DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Verplaatsing Kleine Kaasmarkt.
No. 50
Honderd en twaalfde Jaargang.
De Zoon van het Volk.
1910.
Deze Courant wordt eiken avond» behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor P ikmaar f 0980$ franco door het geheele Rijk f 1,
Af' hinderlijke nummers 3 Cents.
DINSDAG
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan dt N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER 8» ZOON, Voordam C 0.
1 MAART.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
VeleteonanouBe! 8.
—O—
Zaterdagsche Kleine Kaasmarkt,
met ingang van 5 Maart e.k,
zal worden verplaatst naar het Hof,
ALKMAARSGHE
OURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat in het Ge
meenteblad van Alkmaar, Nos. 319 en 320, zijnopgeno-
men de besluiten van den Raad dier gemeente van 23
Februari jJL, waarbij zijn vastgesteld:
lo. eene verordening, tot vaststelling van rooi- en
bouwlijnen voor de westzijde van den Kenne-
merstraatweg
2o. eene verordening, houdende bepalingen om
trent het gemeentelijk pensioenfonds.
Welke verordeningen, heden afgekondigd, geduren
de drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing
zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van resp.
0.05 en 0.121/2 in afdruk zijn verkrijgbaar gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 1 Maart 1910.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS v*n ALK
MAAR brengen ter alg«meene kennis, cUt de
bjj wjjze van proef
luidiijde, ven het pt rc«<T ven den heer G. A. DIRKEN,
in de richting v*n de Nieuweiloet.
Burgemeester en Wethouders voerncemd,
G. BIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 1 Maart 1910.
door
BARONESSE ORCZY,
Schrijfster van „De Roode Pimpernel".
NaTar het Engelsch door
ED. VAN DEN GHEIJN.
66)
„Je hebt je moeder nooit gezegd waarom je van je
man gescheiden leeft. Hij heeft er mij geen woord
van gerept. Daags na je huwelijk zond hij me een
officieel stuk, een akte. Aandachtig heb ik dat pa
pier doorgelezen. Het is een document waarmee hij
jou de bezitting Bideshüt in vollen eigendom ver
maakt zich zelf het recht voorbehoudend van beheer.
Hij vertrouwde mij niet onvoorwaardelijk, begrijp je,;
voegde Bideshüt met een snaaksch lachje eraan toe
„hij ziet mij als bewindvoerder niet voor vol aan. Maar
zelf is hij een uitstekend accountant, Ilonka," riep
hij geestdriftig, „je ziet ook wel, op wat vorstelijke
wijs het kasteel zijn ouden roem handhaaft: geld in
de ruimte aan contanten; overvloed van graan om te
verkbopen, en de beesten worden vet en tieren zooaL
nooit te voren. Nooit had ik zooveel kalveren en veu
lens, zulke hoeveelheden graan en maïs. Die man
kent de waarde van iederen voet gronds. Hij gaat al
les na. En ik zit eenvoudig thuis, keur alles goed wat
hij uitvoert, steek het geld in mijn zak, als hij een
zaakje goed voor mij heeft afgewikkeld.... dat wil
zeggen voor jou, Ilonka, want alles behoort toch jou.
En heb je wel ooit iets verlangd dat je niet hebt ge
kregen
„Het geld dus dat ik tijdens de cholera ontving om
aan de armen te geven, kwam niet van u, maar van
hem?" vroeg Ilonka kalm.
„Neen!.... niet rechtstreeks van hem, kind, het
landgoed is immers je eigendom.
Hij heeft het me gegeven.
ALKMAAR, 1 Maart.
„Tijd gewonnen is veel gewonnen" schijnt het En-
gelsche kabinet gedacht te hebben.
De minister-president Asquith heeft tenminste
gisteren voorgesteld al de zittingen tot 24 Maart aan
het regeeringswerk te wijden, aan begrooting en an
dere financieele zaken, welke moeten eindigen vóór
het einde van dit dienstjaar, d. w. z. op 31 Maart;
het Lagerhuis zou worden verdaagd van 24 Maart tot
29 Maart en dan zou het groote gevecht kunnen be
ginnen, omdat de regeering na dat tijdstip onmiddel
lijk zou komen met voorstellen betreffende de betrek
kingen tusschen Hooger- en Lagerhuis.
