DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en twaalfde Jaargang.
1910.
DINSDAG
8 MAART.
BINJnÊ NLA J\1l
li No,
56
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor ikm&ar f 0,8Ö| franco door het geheele Rijk I
Af aderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan dt N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 0.
Teïsfs&oaHimaQf S.
Ontwerp Zomerdienstrcgeling op de
Spoorwegen.
EEN GEDENKBOEK VOOR BLOEMBOLLEN
CULTUUR.
aEasuiïssaBSSBMïü
ALKMAARSCHE COURANT.
•rvjiiii' i n ZE-sirga
BURGEMEESÏEE en WETHOUDERS yan ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat in het Ge
meenteblad van Alkmaar, Hos. 319 en 320, zijn opgeno
men de besluiten van den Raad dier gemeente van 23
Februari j.l., waarbij zijn yastgesteld: r
lo. eene verordening, tot vaststelling van rooi- en
bouwlijnen voor de westzijde van den Kenne-
merstraatweg
2o. eene verordening, houdende bepalingen om
trent het gemeentelijk pensioenfonds.
Welke verordeningen, heden afgekondigd, geduren
de drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing
zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van resp.
0.05 en 0.121/2 in afdruk zijn verkrijgbaar gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATIT, Secretaris.
Alkmaar, 1 Maart 1910.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat van heden
af ter gemeente-secretarie voor belanghebbenden ter
inzage is nedergelegd:
een exemplaar van het door de Noord-Braban{-
Duitsche Spoorwegmaatschappij aan den Mi
nister van Waterstaat ingezonden ontwerp van
de zomerdienstregeling 1910.
Eventueele opmerkingen betreffende dat dienstrege-
lingsontwerp behooren vóór of op 10 Maart a.s.
rechtstreeks aan het Departement van Waterstaat te
worden ingezonden.
Alkmaar, 4 Maart 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 8 Maart.
De Berlijnsche politie "heeft op het oogenblik een
zeer slechte pers. De bladen van alle richtingen keu
ren haar optreden onvoorwaardelijk af het gebeurt
niet vaak, dat het courantenkoor zoo éénstemmig in
het oordeel is, zelfs niet indien het afkeurend luidt.
De politie heeft het er dan ook naar gemaakt. Over
het geheel is de Berlijnsche politie weinig populair.
Wie als vreemdeling de Pruisische hoofdstad bezocht
en wel eens met de politie in aanraking kwam, weet
natuurlijk bij ondervinding dat zij stug, norsch en
hooghartig1 is. Zij is volkomen het contrast van de
Londénsche politie, welker „bobbies" uitmunten door
voorkomendheid en welwillendheid en den vreemde
ling gaarne te woord staan, hem ook gaarne begrijpen
en hem kort maar zakelijk en beleefd antwoorden.
Het stugge, norsche en hooghartige van de Berlijn
sche politie, dat de vreemdeling al heel gauw opvalt is
den laatsten tijd, onder het presidentschap van den
heer von Jagow in het geheele openbare optreden zeer
sterk op den voorgrond gekomen. De president gaf het
voorbeeld, wilde den hoogsten toon aanslaan die te
vinden was en tastte er jammerlijk naast. Men her
innert zich zijn korte proclamatie, symbool van de
echtste politie-dictatuur, waarin werd gezegd dat een
recht op de straat niet bestond en dat nieuwsgierigen
bij betoogingen gewaarschuwd werden. De Berlijnsche
bladen kwamen daartegen op en wezen op het verkeer
de van het standpunt, door den politie-president inge
nomen. Onmiddellijk verscheen er een officieus com
muniqué waarin werd verklaard, dat ook in Londen
het recht op de straat niet bestond. Nu was er moeie-
lijker een ongelukkiger voorbeeld aan te halen dan
Londen waar de openbare straat inderdaad wordt ge
bruikt voor vergaderzaal, voor concertzaal, ja voor
wat niet al? Hoeveel Vergaderingen werden er bijv.
tijdens den laatsten verkiezingsstrijd niet op het Tra
falgar-square gehouden? En dan Hydepark, waar dan
toch bijna een halfmillioen kiesrechtvrouwen gelijktij
dig dus waarlijk niet de zachtzinnigste en minst
luidruchtige medemenschen op een Zondagmiddag
betoogd hebben met ettelijke muziekkorpsen en hon
derden vlaggen en vaandels en doeken met juist niet
de zoetsappigste spreuken?
