DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 49 Honderd en twaalfde jaargang. 1910. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor P ikmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f I, A* /nderlijke nummers 3 Cents. MAANDAG Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs, COSTER ZOON, Voordam C 0. 28 FEBRUARI. Ontwerp Zomerdienstregeling op de Spoorwegen. Uit Hof- en Hoofdstad. BINNENLAND. Yetofooananuaef i. O ALIMAABSGHG COURANT BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dan van lieden af ter secretarie der gemeente voor belanghebbenden ter inzage zijn nedergelegd: een exemplaar van de door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, de Holland- sche IJzeren Spoorwegmaatschappij en de Ne- derlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij aan den Minister van Waterstaat ingezonden ontwer pen van de zomerdienstregeling 1910. Eventueele opmerkingen betreffende deze ontwerp- dienstregelingen kuunen vóór of op 1 Maart as. rechtstreeks aan het Departement van Waterstaat worden ingezonden. Voorts strekt ter inlichting van belanghebbenden, dat de ondervinding heeft geleerd, dat de telkens na de bekendmaking der ontworpen dienstregeling dér Spoorwegen in grooten getale ter kennis van het De partement van Waterstaat gebrachte wenschen en be zwaren niet steeds volledig kunnen worden onderzocht en overwogen in verband met alle bij die regelingen betrokken belangen. Immers, indien de medegedeelde wenschen en bezwaren van belangrijke beteekenis zijn, wordt voor het dienaangaande noodige onderzoek ge woonlijk eene grootere tijdruimte vereiscbt, dan daar voor alsdan beschikbaar is tot den dag, waarop de dienstregelingen moeten worden vastgesteld, maar bovendien blijkt herhaaldelijk, dat inwilliging van de ingezonden verzoeken slechts een gering deel van bet publiek ten goede zoude komen en de belangen van bet meerendeel van bet publiek, dat zich intusschen daaromtrent niet beeft geuit, zoude schaden. In verband met die omstandigheden komt bet wen- schelijk voor, dat de door de betrokken besturen, licha men of belanghebbende personen gevoeld wordende wenschen of bezwaren ten aanzien van bestaande dienstregelingen ter kennis worden gebracht van de leden der Commissie van Advies over spoorwegdiens ten in elke provincie, die de ingediende verzoeken kunnen beoordeelen in verband met de aan ben be kende omstandigheden van plaatselijken aard en, zoo zij dat wenschelijk mochten achten, aan den Minister van Waterstaat voorstellen kunnen doen om die on derwerpen te doen behandelen in de eerstvolgende ver gadering van de commissie, waarvan de tegenwoordige samenstelling is vermeld in de Nederlandsche Staats courant van 29 April 1908, no. 100. De inzending van verzoeken aan de leden der Com missie dient evenwel zoo tijdig, namelijk uiterlijk in den loop der maanden Mei respectievelijk November te geschieden, dat de leden in staat zijn de verzoeken behoorlijk te onderzoeken en desgewenscbt voorstellen te doen tot bet behandelen daarvan op de gewone ver gaderingen der commissie, welke telkens in de maan den Januari en Juni worden gehouden. De commissie kan alsdan de ter sprake komende punten aan de al gemeene eiscben van het verkeer toetsen en eventueel aan den Minister van Waterstaat de noodige voor stellen doen tot wijziging of aanvulling van den trei nenloop. Op dergelijke wijze kan een waarborg voor eene op deugdelijk onderzoek berustende beslissing omtrent de ingediende verzoeken worden verkregen. Belanghebbenden gelieven dns wenschen en bezwaren, welke, zoowel de bestaande als de nieuwe dienstrege ling betreffen, uiterlijk in den loop der maand Mei 1910 mede te deelen aan bet betrokken lid der com missie van advies over spoorwegdienstregelingen, zijn de voor de provincie Noordholland den beer A. van Rossum, industrieel te Haarlem. