hem niet aanstaat, maar van tarief
herziening wil hij ook niet lieten. Hij wil bet stelsel
van Hooger- en Lagerhuis behouden, maar vindt, dat
bet Hoogerhuis met zijn machtsoefening veel te ver
is gegaan. Hij heeft groot vertrouwen in den minis
ter-president Asquith, Sir Edward Grey, John Burns,
Lloyd George e. a., maar ze denken en doen hem soms
te socialistisch. De kiezer weet geen raad.
Er zullen inderdaad zeer velen zijn, die in dezen
zelfden toestand verkeeren. Zij vormen bet hoofddoel,
waarop de kiezersvangst is gebaseerd, en dat met al
lerlei middelen wordt nagejaagd.
Het is op waarlijk groote schaal, dat dit werk wordt
verricht. De Daily Mail heeft eens in het grove nage
gaan, welk een arbeid de verkiezing geeft en welk een
winst zij opleveren.
7.500.000 kiezers krijgen ieder tenminste twee brie
ven van beide, en soms van drie, candidaten. Dat wil
zeggen, dat er ongeveer 35.000.000 extra-brieven be
handeld moeten worden, waaraan 1.500.000 aan post
zegels is besteed. Maar die gedrukte brieven van de
candidaten vormen bij lange na niet het meeste druk
werk, dat de post bij een verkiezing beeft te bezorgen.
Wat de propaganda-commissies der partijen, de kran
ten en de plaatselijke verkiezingscomité's aan ge
schriften en aanplakbiljetten rondzenden, telt vele
millioenen meer.
Denk nu aan bet leger, dat die geschriften en bil
jetten ontwerpt, uitvoert, zet, drukt; aan hen die het
papier en den inkt leveren, aan de verpakkers en be
zorgers! Denk aan de 4000 stemlokalen en 15.000
verkiezingsbureaux, die ingericht moeten worden; aan
de 1500 bezoldigde verkiezingsagenten; aan de auto's
bij den verkiezingsveldtocht en op de stemdagenEn
zoo zou er nog heel wat op te noemen zijn om den za-
door
BARONESSE OECZY,
Schrijfster van „De Roode Pimpernel".
Haar het Engelsch door
ED. VAN DEN GHEIJN.
27)
n »Het tweede papier, moeder, is ook voor 300.000
iioiijnen en luidt„Ik zal u betalen als rente vijfdui-
zend schepels tarwe, twaalfduizend schepels maïs en
honderd schapen, waaronder vijf rammen, en zoo ik
m gebreke blijf een jaar rente en, op uwe vordering,
ook nalatig ben het kapitaal te restitueeren, dan zul
len als rechtmatig eigendom aan u overgaan mijn ak
kers, wijngaarden en bijgebouwen van Bideshüt, bet
asteel uitgezonderd, met aangrenzende stallen." Dit
papier is drie jaren later gedagteekend en draagt de
onderteekenmg als het vorige."
„Het is al zoo edelmoedig als ge doen koiidt, An
dras. Je weet dat anderen het tienvoudig bedrag zou-
den eischen."
„Het derde papier, moeder," ging Andras voort, „is
van twee dagen geleden, het betreft 250.000 florijnen
waarvoor de landheer mij schriftelijk heeft toegezegd:
vijfduizend schepels tarwe en veertig stuks vee en
waartegen hij Zarda als onderpand geeft, op dezelfde
voorwaarden als de andere stukken."
„Hij is een verkwister en zorgeloos man," zei de
oude vrouw hoofdschuddend, „als hij al dat geld van
hen geleend had, zou hij nu een geruïneerd man
zijn."
„Gij gelooft dus stellig, moeder," herhaalde Andras
ernstig, „dat ik geen woekerhandel drijf, zoodat ge u
voor uwen zoon zoudt moeten schamen?"
„Ja, Andras, ik geloof het stellig!"
De oude vrouw begreep niet recht waar haar zoon
Wilde, maar het moederhart zei, dat hij in moei-
kelijken kant van een verkiezing in 't licht te stellen.
Wat de couranten betreft, in de voorgaande week
bevatte de Times over verkiezingszaken: Maandag 16
kolom, Dinsdag 261/2, Woensdag 23, Donderdag 251/ii,
Vrijdag 24 en Zaterdag 20 kolom dit geeft eenig
denkbeeld over de verkiezingslectuur welke de Engel
sche dagbladen in deze dagen geven.
