DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en twaalfde jaargang. 1910. De Zoon van het Volk. No. 46 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor P ikmaar S 0,80$ franco door het geheele Rijk f 1, Af /nderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan dt N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 0. DONDERDAG o— 24 FEBRUARI. FEUILLETON. BIJVJN Ei^LAJVD. Tetatoosuaanawr DE ROTTERDAMSCHE CIRCULAIRE. ALRMAARSCHE COURANT. ALKMAAR, 24 Februari. Er komt een merkwaardig bericht uit Rusland. De tsaar, zoo schrijft de Petersburgsche correspon dent van de Daily Mail, is niet langer een gevangene, bijna eiken dag zien zijn onderdanen hem nu zonder geleide door de straten rijden, en de gebruikelijke voorzorgen voor zijn veiligheid blijven achterwege. Dezer dagen wandelde hij op de Newakade, vroolijk pratende met een officier. Later is hij uit winkelen gegaan, zonder dat men hem herkende. Het bericht is haast te mooi om waar te wezen. Men weet, dat de Tsaar inderdaad als een gevangene werd behandeld. Hij werd beter bewaakt als de gevaarlijkste misdadiger. Ging hij uit dan werden er alle mogelij ke en onmogelijke! voorzorgsmaatregelen geno men. Eenige rijtuigen bijv. verlieten tegelijk het pa leis, om den mensehen te verbergen in welke de Tsaar gezeten was. Wandelde hij in zijn geheel afgesloten tuin, dan was te voren elk boschje afgespied en elk paadje nauwkeurig nagevorscht. Hij, de Tsaar aller Russen, was geen oogenblik baas over zich zelf. Hij kon niet gaan noch staan waar hij wilde. Hij moest gehoorzamen aan den wil van zijn beschermers. En het gerucht wil, dat die wel eens extra-voorzorgsmaatregelen namen, ja wel eens een aanslagje op touw zetten om Nicolaas II nog meer angst in te boezemen, om uit zijn mond woord van lof en uit zijn hand belooningen te krijgen, om hem des te sterker in hun boeien te slaan. Een aldus gevangen Tsaar is een werktuig in de hand van reactie en bu reaucratie. Hoe beter hij afgezonderd wordt van de wereld, hoe minder is hij toegankelijk voor de nieuwe denkbeelden, voor wat er leeft in zijn rijk en onder zijn volk, hoe onschadelijker is hij voor de machthebbers in wier naam hij feitelijk regeert. Het is waar, er gebeuren zonderlinge dingen in Rusland. Af en toe leest men berichten die doen zien dat er wel eens een deurtje openstaat van het groote Russische rijk om een beetje frissche lucht te brengen en allerlei hinderlijke stof en gevaarlijke bacillen te verdrijven. De beroemde „revisies" bijv. doen in dit opzicht heel wat goeds. Zij zijn zonnestralen, die in de sombere-oude woning de ongerechtigheden aan het licht brengen. Eigenlijk twijfelde niemand hoe het daarbinnen uitzien zou, maar als men de vuilheid zoo duidelijk zag, was men toch wel een oogenblik ver baasd. Weldra kwam er echter zooveel voor den dag, dat men de belangstelling spoedig verloor. Het nieuws over ontdekte verduisteringen op groote schaal, waarbij mil- lioenen spoorloos verdwenen, werd spoedig oud nieuws. Senator Garin heeft men eerst nauwkeurig gevolgd bij zijn onderzoekingen, thans laat men dezen moder nen Hercules stilletjes den Russischen Augiusstal rei nigen in de veronderstelling dat het inderdaad tot die reiniging komt, waaraan nog wel eens getwijfeld wordt. Inderdaad baarden bijv. zijn ontdekkingen over de verduisteringen van den vroegeren politie chef van Moskou Reinbold, groot opzien, men heeft door BARONESSE ORCZY, Schrijfster van „De Roode Pimpernel". Naar het Engelsch door ED. VAN DEN GHEIJN. 