DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en twaalfde Jaargang.
No. 37
1910.
Deze Courant wordt eiken avond» behalve op Zon- en
Feestdagen» uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P jkmaar I franco door het geheele Rijk f 1,
Af aderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan dt N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
MAANDAG
o—
14 FEBRUARI.
Uit Hof- en Hoofdstad.
BINNENLAND.
1f®tei©®JsonffiWH!ar
GEMENGD NIEÜ IV S.
ALRMAARSCHE COURANT.
~gyr-T"
ALKMAAR, 14 Februari.
In politieken zin gesproken is de afgeloopen week
vrij bewogen geweest.
Wat nog nimmer in Duitschland is gebeurd, is thans
geschied: men heeft in de Pruisische Kamer van af
gevaardigden den rijkskanselier v. Bethmann Hollweg
uitgefloten. Diens Donderdag gehouden rede ter ver
dediging van het ontwerp tot wijziging van het
kiesrecht maakte niet den minsten indruk. Zij-kwam
neer op het verheerlijken van in Pruisen bestaande
zeer verouderde toestanden. Drie dagen is er daarna
gedebatteerd en het slot is geweest, dat het ontwerp
is gesteld in handen van een commissie van 28 leden.
Gisteren hadden er te Berlijn 84 sociaal-democrati
sche protest-vergaderingen plaats. De regeering had
in verband hiermede bijzondere maatregelen genomen
en het heette dat de troepen in de kazernes geconsig
neerd waren, verscheiden compagnieën tot zeven uur
's avonds gereed stonden om uit te rukken en de poli
tie zou worden bijgestaan door onderofficieren. De-
politie-president van Berlijn, v. Jagow had de volgen
de bekendmaking gepubliceerd:
„Er wordt het „recht op de straat" verkondigd.
„De straat dient alleen voor het verkeer.
„Bij tegenstand tegen de staatsmacht zal van de
wapens gebruik gemaakt worden.
„Ik waarschuw nieuwsgierigen."
Deze bekendmaking werd in de Berlijnsche Zondag
ochtendbladen afgekeurd. Het Tageblatt noemt haar
een misstap en zegt, dat zij juist een bijzonder pijn
lijken indruk moet maken, nu het voor de rechtbank
geconstateerde absoluut onbetamelijke en willekeurige
optreden der politie aan den avond der Ferrer-betoo-
gingen nog in geenen deele vergeten is. Het blad con
stateert dat er èn in het hoofdbureau van politie èn in
het ministerie koelbloedigheid ontbreekt, en besluit
zijn beschouwing aldus: „Wij hopen dat de dag van
heden zonder ernstige gebeurtenissen zal voorbij gaan,
dat dë Berlijnsche arbeiders hun bezonnenheid zullen
bewaren en dat ondanks de ongehoorde uitdaging, zoo
als men het jegens het volk vijandige en smadelijke
kiesrechtontwerp van den heer v. Bethmann Hollweg
moet noemen, de orde nergens zal worden verstoord.
Een volk, dat zijn recht werkelijk doorzetten wil, zal
ook zonder straatlawaai triumfeeren over een regee
ring, welke reeds heden alle helderziende elementen in
Duitschland beschouwen als het „ware publieke ge
vaar."
Ongeveer dezelfde woorden gebruikt de Morgenpost
„De dag van heden is begonnen met een bedenkelij-
ken misgreep van de overheid. Wij hopen vol ver
trouwen, dat de bezonnenheid der bevolking de bloe
dige gevolgen van deze fout zal voorkomen, die
zooals de dingen bij ons nu eenmaal zijn zich niét
tegen de politie, maar tegen de kiesrechtbeweging van
het volk zonden keeren. Het recht van het volk wordt
ten slotte ook zonder straatbetoogingen overwonnen 1"
De dag is te Berlijn nog al rustig verloopen. De po
litie heeft de betoogers verhinderd zich tot een groote
massa aaneen te sluiten en belet, zich naar het cen
trum der stad en in de omgeving van het koninklijk
paleis te begeven.
