DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
24 JANUARI.
Uit Mof- en Hoofdstad.
No. 19
Honderd en twaalfde jaargang.
1910.
Deze Courant wordt eïken avond* behalve op Zon= en
.Feestdagen, lastgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P ikinuf f 0P8©^ franco door het geheele Rijk f lt—
M jnderlijke nummers 3 Cents.
MAANDAG
der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10, Bij groote contracten rabat. Groote
Setters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan dt N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
y/h HERMs. COSTER 8s ZOON, Voordam C 9.
Stede'ijk Museum,
HljVNENLANI).
^eSntoc&aamsBef S„
COURANT.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR,
Gelet op artikel 8, alinea 2, en artikel 12, alinea 3
der Hinderwet;
Overwegende, dat eene beslissing op het adres van
H. A. HAARSMA VAN OUOOOP en J. N. H. DE
JONG, om een hersteiplaats van rijwielen en automo
bielen, waarin 2 gasmotoren van 5 en van */2 Paarden
kracht en een bergplaats tot bewaring van benzine op
te richten in het perceel Nassaulaan, wijk E, No.
niet binnen den in het eerste lid van art. 8 der Hin
derwet bepaalden tijd kan genomen worden, omdat
nog geene overeenstemming is verkregen omtrent de
te stellen voorwaarden;
BESLUITEN:
de bedoelde beslissing te verdagen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 20 Jan. 1910.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij bij be
sluit van heden vergunning hebben verleend aan S.
FRAIJMAN aldaar, tot het uitbreiden van zijne tim
mermanswerkplaats, waarin een gasmotor van 11 P.
IL, door het maken van een droog- en slijpkamer in
het perceel Laat, wijk D no. 6.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 20 Januari 1910.
FAMILIEKAARTEN a 1, toegang verleenende
aan den houder, zijne huisgenooten en logé's geduren
de het jaar 1910, kunnen aangevraagd worden ter
secretarie der gemeente.
ALKMAAR, 21 Januari.
Het verloop van de verkiezingen in Engeland is
tot dusver zoodanig, dat men op het oogenblik nog
weinig van het eind-resultaat kan zeggen. Zeker is
intusschen, dat de unionisten braaf winnen en dat de
liberalen heel wat zetels moeten afstaan. Vermoedelijk
behouden de liberalen wel de meerderheid, maar zij
zullen dan echter van de Ieren geheel afhankelijk zijn.
Mocht dan ook de begrooting van minister Lloyd
George door het nieuwe Lagerhuis worden aangeno
men, dan zal men moeielijk kunnen beweren, dat het
Engelsche volk een vernietigend oordeel over het IIoo-
gerhuis heeft uitgesproken. De liberalen wilden den
strijd aanvaarden onder de leuze: voor of tegen de
Lords, maar de geheele verkiezing is beheerscht door
de vraagvoor of tegen protectie. En het is oen niet
te weerspreken feit, dat er blijkens den uitslag, voor
zoover thans bekend, heel wat kiezers uit het vrijhan
delaarskamp zijn overgeloopen. De heer Balfour wist
wel wat hij deed, toen hij de tariefhervorming op het
program bracht en het Duitsche gevaar voor den dag
brachtMochten de unionisten het roer van het schip
van staat in handen krijgen, dan kan men er staat op
maken, dat zij voor een krachtige versterking der En
gelsche vloot zorg dragen zullenDuitschland zal het
voorbeeld volgenmen weet de rest.
Reeds dikwerf wezen we erop, dat de onderlinge ver
standhouding tusschen de leiders nog al goed Is, beter
dan in andere landen in verkiezingstijden.
Onlangs is het voorgekomen, dat de heeren Balfour
en Lloyd George de gasten waren van een zelfde ver-
eeniging.