Deze voorstellen zullen aanvankelijk in den vorm
van ontwerp-besluiten worden voorgesteld, welke in
algemeene bewoordingen de noodzakelijkheid zullen
uitspreken de Lords heelemaal van het gebied der fi
nanciën uit te sluiten en het Lagerhuis zullen vragen
te verklaren, dat in de wetgeving de bevoegdheid der
Lords tot.uitoefening- van het recht van veto zoodanig
worde beperkt, dat de overmacht van het Lagerhuis
binnen den tijd van den duur van een parlement wor
de verzekerd.
Deze grondwettelijke veranderingen zouden echter
niet vooruitloopen op een wijziging welke een volgend
jaar zou worden beschouwd, om te komen tot een meer
democratische basis van het Hoogerhuis.
Indien de ontwerp-besluiten waren aangenomen zou
een wetsontwerp worden ingediend tot uitvoering van
de voornaamste gedeelten van deze besluiten teneinde
verspilling van tijd en arbeid te vermijden. Zoo spoe
dig mogelijk zouden de besluiten door het Lagerhuis
genomen, aan het Hoogerhuis worden overgelegd.
Of het Hoogerhuis ze al of niet goedkeurde, de i
geering beschouwde de bepalingen, welke het Lager
huis zou vrijmaken van het veto der Lords niet alleen
als de eerste voornaamste voorwaarde van een wetge
ving overeenstemmend met de waardigheid en in het
belang van het Lagerhuis, maar als zij» eigen eerste
en voornaamste plicht.
Bij de uitvoering van deze taak, zou de regeering
d^ maatregelen nemen, welke binnen de perken der
grondwet haar geschikt en billijk zouden voorkomen.
Bij het al of niet slagen bij de vervulling van deze
taak zette de regeering niet alleen haar kansen op het
spel, maar ook haar bestaan.
De leider der oppositie, Balfour, vond dat geen po
litiek, alleen maar parlementaire handigheid.
Dit was geen bestendige staatsmansschap, doch
slechts een poging om het kabinet bijeen te houden en
de van alle kanten dreigende stormen af te wenden.
De heer Austen Chamberlain verklaarde, dat de op
positie zich niet tegen de regeering van den koning
zou verzetten, ten einde haar iets eerder te doen vallen
en de Ier Redmond zeide, dat hij en de zijnen geen
twist wilden zoeken met de liberalen maar slechts wil
den voorkomen, dat de heer Asquith terugkwam van
de moedige staatkunde, welke hij in de verkiezingsda
gen had bepleit.
„Maar hij is dan toch je man?"
„Ja!" riep Ilonka met zekere heftigheid en tranen
in haar stem, „ja, hij is mijn man. Hij heeft duur ge
noeg betaald voor het voorrecht de arme dochter van
den landheer van Bideshüt zijne vrouw te mogen noe
men Ohde schande van dat alles I" liet ze er harts
tochtelijk op volgen, „hoe hebt ge ooit zoo iets
zoo iets kunnen doen?"
„Ik begrijp niet waarom je spreekt van schande. Be
halve dat jullie beiden oneenigheid schijnt gehad te
hebben, is er geen schande in gelegen. Je moeder en
ik hebben het vaak aan den stok, maar zij heejlt nooit
de koppigheid zoo ver gedreven om weg te loopen; een
woordentwist is zoo spoedig bijgelegd."
„Spoedig bijgelegd? ach, papa! u weet niet! u weet
niet.
Zij snikte hevig; zij bedekte met beide handen
haar gezicht, terwijl ze herhaalde:
„Oh! de schande! de schande! Hoe hebt u zoo iets
kunnen doen?"
„Ik zie niet in dat er eenige reden voor je bestaat
om een scene te maken," zei Bideshüt eenigszins ge
prikkeld. „Ik begrijp niet wat jelui vrouwen aan
drijft, overdrijving is altijd bij jullie in het spel. Je
verlangdet te weten, je noodzaakte me tot een verkla
ring, al zeer tegen mijn wil, van iets dat je, naar het
gevoelen van je moeder, nooit diende te weten. Er be
staat geen reden dus voor tranen."