62, „Andras", zei de Priester zachtmoedig, „je hebt veel geleden, en evenals allen die een gevaarlijke ziekte hebben doorgestaan, tast ge in den blinde naar de oor zaak, en wel zoo, als iemand die blindemannetje speelt en ver afdwaalt van het punt waar hij' wezen moet. Opvoeding blies u hooge eischen in; op de vleugelen eener soort beschaving gingt ge zweven in het rijk der idealen, en, plotseling, toen ge meendet ze te grijpen, toen je hand ze als het ware had aange raakt, kwam er iets in den weg, en ge werdt met een ernstige kwetsuur naar de aarde geslingerd. Gij wijt het aan de verlangens die u optilden naar het hooger gelegene, naar de idealen die ge trachttet te bereiken, en ge ziet niet in dat ze bezwaard waren met een overweldigend gewicht van menschelijke hartstochten, die al dat verhevene naar de aarde terugsleepten." „Neen, Vader, ik heb het niet gewaagd de schuld te werpen op mijn idealen. Misschien, zooals u zegt, wa ren ze boven mijn hereik. Toen ik een jongen was be stonden ze in het gezicht der korenaren op mijns va ders akkers voller en geler te zien rijpen dan die van zijn buren. Later droomde ik van een rustigen haard, mijne moeder kalm in haar grooten, leunstoel zittend' terwijl ik haar alle gemakken verschafte die ze noodig had, en misschien mezelf, als ik oud was geworden en zij ter ziele met een knappe huisvrouw, wier kunst van bakken en weven vermaard was op de Laag landen.... nu ja, van die idealen, Vader, waarvan de meeste onzer dorpsknapen droomen. Het zijn voor stellingen, die den afstammelingen van lijfeigenen i er sedert niet meer van gehoord en het vermoeden werd reeds uitgesproken dat de zaak kwam in het voorwerp, dat in Rusland enorme afmetingen heeft, I in den doofpot. Dezer dagen is echter verklaard, dat j de generaal spoedig voor het gerecht zal verschijnen j en zijn verdiende straf niet zal ontgaan. En ook werd vermeld, dat gouverneur baron Noleken den dienst heeft moeten verlaten wegens minwaardige handelin gen te Tomsk gepleegd. Thans is Polen aan de beurt. De groote schoon maak daar is opgedragen aan den zwager van den mi: nistor-president Stolypin. De volksmond zegt, dat groote honden elkaar niet bijten en langen tijd is in Rusland dat spreekwoord van toepassing geweest. Doch het schijnt toch wel anders geworden te zijn. Zoo verluidt bijv. dat de generaal-gouverneur het on derzoek maar niet afwachten zal en bijtijds zijn ont slag zal vragen. „De booze genius van Polen," gelijk kamerheer Jatsjewski, de directeur van de kanselarij wotdt genoemd, denkt echter niet aan gaan, hoewel er voor hem ook alle reden moet zijn. Dat zal wel weer, merkt de correspondent van de Berl. Lok. Anz. op, de oude geschiedenis zijn, van de menschen, die te veel weten om aan kant gezet te worden. In elk geval men is in Rusland blijkbaar op den goeden weg. gedreven. Het gaat wel niet vrijwil lig en niet onberispelijk, maar het gaat toch. En als het inderdaad waar is dat de Tsaar zich alleen op straat durft te vertoonen, dan wijst ook dit erop, dat er een betere geest vaardig wordt over het groot Rus sische rijk, dat er want hierop komt het tenslotte neer wat minder wantrouwen komt tusschen regee ring en volk. Indien het hoofd van den staat en het volk elkaar vertrouwen, kan de eerste szich in onzen tegenwoordigen tijd frank en vrij als een gewoon ster veling onder zijn onderdanen begeven en handelt hij verstandig indien hij zulks doet gelijk de voorbeel den in West-Europa bewijzen. TWEEDE KAMER. De afdeelingen der Tweede Kamer hebben benoemd tot rapporteurs over de wetsontwerpen tot bestrijding van zedeloosheid en tot aanvulling van de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering be treffende echtscheiding, de heeren Regout, Jannink, Drucker, Van Wijnbergen en Van Sasse van IJsselt. HET ENQUêTE-VOORSTEL. Bij het sedert geëindigde onderzoek in de afdeelin gen der Tweede Kamer van het enquêtevoorstel-Troel- stra, in zake de decoratiequaestie, heeft, naar wij ver nemen, het Kamerlid mr. De Savornin Lohman in zijn sectie een nota ter aanhechting aan het verslag overgelegd, waarin de steller uiteenzet, dat tegen het voorstel zelf en den opzet daarvan gewichtige bezwa ren van formeelen aard bestaan. GERUCHTEN. De correspondent te Parijs van de N. Rott. Ot. seint De Haagsche correspondent van de Temps maakt telegrafisch melding van geruchten, die in officieuze passen. Idealen als deze vallen niet moeilijk te ver wezenlijken, en