DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Ambachtsschool
Honderd en twaalfde jaargang.
1910.
WOENSDAG
19 JANUARI.
ALKMAAR.
Aangifte van Leerlingen
Metselen en Kkêrmakers
FEUILLETON.
De Zoon van het Volk.
BINNENLAND.
No. 15
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor ikmaar f franco door het geheeie Rijk f 1,
Af hinderlijke nummers 3 Cents.
Priji der gewone advertentlën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER 8* ZOON, Voordam C 0.
Tetefo&ssnNHunM'
O
voor den cursus 19101911,
aanvangende APRIL e.k., op eiken Donderdag,
Vrijdag en Zaterdag der maand FEBRUARI,
voorm. van 912 en nam. van l1/,—4 nren.
Behalve het theoretisch onderwijs, de vakken
Timmeren, Machinebankwerken en Smeden, Meu
belmaken en Schilderen, zal er ook onderwijs
in het
gegeven worden.
(Onvermogende ouders van leerlingen in laatst
genoemde vakken, kunnen in aanmerking komen
voor eene wekelijksche vergoeding).
De leeftijd van 12 jaren moet zijn bereikt.
Onvermogenden kosteloos; anderen betalen een
schoolgeld van
f 6.-, 112 f 18.—, f 24.-, f30.— of t 36.—
in het jaar.
Leermiddelen en Gerefdschappen
1^^^ worden aan allen verstrekt.
Nadere inlichtingen geeft de Directeur
H VAN DER HE1J.
Kennisgeving
ALKMAARSCHE COURANT.
ÜBS
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van
22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge
zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den Ontvanger
der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is overgegeven:
HET PRIMITIEF KOHIER DER GRONDBE-
door
BARONESSE ORCZY,
Schrijfster van „De Roode Pimpernel".
Naar bet Engelsch door
ED. VAN DEN GHE1JN.
82)
De dames hadden allen zich binnen de bekken van
bet park teruggetrokken. Zij waren te angstig om bet
huis binnen te gaan, in groepjes van drie wandelden
ze de acacialaan op en neer, benieuwd of de beloofde
hulp zou opdagen, en zagen angstig om naar hun va
ders, broeders en echtgenoöten, die steeds de daken
der bedreigde stallen besproeiden.
Van verre verneemt de landheer bet geschreeuw
der boeren, met Andras en Vader Ambrosius aan hun
hoofd.
„Edele Heer, de Pastoor en ik hebben u driehon
derd bereidvaardige manschappen gebracht, die met
Gods hulp ten minste bet kasteel en de stallen tegen
den versehrikkelijken brand zullen trachten te vrijwa
ren. Welaan, mannen'vervolgde hij, op de maïsvel
den wijzend, „begint aanstonds dat voedsel voor bet
vuur op te ruimen. Hakt, snijdt, maait, rukt met wor
tel en al dat gewas uit, laat me zien wie uwer bet best
een der schoonste maïsakkers in bet graafschap kan
verwoesten, en moge God uw werk ditmaal ten beste
zegenen."
Vader Ambrosius was afgestegen en smeekte eer
biedig Gods hulp af in dezen bangen stond.
Binnen weinige oogenblikken bad de nieuwe ploeg
van gewillige arbeiders zich verspreid op de a'kkers,
en weldra boorde men van verre bet geluid der scherpe
zeisen waarmede de taaie stengels der tarwe werden
afgesneden.
Bideshiit kon vanwaar hij stond de ruggenreeks ont
waren, die zieh neerbogen voor de karwei, zonder rust
LASTING No. 1, voor het dienstjaar 1910
xecutoir verklaard door den Directeur der directe be
lastingen in Noordholland te Amsterdam den 15 Ja
nuari 1910;
dat ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de
Wet bepaalden voet, te voldoen en dat beden ingaat
de termijn van drie maanden binnen welken daartegen
bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Alkmaar, den 18 Januari 1910.
Het Hoofd van bet Plaatselijk Bestuur- voorn.,
G. RIPPING.
ALKMAAR, 19 Januari.