Het Hbld. deelt hierover het volgende mede:
In een geestige toespraak wees de heer Lloyd Geor
ge op Balfours verdiensten voor kunst en litteratuur,
maar, zeide hij, „nog beter dan in die eigenschap ken
ik hem als staatsman en lid van het Lagerhuis. En
dat Huis is trotsch op een man als Balfour, trotsch op
zijn bekwaamheden, zijn moed, zijn ridderlijk optreden.
Hij is een der beste bezittingen van het Huis, om zoo
te zeggen een paradepaard.
„Hij en ik," zeide Lloyd George, „hebben niet al
toos zij aan zij gestaan; maar ik ben er zeker van, dat
dit slechts komt uit misverstanden, die in den loop
der omstandigheden wel zullen worden weggenomen.
Het was dikwijls mijn onaangename plicht hem bij
verschillende gelegenheden te kritiseeren. En het was
een vaak nog onaangenamer plicht er bij te zitten en
te luisteren als hij mij kritiseerde. Maar ik kan u
verzekeren, als iemand die zich meermalen daaraan
moest blootstellen, dat degenen die het krachtigst zijn
slagen voelen, ook degenen zijn, die het meest de groo
te handigheid weten te waardeeren, waarmede ze wer
den toegebracht.
„Wij Welshmen, hebben vele fouten. Tenminste dat
wordt mij zoo nu en dan door anderen gezegd. Wij be
hoeven ze niet te erkennen, daar die anderen dit wel
voor ons doen. Maar dit is zeker, wij hebben ook de
gewoonte een genie te waardeeren, waar wij het vin
den. En zulk een genie zien wij in den heer Balfour."
Balfour hield een niet minder hoffelijke rede op zijn
tegenstander. Hij herinnerde aan de dagen, toen de
toestand juist andersom was als nu, toen de tegen
woordige minister van financiën als leider der liberale
oppositie de onderwijswet der conservatieve regeering
scherp moest aanvallen, en Balfour, als minister, die
moest verdedigen. En hij zeide verder:
„Ik geloof niet dat er een mooier voorbeeld van
vriendelijke verdraagzaamheid kan worden gegeven, j
die over eerlijke meeningsverschillen heenziet dan het
voorbeeld, dat toen werd gegeven in het Huis tenzij
dan de redevoering die zooeven gehouden werd door
denzelfden staatsman, die toen de oppositie leidde
„Dit kunnen wij wel vaststellen, dat er geen land
ter wereld is, waarin zulk een rede, bij zulk eên gele- j
genheid en over zulk een zaak kan worden gehouden
als Engeland, en daar wellicht nog alleen door een
Welshman."
In Hongarije wij keeren tot ons weekoverzicht
terug zou dit zeker niet mogelijk zijn. Daar heeft
men den politieken strijd, die in een personenstrijd
ontaardt op een wijze als elders zelden geschiedt, en
is het parlementaire leven buitengewoon woelig. Thans
is er weer een nieuw kabinet samengesteld, waarin
echter 3 plaatsen onbezet zijn gebleven. Meer dan een
wapenstilstand is de nieuwe faze dan ook niet. Regee
ring en parlement zijn het teneenenmale oneens over
de vraag of de gemeenschappelijke instellingen van
Oostenrijk-IIongarije al of niet gescheiden moeten
worden de regeering vindt van niet, het parlement
zegt ja. Nieuwe verkiezingen zullen dus spoedig moe
ten uitmaken, aan welke zijde het kiezerskorps staat.
In Frankrijk zullen dit jaar eveneens Kamerverkie
zingen moeten plaats hebben. In dit verband verdie
nen de debatten, over den schoolstrijd in de Kamer de
aandacht. De minister Briand heeft in den loop dezer
debatten een zeer toegejuichte rede gehouden, waarin
hij betoogde, dat de aangebonden strijd het resultaat
is van een door de tegenstanders der republiek in on
derling overleg vastgesteld plan. De Kamer wilde de
ze rede doen aanplakken; gelijk dat in Frankrijk bij
belangrijke redevoeringen gebruikelijk is, maar de
heer Briand verzocht van dit voornemen af te zien.