zelfs als het gemoed van een boer te hoog zweeft paar dergelijke gewesten, zoo nederig en eenvoudig als ze overigens zijn, welnu, dan is de hoog te toch niet duizenden voeten geweest. Het neerstor ten is dan zacht en laat gemakkelijk te heelen wonden na. Tevredenheid, een soort kalme wijsbegeerte, ver aangenaamt den ouderdomMaar ik, met de aan matiging van nieuw verkregen rijkdom, begon van an dere zaken te droomen. De verzoeking greep mij aan, mijn ruwe bruine handen uit te strekken naar andere voorwerpen dan zeis of spade. Gij leiddet mijn wanke lende schreden op nieuwe banen van kennis en bescha ving. Een aangenaam gevoel van welbehagen bekroop me. Ik begon te gelooven dat in die betooverende wereld werkelijk mijn plaats was, dat ik voor altijd de zotte onwetenheid, de grove genoegens, de alledaag- sche en ordinaire natuur van den boer achter mij had gelaten. Ik verbeeldde mij dat ik voortaan naar keu ze, voor altijd ongehinderd hooger en hooger kon zwe ven door vele sferen van betooverende idealen, die mijn geest zich schiep boven jien nederigen grond dien ik bewoonde. Dit stokpaard eenmaal berijdend, maak te ik mij op om dat ideaal te gaan zoeken onder de sterren. Ik had het bereikt, de wolken hadden zich gescheiden, en ik genoot het visioen van een paradijs, zooals het wellicht geen sterveling gegeven is het ooit te aanschouwen. Maar toen ik de hand uitstrekte om het te grijpen, verrees plotseling voor me de grimmige en onverbiddelijke Furie „Vooroordeel", die den in gang van mijn lusthof bewaakte. Met afwijzenden vinger, met een verachtelijk gebaar wees het monster op mijn ruwe handen, mijn zwaren tred, mijn mantel van schapenvacht, mijn katoenen hemd; en toen, met een schaterlach van spotternij, rukte het ondier mij het hart uit den boezem en slingerde mij van die dui zelingwekkende hoogte terug naar de aarde en de hel. Ach, Vader, het was een vreeselijke neertuimeling! Ge ziet het, ik had het gewaagd op te zien naar de ster ren Neenhun geef ik niet de schuld. Zij kunnen het niet helpen dat hun hemelsche schoonheid onbe reikbaar is, dat de Furie die hen bewaakt, hun een Nedorlandsche kringen zouden loopen, over redenen die den Prins-Gemaal zouden hebben doen afzien van een reis naar Palestina. Volgens een gerucht zou de reden zijn dat de minister van marine geen schip ter beschikking van den Prins had kunnen stellen. Vol gens een ander gerucht zou de Koningin zich uitdruk kelijk tegen het plan verzet hebben. Volgens een der de gerucht zouden er moeilijkheden van voorrang tus schen den Prins-Gemaal en Prins Eitel zijn. Ik maak u hier melding van als merkwaardig' staal tje van het aan geiuchten hechten en opblazen, daar van, dat gij onlangs in het licht steldet. GEBRUIK VAN TREKHONDEN. Het bestuur der Arnhemsche Vereeniging tot be scherming van dieren heeft in een verzoekschrift aan den minister van binnenlandsche zaken instemming betuigd met het verzoek van het hoofdbestuur der Ne- derlandsche Vereeniging tot bescherming van dieren, om het ingediende wetsontwerp betreffende het ge bruik van trekhonden in dien geest te wijzigen, dat aan gemeenten, waar het gebruik van trekhonden ver boden is, toegelaten worde, dat verbod te handhaven. Het ministerie van predikanten der Ned. Herv. kerk te Rotterdam heeft adhaesie betuigd aan de circulai re, door B. en W. dier gemeente aan de openbare on derwijzers gericht. E M E tt D NIEUWS. UIT St. PANCRAS. De Tuinbouw- en Handelsvereeniging „Langedijk en Omstreken" vergaderde Woensdag alhier ten huize van den heer J. Ruys. Bij de opening heette de heer A. Nobel den aanwe zigen welkom en hoopte dat de beraadslagingen van dezen dag tot den bloei van de Langedijker Tuinbouw- vereenigingen in 't bijzonder en van den tuinbouw in 't algemeen zouden bijdragen. Medegedeeld werd, dat de Directeur-Generaal van den Landbouw wegens ambtsbezigheden verhinderd was de vergadering bij te wonen, dat als opvolger van den heer Lovink is benoemd de heer P. van