Op de nieuwe Pruisische begrooting is een post van
27.000 mark uitgetrokken voor bet bouwen van een in
richting ten dienste van het fokken en dresseeren van
politiehonden van staatswege. De Pruisische regee
ring ziet blijkbaar meer heil in de toekomst van den
politiehond, dan velen, die van meening zijn, dat daar
van niet veel te verwachten is, dat de geheeie bewe
ging, welke in verschillende landen op touw is ge
zet, op niets uitloopen zal en dat de dressuur zelden
meer zal geven dan een aardig nummer ter opluiste
ring van een café-chantant-voorstelling of van een
bondententoonstelling.
In de Berlijnsche politiekringen is men ten zeerste
ingenomen met het besluit van de regeering. Men er
kent, dat bet nut van den politiehond tot dusver be
wezen, nog niet -zoo heel groot is, maar hoopt thans,
nu de regeerii g de zaak ter hand neemt, spoedig beter
resultaten te bc reiken.
Een inspecteur van de crimineele politie, naar zijn
oordeel gevraagd, estigde er den nadruk op, dat de
tegenwoordige stand van de kennis van den politie
hond nog niet zeer hoog is, dat de beweging eigenlijk
nog maar van jongen datum is en er in de praktijk
slechts zeer weinig om1ent de waarde van den politie
hond gebleken is. In I -+ bijzonder geldt dit voor den
herkenningsdienst, het opsporen van misdadigers,
voorwerpen en sporen, die in verband staan met een
gepleegde misdaad. Het opsporen behoort tot bet
moeielijkste werk van den j. rlitiehond, omdat bet een
scherp ontwikkeld re.ikorgaan en een xhooge intelli
gentie van den bond vereisebtvele politiebonden
kunnen dan ook beter voor den veiligheidsdienst ge
bruikt worden dan voor bet speuren. Tot dusverre
kan alleen dan van een gunstig resultaat gesproken
worden, indien een politiehond do sporen van een mis
daad (bijv. het gestolen goed of het mes, waarmede
een moord gepleegd wordt) opspoort of indien de
door hem aangewezen dader bekent. Het feit, dat een
politiehond iemand als daler aanwijst beeft nog geen
bewijskracht. Thans beeft men voorgesteld dat ieder
dresseur een staat zou aanleggen van goede en slech
te prestaties van zijn bond, de omstandigheden ver
meldende, waaronder zij plaats vonden. Daardoor wil
men niet alleen de waarde van eiken bond, maar ook
"een gemiddelde bekwaamheid van den politiehond lee-
ren kennen. Dit voorstel is echter practisch niet uit
te voeren, daar bet bewijs van de waarheid en de be
trouwbaarheid van het verkregen materiaal nooit is
te geven hoe zal men kunnen controleeren of mid
delmatige prestaties nie toverdreven, slechte verzwegen,
uitstekende verzonnen worden? Wanneer men echter
er naar streeft het politiebondenras te verbeteren en
te ontwikkelen, zooals de Pruisische regeering thans
voorstelt, dan zal op den duur aan een aanwijzing door
een politiebond bewijskracht gegeven kunnen worden.
Evenwel de beroepsmisdadiger heeft bet hem drei
gende gevaar reeds lang erkend en bij zal zich tegen
zijn nieuwen vijand gaan wapenen. Hij zal bij een
moord bijv. alles doen om den politiebond op een
dwaalspoor te brengen. Hij zal trachten op de plek,
waar de misdaad plaats vond, reukjes aan te brengen,
die de hond onaangenaam vindt en dan zal hij den
bond op een valsch spoor trachten te leiden door zich
bij het begaan van de daad te bedienen van voorwer
pen van derden, die er niet bij betrokken zijn. Het is
echter mogelijk dat de goed gedresseerde politiebond
zich door zulke trucjes niet laat verschalken. Zeker
heid heeft men hieromtrent echter nog niet, daar de
dressuur zich tot dusverre zeer weinig met deze nete
lige kwestie beziggehouden heeft. En toch is zij van
bet grootste belang omdat bare oplossing de waarde
van den politiebond illusoir kan maken of wel aan
zijn aanwijzing bewijskracht kan geven.
