DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 28 Honderd en twaalfde Jaargang. 1910. DONDERDAG 3 FEBRUARI. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehulve op Zon- en Feestdagen uitgegeven. Abonnementsprifs per 3 maanden voor P /knEaar I franco door het geheele Rijk f 1,e M ynderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat, Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/k HERMs. COSTER 8» ZOON, Voordam C 0. O VOOR TOEKOMSTIGE OHDERWIJS- KRAOHTEH. ALRMAARSCHE COURANT. I Tl--- ,.JJX J - -■■.NU. .T.1' ALKMAAR, 3 Februari. De beer Bebel, de bekende leider der söciaal-demo- eratiacbe partij in Duitschland wordt in deze maarfB zeventig jaar. Voor deze gelegenheid beeft bij een terugblik geslagen op den afgelegden weg, een boek geschreven „uit mijn leven," dat ook buiten den kring van zijn partijgenooten belangstelling zal vinden. Het eerste deel is thans te Stuttgart verschenen. De schrij ver verklaart in het voorwoord een kroniekschrijver te willen zijn, die zijn fouten en misslagen onbeschroomd aanwijst. De heer Bebel heeft een hard leven achter den rug, maar dat verhindert hem niet zijn verhaal een humoristisch tintje te geven, waar daartoe aan leiding is. Spottend vertelt hij bijv. dat hij als oppo sitie-man en wetsovertreder in de wereld is gekomen. Zijn vader was Pruisisch onderofficier en de kleine August werd geboren in een veilige kazemat der ves ting Deutz-Köln en de kleine August opende voor het eerst de oogen juist toen het signaal geblazen werd, dat iedereen op de vesting ze sluiten moest, en hij verhief dadelijk zijn toen reeds krachtige stem, hetgeen in strijd was met de Koninklijk Pruisische voorschriften. Hij was bij de keuze zijner ouders niet gelukkig geweestzij hadden het arm èn hij leerde het leven niet van de aangenaamste zijde kennen. Zijn vader had veel te lijden onder de behandeling van de officieren, zoodat hij, hoewel zeer lijdzaam, eens te gen zijn vrouw zeide, dat wanneer er oorlog kwam tus- schen Frankrijk en Pruisen de eerste kogel, die hij verschoot, voor een Pruisisch officier bestemd zou zijn. De vader overleed spoedig en de moeder trouwde met zijn broeder, niet zoozeer uit liefde dan wel uit prac- tische overwegingen. De stiefvader was bewaarder van een gevangenis en nu kreeg de jonge August staaltjes van onmenschelijke behandeling van gevan genen te zien. Enkele jaren slechts heeft het huwe lijk geduurd, immers weldra overleed de vrouw. Bebel was toen 13 jaar. Hij spreekt thans met zeer groote liefde over zijn moeder. Ook voor de andere men- schen, die hem een harde maar een eerlijke jeugd heb ben gegeven, heeft de grijsaard menig van dankbaar heid getuigend woord. Men,weet dat hij schrijnwer ker geworden is en aan de politiek deed dat doet denken aan de levensloop van een vroegeren afgevaar digde in ons land, den heer Heldt. Op het stichtings- feest van een ontwikkelings-vakvereeniging te Leipzig hield de heer Bebel een feestrede, waarin bij zich te gen bet algemeene, geheime en directe kiesrecht uit sprak, omdat de arbeiders daarvoor nog niet rijp wa ren. Verschillende kameraden waren het beelemaal niet met hem eens, daarentegen vond hij steun bij een meisje, dat met haar broer het feest bezocht. Dit meisje is later Bebels vrouw geworden. Ziehier hoe hij over zijn huwelijk schrijft: „Voor een man, die in het openbare leven met een wereld van tegenstanders overhoop ligt, is het niet onverschillig wat voor een geesteskind de vrouw is, die aan zijn zijde staat. Zij kan een steun en een be vorderaarster van zijn streven of een blok en een rem daarvoor zijn. Ik kan gelukkig zeg'gen, dat mijn vrouw tot de eerste categorie behoorde. Zij was de doch ter van een grondwerker en was op een modeatelier werkzaam. Wij verloofden ons in den herfst van 1864, kort voor den dood van haar brave moeder, en trouwden in het voorjaar van 