Hoek; dat tot leden van het Hoofdbestuur zijn herbenoemd de heeren S. Zeeman te Zuid-Scharwoude en A. de Groot te Sehoorldam; dat bij den tuinbouwraad zijn aangesloten 65 veree- nigingen met 19000 leden; dat bij de Tuinbouwonderlinge zijn aangesloten 2278 werkgevers met een loonbedrag van 3.636.888; dat de af deeling Warmenhuizen zich afscheidt van de Tuinbouw- en Handelsvereeniging „Langedijk en blinddoek heeft gebonden voor de oogen. Het is mijn eigen dwaasheid waaraan ik het wijt, mijn arrogantie, mijn hartstochten, zoo ge wilt. Maar ik werp ook de schuld op de onzichtbare Hand, die vooral den zegen rijken sluier der onwetendheid van mij afrukte en mij een brokstuk zien liet van een paradijs, dat voor ie mand van mijn stand voor immer ontoegankelijk moet blijven. Gij ziet het, Vader, van welk een onafzien bare hoogte ik ben neergestort. Doodelijk ben ik ge kwetst, maar te midden mijner zwakheid bezit ik nog kracht genoeg te fluisteren: Streef niet hooger, gij dwaze, in een onwetend bewustzijn ligt het eenig ware geluk!" Zijn betoog eindigde in een snik. De Priester deed ër het zwijgen toe. Met zijn ondervinding en kennis van de menschelijke natuur, zooals hij die doorgaans had aangetroffen in de eenvoudige bewoners der Laaglanden, die hem hun moeilijkheden en tegenspoed kwamen openbaren, wist hij geen raad hoe te hande len met dit ingewikkeld en hartstochtelijk karakter, waarin al de gevoeligheid van den beschaafden we- reldling zich huwde aan de onberedeneerde stijfhoof digheid van den ruwen magyaarschen boer. De goed hartigheid van den braven Pastoor gevoelde innig veel voor dit onpeilbaar verdriet, dat hij niet in staat was te begrijpen, en bedeesd hief hij de hand op naar An dras' schouder, als om hem troost en moed in te spre ken. Zij hadden den kruisweg bereikt; de jonge boer stond stil alvorens afscheid te nemen. Hij had tamelijk driftig gesproken, zijn gezicht zag bleeker en kommer voller dan ooit te voren. Hij herstelde zich echter bij het voelen van den vriendschappelijken druk op zijn schouder, zacht nam hij de hand van den bejaarden priester in de zijne en drukte die met warmte. Lang en met innige sympathie zag de Pastoor in die zwarte oogen, waaruit zulk een hopeloos verlangen sprak. „Gelooft ge niet, Andras", zei hij zeer vriendelijk, ,dat het u goed zou doen, zoo ge mij uw moeilijkhe den toevertrouwdet Snel vierde Andras zijn greep, hij liet de hand los GENERAAL HEUTSZ. De oud-gouverneur generaal van Indië J. B. van Heutsz, is eerelid van het Kon. Ned. Aardrijkskundig genootschap geworden. AFSCHAFFING VAN DEN NACHTARBEID IN HET BAKKERSBEDRIJF. Het Nationaal comité voor afschaffing van den nachtarbeid in het bakkersbedrijf heeft besloten om één of twee dagen voor het in behandeling komen van het wetsontwerp, regelende den Zondag- en nachtar beid in broodbakkerijen, een groote betooging in Den Haag te doen plaats hebben. Sprekers van invloed zullen een krachtig woord ten gunste van dat wetsont werp spreken. Mede werd een besluit genomen om tij dens de behandeling in de Tweede Kamer een commis sie af te vaardigen, welke ten dienste der Kamerleden inlichtingen zal verstrekken. Omstreken, ingaande 1 Januari 1911, maar dat zij gaarne bereid is federatief met deze vereeniging sa men te werken. De voorzitter hoopte dat de aangevraagde bespreking van het Hoofdbestuur met die afdeeling zal leiden tot intrekking van dit door Warmenhuizen genomen be sluit. De heer Swan van Warmenhuizen zeide dat de gis teravond gehouden vergadering bij stemming besloten had, geen bespreking met het Hoofdbestuur te hou den. De voorzitter betreurde het door Warmenhuizen ge nomen besluit en spoorde nogmaals tot een onderhoud aan, daar het besluit voor het Hoofdbestuur zeer on aangenaam is. De secretaris gaf inlichtingen, en betoogde dat het door Warmenhuizen genoemde motief ongegrond, ja zelfs gevaarlijk is. De heer Tesselaar zeide daarop dat de leden het besluit genomen hebben, en niet het bestuur. De notulen