Damrubriek. J" HOEST en VERKOUDHEID Mevr@uw ontvangt. Long Hersteller. BINNENLAND. Her meest moderne, best bekende en succesvolste geneesmiddel ter wereld tegen W. T. OWBRIDQE, Ltd., Monsters worden gratis en franco toegezonden door den Heer HUISMAN, Javastraat t082, Amsterdam. den derden Dinsdag1 na het verschijnen van het pro bleem aan het bureau der courant moeten bezorgd worden, willen deze geregeld vermeld worden. Wij maken deze opmerking, daar wij vreezen, dat enkele onzer „nieuwe" oplossers hierboven niet figureeren, omdat hunne goede oplossingen ons niet op tijd be reikten. Een oplosser zond ons geen oplossing, omdat er on der No. 220 niet vermeld was of het een 2zet of een 3zet was. Wij erkennen gaarne in dezen in verzuim te zijn geweest, doch hopen dat men ons in het ver volg in een dergelijk geval tijdig waarschuwt. Eenigen van hen, die wij boven missen, waren wer kelijk mis. Deze gaven 1 T dl aan en overzagen, dat er dan na t cl geen mat kon volgen. Wij vermoeden, dat zij, nu zij dit lezen, wel eenigszins knorrig „op hun eigen zeivers" zullen zijn, omdat zij de waarde van dit antwoord van zwart onderschat hebben. Doch wij hebben een aardigen troost voor hen. In een En- gelschen oplossingswedstrijd telt een dual voor één punt, terwijl omgekeerd een onjuist aangegeven dual den oplosser één punt kost. Zeven oplossers in zulk een wedstrijd verloren nu elk een punt, omdat zij een dual hadden aangegeven, die geen dual was. En waar om was het geen dual? Omdat de zwarte dame zich in den vermeenden dual tusschen den zwarten koning en het schaakgevende stuk plaatsen konM. a. w. er was geen sprake van een dualmat. Hoe is het mo gelijk? zal men vragen. Wij antwoorden: bij de op lossers en componisten van schaakproblemen schijnt alles mogelijk. Wij hebben bijv. eens een éénzet gepu bliceerd o. a. omdat de redacteur der probleemrubriek voorwaar niet de eerste de beste hem kalm had laten passeeren. Nu moeten onze lezers niet denken, dat wij ons door deze opmerking willen vrijpleiten. Yolstrekt niet! Doch wel willen wij doen uitkomen hoe zonderling het is, dat twee personen zich bij zulk een hoogst eenvoudig geval vergissen. Over den wedstrijd „La Stratégier", waarin No. 223 mededong, hebben wij al het noodige gezegd, naar wij meenen. Even willen wij intusschen in herinnering brengen hoe het jurylid Barry 40, Pospisil 47 en Clerc 19 tweezetten had beoordeeld ên punten gegeven, zoo dat het probleem, door hen het laagst gesteld, resp. op de 40ste, 47ste en 19de plaats kwam. Aangezien er nu problemen voorkwamen, door het eene jurylid hoog geplaatst en door het andere in het geheel niet beoordeeld, stond, gelijk wij reeds vroeger meldden, de heer Alain C. White voor de moeilijkheid welke plaats hij die niet beoordeelde problemen moest geven. Hij hakte den knoop door en gaf aan elk pro bleem dat niet door Barry beoordeeld was de 41ste plaats. Zoo kreeg een dergelijke opgave bij Pospisil de 48ste, bij Clerc de 20ste plaats. Een dusdanige handelwijze schijnt wel noodig waar onderlinge gedaclitenwisseling der jury buitengesloten is, doch past men haar toe, zoo komt o. i. sterk uit hoe verkeerd het is indien een jury haar eindoordeel vast- steld zonder hierover te confereeren, hetzij dan schrif telijk of mondeling. Want neem nu bijv. den eerv. vermelden 2zet van wijlen Slater, die de 22ste plaats behaalde1) met Bar ry 1 Pospisil 45 en Clerc (20).2) Clerc had er over gezwegen en dus besliste de heer White, dat deze hem op de 20ste plaats had gedacht, waar nadere gegevens ontbraken. Nu is het intusschen heel goed mogelijk, dat C., toen hij deze beslissing las, tot de conclusie kwam, dat hij dien 2zet indertijd niet op de 20ste, doch op de 38ste plaats