De aanplakbiljetten van de conservatieven moeten
aan hatelijkheid en boosheid jegens Lloyd George niets
te wenschen overlaten. Trouwens -ook in de rede
voeringen werd getracht diens beteekenis te vermin
deren. Lord Lansdowne zeide o. a.„Wie had twin
tig jaar geleden een Lloyd George ooit mogelijk ge
acht?" Minister Winston Churchill, de kleinzoon van
den hertog van Marlborough, heeft hierover den lord
onder handen genomen en in een rede gezegd:
„Wie zou over twintig jaar ooit een Lansdowne mo
gelijk achten?" En Churchill vervolgde: „Wat verte
genwoordigt de heer Lloyd George? De democrati
sche vrijheid van de Britsche grondwet, die een man
van verdienste en gaven in staat stelt, van een dorps
school te stijgen tot een plaats van de hoogste macht
onder den troon. Het is een voorbeeld van dien roem
van de Britsche grondwet, die het voor eiken zoon
van onzen grond mogelijk heeft gemaakt, met goed
keuring en op gezag van zijn medeburgers, groote eer,
macht en aanzien in den lande te genieten. Dat is bet
wat 's heeren Lloyd George's loopbaan vertegenwoor
digt. En wat vertegenwoordigt Lord Lansdowne's
loopbaan? Zij vertegenwoordigt voorrechten en guns
ten van begin tot eind. Van aanvang tot slot is hem
alles voortdurend en onafgebroken met den paplepel
ingegeven. Zijn loopbaan is de breede weg naar gunst
en werk."
Behalve door het gesproken woord en het bedrukte
papier wordt propaganda gemaakt door middel van
tentoonstellingen van voorwerpen, die moeten doen
zien hoe Engeland met producten van het buitenland
als het ware overstroomd wordt. Achter leege winkel
ramen en elders worden artikelen van allerlei aard,
stoelen, tafels, pakjes margarine, vetkaarsen, matten,
spijkers enz. enz. ten toon gesteld en overal staat aan
gegeven uit welke landen zij afkomstig zijn: uit
Duitschland, Frankrijk, Amerika, Nederland, Zweden,
Denemarken etc.
Een der toeschouwers licht deze tentoonstelling dan
toe, betoogt dat al die voorwerpen in Engeland ge
maakt konden worden als er aan dien ellendigen vrij
handel maar een einde kwam, en dat men bierbij bij
het uitbrengen van zijn stem toch vooral rekening
diende te houden „toevallig" is deze man natuurlijk
een agent van de conservatieven. Bovendien is geble
ken, dat het met die voorwerpen niet geheel in den
haak is. Engelsche artikelen worden voor Duitsche
uitgegeven. Er is aan het licht gekomen, dat bijv. er
in een voor Duitsch product doorgaand damesboord
gedrukt stond: „Made in Birmingham 403/4 pence,"
dat een stoel met „made in Sweden" erop was ver
vaardigd in een Londenscbe meubelfabriek!
_Op deze wijze slaan de conservatieven bun eigen
lijkheid verkeerde; zij stelde zich tevreden met hem
niet te ondervragen; alleen trachtte zij haren jongen
te troosten, zooals ze altijd gedaan had, toen hij nog
een knaap was en haar opzocht, als zijn vader hem,
verdiend of onverdiend, gekastijd had. Zachtkens
streek ze het haar van zijn voorhoofd weg.
„Andras, was haar vraag, „waar heb-je dien slag
opgeloopen
„De landheer van Bideshüt heeft me dien gegeven
moeder! zei hij onstuimig, „en hij is ongewroken ge
bleven."
„Heeft de landheer je dien toegediend?"
„Ja moeder, en ik was laf genoeg den klap niet te
rug te geven."
„V ertel me eens alles, Andras, ik begrijp het niet
best."
En bij trachtte baar zijn vruchteloos onderhoud met
den adellijken heer van het begin tot bet einde mede te
deelen; hij trad daarbij in alle bizonderheden van zijn
wedervaren en zooals het drama zich had afgespeeld.