Men lachte te Berlijn wat om den politie-president,
ried hem aan een retotirtje naar Lönden te nemen, liet
triumfantelijk een vrouw uit de halve of nog min
dere wereld verkondigen, dat haar het recht op
de straat was toegekend, maar zoo'n kiesrechtbetooger
niet.
De sociaal-democraten hadden tegen Zondag een
„kiesrechtwandeling'' naar en in het nabij gelegen
Treptowpark georganiseerd, met toestemming' van
Berlijns eersten burgemeester. In het belang van de
openbare veiligheid verbood echter de heer von Jagow
deze betooging, tevens mededeelende, dat hij het park
Zondag voor het publiek zou sluiten. De bladen keur
den dien maatregel eenstemmig af de clericale Ger-
mania bijv. vroeg naar de rechtvaardige motieven,
waarop een dergelijk besluit rustte. Toen kwam er
weer zoo'n fameus politie-communiqué waarin werd
gezegd, dat straatbetoogingen moeten worden verhin
derd, wijl het volk gelegenheid genoeg heeft*zijn mee-
ning' te uiten in vergadering en parlement (in het
Pruisische parlement alsof er geen kiesrechtstrijd
bestond!) en dat aldus eindigde:
liet schijnt dus meer dan tijd, dat aan dit ageeren
van de sociaal-democratie door de geheele publieke
opinie en niet alleen door de politie een krachtig: „tot
hier en niet verder" toegeroepen wordt."
Een dergelijk stuk is natuurlijk beter sociaal-demo
cratisch propaganda-materiaal dan het roodste mani
fest, terwijl het verbod op zich zelf reeds een prachtig-
agitatie-kapitaal vormde, dat zijn rente wel zal ople
veren.
De Berlijnsche sociaal-democraten hebben evenwel
nog meer winst uit de zaak weten te kloppen.
Zij hebben de politie het Treptowpark laten afzetten
en toen op het groote park, de Diergaarde betoogd. In
heele kleine oproepjes kwamen ze er samen genoegelijk
hun pijp rookend en gezellig pratend. Eerst kreeg de
agent die op het verzamelplein stond, geen achter
docht, maar eindelijk merkte hij iets en waarschuwde
de politiewacht. De sociaal-democraten hadden zelf
voor ordebewakers gezorgd en alles ging voorbeeldig
hoewel er duizenden en duizenden bijeenwaren trap
te bijv. niemand op het gras.
Om één uur klonk uit alle richtingen het „Hoch"
op het algemeen, gelijk, en direct kiesrecht, werd de
Arbeiders-Marseillaise gezongen. Overal op de wegen,
liepen rustig de betoogers, niemand en niets lastig
vallende.
Toen kwam echter de politie, die een paar uitvallen
deed, maar machteloos stond. Het optreden der poli
tie wordt het best gekenschetst door het feit dat zij te
paard zelfs de trap van het Rijksdaggebouw, die zwart
stond van menschen, opreed.
Theodor Wolff, de hoofdredacteur van het Tageblatt
schrijft dan ook:
„Ieder niet bevooroordeelde getuige kan en moet
constateeren, dat in de Diergaarde alleen en uitslui
tend de politie den vrede van dezen mooien Maartdag-
heeft verstoord, wanordelijkheid stichtte en het leven
van vrouwen en kinderen in gevaar bracht. De heer
Von Jagow heeft gepoogd, bij de verdediging van het
park te Treptow, een uitnemend strateeg te zijn, maar
het kan niet geloochend worden, dat de strategie van
de sociaal-democraten de zijne overtrof. Liet is niet
bekend, om welke redenen de heer Von Jagow be
noemd is tot politie-president, maar na het schitteren
de fiasco van gisteren zou hij redenen hebben, om zich
terug te trekken. Om rechtvaardig te zijn moet men
echter zeggen, dat dit fiasco, deze kolossale blamage,
waarover geheel Europa lachen zal, niet hem alleen
treft, doch het systeem, om het volk te regeeren met
paardenhoeven."
En andere bladen denken -er ook zoo over.