had gesteld, in welk ge val déze 2zet geen onderscheiding had bekomen. Bij No. 223 gooide Pospisil roet in het „probleem"- eten, hetgeen uit de. staat der beoordeeling blijkt, n.l. B. 17, P. (48), C. 183). Had nu het toeval gewild, dat Clerc had geoordeeld als Pospisil en omgekeerd, dan was de score geweest B. 17, P. 18, C. (20), daal de heer White uit het rapport van den heer Clerc niet kon weten, dat deze hem eigenlijk op de 48ste plaats had gedacht. Het gevolg zou dan geweest zijn, dat de 2zet op de 18de plaats was gekomen eneervol vermeld. En dit was dan eigenlijk al heel dol geweest, want de beoordeeling der jury had in dat geval niet ver- Schild van de werkelijke. Alleen: men was nimmer te weten gekomen dat de score eigenlijk was: Barry 17, Pospisil 18, Clerc 48 2) Er werden in het geheel 23 2zetten onderschei den. 2) Waarvan het gemiddelde 22 is. 3) Gemiddelde28. „Brigitte, je moet het salon vanmorgen flink doen. Doe nieuwe kaarsen op de piano, en dan haal je rozen en lelietjes van dalen bij den bloemist en alles moet in anderhalf uur klaar zijn. O javergeet niet, den bouilloir op te. poetsen, want ik ontvang vandaag." „Best, mevrouw." Het meisje gaat heen en haar meesteres gaat voort zich te kleeden. Anna Roussot sedert zes weken mevrouw Monte- neux was 'n allerliefst vrouwtje van 20 jaar nau welijks, brunette met mooie, heldere blauwe oogen, ge trouwd met een employé van de credietbank, die zon der veel moeite 6000 francs per jaar verdiende. Zij ging van haar toiletkamertje naar haar kamer. Levendig, vroolijk, als een vogeltje fladderend van tak op tak. Eensklaps dreef een wolkje over haar voor hoofd. Zij had iets vergeten. „Brigitte," riep ze. „Mevrouw." „Zeg den concierge, dat hij de menschen, die naar mij vragen, naar boven laat gaan; dan moet je het gas op de gang aansteken, opdat de menschen beter kun nen zien. Alles moet goed in orde zijn. Vergeet niet, dat ik ontvang." „Ik ontvang." Zij had die woorden gezegd, terwijl zij haar kleine gestalte oprichtte, zooals men op het theater zegt. „Ik ontvang," maar er was ook niets vreemds in, dat zij er pleizier in had. Stel u voor, den eersten keer. Een paar dagen geleden was zij met haar man bij de Perrins geweest, vrienden van hem. Men had ge danst, gezongen, zij had een stuk op de piano gespeeld, blijde van te worden toegejuicht, blozend over de flau- wigheden, die jonge menschen haar toefluisterden, uitgaande van het principe dat een getrouwd vrouw tje, hoe jong ook, allfes mag hooren. Een van hen had haar gevraagd, wanneer haar ont vangdag was, en zij had bij toeval maar Donderdag ge zegd, daar zij er nog niet eens aan had gedacht, den korten tijd, dat zij getrouwd was. Voordat zij heenging van de Perrins, lichtte zij haar nieuwe kennissen in. „Ik ontvang Donderdag, weet u, Donderdag." En vroolijk ging zij met haar man terug naar hun liefdesnestje. „Laat je bureau tegen vier uur varen; kom dan bij mij in 't salon en drink dan een kop thee mee met een taartje." Mijnheer had het beloofd, ofschoon hij veel liever een anderen dag had gekozen om vrijaf te nemen en dan alleen tegenover zijn vrouw te zitten. Ondertusschen ging Brigitte, geheel onder den in druk van het gewichtige doen harer meesteres, bij de winkeliers in de buurt rond om haar boodschappen te doen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN MOFLCVCRANCltR. lïrMdge; Onmisbaar voor Sprekers, Zanoers en alle, die aan Zwakheid der keel lijden. WAARSCHUWING: Eiach beslist ..Owbrldfo1" •o neem geen andere. Hall* de beite, goedkoopste en velligtte weg itrgaoeïlng. Vervaardigd door Fabrikanten, The Laboratory, HULL. Gevestigd 1874. Verkrijgbaar tegen 67X cents bi) alle Apothekers en Drogisten of bij den Agent W