In elk geval nu de overheid zich er mee gaat be
moeien het Pruisische voorbeeld zal wel navolging
vinden treedt bet politiebondenvraagstuk in een
nieuw stadium, is bet dresseeren niet slechts meer
het min of meer verdienstelijk werk van liefhebbers,
die soms langzamerhand beroepsmenscben werden. De
ze liefhebbers hebben bet moeielijke pionnierswerk ver
richt, de overheid gaat-thans het gemakkelijker maar
veel kostbaarder voltooiingswerk voortzetten een
aardig- voorbeeld alweer van overheidszorg in sympa
thieken vorm.
RECHTZAKEN.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
te AT,"KM A AR.
Zitting van Dinsdag 18 Januari.
Konijnendiefstal.
Klaas M. te Hensbroek en Pieter L. (de laatste
niet verschenen) was ten laste gelegd, dat zij te Hem
den 2Ssten November een 10-tal konijnen hadden ge
stolen.
Klaas M. bekende bet hem ten laste gelegde. Hij
was op genoemden datum met zijn medebeklaagde
naar 't erf van Deeken gegaan om konijnen uit het
hok te halen. Beklaagde had een zak bij zich, waar
hij ze in stopte. Thuisgekomen zag hij, dat ze vier
grauwe, baaskleurige en 3 witte konijnen hadden me
degenomen. Beklaagde's bedoelipg- was ze Dinsdag
op de markt te Purmerend te verkoopen. Zoover kwam
het evenwel niet.
j De eerste getuige, Petrus Deeken, landman te Hem
vertelde 8 konijnen te hebben bezeten, 4 grauwe, baas-
kleurige en 4 witte, die bij in een bok op 't erf van
zijn vader hield. Den 29sten November, toen hij ze
's morgens zou voeren, was er slechts 1 wit konijn in
bet bok.
of duur bet gewas neervellend. Zij waren tot zeer na
bij bet vuur doorgedrongen, gevaarlijk dichtbij, naar
bet den landheer wilde voorkomen. Het bad er veel
van alsof ze nu hun leven wilden- wagen om enkele ak
kers voor hem te redden, bet gevaar te tarten, ten ein
de des te beter bun gehoorzaamheid en toewijding te
toonen. En voorzeker, ook de schuldigen bevonden
zich onder ben, die hard streden met de onbarmharti
ge vlammen, door bun misdadige band aangestoken.
Met een gewaarwording die veel wegbad van jaloe
zie, sloeg Bideshiit den stoeren boer aan zijne zijde
gade, die met een enkel woord al deze weerbarstige ge
moederen naar zijnen wil had doen buigen. Hij zou
hem zijn dankbaarheid willen betuigen voor den on
waardeerbaren dienst hem bewezen, maar de heer-
scbende drift verstikte de woorden in zijn keel. De
trotscbe aristokraat kon, zelfs in een oogenblik als dit,
het niet van zich verkrijgen eenige erkenning aan den
dag te leggen jegens den man, die zoo belangeloos
zijn diensten had verleend' hij was immers een laag
geboren boer.
Het leed geen twijfel, dat, ongemerkt nagenoeg, de
omvang van den brand binnen perken was gebracht.
Naar bet zuiden en oosten reeds hadden de dorre
puszta en de breede landweg zich als een onoverkome
lijke hinderpaal betoond voor de verspreiding van den
brand in die beide richtingen, terwijl aan den noord
kant de stallenreeks, goed met water begoten, eene
werkdadige belemmering waren geweest voor bet
steeds voortschrijdend vuur. De hoop begon te herleven
in Bideshüts hart, toen hij de groote open vakken zag
in zijn maïsakkers, waartegen iedere vuurkolom, die
een weg zocht naai- bet kasteel, eerst opflikkerde en
dan uitdoofde. Vader Ambrosius had zijn gebed niet
gestaakt onderwijl de mannen werkten en Bideshüt
toezag. De trotscbe landheer bad, zonder een woord
van protest, aan Andras de leiding van bet reddings
werk overgelaten.