Schrijvende over de Berlijnsche pers en de politie
denken we onwillekeurig aan de gelukkige samenwer
king, welke er te Berlijn tusschen deze beiden bestaat
bij het opsporen van misdadigers en welke reeds menig
duister geval tot klaarheid heeft gebracht. Wij herin
neren bijv. aan den moord op vrouw Arnholtz. De
kleinste bijzonderheid, welke daarbij aan het licht
kwam en welke tot nieuwe ontdekkingen aanleiding
zou kunnen geven, werd onmiddellijk door de politie
aan.de couranten medegedeeld. En het gevolg? Dat er
zich bij haar voortdurend personen aangaven, die in
verband met hetgeen ze in hun blad gelezen hadden,
nadere ophelderingen konden verstrekken, persoonsbe
schrijvingen konden geven, dingen konden mededee-
len, oogenschijnlijk van niet zoo heel veel gewicht,
voor de politie echter van groot belang. Doordat bijv.
op deze wijze aan het licht kwam waar en wanneer het
gevonden manteltje gekocht was, kreeg men belangrij
ke aanwijzingen, die hebben geleid tot yaststelling van
de persoon der vermoorde en tot in hechtenisneming
van de vermoedelijke daders.
Een vrijwel gelijk geval hebben we in ons land. Er
wordt te Zeist een jongetje vermist. De couranten
ondernemen niets-opleverende speurtochten met poli-
tie-honden mee en vermelden onderstellingen en looze
geruchten. Dat is alles. Een Utrechtsch blad
komt Zaterdagavond met belangwekkende bijzonderhe
den, die in elk geval waard gijn onderzocht te worden.
Een heer zou met een jongetje ,,'s avonds" in„een"
melksalon zijn geweest, de moeder meent „dat haar
kind daar den bewusten llden Februari met dien heer
des avonds moest geweest zijn" en de dame uit de
melksalon „dat het ventje een nieuw confectiepak
droeg."
Zaterdagavond deelde de Sticfitsche courant dit mee.
Maandag bevatten verschillende Amsterdamsche bla
den dit overgenomeil bericht. Dat is dus een paar
dagen méér tusschen het ontstaan van het vermoeden
en het bekend-maken daarvan aan het Amsterdamsche
publiek. En eerst van ochtend bevat een der Amster
damsche ochtendbladen een omstandiger v.erhaal waar
uit blijkt dat de melksalon van Plancius in de Kal-
verstraat was bedoeld, dat de heer iemand was van
omstreeks 35 jaar, lang en blond met een hoogge
kleurd gelaat en zeer net gekleed, dat hij met het
ventje na het verlaten van den melksalon niet in de
richting van het Centraalstation ging, maar juist in
de tegenovergestelde richting de Kalverstraat in, zoo
dat hij vermoedelijk dien nacht nog met het knaapje
in Amsterdam is gebleven had hij naar het Wees-
perpoort- of muiderpoortstation willen gaan, had hij
dan niet naar den Dam gewandeld, om daar de tram
te nemen?
Het bericht eindigt aldus
Is men op een valsch spoor, dan zou het wenschelijk
zijn, dat de heer, die den bewusten Vrijdag in den
melksalon is geweest, zich bekend maakt. Alleen als
de verdenking tegen hem gegrond is, heeft hij reden
zich verborgen te houden"
Van de politie merkt men intusschen niets.
Het is natuurlijk niet aan te nemen dat zij van dit
vermoeden onkundig is gebleven. Zou het nu niet
doeltreffend geweest zijn, indien de politie onmiddel
lijk door de bladen had bekend gemaakt, wat haar ter
oore was gekomen, aangevend welken melksalon be
doeld was, verzoekend den personen, die meenen het
tweetal gezien te hebben, zich bij haar te vervoegen en
eveneens een beroep doend op de eigenaren van klee
dermagazijnen, enz. enz. -wij zullen niet in verdere
bijzonderheden uitwerken wat o. i. de taak des politie-
mans is, maar vragen, of een dergelijke methode niet
veel doeltreffender zou zijn dan een vermissingsbericlit
in het politieblad en verder voor de pers niet. Het
behoeft wel geen betoog dat wij de bovenbedoelde be
richten allerminst wenschen te zien gegeten in den
vorm van een sensatieverhaal met gretig-gelezen bij
zonderheden op de spannendste wijze verteld. Ook
kunnen wij ons heel goed voorstellen dat dergelijke
officieele politieberichten in sommige gevallen onge-
wenscht zijn, omdat zij opsporing van den dader veel
eer zouden belemmeren dan vergemakkelijken. Doch wij
gelooven dat er volgens de hier aangegeven methode
ook in ons land vele der misdaden, welke nu onopge
helderd blijven en het zijn er waarlijk niet weinige!
iets te bereiken zou vallen en daarom verdient na
volging o. i. ernstige overweging.