Tegen den avond kwam het op de Kroonprinsbrug
tot een botsing tusschen politie en 400 meest jongere
betoogers, van wie de politie, door scheldwoorden en
steenworpen geprikkeld, drie personen verwondde.
En in de voorstad Bixdorf kwam de politie in bot
sing met de menigte, waarbij twee politieagenten door
steenworpen werden gewond. Zij werden niet ernstig
gekwetst.
Ook in andere steden is betoogd, ook daar waren bij
zondere maatregelen tegen het verstoren van de orde
genomen, ook daar is het over het geheel goed afge
loopen. Te Duisburg en Koningsbergen echter dreef
de politie de betoogers met de blanke sabel uiteen,
waarbij verscheidene personen werden verwond. Eenige
arrestaties hadden plaats.
En te Halle a. d. Saaie vielen na de kieswet-betoo
gingen ongeveer 2000 betoogers de politie aan, die
de sabel trok. Velen werden er gekwetst.
In de Russische Doema is het eveneens stormachtig
toegegaan en men heeft er tenslotte Maandag het lid
Markoff wegens ongepaste uitdrukkingen voor 15 ver
gaderingen geschorst.
Er is een heele afstand tusschen het jonge, woelige
Russische parlement en de oude deftige Nederlandsche
Eerste Kamer. Maar het feit, dat een afstraffing van
een Kamerlid ook hier heeft plaats gehad, maakt de
overgang minder groot, dan men oogenschijnlijk zou
denken. Onze lezers kennen het geval van Heeckeren-
Kell en het is ook slechts volledigheidshalve dat wij
hier er even aan herinneren.
In Spanje heeft Woensdag een geheel onverwachte
ministercrisis plaats gehad. Een paar dagen te voren
had het kabinet-Moret het bestaan van de teekenscho-
len bestendigd, maar de Ferrerscholen voorgoed geslo
ten verklaard. Het scheen, dat hij, nu de rust in het
land was hersteld en er een einde aan de Riffoorlog
was gekomen, nog geruimen tijd aan de regeering zou
blijven, maar die verwachting is niet vervuld.
Het Engelsche ministerie krijgt reeds iets te ver
duren. De leider der Ieren John Redmond heeft ver
klaard, dat de Ieren noch konden, noch wilden goed
keuren dat de regeering de begrooting eerst afhandel
de en de kv^fcie van het veto-recht der lords uitstel
de. Dit. beteekent nog niet direct een breuk, maar
het is een waarschuwing, waarmede de lieer Asquith
rekening heeft te houden. De minister-president heeft
reeds doen weten dat eerst de begrooting in behande
ling zal komen, maar dat als voornaamste werk van
het parlementaire jaar een ontwerp tot. beperking van
het vetorecht van het Hoogerhuis zal worden be
schouwd.
Het parlement in Italië heeft den nieuwen minister
president voor zich zien verschijnen, die het regee-
ringsprogram heeft ontvouwd, een wetsontwerp heeft
ingediend tot hervorming- van de plaatselijke belastin
gen en van het Lager onderwijs, èn een nieuw crediet
gevraagd van 18 millioen gulden voor de slachtoffers
der aardbevingen van 1908.
Een motie, aanvaard door den minister-president,
waarin werd verklaard, dat de Kamer, gehoord de ver
klaringen van minister Sonnino, over ging tot de orde
van den dag, werd aangenomen met 193 stemmen te
gen 84 en 10 onthoudingen.
Inzake de Kretenzer kwestie valt er tenslotte ook
eenig nieuws te melden. De mogendheden hebben doen
weten dat zij de Kretenzers onder geen enkel omstan
digheid zouden veroorloven, afgevaardigden noch naai
de nationale vergadering noch naar het parlement
naar Athene te zenden.
De kwestie-Van Heeckeren geeft verschillende
Haagsche briefschrijvers stof.