Overigens kwamen er uit Frankrijk (en ook uit
Duitschland en Zwitserland) berichten over groote
overstroomingen, die te Parijs en in de provincie groot
nadeel hebben teweeg gebracht. Het voortdurend stij
gen van de Seine verwekt zeer veel onrust.
In Turkije heeft het vuur millioenen vernield: het
prachtige, kostbare Cheragan-paleis, waarin het par
lement vergaderde, is in vlammen opgegaan.
Talrijke rampen werden er overigens deze week ge
meld lawines in Zwitserland, een hulsinstorting te
Charleroi, waarbij eenige personen gedood werden,
een ontploffing te Fich Kill, waarbij vijftien arbeiders
gedood werden, een instorting van den spoorwegdijk
nabij Webbwoed in Ontario, waarbij de waggons in de
rivier stortten en een vijf en veertigtal personen het
leven verloren.... en eindelijk heeft er een ernstige
aardbeving plaats gehad, waarvan nog geen bijzonder
heden bekend zijn.
Onze voorouders zouden ongetwijfeld al deze ram
pen in verband brengen met het feit, dat 1910 een
komeetenjaar schijnt te zijn. Terwijl de geleerden ge
duldig' turen naar de komeet van Halley, is er te Jo
hannesburg door mijnwerkers aan het firmament een
nieuwe komeet ontdekt, welke met het bloote oog
's avonds uitstekend waar te nemen is. En men weet
het een staartster beteekende vroeger weinig goeds
„Wat sleipt een staertstar al Elende en jammer na!"
heet het in de Leeuwendalers.
In de politiek is het stil, en op gemeentelijk gebied
is ook heel weinig, dat het vermelden waard is, zegt
de Haagsche Torenwachter van de Middelb. Ct.
Aan het hof is het dag in dag uit diners en recep
tie. Weldra wordt, zooals men weet, hier de heer Beer-
naert verwacht, die aan de Koningin officieel de
troonsbestijging van België's nieuwen koning komt
mededeelen. Dat Nederland het eerste land is waar
de heer Beernaert zich in opdracht van zijn souverein
heen begeeft, is een antwoord op de beleefdheid der
Koningin, die zich door Prins Hendrik bij de begrafe
nis van Koning Leopold liet vertegenwoordigen, een
attentie, die in België zeer op prijs is gesteld, omdat
de Koningin zonder aan de etiquête te kort te doen,
had kunnen volstaan met het zenden van een speciale
missie.
Het is dan ook te verwachten dat de betrekkingen
tusschen ons hof en dat van koning Albert een ander
karakter zullen dragen dan ten tijde van wijlen ko
ning Leopold, die bovendien persoonlijk nog steeds
souvenirs van 1830 ten opzichte van ons Koningshuis
had bewaard. Dat is nu geheel veranderd; er heerscht
een geheel andere geest in de omgeving van den synq-
patliieken koning Albert, die ook meer in overeenstem
ming is met de gevoelens, welke bij ons ten hove over-
heerschen, zoodat een intimer en drukker verkeer te
gemoet kan gezien worden.
Ik hoor dan ook dat koning Albert's bezoeken aan
de Europeesche hoven met Nederland en niet met En
geland, zooals aanvankelijk het plan was, zullen be
ginnen. Einde April zal dit bezoek waarschijnlijk
plaats hebben.
Voor het kijkgrage Den ITaag dus weder een buiten
kansje, want de koning van België zal hier vermoede
lijk twee dagen vertoeven.