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 24 Februari 1910. DRANKWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat bij H.H. Gedeputeerde Staten dezer provincie is ingekomen een verzoekschrift van IT. J. VENSTER, aldaar, om vergunning tot den verkoop van sterken drank in bet klein alleen aan logeergasten in het perceel Paarden markt B 6. Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen tegen bet verleenen dezer vergunning schriftelijk be zwaren bij hun college worden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 26 Februari 1910. ALKMAAR, 28 Februari. Vandaag is het de groote dag voor Engeland. Zoo begon verleden Maandag bet weekoverzicht, al dus kan bet ook beden beginnen. Maandag werd het Engelsche parlement met een troonrede geopend, waarin werd medegedeeld, dat de begrooting eerst zal worden behandeld en maatregelen tegen bet Hoogerbuis zullen genomen worden. Daar na hield de heer Asquitb een redevoering, waarin hij de politiek der regeering ontvouwde, waarna de Ier Redmond verklaarde dat zijn partij slechts onder ze kere voorwaarden de regeering wilde steunen, waar borgen verlangde, dat in dit jaar een wetsontwerp tot opheffing van bet veto van bet Hoogerbuis in behan deling kwam. En gelijk wij reeds herhaaldelijk schre ven, de liberalen kunnen niet regeeren zonder de hulp der Ieren. Zoo was, om de Hollandsche uitdrukking te bezigen, Leiden in last. Er werd druk geconfe reerd en minister Asquitb onderhield zich lang met den koning, en daarna bad er een ministerraad van drie uur plaats. Tal van geruchten deden in verband hiermede natuurlijk de ronde. Voor beden denkt men dat de minister-president een mededeeling zal doen, over de te volgen politiek. Het beet dat er in bet kabinet zelf heel wat verschil van gedachte moet zijn. Enkele leden moeten voor een stelsel met een Kamer, anderen voor een met twee Kamers zijn, terwijl er ook gesproken wordt van een beroep op het volk over de vetokwestie door het doen houden van een volksstemming. Welke geruchten er ook mogen loopen, dat de toe stand ernstig is zal wel niemand ontkennen. Vandaag kan er een crisis uitbreken. Maar zegt een Duitsch blad de Engelschen hebben tenminste het troostende bewustzijn dat bet parlementarisme, evenals de speer van Achilles de wonden, die bet af en toe maakt, ook weder heelt. Bij ons in Duitscliland bereikt, juist omdat een regulateur van den wil des volks ontbreekt, de parlementaire el lende een hoogen leeftijd. De commissie van bet Pruisische Huis van afge vaardigden heeft in eerste lezing bet regeeringsont- werp nopens het kiesrecht afgehandeld. Zij heeft be sloten tot invoering- van geheim, maar niet direct kies recht. De conservatieven en bet centrum zijn in dit besluit samengegaan. In het rijk duren de betoogin gen voor algemeen kiesrecht middelerwijl nog voort en beden zouden er weer verschillende vergaderingen plaats hebben. Of de orde daarbij verstoord is, is op dit oogenblik nog niet bekend. De Oostenrijk-Hongaarsche minister van buiten- landsche zaken heeft deze week Berlijn bezocht en dit bezoek is voor de regieringen een aanleiding ge weest om nog eens duidelijk te zeggen, dat bet drie voudig verbond nog altijd bestaat. Vermoed wordt dat er tusscben de makers der politiek gesproken is over de Oostersche zaken en met name moet men het ge heel eens zijn ten aanzien van den Balkan. Daar dreigt al weer wat. Terwijl het Bulgaarsche koninklijk paar met veel luister en vriendelijkheid te St. Petersburg werd ontvangen, nam men in Bulgarije allerlei militaire maatregelen, kwam er een vrij ernstig incident aan de Turkscb-Bulgaarscbe, grens voor en bad er een gevecht plaats tusscben Turksche en Bulgaarsche troepen. Ongevaarlijk is de toestand niet, tenminste als waar is wat Reuter uit Konstanti- nopel meldt, nil. dat de Turksche gezant te Sofia aan den Bulgaarscben minister beeft verklaard, dat Tur kije een reden tot oorlog zag in de voortdurend gewa