De man van de Prov. Gron. Ct. wijst er op dat nog
niet beantwoord is de vraag hoe de heer Van Heecke
ren aan het verhaal kwam en van welke zijde hem des
wege advies werd gevraagd." Deze vragen staan,
naar mij is verzekerd, in verband met een ander ge
rucht, n.l. dit dat er uit het archief van het departe
ment van buitenlandsche zaken zekere documenten
zouden zijn verdwenen of naar een andere onge
naakbare plaats overgebracht en dat dit zou zijn
geschied door dr. Kuyper, in zijn ijver om, tegenover
zijn toenmaligen ambtgenoot voor buitenlandsche za
ken den heer Van Lijnden, de rol van rijkskanselier te
vervullen en dien bewindsman zooveel mogelijk het
beheer va.n zijn departement uit handen te nemen.
Men zal omtrent dit onderdeel der kwestie misschien
de waarheid nimmer vernemen; maar kon men ook
deswege het volle licht doen opgaan, het zou zeker zijn
nut hebben en voor het vervolg- kunnen dienen als een
waarschuwing voor staatslieden en diplomaten, om
zich niet van ondeugdelijke maar tevens hoogst ge
vaarlijke wapenen te bedienen ten einde een schijn
van gewicht aan haar daden te geven en een hoog
politieke rol te spelen, die voor de eer en de veiligheid
van het land noodlottig zou kunnen worden."
9
Iets dergelijks zegt Ego in de Prov. Geld en Nijm.
Ct:
„Wie zich echter de mededeelingen herinnert welke
indertijd aan hefe „Vaderland" zijn verschaft door
iemand, wiens vroegere positie aan het Departement
van Buitenlandsche Zaken zijn bekendheid met de
coulissengeheimen van menige delicate kwestie moge
lijk maakte, kan zich door de van geestdrift tintelende
toastwoorden van minister van Swinderen niet zoo
geheel van de wijs laten brengen om nu toe te geven,
dat er niets bestaat. Zeker, het kan niet moeilijk we
zen om zich ook hier het succes van goedkoope aar
digheden te verzekeren ten koste van een diplomaat,
die zijn oogenblik nog niet gekomen acht. Hog eens,
wie zich alles herinnert wat niet gisteren en ook niet
eergisteren aan het gebeurde van deze week vooraf
ging, zou 't niet zoo bijster moeilijk vallen om de be-
teekenis van offieieele waarheid te schatten. Haar ik
hoorde is 't niet zoo heel onmogelijk dat we d'r nog
wel wat meer van hooren. Wilde oud-minister van
Lynden maar spreken en zeggen waar de documenten
dan wèl te vinden zijn, die door minister van Swinde
ren niet werden aangetroffen!
Ook Politicus, de parlementaire medewerker van de
Opr. Haarl. Ct. vraagt wat deze t-ragi-comische histo
rie nu verder te hooren zal geven.
„Allerlei geruchten - zegt liij duiken op. Van de
Hota, welke baron Van Heeckeren tot den voorzitter
der Eerste Kamer zal richten, heet 't, dat zij voor som
migen allerminst-prettige woorden zal bevatten
Middel zal blijken te zijn, om zekere grieven te luch
ten; aan zekere animositeits-gevoelens uiting te ge
ven
Wie „tijdgenooten'' des lieeren Van Heeckeren
spreekt, of lieden, die hem van nabij kennen, dis
verwondert zich allermeest over de absentie van verba
zing bij hèn. „O, zoo iets vind ik bij Van H. heel
natuurlijk!" hoort men dan. En men vertelt u-van de
wonderlijk-levendige fantasie van den jeugdigen stu
dent Van H. v. K., welk een meester deze toen reeds
was in de kunst om opzienwekkende verhalen te geven,
waar zijne geestesdroomen het aanzijn aan hadden ge
schonken. Hoe licht hij den jongeling, die later
Hederlandsch gezant in Scandinavië zou worden, het
besef der limiet tusschen nuchtere waarheid en spel-
der-verbeelding verflauwde.