„Neen papa", zei Ilonka haastig haar oogen afdro
gend en op haar vader toetredend, „het is zooals u
zegt. ik wilde weten. en u hebt het me gezegd,
ik ben u zeer. zeer dankbaar hiervoor."
„Je moet er maar niet met mama over spreken",
gaf hij haar angstig te kennen.
„Neen", zei ze lachend door haar tranen heen, bij
de zenuwachtige uitdrukking van zijn gezicht. „Met
haar zal ik het onderwerp niet aanroeren, daarvoor
bestaan geen redenen. Ik wil nu naar haar toegaan.
en de verbena's afsnijden."
Zij bukte zich om haar vader een kus te geven.
„En dan.... Ik geloof dat het zaak is je geschil
len met je man uit de wereld te helpen. Hij is zoo'n
„Hou je dan maar kalm" betoogde minister Lloyd
George. Er is geen sprake van, dat de regeering van
houding veranderd is. Collega Asquith heeft van het
eerste oogenblik af duidelijk gemaakt, dat de eenige
zaak waarmede men zich had bezig te houden, was af
te rekenen met de Lords. De kwestie, hoe op te treden
was open gebleven, maar de regeering had thans be
sloten welken weg te volgen met betrekking tot de
waarborgen.
Het is gewenscbt, dat de regeering zoo spoedig mo
gelijk zou weten, of de Lords geneigd waren mede te
werken tot een maatregel, welke berustte op de be
ginselen van de vetobesluiten. Indien zij dit niet
doen, kan ik al onze vrienden in en buiten het
Huis verzekeren, dat wij niet zullen voorstellen zand
te beploegen. Als wij er niet zeker van zijn dat onze
voorstellen niet alleen in het Lagerhuis worden aan
genomen, maar wet kunnen worden, zullen wij ons
ambt niet voortzetten.
In deze kwestie om de aangelegenheid betreffende
de betrekkingen tusschen beide Huizen te doen eindi
gen met de overheersching van het Lagerhuis, bestaat
er voor ons geen wijken of aarzelen. De regeering zal
volstrekt haar bestaan op het spel zetten bij de voor
lichting welke zij den Vorst zal geven, indien het ooit
noodig wordt dit te doen.
Daarna werden de voorstellen van den heer Asquith
aangenomen. Het gevaar is dus voorloopig ontweken.
Maar de Ieren hebben dadelijk een motie aangenomen
in de vergadering van hun kamerfractie waarin zij
verklaarden zich alsnog te onthouden partij te kiezen
voor of tegen de regeering. En de oppositie zegt ook:
wij hebben nog wel wat geduld.
Het geheele parlementaire spel in Engeland maakt
den indruk van het spel van kat en muis. Het libe
rale muisje heeft nog een kansje om aan de spelende,
maar bedachtzame conservatief-Iersche poes te ontko
men, doch zeker van zijn leven is het allerminst. Eén
slag met de thans ingetrokken nagels en het is ge
daan. Alleen weergalooze behendigheid, tegenwoordig
heid van geest en buitengewoon vernuft kunnen het
muisje redden.
Dr. K. H. M. VAN DER ZANDE.
Over den nieuwbenoemden inspecteur van het land
bouwonderwijs schrijft het N. v. d. Dag o. m.
De mannen van de practijk, vooral in Noord-Hol
land, verliezen in hem evenwel een kracht van groote
beteekenis. Hij toch leidde tal van proefnemingen op
zuivelgebied, jarenlang, en als er in Hollands Noor
derkwartier een proef moest genomen worden op het
gebied van de veevoeding, de zuivelbereiding, dan was
hij daarvoor altijd de aangewezen man. Dr. Van der
Zande is een man van gezag op het gebied van den
landbouw in Noord-IIolland, en door zijn welwillend
optreden is hij door iedereen gezien.
Vergissen wij ons niet, dan heeft hij het controle-
merk ontworpen, dat straks als rijkscontrolemerk onze
kaas zal sieren. Ilij is een vurig bestrijder van knoei
erijen in zake den verkoop van veevoederartikelen en
aan hem is het te danken, dat de landbouwdieren in
beste kerel. Je moeder zegt dat het mij niet aangaat,
maar.... Andras.... komt aanstonds hier.... en.."