pende conflicten, en er met kracht op aandrong, dat men generaals naar de verschillende plaatsen zou zen den om de troepen te kalmeeren. Te Konstantinopel moet de verbittering toegenomen zijn door de reis van koning Ferdinand naar St. Petersburg en door de overtuiging dat Bulgarije de geschillen haastig wil doorzetten vóór het Turksche leger en de marine ge heel zijn gereorganiseerd. Het is in dit verband merkwaardig, dat juist van daag een officieel bezoek van koning Peter van Servië aan St. Petersburg wordt gemeld, terwijl den laatsten tijd de betrekkingen tusscben Bulgarije en Servië ver beterd zijn. In Griekenland is de toestand nog steeds kritiek. In bet begin der week beeft de minister-president den Koning gezegd dat hij niet kon instaan voor de rust indien de kroonprins weer te Athene kwam! Een dergelijk bericht teekent. Blijkbaar is de Koning machteloos en bet zal Wel niet goed met hem afloopen bet koningsschap is niet altijd een begeerlijk baan tje en geeft niet immer onverdeelde vreugd, een pret tig leven en een rustigen ouden dag! Gisteren beeft de koning het bureau der Kamer ont vangend verklaard dat de Kamer in deze zittingsperio de zich zal moeten uitspreken over een niet-fundamen- teele herziening van de grondwet. De koning zeide overtuigd te zijn dat de Kamer dezen arbeid zal ver richten, geleid door de wezenlijke belangen van het land. De Kamer zal de motie in zake de herziening van de grondwet a.s. Donderdag in behandeling ne men. In Rusland schijnt de positie van den Tsaar er aan genamer op geworden te zijn - „Vadertje" durft zich, naar de berichten melden vrijer dan voorbeen tusscben zijn onderdanen te bewegen. Men weet ook, dat de be- grooting sluit, hetgeen een voorrecht is. Toch heeft de oppositie in de Doema haar stem luide laten hoo- ren. Zij beeft gezegd dat het evenw'icht in de begroo ting te danken is aan den verbeterden financieelen toestand van bet land; dat de begrooting sluit is geen teeken van volkswelvaart. De op hervorming gerichte aansporingen van de Doema, om de weermacht en* de vloot op een hooger peil te brengen, zijn nog steeds niet vervuld. De redenaars van links zien in het sluiten eer een bewijs van een tot bet uiterste opgevoerde belasting, dan van betaalkrachtigheid van bet volk. Terwijl voor bet militarisme aanzienlijke sommen worden besteed, geschiedt niets, zoo werd betoogd, tot versterking van de productieve krachten van bet economisch achterlij ke land. Fransche parlementsleden bezoeken op dit oogenblik Rusland. Het is niet recht in den baak met dit be zoek, in elk geval was de ontvangst niet zoo hartelijk als dit pleegt te zijn indien volksvertegenwoordigers van een bevriende natie ergens op bezoek komen. De reis schijnt op touw gezet te zijn door regeeringsperso- nen, en de linkerzijde heeft openlijk verklaard dat zij zich er buiten hield vermoedelijk is het opgemaakte program hieraan niet vreemd. In Moskou werden de Fransche heeren echter een beetje vriendelijker ont vangen dan in St. Petersburg. In de oude hoofdstad keek inen, zegt een der berichtgevers, de Franscben .aan alsof ze vreemde gasten uit bet verste hoekje van de wereld waren. Even moeten we nog stilstaan bij Marokko. De Fransche regeering heeft Moelai ITafid in het begin van de week een ultimatum gezonden en enkele dagen later beeft hij de gevraagde overeenkomst ge- teekend. Het trof wel toevallig:: Toen de consul van Frankrijk te Fez den sultan het ultimatum der Fran sche regeering ter band stelde, gaf de sultan te ken nen, dat bij de met Frankrijk gesloten overeenkomsten reeds had bekrachtigd. Maar wijl het ultimatum ten doel had, tegelijkertijd de bekrachtiging van de over eenkomsten, de onderteekening van het leeningscon- tract en de regeling der kwestiën met de Fransche mi litaire zending in Marokko samenhangende, te verze keren, deed de consul den sultan opmerken, dat hij met klem op inwilliging