Is „de brief van Keizer Wilhelm" zulk een „vrucht
der fantasie"? Men zou haast geneigd zijn 't te ver
moeden, karakter- en geestesschetsen als zooeven
aangestipt vernemend.
Intusschen, men heeft nu kalm te verbeiden wat
baron Van Heeckeren's allernieuwste Hota zal verkon
digen. En öf zij hem werkelijk in het oog van hen, die
de dingen gaarne met gezonde en eerlijke objectiviteit
wikken en wegen, zal „rechtvaardigen."
De gewone Haagsche briefschrijver van het laatst
genoemde blad vertelt van een interessante woning-
statistiek welke is uitgekomen.
„Daaruit blijkt dat er in December in onze gemeen
te ruim 1600 woningen, van villa's tot hofjeshuisjes,
leeg stonden. Hiet overmatig- veel, als men bedenkt
dat onze bevolking jaarlijks toeneemt met 1000 a 1200
gezinnen. Want er dient toch wel minstens een jaar
vooruit voorraad van woningen gebouwd te zijn.
't Meest belangwekkend is echter, dat. er slechts 265
z. g. heel huizen leeg waren met huurprijzen tusschen
250 en 1000, waarvan 205 met prijzen van 500
en 800, dus voor vermogenden en slechts 34 beneden
500, d. i. de uiterste grens van wat de welvarende
middenstand hier verwoont. Er zijn bovendien een
aantal boven- en benedenhuizen in die prijzen; maar
een heel huis, zonder medebewoners boven of beneden,
is er tegenwoordig dus bijna niet tfieer te krijgen.
Hatuurlijk is dat een gevolg van de duurte der
grondprijzen. Speculanten bouwen geen kleine huizen
meer. Een ongunstig verschijnsel."
De Amsterdamsche medewerker van hetzelfde
Haarlemsehe blad deelt twee staaltjes mede uit de er
varingen van belasting-ambtenaren die wel niet onwel
kom zijn.
„Een diamantslijper, ten huize van zijn vader in
wonend, had de gewoonte telkenjare 't „beschrijvings
biljet" te verliezen en kwam dan ten kantore der ge
meente-belastingen een nieuw vragen, dat hij aldaar
invulde. Met 't invullen achtte hij aan zijn wettelijke
verplichtingen voldaan te hebben; betalen behoeft
niet, treiterde hij. Roerend of onroerend goed bezat hij
niet, zoodat alle aanmaningen, dwangbevelen, enz.
zonder gevolg bleven.
Dat duurde zoo vijf jaar lang. Toen ging de man
trouwen. Hij huurde een huis, meubileerde het, toog
op zijn huwelijksreis. Doch op den dag, dat hij met
zijn jonge vrouw huiswaarts kwam, achterhaalde hem
de gerechtigheid. Zoodra hij uit 't rijtuig stapte -en
't huis binnenging, werd hij door deurwaarders aange
sproken, die nieuwe dwangbevelen overhandigden voor
belasting over vijf jaren, vermeerderd met kosten van
dwangbevelen enz. De man had geen geld genoeg
bij zich, waarna overgegaan werd tot beslaglegging op
zijn inboedel. En met de kosten dezer beslaglegging-
werd 't totaal bedrag dat nu inderdaad aanzienlijk
was -verhoogd.
Het tweede geval betreft een Joodsch koopmannetje
die de belastingambtenaren te slim af was. Door een
verzuim werd hem een dubbele aanslag gezonden, een,
waarop zijn vroegere woning als domicilie stond ver
meld, een ander, gericht aan hem op zijn nieuwe adres.
De aanslagen verschilden aanzienlijk, en 't mannetje
voldeed het laatste bedrag. De belastingadministratie,
wetend, hoeveel Joodsche kooplui eenzelfden naam
droegen, vermoedde niet, dat zij één man een dubbe
len aanslag gezonden had; zond te zijner tijd waar
schuwing, aanmaning, dwangbevel, tot ten slotte een
deurwaarder beslag kwam leggen op den inboedel.