De tweede helft der Januarimaand is in het land,
en dientengevolge zijn Amstels hoofdstraten propvol
van gelukkige dames, die op uitverkoopen „koopjes"
gaan halen. Tot dusver dacht ik, schrijft de Amster-
damsclie medewerker van de Opr. Haarl. Ct., altijd,
dat uitverkoop houden voor winkeliers een vrij onvoor-
deelig zaakje was. Sinds ik echter deze week met een
dame mijner kennis mee geweest ben op een uitver-
koopstoeht en er getuige van geweest ben, hoe propvol
de winkels in deze dagen zijn, hoe sommige magazij
nen verplicht zijn tusschen twaalf en twee te sluiten,
ten einde het onvermoeide personeel wat rust te gun
nen, neig ik tot eenigszins andere gedachten. Het mo
ge waar wezen, dat de winst op ieder artikel afzonder
lijk behaald, minder bedraagt dan in gewone tijden
daar staat tegenover, dat tal van dames in den gewo
nen tijd zich alleen aanschaffen, wat zij broodnoodig
hebben en in tijden als deze zich verlokken laten tot
't koopen van velerlei, omdat 't zoo goedkoop is, wat
zij kunnen gebruiken en de woning opfleurt. De omzet
wordt verveelvoudigd en daardoor kan een behoorlijke
winst bereikt worden.
Het meest van de voordeelen van een uitverkoop
profiteered m. i. de groote magazijnen. Ruime, goed
verlichte etalages geven gelegenheid te over de goede
ren keurig uit te stallen en door behaaglijken aanblik
tot koopen uit te noodigen. Meer dan vroeger ziet
men de laatste jaren dan ook de groote magazijnen
telkens beplakt met reusachtige plakkaten, uitverkoo
pen aankondigend.
Sommige zijn nauwelijks goed ingericht of ook daar
wordt reeds een opruiming geannonceerd, zooals in
„De Bijenkorf," het modemagazijn, dat op het Beurs
plein is en blijft.
Inmiddels heeft de directie van „De Bijenkorf" de
open terreinen op den Nieuwendijk, waar een deel ha-
rer eigen winkels eerst zou komeu, verkocht aan den
heer Van Embden, ter oprichting van een nieuw ma
gazijn voor ijzerwaren. Met den bouw zijn belast de
architect J. A. van Straaten Jr. eu de aannemers De
Vlugt en Domhoff, dezelfden, aan wie de bouw van
„De Bijenkorf" op 't beursterrein is opgedragen.
De heer De Vlugt is 't antir. Kamerlid voor Am
sterdam VIII. Een uitnemend voorbeeld is deze van
wat ook in dezen tijd en ons land wilskracht, ijver,
energie, karakter en eerlijkheid kunnen bereiken. Ge
sproten uit een eenvoudig, Christelijk gezin, overeen
komstig zijn stand opgevoed, is de heer De Vlugt zijn
maatschappelijke loopbaan als gewoon timmermans
knecht begonnen, werkte zich op tot een klein baasje,
werd aannemer voor eigen rekening, ziet zich thans
na jaren het oprichten toevertrouwd vau een gebouw,
dat meer dan een millioen kosten moet. Naarstig wer
ker als liij is, met uitnemenden aanleg begiftigd,
maakte hij zich een algemeene ontwikkeling eigen, en
men mag er dan ook zeker van zijn, dat deze beschei
den, sympathieke figuur onder zijn medeafgevaardig
den van anti-revolutionairen huize, eerlang een plaats
van beteekenis zal bezetten en om zijn rustigen, helde
ren, zakelijken kijk algemeen gewaardeerd zal worden,
zooals hij thans reeds als aannemer door zijn collega's
hooggeschat wordt.
OBMBNQO NIEUWS.
VOOR DEN MIDDENSTAND.
De middenstanders, die weigeren door het invullen
der lijsten aan het welslagen der bekende enquête me
de te werken en zoo zijn er, naar wij, aldus de Md.
Ct., tot onze verwondering vernamen, zeer vele ge
ven naar onze meening een bewijs van groote kort
zichtigheid.