P HÜISMAH, iavastraat 82, Amsterdam. OWBRIDGE's LONOHERSTELLER i« o. verkrijgbaar te Alkmaar bjjNIE ROP 8LOTHOUBER, L«iir*atraa-te IJmuiden bij H. SANT, Willemiplein, H. SUK, Bloematraat ta Vel uer oord bg: H. SUK, in drogerijen. Eerst de bloemist. ,,'t Zijn rozen met lange stelen, die mevrouw moet hebben, en dan lelietjes van dalen, en de bloemen moeten heel frisch zijn, want ziet u, mevrouw ont vangt." Toen de banketbakker. „Brengt u de taartjes tegen vier uur; mevrouw ont vangt." Anna Monteneux, die alleen dejeuneerde, haastte zich met eten en trok daarna een geklemde japon aan. Zij aarzelde lang tusschen rose en blauw, maar be sliste voor bet laatste. Het was een wedstrijd met de klok; al vijf minuten over tweeën, en zij was nog in haar corset, met haar laarsjes niet toegeknoopt. „Mijn hemel, als er eens iemand kwam." Drrring! een hard© schel. „Brigitte, laat ze in 't salon, en kom me dan helpen, want ik kom nooit klaar." Maar het was de jongen miet gebakjes. Eindelijk was het toilet in orde. Anna trad majestueus het salon in, en wierp een snellen blik over alles, of hot in orde was. 't Was eer een alcoof dan een salon. Het kleine vertrek vormde een hoek tusschen twee straten. Een enorme canapé nam er ©en derde deel van in, en de piano eveneens; wat er overbleef stond vol stoelen en tafels, zoodat het jonge vrouwtje zich afvroeg, waai de gasten hun beenen moesten laten. En hoe zou het gaan? „Kom, laat me eens repeteeren." En daar begint het jonge 'vrouwtje heel alleen te pra ten. De deur gaat open, iemand komt binnen. „Dag me vrouw." „Dag mijnheer," antwoordt zij, „wat lief van u, mij te komen bezoeken; maar gaat u toch zitten." Dat gaat heel goed tot nu toe, maar waarover zullen we praten? Over het weer? Neen, dat is te banaal. Thea ter? Maar zij heeft geen modestukken gezien. Waar over dan? O ja, over het avondje bij de Perrins. En dan zal de heer van zijn kant ook wel praten. Nu ja, het tête a tête duurt niet lang. Er komen anderen, een dame zeker. O ja, onder vrouwen heeft men altijd wat te praten. En dan komt Jaques binnen. (Jacques is haar man.) Hij zal haar helpen in haar rol van huisvrouw. Dan brengt de meid thee binnen met taartjes en het salon is vol menschen. Zoo zal me vrouw Monteneux haar „five-o'clock" inwijden. In tusschen gaat de wijzer der pendule voort, 3 uur, half vier4 uur. „Bah, men komt laat in Parijs", denkt de jonge vrouw, „ik heb verkeerd gedaan met me zoo te haas ten." Zij begon zich te vervelen; hè, dacht ze, als ik eens piano ging spelen. En zij stond op, maar bij verder nadenken liet zij het denkbeeld varen. Mevrouw Monteneux naderde het venster; de regen viel eentonig in de sombere straat. Een fiacre hield aan den overkant stil; de koetsier, gehuld in zijn mantel met driedubbelen kraag, liet zich natregenen met de stóïcynsche onverschilligheid van menschen, die niets anders kunnen doen. Half vijf. Het begon snel donker te worden; de vormen der meubels vervaagden zich, de donkere partijen smolten weg in de schaduw en het wit verdofte. De lampen moesten worden binnengebracht. Anna schikte ze zoo, dat het licht goed viel, en keerde toen naar het venster terug. De avond viel reeds. Een dikke heer kwam -uit 't tegenover staande huis en klom in de fiacre, die ver trok met de gewone langzaamheid der rijtuigen op 't uur gehuurd. De gedachte aan het uur deed haar op de pendule kijken. Zeven minuten vóór vijven. „Wat, zou de visite niet komen?" De deur ging open, Brigitte kwam binnen met de thee. „Zet maar neer op deze tafel. ZooSteek het lichtje aan om het water te laten koken. Het kan niet lang meer duren of ze komen!" Brigitte gehoorzaamde en ging weer heen. Alleen in haar salon, zat Anna met gespitste ooren