Met zijn betaalden aanslag gewapend, spoorde da
delijk 't Joodje naar Haarlem, en deed zijn beklag bij
den Commissaris der Koningin. Hij klaagde over be
nadeeling in zijn handel, geschokt crediet, geleden
schade, ondervonden schande.en dat terwijl hij
een eerlijk man was, die zijn belasting betaald had.
Voor de schade en schande vroeg hij schadeloosstel
ling, ener bleef voor Amsterdam niets anders
over, dan den man een schadevergoeding te geven.
„Ik houd me aanbevolen voor een volgende vergis
sing," zei 't mannetje, terwijl hij de mooie guldentjes
opstreek. „Mooie affaire. wat u, heeren?"
Als blikken hadden kunnen dooden
De Amsterdamsche medewerker van de Prov. Gron.
Ct. vindt het denkbeeld, om den afgetreden burge
meester van Leeuwen het portret van zijn echtgenoote
aan te bieden een sympathieke gedachte.
De aanbieding, meent hij, van haar portret aan ha
ren echtgenoot is dus een hulde niet enkel aan hem
doch ook aan haar. Zoo denken -er ongetwijfeld tal van
Amsterdammers over, doch in plaats van nu een be
roep te doen op veler medewerking, hebben eenige
groote meneeren uit onze stad zich gecombineerd tot
een clubje, dat in slechts kleinen kring een circulaire
heeft verspreid, waarin er bijdrage voor het schilde
ren van bet portret wordt gevraagd. Meer dan 25
mag men echter niet geven ieder lid van het clubje
is ondertusschen rijk genoeg om alleen alle kosten te
dragen. Ik kan zoo'n exclusivistisch optreden maar
matig waardeeren, al ware 't slechts omdat het vier
kant in strijd is met het karakter van mevr. Van
Leeuwen. Maar 't is typisch Amsterdamsch en als
men de namen der onderteekenaars van de circulaire
ziet, en daaronder tal van personen vindt, die door
gaans „lak" hebben aan de publieke zaak, dan ergert
men zich en vraagt zich af, waarom er publiciteit is
gegeven aan dit voornemen.
Diezelfde vraag doet zich op, als men alweer van
hetzelfde slag ingezetenen dter hoofdstad de namen
ziet prijken onder de circulaire, die de chic van Am
sterdam uitnoodigt tot een feestmaal aan den afgetre
den gouverneur-generaal Van Heutsz. Toen deze naar
Indië vertrok ter aanvaarding van zijn hooge ambt
hebben we hem „weggegeten" op een feestmaal in het
Concertgebouw, en nu wil men hem, bij zijn terugkeer,
weer eens op zulk een wijze van het vette der aarde
laten genieten. Ik zie er de groote noodzakelijkheid
niet van in, de generaal vermoedelijk ook niet, maai
de groote heeren van Amsterdam denken er anders
over en zij hebben een circulaire tot deelneming onder
hunne vrienden en kennissen verspreid. Zal het luk
ken
De hoofstedelijke briefschrijver van de Prov. Over-
ijs. en Zwolsche Courant 'geeft iets over het onderwijs
40 jaar geleden waren er 38 openbare scholen in 1909
ruim 180; vóór 40 jaar bedroegen de uitgaven voor on
derwijs 188.000, thans bijna 21/2 millioen gulden;
vóór 40 jaar kostte elke leerling gemiddeld 70 ct. aan
de stad, nu ongeveer 41/2 gulden!
Ten slotte merkt de Amsterdamsche medewerker van
het Utr. Dagbl. ironisch op dat Amsterdam zich ver
heugt in het bezit van een secuur hoofdcommissaris
van politie.
„Hebben bijna al zijn voorgangers zich overwerkt
aan het afdoen der noodzakelijke bezigheden, de heer
Hordijk is voor zijn zenuwstelsel niet bevreesd en be
geeft zich onverschrokken in onderdeelen, die men
zoo zeggen zou dat hij best aan zijn assistenten over
laten ko-n.