In de kringen van den middenstand wordt dikwijls
geklaagd dat van overheidswege zoo weinig gelet
wordt op de belangen van ambacht, kleine nijverheid
en nering; en nu valt het niet te ontkennen dat wel
in de laatste jaren tal van maatregelen getroffen zijn
in het belang van den arbeider, maar veelal verzuimd
werd aandacht te schenken aaii den ondergang van
zoo menigen, kleinen, zelfstandigen ondernemer.
Bovendien werden door de sociale maatregelen, in
het belang van den arbeider genomeft. ook den mid
denstand financiëele lasten te dragen gegeven.
Wanneer echter diezelfde klagende middenstander
weigert mede te werken om de enquête, welke thans
gehouden wordt, te doen slagen, dan schaadt hij, men
gevoelt het, zich zeiven.
Immers, de politiek, door alle partijen voorgestaan
om van overheidswege den arbeider ter hulp te komen,
zou waarschijnlijk nooit zoo algemeen gevoerd zijn,
zoo niet de enquête naar den toestand der arbeiders
zooveel wantoestanden had aan het licht gebracht.
Welnu, thans is de middenstand aan de beurt.
Hoe toch kan de overheid middelen aanwenden en
aanbieden ter verbetering, wanneer ze niet kent de
ziekte der kwaal van den middenstand? Het zijn vaak
de middenstanders, van wie men de klacht verneemt
dat in de verschillende bestuurs- en regeerings-colle-
ges de groote heeren den toon aangeven, en de stem
van den man der practijk er niet kan worden gehoord.
En nu is het de Regeering des Lands, die tot eiken
middenstander persoonlijk komt om hem te vragen
waar de oorzaken schuilen van het verval, dat dikwijls
onder den middenstand wordt aangetroffen.
De middenstand kan thans zijn eigen woord spre
ken.
In tijden van verkiezingen loopen ook vele midden
standers zich het vuur uit de sloffen voor den candi-
daat hunner keuze, en zeker moet een opgewekt poli
tiek leven ook bij den middenstand worden toege
juicht. Maar toch mag niet worden ontkend dat voor
de speciale middenstandsbelangen de enquête van on
eindig meer beteekenis is dan de vraag wie de man
uwer keuze is. i'iHlilTOl
Slaagt de enquête niet, het zal de schuld van den
middenstand zeiven zijn, wanneer van overheidswege
niets voor dien stand wordt gedaan.
Eigenbelang noopt dus tot medewerking.
Toch zijn er nog velen die dit niet inzien.
De een vindt zoo'n enquête „toch niks gedaan,"
noemt het zonde van 't papier en beklaagt den en
quêteur.
De ander oordeelt dat zijn zaken niemand aangaan,
en acht het van 's Lands regeering aanmatigend om
zich met zijn affaire te willen bemoeien. Gewoonlijk
vindt men onder deze laatsten de menschen die klagen
,dat het tegenwoordig alles voor den werkman is."
Een derde begrijpt het nut van zulk een enquête niet.
Met dezen valt te praten en negen van de tien keer
treft ge het hem te kunnen overtuigen, en vullen ze
gaarne de lijsten in. Dat bleek op verscheidene vakpa-
troonsvereenigingen, waar te voren het doel en het
nut der enquête was in het licht gesteld.
Nu zijn er ook en hun getal is niet gering die
overal, en ook achter deze enquêtelijsten het belasting-
spook zien. De controleur zit er naar hunne meening
achter.
Oppervlakkig beschouwd, valt dit niet te verwonde
ren.
Hoe er ook met het belasting-wezen wordt omge
sprongen, steeds draait, beweren sommigen, het er op
uit dat de middenstand onevenredig zwaar wordt be
last. Wel zeggen mensehen zonder verstand er van
dat de winkelier en patroon het toch alles weer op zijn
klanten verhaalt, maar dezulken weten nu eenmaal
niets van de toestanden in het kleinbedrijf.
Vandaar dat velen bij oppervlakkige kennisname dei-
enquête al spoedig gaan denken aan een nieuwe ma
nier om den kleinen zakenman te treffen in zijn
beurs.