In Bidesbüt's koortachtige opwinding wildehet
hem voorkomen alsof de jeugdige boer zijn persoon
verdriedubbelde. Nu eens was bij in de nabijheid der
manden, om bunnen arbeid te besturen, dan weer zag
men hem bij de bekken van bet park om de dames ge
rust te stellen. Vijf volle uren duurde -de strijd tegen
het verwoestend element, en voet bij voet betwUtte
men den brand bet terrein. Overal ontwaarde men
thans zwarte open vakken, die als eenzame eilanden
uit de vlammenzee opdoken. De ontzettende vuur
gloed was tot staan gebracht. Twee derden van den
gezichtseinder, waar het vuur het schitterendst was,
lag nu in zwarte duisternis gehuld. De overwonnen
vijand wendde ettelijke pogingen aan om bet verloren
terrein te heroveren; op enkele plaatsen namelijk vat
ten de afgesneden maïsstengels vuur en smeulden een
poos, doch na bet volbrachte snijwerk werden die op
flikkerende overblijfselen spoedig gedoofd. Bideshiit
verliet geen oogenblik bet terrein, zoolang nog een
vonk zichtbaar was; voortdurend zag hij toe op welke
wijze zijn vijand werd teruggedreven en overmeesterd.
Hij voelde geen vermoeienis, bij waakte als in een
droom, niet trachtende in de toenemende duisternis
zich rekenschap te geven van de ontzettende verwoes
ting', die zich thans vóór hem uitstrekte, waar gisteren
nog weelderige graan- en maïsvelden vroolijk golfden
op den adem van den zomerwind.
Hij vroeg niet naar bet lot zijner wijngaarden, die
in noordelijke richting lagen, naar zijn beetwortel-ak
kers, zijn havervelden, die mijlen ver zich uitstrekten,
waaromtrent hij nu nog niet kon te weten komen tot
op welken afstand deze een prooi der vlammen waren
geworden.
In bet oosten, aan gene zijde der puszta, schemerde
een flauwe rose tint aan den horizon. De atmosfeer
was vervuld met stikkend-walmenden rook. Vóór hem
uit waren boeren en vermomden, de laatsten dubbel
potsierlijk uitziende met hun roetig besmeerde aange
zichten en handen en aan flarden gescheurden tooi,
druk in de weer de laatst overgebleven vonken uit te
stampen van zijn geliefde maïsvelden, die den trots
van het graafschap hadden uitgemaakt. Hij dankte
den hemel, dat bij de verwoesting niet kon aanschou
wen, dat hij tot aan den aanbrekenden morgen den
aanblik zich mocht besparen van den hopeloozen on
dergang van een rijken oogst en alleen zich mocht
Jan Roodenboog, rijksveldwachter te Venbuizen
verklaarde, dat Petrus Deeken hem den 29sten No
vember kwam vertellen, dat zijn konijnen verdwenen
waren. Getuige stelde een onderzoek in en nam bij
beklaagde L. 4 baaskleurige en 1 witte in beslag.
De twee andere bad hij onder een bedstede verstopt.
Anna Deeken te Hem werd vervolgens geboord. Zij
vertelde dat zij den 28sten November 's middags om
half vijf de konijnen van haar broer bad gevoerd. Toen
waren er nog 8 in het bok. Den volgenden morgen
waren er 7 van verdwenen.
Volgende getuige was Kees Deenik te Hem, die
verklaarde, dat 's Woensdags voor den diefstal be
klaagde M. hem sprak over konijnenstelen en vroeg
wie konijnen hield.
Anna Rooderdaal, buisvrouw van Jacob de Moei te
Hem, een 66-jarige vrouw, heeft op baar erf een boet,
die grenst aan het erf van Deeken. Toen zij 's avonds
met licht in de boet was, hoorde zij iemand op 't erf
van Deeken loopen.
Vervolgens werden nog twee getuigen geboord, die
totaal onverstaanbaar waren, maar blijkbaar niet#
nieuws mededeelden.
De officier van justitie achtte bet wettig en over
tuigend bewijs geleverd en eisebte tegen ieder der be
klaagden 3 weken gevangenisstraf.
Beleediging.
Arie L. te Alkmaar was niet verschenen. Hij hnè
den 8en December den agent van politie Klaas Teis-
terman beleedigd.