Maar wat hij haar verzweeg, voor haar, de zachte
troosteres, de liefhebbende toegevende moeder, was,
dat sedert dat oogenblik bet visioen eener fee met
gouden lokken steeds voor zijn oogen zweefde, met
haar glimlachende vergeet-mij-niet oogen hem ver
volgde; dat hij, over de vlakte galoppeerend, getracht
had deze verschijning achter zich te laten, maar zij
voortdurend hem op de hielen zat, zelfs tot deze een
voudige hoeve, die plotseling- Andras nu zoo armzalig
voorkwam, zoo onwaardig, om zelfs het schemerig vi
sioen van een aristokratisch meisje te bevatten. Wat
hij haar niet zeide, was, dat eensklaps zijn boeren-
dracht hem grof en vuil toescheen, zijn handen hard
en. bruin, zijn stap plomp, dat hij verlangde zijn arm
uit te strekkeu, om de betooverende verschijning te
grijpen, maar gevoelende hoe ver beneden hij stond on
der haar, zijn armen als toen machteloos neerzegen en
tranen van schaamte en spijt langzaam over zijn wan
gen biggelden.
Hoewel de moeder in het vage giste, dat iets an
ders nog, bij de beleediging en den slag, loodzwaar
drukte op bet hart van haren zoon, was haar deelne-
glazen in bij hun poging om zichzelf voor te stellen
als de vrienden van de Britsche werklieden en de te
genstanders van de vreemdelingen met wie de bui
tenlanders bedoeld worden, doch voor wie langzamer
hand velen de liberalen gaan aanzien.
Een leger, welke men in bet conservatieve kamp
niet zonder succes tegen de liberalen in den strijd
hoopt te brengen vormen de tallooze leden der sport-
vereenigingen. Invloedrijke sportbladen hebben reeds
stelling genomen tegen de liberalen, omdat velen hun
ner puriteinsch gezind zijn, ijveren tegen overdrijving,
tegen het wedden bij de rennen, tegen drinken en roo-
ken en de conservatieven steeds de partij van het vroo-
lijke leventje hebben gevormd.
Tenslotte geven we nog eenige data. Van Vrijdag-
li tot Zaterdag 15 Januari geschiedt de candidaat-
stelling in de hoofdplaatsen, van Zaterdag 15 Januari
tot 21 dezer in alle districtsplaatsen en plattelands
districten, de stemmingen hebben plaats van 15 Ja
nuari tot 19 dezer in de hoofdplaatsen en van 19 tot
uiterlijk 29 dezer in de andere districten.
PEINS HENDRIK.
Prins Hendrik is voornemens, zich op 21 dezer naar
Weimar te begeven, ten einde aldaar tegenwoordig te
zijn bij den plecbtigen intocht van het jonggehuwde
groothertogelijk echtpaar.
Van Weimar vertrekt de Prins naar Berlijn ter
bijwoning van de jaarlijksche vergadering der Johan-
niter Orde.
Daarna zal de Prins naar Dobbin reizen en aldaar
eenige dagen verblijf houden, met het doel om den
29en Januari tegenwoordig te zijn op den daar ter
plaatse te vieren verjaardag van de groothertogin Ma
rie van Mecklenburg-Schwerin, 's Prinsen moeder.
Begin Februari zal de Prins in de residentie t^rug-
keeren.
De Prins bracht gisteren een bezoek aan den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken, voorzitter van den
Raad van Ministers, mr. Heemskerk, in diens kabinet
aan het departement.
De Prins leidde gisteren als voorzitter de verga
dering van de vereeniging „Het Oranje Kruis," hoofd
zakelijk belegd tot vaststelling van statuten en van
het huishoudelijk reglement.
PARLEMENTAIRE JUBILARISSEN.
Evenals het vorig jaar, hopen ook in 1910 wederom
een aantal Kamerleden den 70-jarigen leeftijd te be
reiken. Het zijn de Eerste Kamerleden J. P. Have-
laar (23 Januari), M. de Jong (16 Februari) en W.
ILovy (17 Juli) en de Tweede Kamerleden P. H.