Ook deze wangedachte moet wijken.
De Middelburgsche enquêteur immers is iemand die
met onze belastingen in geen enkel verband staat en
er niets aan toe of af kan doen of iemand meer of
minder wordt belast.
Bovendien wordt in de vragenlijst zelve de vraag
gesteld of er van wege den Middenstand reden tot
klacht is over gemeentelijke of Rijksbelastingen.
Onze voorlichter' heeft dan ook bij de invulling zij
ner lijst er op gewezen, dat een der kenmerken, die
ons gemeentelijk belastingwezen aan de hand doet om
te komen tot den ambtshalven aanslag, is de woning-
van den belasting-schuldige. Kan dat mogelijk in het
algemeen een billijke maatstaf zijn, hij is schreeuwend
onbillijk wanneer die ook voor den middenstand geldt.
De enquête bedoelt dan ook, in plaats van belasting
verzwaring, eerder gelijkmaking van den druk te be
vorderen, en in elk geval geeft ze den middenstand de
gelegenheid bij de overheid te klagen, als die belasting
druk onrechtvaardig is.
Wil men dan ook verbetering verwachten in veel
verkeerde toestanden; wil men den middenstand bewa
ren voor ondergang, dan met vertrouwen enquête en
enquêteur tegemoet getreden.
Dat deden reeds tal van personen en vereenigingen
in Middelburg en zoo staat men ook elders.
Wie nu niet medehelpt, verbeurt het recht om later
te klagen.
De middenstands-enquête, in het leven geroepen op
verzoek van dien stand zeiven, bedoelt het zelfstandig
voortbestaan en de welvaart van den middenstand te
bevorderen.
Laat daarom elke middenstander spreken nu het nog
tijd is.
MODELBOERDERIJ VAN GEITEN.
Met het oog op de groote kindersterfte, hoofdzake
lijk bij zuigelingen van de arbeidende klasse, hetwelk
meerendeels het gevolg is van slechte voeding door
het gebruik van ongekookte melk, daar de arbeider
niet in de gelegenheid is de melk te koken, wijl dit
tijd en geld kost, wil jhr. H. M. A. J. van Asch van
Wijck te Amsterdam een modelboerderij van geiten
oprichten. Waar, naar hij beweert, onze koeien tien
op de duizend maar vrij van tuberculose zijn en deze
vreeselijke ziekte bij geiten zeer zelden voorkomt, en
de geit zoodra zij ziek wordt bijna geen melk meer
geeft en geiten veel goedkooper zijn en minder voed
sel kosten, heeft hij het plan opgevat deze modelboer
derijen van geiten op te richten in de nabijheid van
groote steden.
BLIJVENDE IIULDE AAN MULTATULI.
In Mei van dit jaar zal het een halve eeuw zijn ge
leden, dat Multatuli (Eduard Douwes Dekker) de Ne-
derlandsche letterkunde met zijn „Max Ilavelaar" ver
rijkte. Het hoofdbestuur van de Vereeniging tot be
vordering der Vrije Gedachte „De Dageraad," dit
tijdstip het geschiktst oordeelende om de nagedachte
nis aan Multatuli door een blijvende hulde te eeren,
riep een vergadering samen van mannen en vrouwen
van uiteenloopende richting om te geraken tot de be
noeming van een comité, waaraan de uitvoering dei-
plannen zou kunnen opgedragen worden.
Deze vergadering had gistermiddag in de „Kunst
zaal" van Krasnapolsky te Amsterdam plaats en zij
was druk bezocht.
Na uitvoerige beraadslagingen werd er een commis
sie als volgt samengesteld: Mej. Marie Berdenis van
Berlekom, mr. C. Th. van Deventer, W. Havers, voor
zitter en J. G. Götze, secretaris van „De Dageraad,"
mr. J. N. van Hall, M. Wibaut, dr. Hendrik Mul-