1866. Ik heb mijn hu welijk nooit behoeven te berouwen. Een meer liefde rijke, opofferende en onzelfzuchtige vrouw had ik niet kunnen vinden. Dat ik deed wat ik gedaan heb, is in de eerste plaats slechts mogelijk door haar onvermoei de zorg en hulpvaardigheid. En zij heeft vele moeie- lijke dagen, maanden en jaren moeten doormaken, voordat eindelijk het zonnetje van kalmer tijden scheen. Een bron van geluk en een troost in baar moeielijke uren werd voor haar ons dochtertje dat in 1869 gebo ren werd. Aan den voormiddag van den heugelijken dag zat ik in de kamer voor mijn schrijftafel en wachtte hoogstopgewonden op de blijde gebeurtenis, toen aan de deur geklopt werd en op mijn „binnen" een heer in de kamer verscheen, die zich als advocaat Albert Iriiger voorstelde. Trag-ers naam was mij reeds door zijn gedichten in de Gartenlaube en zijn optreden in bet openbaar bekend. Ha onze kennismaking zeide Trager verbaasd: „U is nog een jonge man, ik dacht dat u een oud, welgesteld heertje zou wezen, die zijn beroep er aan gegeven heeft en nu voor zijn pleizier aan politiek doet." Ik stond in mijn gewone groene werksebort voor hem en antwoordde glimlachend „Zoo als U ziet, vergist U zich." Wij spraken met elkaar, totdat ik in de aangrenzende kamer het ver wachte kindergeschreeuw hoorde. Hu was ik niet meer te houden. Met enkele woorden lichtte ik Trager in, waarna hij mij hartelijk geluk wenschte en vertrcA." Haast het particuliere leven staat het politieke. De objectiviteit, waarmede de schrijver dit laatste behan deld, wordt ten zeerste geprezen. Met groote waardee- ring spreekt hij over verschillende mannen, die later zijn tegenstanders werden. Den feilen strijd tusschen de partijen schetst hij zonder een scherp woord te be zigen, maar ook niet uitvoeriger, dan hem als eerlijk kroniekschrijver geoorloofd is. In dit opzicht kunnen kleinere voorgangers van andere partijen aan hem een voorbeeld nemen.Zouden er niet heel wat voor vechters in het politieke strijdperk te midden van het aanvurend gewoel en gejoel anders denken en spreken en handelen, dan zij op rijperen leeftijd en na meerde re levenservaring zouden doen? EERSTE KAMER. Bij de voortzetting der algemeene beschouwingen verklaarde de heer Laan (lib.), dat het hem ver heugd had, dat de land- en tuinbouw zelfstandig zijn opgetreden ten aanzien van de ongevallenwet. Wat de defensie betreft, beval spreker aan klein materiaal en afwerking der stelling van Amsterdam, waardoor wij tijdig klaar kunnen staan om onze neu traliteit te handhaven. De minister van binnenlandsche zaken, de heer Heemskerk deelde mede, dat een ontwerp-ziekte- verzekering binnenkort zal inkomen, evenals een ont~ werp kustverdediging en een ontwerp tot een wijziging der militiewet 1901. Spreker wees er op dat ook op het schip in zee bij de marine gelegenheid gegeven moet worden om een godsdienstoefening bij te wonen en dat een minister van marine, welk geloof hij ook heeft als overheids persoon er rekening mee heeft te houden, dat het ge loof op de vloot wordt gebracht. Ten aanzien van de eedskwestie wil de regeering dat er regelen worden gesteld ter bepaling van de ge moedsbezwaren en aan den rechter overlaten te beslis sen in hoeverre de gemoedsbezwaren tegen het afleg gen van den eed gegrond zijn. De minister van financiën, de heer Kolkman zeide dat commissarissen van politie, burgemeesters, secretarissen en secretarie-personeel niet in het rijks pensioenfonds kunneb worden opgenomen. Spreker hoopte echter mettertijd alle gemeente ambtenaren te kunnen helpen. In den loop van het jaar zal het rapport der ter dezer zake benoemde com missie het licht zien. In verband met den toestand der financiën betoog de de minister dat de anti-zuinigheidsbacil ook hier welig tiert, steeds worden hooger tractementen ge vraagd en ook uit den militairen hoek waait een wind om de uitgaven