Roessingh (8 Februari) eu J. C. Jansen (14 De
cember). Aan bet einde van dit jaar zullen
dan in de Eerste Kamer 15 en in de Tweede
Kamer 10 leden zitting hebben, die 70 jaar zijn of
daarboven. Ook zijn er Kamerleden, die in 1910 nog
'n anderen bijzonderen datum herdenken. Zoo zal het
Eerste-Kamerlid mr. W. J. van Weideren baron Ren-
gers in Mei gedurende 25 jaar parlementslid zijn. Wel
werd baron Rengers reeds in Mei 1884 tot lid der
Tweede Kamer gekozen, maar hij bleef daarna een
jaar buiten het parlement (October '94October '85),
zoodat hij in 1910 een kwart-eeuw lang op het Binnen
hof zetelt. Deze waardige figuur wordt 14 November
75 jaar. De heer E. Lieftinck kan in September den
ming toch innig genoeg om hem alles te doen verge
ten, behalve het huiselijk geluk en het genot van haar
vriendelijk en troostrijk bijzijn. De zon was in het
verre westen ondergegaan, diepe duisternis heerschte
allengs in het vertrek. Sari en Kati brachten kaarsen
aan en dischten het avondmaal op, doch het werd in
stilte genuttigd, moeder en zoon gevoelden zich onder
den indruk eener nabij zijnde ramp.
De tafel werd opgeruimd. Andras verzocht dat men
het licht zou uitblazen, bij verlangde rustig in het
donker te zitten, dicht bij zijne moeder, wier sympa
thieke hand tegen zijn brandend voorhoofd lag, om
den duivel van haat en wraak die in zijn brein spook
te, te verjagen. Hij haakte naar vrede en duisternis,
omdat hij zich wilde vermeien in het visioen der fee,
die zijn hart had gewond, een verschijning, welke hij
in het groote prozaïesch daglicht als ongerijmd zou
verjaagd hebben, maar die in het schemerdonker hem
onweerstaanbaar voor den geest trad.
Hoe lang moeder en zoon daar in de duisternis za
ten, wisten ze nauwelijks, waut van bet vervliegen der
avonduren op die plek der aarde, waar uurwerken een
zeldzaamheid zijn, wordt geen rekening gehouden.
Etelka, die geen fladderende visioenen had, welke
haar aandacht vergden, was ingedommeld, en haar
rustige ademhaling was een sussende begeleiding van
Andras' wakend droomen. Opeens kwam het hem
voor alsof een vreemdsoortig licht waarneembaar werd
aan den verren gezichtseinder op de eenzame vlakte.
Andras was opgesprongen, keek naar buiten, begreep
aanvankelijk niets van den fietsen gloed, die van lie
verlede het uitspansel verlichtte. Een haastig, ang
stig geklop aan de buitendeur had ook Etelka uit haar
sluimering gewekt, want de twee kleine meisjes kwa
men verschrikt binnenloopen. Allen hadden den gan-
schen dag in een spanning verkeerd, en toen Sari en
Kati het vreemde licht, dat van maan noch zon af
komstig was, hadden opgemerkt, waren ze, door schrik
en angst overmeesterd, naar den huisheer gesneld om
verklaring en geruststelling bij dit zonderling ver
schijnsel van dezen te vernemen.
Maar Andras was doodsbleek geworden, Etelka zag
dag herdenken, waarop hij 50 jaar geleden predikant
werd, de kolonel J. B. Verhey in Augustus den dag,
waarop hij vóór 40 jaar tot officier werd aangesteld.
Ook promotie-data kunnen worden herdacht, n.l. dooi
de heeren mr. G. A. van Hamel, die vóór 45 jaar, mr.
Th. H. de Meester, die vóór 35 jaar, mr. H. A. van de
Velde, mr. M. Tydeman Jr., mr. J. W. H. M. van Id-
singa en dr. J. Th. de Visser, die *allen vóór 30 jaar,
dr. H. Franssen en mr. M. W. F. Treub, die vóór 25
jaar promoveerden. De beer Treub deed het 31 Maart
1885 op het bekende, met goud bekroonde proefschrift:
„Ontwikkeling en verband van de rijks-, provinciale-
en gemeente-belastingen in Nederland." Den len
September a._s. zal het bovendien 30 jaar geleden zijn,
dat de beer Van Hamel werd benoemd tot hoogleeraar
van de Amsterdamsche universiteit. Men weet, dat hij,
in verband met zijn lidmaatschap der Tweede Kamer,
aan het einde van den loopenden cursus als hoog
leeraar zal aftreden. Ziedaar een en ander van par
lementsleden, die in 1910 jubileeren. (Tel.)
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
te AT,KMA AR.
Zitting van 11 Januari.
Diefstal.
Albertus de W., Stendert de W. en Teunia G-, allen
te 't Zand, waren gedagvaard ter zake, dat zij den
13den November zich palen hadden toegeëigend, die
uit zee waren aangespoeld.