van al t^eze eiscben moest aandringen. De sultan antwoordde, dat Frankrijk op alle punten voldoening zou ontvangen. De minister van Marokkaansche buitenlandsche za ken en nog een regeeringsambtenaar waren intusschen zoo welwillend. elk 1500 francs te geven voor de slachtoffers van den watersnood in Frankrijk. Tenslotte nog een enkel woord over een ander exotisch heer: de Dalaï Hamid, het geestelijk hoofd der Boeddhisten in Tibet beeft de hoofdstad Lhasa verlaten, omdat een Ohineescb leger de stad is binnen gerukt. Verleden jaar is hij naar Peking geweest en werd daar door de Chineesche regeering hartelijk ont vangen! Hij is op Britsch-lndiscb grondgebied ge vlucht. Hij schijnt echter niet van plan te zijn een beroep te doen op de Engelsch-Indische regeering. Het beet, dat bij op weg is naar Peking om aan de Chi neesche regeering zijn grieven uiteen te zetten. Plij koos zijn reisroute door Jndië, daar deze weg de kort ste is, zegt een telegram. Naar de Haagsche correspondent van de Prov. Geld. en Nijm. Ct. verneemt moet het al reeds zoo goed als zeker wezen, dat minister Nelissen bet parlementair tournooi den rug zal toekeeren en weder in de magi stratuur treden. De Nijmeegsche afgevaardigde op 't Binnenhof, jbr. mr. O. v. Nispen tot Sevenaer, werd hem als zijn opvolger genoemd. Volgens den Haagscben correspondent der Leeuwar der Courant zou in doorgaans welingelichte parlemen taire kringen de benoeming van mr. Nelissen tot vice- president van den Hoogen Raad, ter vervulling van de met 1 Mei a.s. komende vacature, geen verrassing wezen. De schrijver van de brieven uit de Hofstad in de Arnh. Ct. behandelt uitvoerig de onverwachte terug- roeping van den tijdelijken pauselijken zaakgelastigde mgr. Giovannini. Hij vertelt dat de Italiaansche pre laat lid was van een aristocratische Haagsche golfclub en o. m. een briefje aan de ouders van twee dames heeft geschreven om deze te noopen vrijwillig uit de vereeniging te treden, nadat zijn voorstel, om baar er uit te verwijderen verworpen was. „Een der papa's, een hooggeplaatst ambtenaar aan een der departementen, begaf zich n.l. met den brief van den pauselijken zaakgelastigde naar den minister van buitenlandsche zaken. De minister had echter weinig lust zich hiermee in te laten, en zond papa ongetroost been. Maar deze, niet van plan het er bij te laten zitten, schreef aan den prelaat een briefje terug dat op pooten stond. En mgr. Giovannini beging na ontvangst van dit briefje een tweede fout, door zich hiermede insgelijks naai den minister te begeven. Het kwam nu tot eene ver klaring en vervolgens tot booge woorden. De minister, die sterk stond, doordat de wijze van optreden van den pauselijken diplomaat zelfs reeds een onderwerp van bespreking in den ministerraad bad uitgemaakt, gaf den plaatsvervanger van den pauselijken intemun- 1 tius den welgemeenden raad, zoo spoedig mogelijk „om gezondheidsredenen" met verlof naar Rome te vertrekken. Mgr. Giovannini beeft aan dien wenk gevolg gege ven. Ik behoef nu wel niet te zeggen, dat er meer is gebeurd, dan ik bier kan neerschrijven. Dit zeggende insinueer ik in geenen deele. Immers bet is bier al gemeen bekend, dat de waarnemende pauselijke zaak gelastigde niet vrijwillig is gegaan, en het bier vóór beschrevene is op zichzelf niet voldoende om den ten zijnen opzichte genomen maatregel te verklaren. Ver der is het een feit, dat de R.-K. ministers weinig lust hebben gevoeld om voor den prelaat in de bres te springen, hoewel daarop door verschillende R.