Teisterman, die als getuige geboord werd, vertelde,
dat bij den 8sten December bet toezicht bij het Leger
des Heils had, waar beklaagde leven maakte en de
boel in de war wilde brengen. Op verzoek van getuige
wilde beklaagde bet lokaal niet verlaten en voegde
hij hem beleedigende woorden toe.
Eiscb7 dagen gevangenisstraf.
Baggerdiefstal.
Thijmen W. bad zich te verantwoorden wegena kef
stelen van bagger den 15den December te Zwaag. Be
klaagde was eveneens niet verschenen.
Volgens getuige Durk van den Berg, rijksveldwach
ter, baalde beklaagde, staande in een schuit, die in
de dijkgracht lag bagger op met een baggerbeugeL
Beklaagde bad daar geen reebt op, waarom getuige
proces-verbaal tegen hem opmaakte.
De officier van justitie eisebte tegen beklaagde
5 boete of 5 dagen hechtenis.
Bedelarij. u
Ulderik Z. en Willem V., sjouwerlieden te Hoern,
was ten laste gelegd, dat zij aldaar den 27sten Decem
ber gebedeld hadden.
De agent van politie de Jong te Hoorn, die proces
verbaal in de zaak bad' opgemaakt, werd als getuige
gehoord. Hij trof beklaagden 's middags om 6 uur op
den openbaren weg aan in bedelende houding en hield
hen aan. Beklaagden hadden een mooi verbaal om
op te disseben verzonnen over een schip, dat zij verlo
ren hadden en waardoor ze werkloos waren geworden.
Dit vertelden ze o. a. bij de Wed. Bakker, thans als
getuige tegenwoordig, die bun elk een 21/a centstuk
gaf.
Tegen ieder der beklaagden werd een beebtenisstraf
van 12 dagen geëisebt.
Werdt vervolgd.
troosten met de gedachte zijn buis nog ongerept te
zien, wellicht ook nog een gedeelte van bet vee.
Uit de verte vernam hij bet geluid der dieren, die
nu naar bun stallen werden terug gedreven. Hij wilde
niet vragen hoeveel stuks er waren omgekomen, ver
brand door het vuur, gestikt in den rook. Dat allee
zou hij spoedig genoeg vernemenmorgenDa
zen nacht. voor wat er nog van den nacht was
overgebleven. meende bij rust noodig te hebben.
Hij merkte op, dat een groot gedeelte der boeren weer
den terugtocht aannamen naar Arokszallas. De rose-
grauwe streep aan den horizon werd breeder en helder
der; door den rook heen bespeurde hij eenige verblee-
kende sterren bij bet aanbreken van den dageraad.
Vader Ambrosius sprak hem vriendelijk toe, en iedere
boer die hem voorbijkwam, bracht eerbiedig de hand
aan de muts voor den geruïneerden landheer van den
huize Bideshiit.
„Gyuri, zou je maar niet binnengaan V' zei d#
zwaarlijvige graaf Kantassy op minzamen toon, „je
moet overmand zijn door angst en vermoeienis. I.k
kom juist uit het kasteel en heb de dames er toe bewo
gen om naar bed te gaan."
Wezenloos staarde Bideshiit, zijn ouden vriend aan;
bij begreep diens bedoeling niet volkomen. Zijn geest
was even dof als zijn lichaam afgetobt was door het
uitgestane leed van den nacht.
„Voor het oogenblik schijnt bet gevaar geweken,
maar een piket wakers is op verschillende punten uit
gezet om alarm te slaan, mocht het vuur andermaal
oplaaien."
Bideshüt wist nauwelijks wie dit bad gezegd. Het
was een jongmensch, dat er allerzotst uitzag in een
slappen satijnen rok, druipend van water, geregen in
een keurslijf van voren gedecolleteerd, met kanten
strooken en linten in het haar. Hij lachte zoozeer,
dat hij moeite lïkd om op zijn beenen te blijven, en bij
zou gevallen zijn, zoo Kantassy hem niet ondersteund
bad, zooals men een bescbonkene tracht op de been te
houden.
"W-'
Wordt vervolgd.