en luisterde naar eiken stap op de trappen. Het water zong in den ketel, de taartjes zagen er zoo smakelijk uit, met de glimmende suiker er over heen. Waarom kwamen ze toch niet, die nare visites? Daar was zoo'n lekkere „five-o'clock," zoo'n lieve gastvrouw, die ze wachtte. Neen, maar dom als ze waren, die akelige visites Anna luisterde steeds naar het geluid op de trap. Plotseling sprong ze op, er kwam iemand naar boven; de stap werd steeds zwaarder. De persoon naderde aarzelde zou hij hooger gaan? Och gunst! Neen, hij staat op het portaal stil. Werkelijk, er wordt een sleutel in het slot gestoken en langzaam omgedraaid 't Is Jacques maar haar man, die thuis komt. En toen hij de deur opendeed en binnenkwam, zag hij de thee en de taartjes staan en de petroleumlamp brandde. In de atmosfeer van bloemengeuren zag hij mevrouw Monteneux, die tersluiks twee traantjes afwischte. „Arm, lief vrouwtje!" AAN DE DAMMERS. Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro bleem no. 64. Dit probleem was eenvoudig, maar zeer aardig van ontleding, 't Was zeer zeker ingewikkelder dan pro bleem 63. Maar dat er ook minder goede en zeer ge makkelijke problemen geplaatst worden, is daarom dat lang alle liefhebbers maar niet dadelijk moeielijke pro blemen kunnen oplossen. Vandaar dat wij voor de zwakkere onder de oplossers makkelijke problemen plaatsen. Wij zeggen den heer Bais hier dank voor zijn werkelijk aardig en natuurlijk probleem. Stand van probleem 64. Zw. 10, 17, 18, 22, 26, (dam), 27, 43. W. 9 (dam), 19, 30, 38, 41, 46, 47, 49. Oplossing van den auteur. Wit Zwart 9—25 43 32 47—42 26 48 19—13 18 9 25 26 48 25 49—43 25 48 41—37 32 41 46 37 48 31 26 5 Wij mochten van dit probleem goede oplossingen ontvangen van de heeren D. Bloothoofd, O. Cloeck, D. Gerling, D1. J. Gerling Jr., J. Houtkooper, J. M. Hout- kooper, J. J. Hubelmeijer, H. Doom, C. Hartland, B. D. de Roos, T. W. Roderwijn, M. F. van Rijsens, D. Winkel en A. Klinkhamer, allen te Alkmaar; P. Bak ker te Schagerwaard, S. Homan te Wijde-Wormer, II. E. Lantinga te Haarlem en T. v. d. Velde te Huis waard. Van probleem 63 nog van J. J. Hubelmeyer en T. W. Roderwijn te Alkmaar. Slagzetten in de opening. (Vervolg.) Men spele uit de aanvangspositie voor wit en zwart de volgende zetten: 1. 33—28 1. 18—23 2. 39—33 2. 12—18 3. 31—27 3. 17—21 4. 34—30 4. 20—24 5. 44—39 5. 21—26 6. 5044 6. 11—17 7. 40—34 7. 14—20 Van beide zijden zijn de 20 schijven nog op 't bord en toch is bij den 7en zet reeds een slagzet mogelijk. Wit speelt: 27—21 16 27 32 12. Speelt zwart nu 23 32, dan wint wit 4 schij ven door 12 25 en 38 27. Speelt zwart 8 17, dan wint wit drie schijven door 3025 en 25 21. Ook in de volgende opening is deze zet mogelijk na den 8en zet van zwart Wit Zwart 1. 33—28 1. 18—23 2. 39—33 2. 12—18 3. 44—39 3. 7—12 4. 31—27 4. 17—21 5. 34—30 5. 20—24 6. 39—34 6. 21—26 7. 49—44 7. 12—17 8. 44—39 8. 14—20? Ook nu speelt wit weer 2721 en 82 12. Zwart heeft nu drie antwoorden. Op 23 32 of 8 17 verliest hij weer 4 of drie schij ven. Het derde antwoord 18 7, waarop wit antwoordt 3025, 25 23, 32 28, doet zwart sleohts 2 schijven verliezen. (Wordt vervolgd.) In onze volgende rubriek wordt deze zet afgehan deld met een voorbeeld nog voor wit en een voorbeeld van winst voor zwart. Twee slagzetten in de partij. De heer P. Beers Kz. te Heer Hugowaard zond ons de beide volgende slagzetten, door hem in beide par tijen gemaakt met wit: (14 Zw. 3, 5, 6, 9, 10, 13/19, 22, 23, (14 schijven). W. 24, 25, 27, 30/33, 35, 37, 38, 42, 43, 48, 49, schijven). In dezen stand speelde wit als volgt: 27—21 16 36 37—31 36 27 32 12 18 7 33—28 22 33 38 18 13 22 24 41! Voor zeker een heel aardige zet, die gerust niet zoo eenvoudig is, als hij er uit ziet. 