te verhoogen. De stagnatie in de stij ging der middelen van het jaar 1908 is men nog niet te boven. Kinderwetten, pensioen en onderwijs vorde ren allen groote uitgaven. Belastingverhooging is niet te ontgaan. De opcenten zullen verdwijnen bij de in voering eener inkomstenbelasting en de verhooging van den drankaccijns is bestemd tot verlaging van de suikerbelasting. Komen de sociale wetten, dan zal gezorgd worden dat het tarief er is om de kosten te betalen. Op de spreker onbekende lijnen van geleidelijkheid, waarover de heer van Hierop sprak, geeft de Hederlandsche bank geen geld. Hadat de algemeene beschouwingen waren gesloten werd hoofdstuk II (hooge collegiën) zonder debat of hoofdelijke stemming aangenomen. Aan de orde werd gesteld hoofdstuk IY Justitie. De heer Van der Feltz (lib.) betoogde de wenschelijkheid van een bepaling dat uitreiken van brieven aan minderjarigen kan geschieden aan den voogd, om te voorkomen dat kinderen brieven ontvan gen van ouders die uit de ouderlijke macht zijn ont zet. De heer van Leeuwen (lib.) drong aan op ver betering en uitbreiding der crimineele statistieken ter voorkoming van onjuiste gevolgtrekkingen, zooals door den oudminister Loeff in de Tweede Kamer ten aanzien van Amsterdam is gedaan. De heer Kist (lib.) betoogde daarentegen dat de heer van Leeuwen den heer van Loeff ten onrechte aanviel. Heden voortzetting. STAATSCOMMISSIE GROHDWETS- HERZIEHIHG. Haar het Vad. verneemt, zal eerstdaags in de Staatscourant verschijnen het Kon. besluit houdende de benoeming der Staatscommissie tot voorbereiding van de Grondwetsherziening. Is het blad goed inge licht dan zal de minister Heemskerk zelf als voorzitter van die Oommissie optreden. WATERSHOOD IH FRAHKRIJK. Te Amsterdam heeft zich thans een groote commis sie gevormd om gelden in te zamelen voor de slachtof fers van den watersnood in Frankrijk. De Handels maatschappij heeft reeds 5000 gegeven. Onze Eeuw bevat een opstel van dr. J. M. C. Mou- ton over Man en Vrouw, waarin hij beschouwingen geeft naar aanleiding van een vergelijkend overzicht van den gezondheidstoestand der onderwijzers en on derwijzeressen aan de volksscholen in eenige Duitsche steden. Aan het slot ervan komt de schrijver o.a. tot deze gevolgtrekking: „Degeen, die zich aan het geven van onderwijs wil wijden, handelt in zijn (haar) eigen belang door zich van te voren door daartoe bevoegde personen te laten voorlichten of zijn (haar) physieke, intellectueele en karakter-eigenschappen hem (haar) daartoe geschikt doen schijnen." RECHTZAKEN. ARROHDISSEMEHTS-RECHTBAHK TE ALKMAAR. Zitting van den lsten Februari. Inbraak. Als eerste getuige stond terecht Jacob van B., 't laatst verblijvende in Duitschland, thans gedétineerd, beschuldigd van in den nacht van 5 op 6 Hovember - 1907 bij mej. Duinde Groot te Spanbroek te hebben ingebroken, door de ruiten te vernielen en daar door j te kruipen. Beklaagde bekende en gaf een zeer uitvoerige be schrijving van zijn zwalken en tobben, waaruit bleek, dat hij in den bewusten nacht bij mej. de wed. Duin de Groot, ten einde raad, had ingebroken en daar 1.50 had weggenomen. Verschillende getuigen bevestigden deze toedracht van deze zaak. De Officier van Justitie, wijzende op het verleden van den beklaagde, eischte 3 jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. Prins, beschouwde de daad ge pleegd in abnormalen toestand en vroeg daarom cle mentie. Aanvaring. Klaas K., schipper te St. Maartensbrug, had zich te verantwoorden voor het feit dat hij op 12 Juli 1909 met het vaartuig van Schotvanger in aanvaring was gekomen. De Kantonrechter had deze zaak naar de Arr. Recht bank verwezen, zieh zelf onbevoegd verklarende daar in uitspraak te doen. De schipper van Schotvanger, Arie Vis, verklaarde dat, was hij niet zoo vlug opgetreden, de gevolgen veel erger zouden zijn geweest. De beklaagde verklaarde