Beklaagden waren 's middags om een uur of drie
naar 't strand gegaan om te gaan kijken naar een
schip, dat gestrand was. Terwijl zij zich aan den zee
kant bevonden, spoelden er aldoor palen aan. Zij
sleepten met bun drieën een boeveelheid daarvan weg
en legden die in een greppel, met de bedoeling ze later
daar weg te balen.
's Avonds kwamen de gebroeders de W. dan ook
terug eu brachten ze naar de schuur van hun vader.
De gebroeders de W. verklaren, dat er afgesproken
was, dat Gr. geld zou krijgen.
Gr. ontkent dit evenwel ten sterkste; volgens hem
is er nooit over verdeeling van den buit gesproken.
Als eerste getuige werd geboord Arie Thomas, ar
beider te Callantsoog, die mededeelt, dat bij den 13en
November 's middags beklaagden op 't strand zag loo-
pen. Hij bemerkte, dat zij palen, die uit zee aanspoel
den tegen de duinen aangooiden. Vervolgens laad
den zij ze op een lorrie, die daar is.
Wat er verder met de palen gedaan is, heeft getuig®
niet gezien.
Trijntje Koenen, huisvrouw van Arie Thomas, was
de tweede en laatste getuige. Zij had op den bewuston
dag een lorrie zien staan op 't werkspoorlijntje in da
duinen, vlak bij haar huis.
Om half vier stoud de lorrie er nog, later was hij
verdwenen.
De officier van justitie acht het wettig en overtui
gend bewijs geleverd en eischt wegens diefstal, ook
voor Gr., die aanvankelijk alles ontkende, maar lang
zamerhand toegaf meegeholpen te hebben, voor ieder
7 dagen gevangenisstraf.
Beklaagden vragen de straf te veranderen in eea
geldboete.
Melkvervalachin g.
Dirk B. te Westerblokker was ten laste gelegd, dat
bij zich den 29sten November bad schuldig gemankt
aan melkvervalscbing.
Jan Haagsma, onbezoldigd rijksveldwachter te
Hoorn, was gewaarschuwd door den melkcontroleur
Nes van de Westfriesche gecondenseerde melk-fabriek
dat er door beklaagde waarschijnlijk melk vervalscht
uu ook naar buiten, ontstelde hevig, sidderend van top
tot teen.
„Brand!" fluisterde ze ademloos van schrik.
„Jahet is brand, moeder, brand op het domein van
Bideshüt. De maïsvelden liggen juist daar", herhaal
de Andras, „en bet heeft in veertien dagen niet gere
gend, de akkers zullen branden als hooi! Het vuur
schijnt op twee of drie punten tegelijk te woeden."
„Moeder, ik ga er heen, om te zien of ik ook hulp
kan bieden; stuur Sari en Kati uit, om wie ook van
onze arbeiders bijeen te krijgen en laat bun aanzeggen
terstond naar de plaats van het onheil te snellen. Hier
zijn de sleutels vau de stallen, ze moeten de vlugst®
paarden nemen en dadelijk op weg gaan."
En haastig zijn moeder omhelzend, was Andras weer
bij den stal en weldra met zijn trouwe Csillag ander
maal op weg naar Bideshüt.
Recht voor hem uit had het vurig rood licht zich
langs den horizon verspreid. In de volstrekte stilte
van den nacht, over de onmetelijke vlakte, vernam hij
onheilspellende, ontzettende kreten van verre: het
angstig loeien van het vee, het blaten van verschrikte
schapen, het geschreeuw der herders, die poogden hun
ne kudden op de dorre en woeste heide in veiligheid
te brengen.
Sneller en sneller verspreidde zich het roode licht,
en onderwijl Andrós voort galoppeerde, stoven heel®
troepen van wilde paarden in onstuimige vaart, brie-
schend en snuivend, angstig en verschrikt, met vlie
gende manen en zweepende staarten, hem voorbij.
Reeds zag hij de vlammen met ontzettende snelheid
om zich heen grijpen, dwars over de akkers, waar hij
wist dat het graan in schoven was vergaard, een wil
lig voedsel voor het vernielend vuur. Een zachte zo-
merbries wakkerde het verwoestend element aan.
Andras galoppeerde voort, het hart vervuld van de
ontzettende ramp, als hij het vuur gadesloeg, dat,
naar moeders zeggen, was aangestoken om den arro
ganten fyeer van Bideshüt wegens diens hoogmoeds
waan te kastijden.
Wordt vervolgd.