„Ik moet naar mama", viel Ilonka hem kalm in de
rede, „ze zal wel wachten op de verbena's."
En voordat Bideshüt nog iets kon zeggen, had ze
in een oogwenk het vertrek verlaten.
De goede oude Gyuri begreep zijne dochter niet.
Het wilde hem voorkomen alsof er veel beweging over
een bagatel werd gemaakt. De boer had zich als een
correct man laten kennen, en Bideshüt had een zekere
onaangename gewaarwording dat men Andras niet
mooi had behandeld; bovendien was het een hinderlijk
denkbeeld dat er geen vooruitzichten waren voor
kleinkinderen, ter wille van wie men met het belache
lijk huwelijk eenigszins vrede kon hebben. Hij koes
terde altijd nog een stille hoop Andras te eeniger tijd
tot zijn denkbeelden over te halen aangaande de ma
chinerieën en den stoommolen. De laatste stond nu
eenzaam en verlaten; tallooze spinnen hadden hun
web geweven tusschen de massieve wielen en katrol
len. De stijfhoofdige boer wilde er niet van hooren,
en Bideshüt had niet den moed, zonder goedkeuring
en medewerking van zijn vermogenden schoonzoon, de
fabriek weer in werking te brengen. Hij was blijde
voor zijne dochter zijn hart te hebben uitgestort aan
gaande de financieele zaken. Hij wilde het zichzelf
niet bekennen dat hij zich bizonder voelde aangetrok
ken tot dien „verwenschten boer", die zulk een uitste
kend administrateur was, dat hij zoo gaarne met hem
over de akkers reed en een ware bewondering koester
de voor zulk een volmaakt ruiter als Andras Kemény
bewees te zijn. Bovendien had Andras hem altijd iets
aangenaams mede te deelen omtrent een of andere
welgeslaagde onderneming; en wanneer de landheer
van Bideshüt een zijner landbouwers ontmoette, werd
hij steeds geestdriftig begroet, vooral wanneer bij zul
ke ontmoetingen zijn schoonzoon tegenwoordig- was.
Wat zijn dorschmachines betreft, het liet geen twijfel
dat deze tijdens den laatsten oogst veel aan populari
teit hadden gewonnen.
Och ja! de wereld begon hoe langer zoo meer op
haar kop te staan. Den hemel zij dank! Bideshüt
Noord-Holland tegenwoordig wat beters in hun maag
krijgen.
Door zijn jarenlangen omgang met de mannen van
de practijk kent hij de behoeften van de practijk en
zal dus wel zorgen, dat het onderwijs rekening houdt
met de eischen daarvan.
Voor het onderwijs heeft hij zich verdienstelijk ge
maakt door het schrijven van een „Beknopt Leerboek
der Zuivelbereiding," waarvan zoo juist de derde, her
ziene druk is verschenen. j
Naast zijn gewone bezigheden, die hem zeer in be
slag namen, wist hij nog steeds tijd te vinden het al
gemeen belang te dienen. Zeer verdienstelijk maakte
hij zich in plaatselijke vereenigingen, hij is lid van
den Gemeenteraad van Hoorn en van de Provinciale
Staten van Noord-Holland.
Voor elke goede zaak is dr. Van der Zande te vin-
den.
Hij is een man van links, ook aan de overzijde zeer
gewaardeerd.
Dr. Van der Zande wekt door zijn uitgebreide we
tenschappelijke kennis en zijn ruimen blik op het
maatschappelijk leven ook van den landbouwer, groote
verwachtingen voor het landbouwonderwijs. Ongetwij
feld zal blijken, dat ook deze benoeming een gelukkige
is geweest.
UITVAART Ds. W. A. TERWOGT.
De begrafenis van wijlen ds. W. A. Terwogt, gister
ochtend te li3/, uur op de Nieuwe Begraafplaats te
Haarlem, had een streng deftg karakter.
De lijkbaar was met tal van kransen bedekt en aan
de groeve hadden zich eenige oud-collega's van den
overledene, benevens de districts-schoolopziener, de
heer Roodenburch, en het schoolhoofd, de heer Beer,
verzameld.