dat wanneer Vis hem had willen laten voorbijgaan, er niets was gebeurd. De verdediger, mr. J. P. Bosman, deed een techni sche vraag, waarop de getuige zeide, „we maken 't el kaar wel eens meer lastig, juist niet in de vaart, maar meer aan den wal." Hadat nog een paar andere getuigen gehoord wa ren, uitte de Officier van Justitie in zijn requisitoir zijne overtuiging dat hier van de zijde van den be klaagde moedwil in 't spel was en eischte daarom we gens poging tot vernieling van een andermans goed 50 boete of 10 dagen hechtenis. Op grond van technische overwegingen betoogde de verdediger dat de verkeerde persoon hier zou worden gestraft en daarom vroeg hij voor zijn cliënt ontslag' van rechtsvervolging. De officier van justitie handhaafde in zijn dupliek zijne overtuiging dat hier niet van een aanzuiging maar van eene aanvaring sprake is. Mishandeling en afpersing. Jacob M., arbeider te Broekerhaven, thans gedeti neerd stond terecht als beschuldigd den 10 October 1909 Dirk Kok te Enkhuizen te hebben mishandeld en geld afgeperst. Dirk Kok, reeds een bejaard man, verpleegd wor dende in een gesticht, had op den bewusten dag toen hij wandelde een geleider bij zich. Beklaagde kwam op hem af, greep hem bij den schouder, gooide hem op den grond, later in een haag en vroeg om een kwartje. Kok gaf een gulden, de beklaagde wilde 3 kwartjes terug geven maar die had hij niet meer. De getuigen Deen en Boersma bevestigden deze ver klaring, waarna beklaagde bekende dat hij Kok heeft beetgepakt en gegooid maar niet geslingerd en dat hij toen hij hoorde dat Deen een gulden had gekregen er ook een wilde hebben. Hadat de veldwachters, die de zaak onderzocht heb ben zijn gehoord en verklaarden dat de beklaagde toen ook bekende Kok geslingerd te hebben, eischte de of ficier van justitie een jaar gevangenisstraf omdat be klaagde zoo slecht bekend staat. Hij heeft al-15 von nissen achter den rug. Mr. A. M. de Lange meende dat het wettig bewijs niet is geleverd, hetwelk hij op juridische gronden verdedigde en meende dat getuige Deen als medebe- klaagde had moeten zijn gedagvaard. Mishandeling. Cornells B., koopman te Schermerhorn, had in den nacht van 26 op 27 December Gerrit Kuis mishandeld met een knuppel en in zijn duim gebeten. Beklaagde had Kuis om een glas bier gevraagd doch dit niet gekregen. Gerrit Kuis vertelde de geheele toedracht, die door een paar getuigen werd bevestigd, terwijl beklaagde bekende. De officier van justitie eischte omdat beklaagde te veel gedronken schee» te hebben 14 dagen. V e r z e t. Jan Dr., arbeider te Bovenkarspel, had zich den 1 Januari verzet tegen het optreden van den veldwach- ter van der Woning. De officier van justitie eischte nadat het bewijs was geleverd 2 weken gevangenisstraf. j QEMBNQO NIEUWS. UIT HOORH. De heer 8. Brommet te Veenhuizen, is met 1 Maart a.s. benoemd tot commies 2den rang aan de Rijkswerk inrichting. VAH DEH LAHGEHDIJK. De vereeniging van motorschippers van den Langen- dijk en omstreken (H.-H.) heeft besloten aan de daar bij betrokken autoriteiten verschillende grieven, welke zij tegen sommige vaarwateren hebben, bekend te nta- ken. Besloten werd zich aan te sluiten bij de vereeniging „Schuttevaer." Ook zal geadresseerd worden om in sommige gemeenten de maximum-snelheid rarh»*e4 te krijgen. UIT ZUID-SCHERMER. De rijksveldwachter uit de Rijp heeft den man dia de vorige week bij de winkelier V. alhier eenige bood schappen onder valsche voorgevens deed, opgespoord. Het is een zekere A. de G. te Schermerhorn. Pra ces-verbaal is opgemaakt. UIT WIHKEL. Dinsdag vergaderde de Raad der gemeente. Afwezig waren de heeren J. Breebaart K*n. ais P- Wit Ozn. Mede tegenwoordig waren de District*- en da Ar- rondissements-Schoolopziener. De voorzitter opende de vergadering en stelde voor •allereerst tot een besloten zitting over te gaan, waar toe wordt besloten. Ha