't Zien van slagzetten in de partij is moeielijk. Slagzet No. 2. Zw. 3, 10, 11, 12, 16, 17, 19, 24, 20. W. 28, 32, 33, 35, 37, 40, 44, 45, 50. Wit Yond in dezen stand zeer zeker een aardige leer zame manier om de aanlokkelijke damslag op ruit 5 te maken. Wit speelde: 35—30 24 35 44—39 35 44 45—40 44 35 28—22 17 28 32 5!! Als probleem geven wij voor de echte liefhebbers een zeer fijn stukje werk van onzen bekenden J. Noo- me Mz. uit Purmerend. Dit werkelijk mooie probleem zal beslist velen aangenaam zijn. Wij hopen onze lezers nog meermalen op zoo'n pro bleem te vergasten. Probleem No. 65 van J. NOOME Mzn.,Purmerend. Zw. 4, 8, 9, 11, 13, 15, 18, 19, 22, 28, 24, 28, 31. W. 25, 26, 32, 33, 34, 35, 37, 39, 42, 44, 47, 49. Oplossingen vóór of op 17 Februari bureau v. d. blad, CORRESPONDENTIE. F. W. R. te A. Uw oplossing van No. 63 kwam eerst heden in ons bezit, waarom wij hem dan ook heden verantwoorden. C. H. te A. Zal uw schrijven nazien. GEHEMil) NIEUWS. UIT DE RIJP. (Vervolg Gemeenteraadszitting). De voorzitter geloofde niet dat dit juist de bedoe ling der vroedvrouw is. Maar ook al heeft zij nu bij 2 of 3 menschen wat te veel gerekend in het afgeloopen jaar, en daarom gaat het toch, dan zou spreker haar liever raden: geef die menschen dat te veel betaalde terug en laat de juffrouw overigens vrij. Andere klachten zijn er toch niet ingekomen en maakt ze het te bont, dan kunnen de menschen toch bij B. en W. klagen. De heer van Vloodorp zeide dat wanneer de men schen bij een lid van den Raad klagen over te hooge eischen der vroedvrouw, die menschen dit meest in een gewoon gesprek doen en liever geen officieele klacht indienen. Spreker zal er zich dan ook wel voor wach ten hier de namen dier menschen in het debat te bren gen. De voorzitter bleef het vreemd vinden dat die men schen niet bij B. en W. komen. Overigens is hij er blij om geen Raadslid te zijn, want stelt hij zich op het standpunt van raadslid, dan zou hij van al die laster praatjes niets moeten hebben en antwoorden: ga naar B. en W. Of anders kan een raadslid audiëntie bij het College van B. en W. aanvragen, en daar zelf de klacht overbrengen. Een lid van den Raad heeft bij dat College nog wel zooveel vertrouwen dat hij een dergelijk geval kan bespreken zonder namen te noe men. Nogmaals, het gaat hier alleen omdat de juf frouw in het afgeloopen jaar in de oogen van enkele Raadsleden wat te veel heeft gerekend in een paar gevallen. De heer van Vloodorp: Mijnheer de voorzitter, nu zoudt u mij werkelijk boos maken. U weet te goed, dat deze vroedvrouwenzaak reeds vele malen, zelfs 4 a 5 jaren terug, in besloten zittingen is besproken en dat het daar het meest ging om het feit dat er beta ling plaats moest hebben voor gevallen, waarvan wij allen overtuigd zijn dat er gratis hulp had moeten worden verleend. U heeft dat toen zelf onderzocht. De voorzitter: Juist mijne heeren. Uw voorzitter en uw burgemeester is toen zelf op onderzoek uitge gaan en heeft daarmede getoond dat hij voor de be langen van de gemeentenaren opkwam. De ftëer van Vloodorp weet heel goed welk gezin hij op het oog heeft en de toestand van dat gezin was inderdaad zoo, dat er steun noodig was. Hoewel hier niets ter zake doende, kan ik zeggen daar persoonlijk gestormd te hebben. De heer Rot zeide dat B. en W. een nieuw voorstel hebben. De voorzitter zeide dat B. en W. voorstellen de laat ste wijziging in te' trekken en de oude instructie onge wijzigd te handhaven. Hij stelde voor dit als het vér strekkend het eerst in stemming te brengen. De heer van Vloodorp ontraadde dit. Immers, zeide spreker, stelt dat er voor uitstel hier een meerderheid

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 6