-K. da mes uit de hoogste kringen bij hen was aangedrongen. Deze openlijke pogingen wijzen er aan den anderen kant op, dat door vele dames van opvoeding en stand geen aanstoot werd genomen aan mgr. Giovannini's optreden. In goed ingelichte kringen verwacht men echter niet, dat de pauselijke zaakgelastigde bier zal terug- keeren. Het gebeurde leert tavens, welk een „dorp" den Haag nog altijd is. Een intrigne van dames in een golfclub en de terugroeping van een gezant. Zou men niet ge- looven in bet land van Zijn Doorluchtigheidje of in de residentie van Serenissimus te zijn?" Prinses Juliana, lezers, beeft, aldus de Amsterdam- sche medewerker van het Utr. Dagbl., een eigen vlag gekregen. Dat is Haagsch nieuws, zult ge zeggen, en eigenlijk heel geen nieuws meer. Ei, ik raad u eens een afbeelding van die vlag te be kijken. Ge kunt er een vinden in de juist verschenen Wereldkroniek. Beschrijving aldus.... „in het onderste oranjevak aan de broekzijde een aanziende stierenkop met afge rukt halsvel van sabel, gehoornd van zilver, getongd van keel en gekroond met een driebladige kroon van goud." Ge zijt modern genoeg om u niet meer te verbazen over de middeleeuwsche barbaarschbeid van heraldiek- taal. Maar zie nu bet beschreven monster aan. Een we zen om kinderen mee naar bed te jagen. Ik kan het niet beter vergelijken dan bij een „duvel-in-een-doos- je," gedachteloos aan onze argelooze kindervreezen. De stierenkop is een mansgrijns met vurige oogen als van de nachtuilen in Cbantecler. Onder den breeden neus een afschuwelijk groote mond met dikke lippen. Daar uit hangt de lange roode tong. Om den hals een har lekijnskraag. Stierenooren onder de kroon. En de zil veren horens als lichtende halve manen om de kroen beengebogen. Ik hoop maar dat men de Prinses haar vlag niet zal vertoonen. Mijn driejarige begon er om te huilen." De Amsterdamsche briefschrijver van de Prov. Gron. Ct. vertelt de volgende mop, die men hem vertelde als werkelijk gebeurd. Het was in het Rembrandttheater. Een dame met een hoed als een parapluie bad met een beer plaats ge nomen in de stalles. Een achter baar zittend beer be merkt tot zijn ontzetting, dat zij hem allen kijk op het tooneel ontneemt. Hij vraagt beleefd den hoed te willen afnemen doch krijgt een korte en bitse weige ring. Meneer is ten einde raad, roept tevergeefs de hulp in van den gezel der breed behoede dame, daarna van een suppoost, doet zonder succes moeite om in de stampvolle zaal een andere plaats te krijgen en wordt ten slotte op zijn schouder getikt door een glunder lachenden achterbuurman met dë vraag: Zal ik een dubbeltje aan u verdienen als de hoed verdwijnt? Twee, als je 't lukt! Opgepast dan Hij begint nu een luid gesprek met hem over die ellendig groote dameshoeden en betoogt daarbij ten slotte, dat als men van een welopgevoede dame een weigerend antwoord krijgt op he^verzoek om den hoed af te zetten, die dame last heeft van een zeer hoofd. „Ik zeg 't u, meneer, wie neen zegt, beeft een Mets- kop. Ik weet het bij ervaring; ik ben kapper. Probeer het maar De rijkbehoede dame heeft bet gesprek woord voor woord kunnen verstaan en als nu de meneer ten slotte nog eens smeekt den hoed af te zetten, daalt deze zoo waar van haar rijkkrullenden haardos op haar schoot.de kappersbediende had zijn dubbeltje eerlijk verdiend TWEEDE KAMER. Omtrent het in de Tweede Kamer afgeloopen onder zoek van de reeks daarvoor aangewezen wetsontwerpen verneemt men, dat ongunstig ontvangen zijn het voor- stel-Troelstra betreffende dè decoratiezaak, de Bak kerswet en het ontwerp tot herziening van het Ge meentelijk Belastingstelsel. Wat laatstgenoemd ontwerp betreft, moet vrij alge meen bet gevoelen zijn, dat de voorgestelde verruiming van het gemeentelijk belastinggebied de meeste ge meenten niet of onvoldoende in haar financieele be hoefte zou tegemoet komen. WATERSNOOD. Administrateuren van bet fonds der algemeene ver- eenigde commissie ter leniging van rampen door wa tersnood in Nederland hebben gelden ter beschikking gesteld voor Friesland. Daar het Watersnoodfonds meer dan vierhonderd duizend gulden beloopt, is er voorloopig aan geld geen gebrek, en is bet inroepen van de publieke liefda digheid voorsbands geheel overbodig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1