heropening deelde de voorzitter mede dat op 4a voordracht voor hoofd der o. 1. school in den Groetpol der door B. en W. in overleg met den Districts-school- opziener zijn geplaatst: no. 1. H. Ham, onderwij*»r te Den Helder. Ho. 2. K. Lambo, onderwijzer ta Hoordwijk-Binnen. Ho. 3 J. Loirceé te Den Helder. Overgegaan tot stemming werd no. 1 der voordracht (H. Ham te Den Helder) met 5 stemmen benoemd. De voorzitter dankte den heer schoolopziener voor zijn medewerking en hoopt dat de keupe, voor de ge meente een goede moge zijn. Invoering vrije- en orde-oefeningen. De voorzitter bracht in herinnering in een vorig* vergadering van den Raad besloten is aan de school te Lutjewinkel en in den Groetpolder een overdekta speelplaats te bouwen voor het geven van onderwijs in vrije- en orde-oefeningen. Ha die vaststelling zijn B. en W. te weten gekomen hoe groot verschil bestaat omtrent de vraag of de ge meente tot een dergelijke bouw kon worden verplicht. Blijkens een raadsverslag van den Raad der gemeente Anna Faulowna is die vraag door den Inspecteur op het lager onderwijs ontkennend beantwoord. B. en W. vonden geen vrijheid nu tot uitvoering over te gaan en namen een afwachtende houding aan tot de Raad nader zal hebben beslist. De Districts-Schoolopziener deelde mede, dat de be voegdheid om de gemeente die verplichting op te leg gen niet bestaat, doch het onderwijs moet worden in gevoerd en behandeld als alle andere vakken, zoodat het geven niet van al of geen goed weer afhankelijk mag zijn. Bezwaren tegen het bouwen van een gelegenheid kunnen worden weggenomen door te besluiten het on derwijs op Woensdag- of Zaterdagmiddag te doen ge ven in een gewoon schoollokaal, tijdelijk voor bedoeld onderwijs ruim en stofvrij gemaakt. De Inspecteur op het lager onderwijs spreekt van overdekte speelplaatsen (in het advies van Anna Pau- lowna) meestal vochtig en tochtig. Maar het komt den Districts-Schoolopziener voor, dat daarmede overkappingen bedoeld zijn, aan alle of drie kanten open. Regel zal zijn het onderwijs in de open lucht te ge ven, doch bij ongunstig weer moet er eveneens gele genheid zijn. Te bepalen dat het onderwijs bij ongun stig weer achterwege kan blijven, zou al spoedig ver schil doen ontstaan over de vraag wanneer het weer ongunstig is. De voorzitter kwam het voorstel om op Woensdag en Zaterdagmiddag het onderwijs in vak j te bepalen, onaannemelijk voor, omdat de meisjes dan handwerk- onderwijs hebben, en de schoollokalen moeten worden schoongemaakt. Hij achtte het toch heter de aanbou wingen te doen plaats hebben. Het zou alleen noodig zijn voor Lutjewinkel eu Groetpolder, aangezien voot de school te Winkel ge bruik kon worden gemaakt van het bestaande gym nastieklokaal iu de handwerkschool. De heer Hobel achtte het wenschelijk dit punt aan te houden. Tot aanhouding werd besloten. Ter voorziening in de vacature armvoogd, is door het Algemeen Burgerlijk Armbestuur een voordracht ingezonden, waarop voorkomen: no. 1 Jb. Homan, no. 2 K. Zeilemaker. Uitgebracht werden op no. 1 4 stemmen, op no. 2 1 stem, zoodat no. 1 is benoemd. Bij de rondvraag klaagde de heer Over over den Weereweg, de voorzitter schrijft dit toe aan het voort durende slechte weer, en achtte het afwachten van droog weer voor het opbrengen van grind noodzakelijk. Daarna sluiting. Leendert Sch., landbouwer te Bovenkarspel, hoorde j UIT KOEDIJK. De Raad dezer Gemeente vergaderde gisteren in eveneens wegens verzet tegen het optreden van den voltallige zitting. gemeente-veldwachter Joh. van der Woning te Boven- De commissie tot wering van schoolverzuim deelde karspel in den avond van den lsten Januari een in haar verslag mede dat te Koedijk an Oudorp geen maand gevangenisstraf tegen zich eischen. verzuimen plaats hadden en te St. Pancras 1 kind dat 4 maai verzuimde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1