Zoo toonde de hoofdcommissaris onlangs naar ik
vernam bijzondere belangstelling voor zekere papier
soort die voor de meest smadelijke bediening is aange
wezen. Ten einde vast te stellen, welke papierleveran
cier de onderscheiding zou genieten der levering van
closetpapier aan de politie, deed de heer hoofdcommis
saris een aantal rollen van dit hygiënische preparaat
komen, rolde die met de omzichtigheid van een eieren-
koopman af, en begon ze te meten met de el.
De afzender van de langste rol kreeg de leverancie."
GODSDIEHSTOHDERWIJS OP DE OPEHBARE
SCHOOL.
Haar „De School" meldt, eiseht naar het oordeel
van den Minister de wet op het L. O. niet, dat de uren
voor godsdienstonderwijs vallen onder de gewone
schooltijden. Van strijd met de wet toch is in het
antwoord van den Minister op een hem door den pre
dikant van Muntendam gedane vraag in het geheel
geen sprake; zelfs wordt bepaald erkend, dat aan het
voorschrift van art. 22 is voldaan door het uitdrukke
lijk opnemen in het leerplan van uren voor het gods
dienstonderwijs. Dit is een oplossing van de vraag,
waarover tot heden onder de onderwijzers ook volstrekt
niet gelijk werd gedacht.
ZOHDAG- EH HEGEHUUR-SLUITIHG.
De „Yereeniging van Handelaren" te Heerenveen
besloot gisteravond pogingen aan te wenden bij de
manufacturiers om te kqjmen tot winkelsluiting op
Zondag en op werkdagen 's avonds te 9 uur.
De aanwezige manufacturiers verbonden zich daar
toe. Verder werd besloten aan te dringen op betaling-
der rekeningen op korter termijn (3 en 6 maanden)
door de klanten en aan de gemeenteraden van Schoter-
land, Engwirden en Haskerland het verzoek te richten,
dat de nota's ten laste dier gemeenten wat gauwer be
taald worden.
ARMWEZEH.
Verschenen is de statistiek van het armwezen over
het jaar 1907.
Door "de gemeentebesturen rechtstreeks en alle in
stellingen van weldadigheid, met uitzondering van de
instellingen tot werkverschaffing-, werd over 1907 aan
directen onderstand uitgegeven een bedrag van
19.815.978. Telt men hierbij de uitgaven van de pro
vinciën en het rijk voor krankzinnigenverpleging ad
466.184, dan krijgt men als totaal der uitgaven voor
directen onderstand 10.133.279 of 50 door de bur
gerlijke en gemengde, 7.540.729 of 37 door de
kerkelijke en 2.602.154 of 13 door de particuliere
instellingen werd gedragen.
Het totaal bedrag der subsidiën door de andere in
stellingen van weldadigheid van de gemeentebesturen
ontvangen, bedraagt 4.540.299, waarvan 4.354.737
aan de burgerlijke en gemengde, 57.902 aan de ker
kelijke en 127.660 aan de particuliere instellingen
ten goede kwam.
Van andere instellingen van weldadigheid werd in
totaal 742.630 aan subsidiën ontvangen, van de pro
vinciën en het rijk i 24.802.
Door alle instellingen te zameu werd aan herstelling
enz. uitgegeven 1.361.359 en aan erfstellingen enz.
en aan collecten enz. ontvangen respect, 971.143 en
4.697.632.
POGIHG TOT OPLICIITIHG.
Een 47-jarig man was omstreeks September van het
afgeloopen jaar, na noodhulp geweest te zijn in de
broodbakkerij van De Tijdgeest No. 5, werkloos gewor
den. Omstreeks October verhuisde hij naar Schoten.
Einde October of begin November zond hij een jongen
uit om hier in De Tijdgeest No. 3 aan de Groote Wit-
tenburgerstraat een brood te koopen; minder echter
om het brood dan om het kaartje, hetwelk bij 't brood
werd gegeven, was het hem te doen. Het was n.l. zijn
doel om de kaartjes te laten namaken. Tot dat doel
bestelde hij op 9 November bij een drukker 30.000