Na de neerlating in de groeve strooide de dochter
bloemen op de kist.
Gesproken werd er niet.
DE STRIJD TEGEN HET TANDBEDERF.
Vanavond zal te Rotterdam, naar de N. R. Ct.
meldt, worden opgericht een Nederlandsche Vereeni-
ging tot bestrijding van het tandbederf.
De nieuwe vereeniging zal haar doel trachten te be
reiken door
a. Het verstrekken van inlichtingen aan moeders
over de middelen tot het verkrijgen van gezonde tan
den. b. Raadgevingen aan industrie en handel tot
het verkrijgen van doelmatige, tandcosmetica. c. Ver
spreiding van tandhygiënische brochures onder het
publiek, d. Invoering van schoolplaten, e. Tentoon
stellingen en openbare lezingen op tandhygiënisch ge
bied. f. Populaire wetenschappelijke artikelen in tijd
schriften. g. Periodieke inspectie, door bij de autori
teiten aan te dringen op onderzoek van alle schoolkin
deren door schooltandartsen. h. Aandringen op stich
ting van schooltandklinieken voor onvermogenden.
i. Aandringen bij ziekenfondsen tot het doen ver
strekken van conserveerende behandeling, j. Bevorde
ring van tandheelkunde in leger en vloot. k. Subsidi-
ëeren van tandklinieken voor onvermogenden.
Om dit program te kunnen verwezenlijken is het
noodzakelijk, dat de vereeniging den zedelijken steun
der overheid en den geldelijken steun van het ontwik
kelde en filanthropische publiek zal verkrijgen.
HANDELSONDERWIJS.
In de gisteravond onder voorzitterschap van den
heer J. S. Meuwsen gehouden ledenvergadering der
Algemeene Winkeiiersvereeniging te Amsterdam,
werd medegedeeld dat zeer spoedig de oprichting eener
nam toe in jaren en zou den dag niet beleven dat de
boeren in het bezit waren van iedere strook gronds en
de adel zou gehuisvest zijn in kleine woningen van
provinciesteden. Momenteel tituleerde zijn schoon
zoon hem voortdurend „Edele Heer", maar hij, Bides
hüt, noemde hem „mijn zoon", en hij was altijd in zijn
nopjes, als hij Andras in den loop van den dag mocht
ontmoeten.
Ook nu straalde zijn gezicht van genoegen toen hij
een zwaren stap vernam op de marmersteenen van de
vestibule; hij trachtte zich op te richten in zijn stoel,
maar zijn voet veroorzaakte hem hevige pijn. De deur
werd geopend, de welbekende rijzige figuur verscheen
op den drempel. Bideshüt, die anders weinig waar
nam, kon toch niet nalaten op te merken hoe ontzet
tend bleek en ontdaan het gezicht was van den boer,
hoe verwilderd zijn blik; hoofdschuddend hief hij een
waarschuwenden vinger op:
,;God voert je tot me, (Isten hózta) mijn zoon", zei
hij vroolijk, „maar drommels, vanwaar kom je? Wat
maalt je in het hoofd? Je ziet er uit alsof je zoo waar
Satan in levenden lijve hebt gezien!"
NEGEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
HET GRAF DER LIEFDE.
Ilonka was van haren vader, na het onderhoud met
dezen, in een toestand van verbijstering en smartelijke
gewaarwording weggegaan. -
De trots en fierheid een onvervreemdbare eigen
schap deugd of ondeugd van Magyaren, die de
Hongaarsche landen in onafgebroken opvolging van
generaties zelfstandig en onafhankelijk hebben ge
handhaafd, terwijl andere Europeesche rijken onder
scheiden lotsverwisselingen ondergingen; een trots,
die al hun daden beheerscht, die hen belet heeft de
moderne beschaving grifweg te aanvaarden en hen af
sluit in een ondoordringbare omheining, diezelfde
trots had in Ilonka een doodelijke wonde ontvangen.
De afstammelinge eener reeks van adellijke oorlogs
mannen, die een koninkrijk hadden tot stand ge
bracht, was beschaamd gemaakt door de ridderlijke
edelmoedigheid van een eenvoudigen boer.
.Wordt vervolgd.