LAUWERZEE-VRAAGSTUK.
Thans is het rapport van den hoofdinspecteur-gene
raal en de beide inspecteurs-generaal van 's Rijkswa
terstaat betreffende het Lauwerzee-vraagstuk medege
deeld aan Gedeputeerde Staten van Friesland en Gro
ningen.
Er bestaat grond om aan te nemen dat de strekking
van de plannen der Regeering, in zake verbetering van
den waterafvoer in Friesland, wat de voornaamste
hoofdzaken betreft, zich aansluit aan hetgeen bij de
behandeling der waterstaatsbegrooting in de Tweede
en de Eerste Kamer door den minister van Waterstaat
in korte trekken is aangegeven, namelijk dat boven in
dijking van de Lauwerzee de voorkeur ware te geven
aan oprichting van voldoende stoomgemalen en uit
dieping van de stroomgeulen der sluizen in de Lau-
zekeringsbank op dit oogenblik niet minder dan drie
en negentig duizend gulden te vorderen.
De heer Ernst IL Krelage, voorzitter van de alge
meene vereeniging voor bloembollencultuur, heeft een
gedenkboek geschreven ter herinnering aan haar vijf
tigjarig bestaan, dat heden op de vergadering der af-
deelingen van de vereeniging wordt uitgereikt.
In het lijvige boekwerk staat 't portret van nu wij
len den heer J. H*. Krelage, die een van de oprichters,
van 1860 tot 1900 voorzitter en in waarheid gedurende
al die jaren haar leider en voornaamste drijfkracht
was.
Hoe thans het vak er voor staat, blijkt uit de bijla-
gën. In 1860 werd slechts 300 hectare bloembollenland
beplant, in 1890 was dit tot 1000 gestegen, in 1900 tot
2500 en in 1909 was er niet minder dan 4000 hectare
voor bloembollen in cultuur. In diezelfde halve eeuw
klom de export aan een tot twaalf millioen gulden.
Wat de vereeniging aangaat, zij telde in December
1909 38 afdeelingen met nagenoeg 3200 contribueeren-
den. Zij is daarmee aan de spits gekomen der Neder-
landsche tuinbouwvereenigingen.
De aanstaande tentoonstelling, waaraan de deelne
ming zoo ontzaglijk groot is, belooft de eerste halve
eeuw waardig af te sluiten. Gehoopt wordt, dat haar
financieple uitkomsten haar in staat zullen stellen tot
verwezenlijking van een lang gekoesterd ideaal, een
J. II. Krelage-stichting, een eigen gebouw.
MEVR. WIJNAENDTS ERANCKEN—DY-
SERINCK.
Volgens Onze Kleeding zal mevrouw W. Wijnaendts
EranckenDyserinck, mede-oprichtster en gedurende
twee jaren propagandiste van den Nederl. Bond voor
Vrouwenkiesrecht, zich dit voorjaar geheel uit de ac
tieve vrouwenbeweging terugtrekken.
DE RIJKSVERZEKERINGSBANK.
Van een beruchte stuwadoors-firma te Rotterdam,
heeft zoo schrijft men aan de N. Ot. van daar
wegens opgeloopen achterstallige premies de Rijksver-
DE JUISTE TOEDRACHT.
Thans komt de (anti-rev.) Rotterdammer met een
hoofdartikel onder bovenstaand opschrift, vermelden
de wat mr. De Jong op „het gezellige Zondag-avond
je" van dr. Kuyper heeft gezegd.