werden onder dankzegging aan den secretaris daarna vastgesteld. Inlichtingen werden gegeven waarom een in de vo rige vergadering genomen besluit in zake de opgave van den in de schuren aanwezigen voorraad kool niet werd uitgevoerd. De voorzitter zeide dat zeer spoedig met het doen dier opgaven zal worden begonnen. Het jaarverslag, daarna door den secretaris uitge bracht, behelsde een overzicht van de verrichtingen van het bestuur, die verband houden met de besluiten in de vorige algemeene vergadering genomen. De proeftuinen te Warmenhuizen en te Oudkarspel voldoen zeer goed. De deelname aan de Tuinbouw Onderlinge is nog wel niet algemeen, maar wordt steeds beter. 557 leden waren er den 1 Januari 1.1. bij aangesloten. Het ledenaantal bedraagt 774. 487 brieven werden er verzonden, 390 ontvangen. Er werd door de Kunstmest-cominissie aangekocht voor een bedrag van 11975.30 tegen 16822.24 in 1908. Nadat in het verslag nog een overzicht was gegeven van den stand der afdeelingen en van de daarin voor gekomen mutatiën werd geëindigd met den raad, om aaneengesloten te blijven daar die aaneensluiting de ontwikkeling bevordert en ook voor den tuinbouw be waarheid zal worden, dat kennis macht is. Dit verslag werd onder applaus en dankzegging goedgekeurd. Het financiëel verslag uitgebracht door den pen ningmeester, den heer Jb. Keeman te Koedijk, gaf aan in ontvangsten een bedrag van 2835.10 en in uitgaaf van 2555.15, voordeelig saldo dus 279.95. Ook dit verslag verwierf de goedkeuring der verga dering. Aan het verslag van de werkzaamheden van de com missie van Beheer en den toestand der markt te Broek op Langendijk ontleenen we, dat door meer dere veilingen het werk der beambten vermeerdere, en in verband daarmee de vergoedingen verhoogd wer den. De markt werd aan het telefoonnet verbonden en de heer J. Schagen tot telefonist benoemd. De heer T. Keizer werd benoemd tot nummerafge- ver. De nieuwe krachtvoortbrenger bij het mijntoestel, een gasmotor, waarvan in het verslag door de com missie wordt gewaagd, is reeds in werking. Wat de opbrengst betreft over 1909, deze is belang rijk lager dan het vorig jaar, toen reeds in Nov. het Millioen was bereikt. De oorzaak hiervan is niet de mindere aanvoer, van zijn ouden vriend, en fronste opnieuw zijn voor hoofd, ditmaal sterker dan te voren. „Ik heb niets mee te deelen", zei hij onverschillig. Vader Ambrosius slaakte een zucht. Zijn blik tee- kende teleurstelling met een zweem van geraaktheid; hij hield zich onledig met het paard en maakte aan stalten om op te stijgen. „Zegt u me niet goedendag, Pastoor?" vroeg An dras. De priester nam de hand, die de landman hem toe stak, doch zag hem verwijtend aan. „Andras, ge hebt opgehouden u aan uwen ouden vriend te laten gelegen liggen." „Dat is boos gezegd, Vader", zei Andras ernstig, „ge zult uwen Bisschop om speciale absolutie moeten vragen voor deze onwaarheid. Zie eens aan. U moet het mij vergevenIk ben een ondankbaar mensch.... en Pastoor.... ge zult voor de scholen de noodige fondsen van mij ontvangen.... laat ze maar beginnen te bouwen zoodra het met vriezen ge daan is. U regelt maar alles naar goeddunken. het is üw vinding.brengt u het plan maar ten uit voer, zooals het u goeddunkt.... Vaarwel! wil mijne moeder zeggen dat ik morgen terugkom." „God zegene je, Andras!.Ik. „SstIk denk dat Onze lieve Heer dat misschien wel later doen zal. Voor het oogenblik denkt Hij wel niet aan meDag, Pastoor De bejaarde priester had zichzelf op het paard ge holpen. Hij scheen ongaarne heen té gaan. Een paar malen keek hij achterom als Dandar majestueus lang zaam draafde. t De rijzige figuur van den boer stond hem lang na te kijken bij den kruisweg. Pastoor Ambrosius kou hem goed onderscheiden, zooals hij zich afteekende tegen de heldere lucht. De goede Priester tastte naar zijn grooten zakdoek en snoot gezellig zijn neus. Hij voelde iets dat hem als een prop zat in de keel. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1