Wij outleenen aan het artikel het volgende:
Op dien bekenden Zondagavond kwam mr. De Jong
een vriendenkring binnen, waar het gesprek over de
decoratiequaestie al heel spoedig, gelijk mejuffrouw
Van der Vlies in Het Volk meende te mogen publicee-
ren, werd ingezet met de opmerking, dat óók voor de
vrienden van dr. Kuyper juist door diens verklaring
„zijn zaak zooveel zwakker was komen staan, waar er
immers zooveel onjuistheden in zaten." Daarop is
door Mr. de Jong te kennen gegeven, dat de tgenstrij-
digkeden op zichzelf „niets zeiden" ten opzichte van
de goede trouw van den persoon. Om dit aan te too-
nen noemde hij uit zijn ervaring eenige voorbeelden,
waaruit tegenstrijdigheid en onjuistheid in de uitin
gen van dr. Kuyper bleek, maar die, bij ernstige over
weging, niet konden en mochten leiden tot de conclu
sie, dat dr. Kuyper daarbij opzettelijk met welbewust
kwade bedoelingen zou handelen, omdat anders alle
achting voor den persoon zelf zou verdwijnen, en deze
n lodzakelijk zou moeten worden losgelaten. De persoon
van dr. Kuyper werd in het, inderdaad zeer serieuse
gesprek, juist door mr. De Jong intact gelaten, ook
in de decoratiequaestie. De inhoud van het door me
juffrouw Van der Vlies half aangehoorde betoog, dat
in gezamenlijke conversatie met de heeren werd ge
houden, en hetwelk zij niet heeft begrepen, noch kun
nen begrijpen, was dan ook deze, dat mr. De Jong,
naar aanleiding van de in het onderling- gesprek ter
sprake gebrachte duisterheden in de verklaringen van
dr. Kuyper inzake de decoratiequaestie, oordeelende
over verschillende tegenstrijdigheden in dr. Kuyper's
uitingen, waarvan er eenige werden vermeld, in ver
band met de discussie uitsprak: ik kan mij best begrij
pen, dat iemand die de herhaaldelijke onjuistheden en
de onderlinge tegenspraak ziet, met name als het geen
geestverwant van dr. Kuyper is, zegt„hij liegt, en
verdraait alles," vooral als het iemand persoonlijk
raakt, gelijk ik ook zelf in 1908, toen ik de campagne
tegen de Rotterdammer moest doormaken, meermalen
als ik iets in De Standaard las gezegd heb: „dat is
leugen," en ook door prof. Eabius in zijn brochure de
talrijke „vergissingen," zooals hij het noemt, in de
twee brieven van dr. Kuyper zijn aangetoond, en
tóch moet de onderlinge tegenspraak en de onjuistheid
in de uitingen onbewust zijn, ik heb in de geschiedenis
der laatste maanden wat aangaat de decoratiequaestie
de vaste overtuiging gekregen, dat dr. Kuyper in de
Kamer volkomen te goeder trouw zijn verklaring heeft
afgelegd, trouwens ik kan mij niet voorstellen, dat
iemand, die de opwaking van het geheele religieuse
leven heeft teweeggebracht, die nog meditaties schrijft
enz., in de Kamer zou komen en welbewust, opzettelijk,
met stalen hoofd daar zou gaan staan „liegen"; als ik
die gedachte ook maar eenigszins in mijn hoofd' bin
nenliet, dan zou voor mij de heele Kuyperfiguur, waar
voor ik waardeering koester, moeten wegvallen.
Alle zes heeren, die dit betoog dien Zondagavond
hebben gehoord, namelijk de heeren Brants, ds. Wage
naar, Tuinstra, Wessel, Isings en Snijders, en die aan
mr. De Jong 1.1. Dinsdagavond hebben toegestaan dit
te publiceeren, kunnen getuigen, dat door hem aldus
is gesproken.
DE ONTEIGENING VOOR DEN DAM.
Tiet N. v. d. D. deelt mede, dat ten Stadhuize het
bericht is ontvangen, dat bij Koninklijk besluit van 1
Maart het recht tot onteigening van de beide huizen
blokken op den Dam, welk recht ingevolge de wet 4
Mei zou vervallen, met den termijn van zes maanden
is verlengd. Tot 4 November van dit jaar heeft de ge
meenteraad dus nog den tijd om te beslissen, of be
halve het blok tusschen Nes en Rokin, ook dat tus
schen den Vijgendam en de Vischsteeg onteigend zal
worden.