P. OUDES, Wegens verplaatsing der zaak AD VERTENT I EN. Uitloten g. uw Vraag en Aanbod. Finale Uitverkoop Paaschwater. T ¥raag 85 O EIST* I Ingezonden Mededeellngen. Hoe gy vergiftiging door urinezuur kunt opmerken. „de Bonte Koe", Lengtatrait. TeScf. 174 HOUTTIL 26;o: ALKMAAR, - ZONDAGS GEOPEND. lust" te Koedijk, J. Reeser te Voorburg, A. Tates te Heila, O. Boomsma te Kampen, G. Fijth en C. J. Strick van Kinschoten te Bunnik. Aan gezien ons gebleken is hoe sommigen de vorige rubriek hebben ontvangen met No. 228 zoo onduidelijk afgedrukt, dat zij de stukken er niet op onderscheiden konden, hebben wij deze opgave boven nog eens laten afdrukken. Wij maken van deze gelegenheid gebruik mede te deelen, dat wij elk oogenblik nieuwe diagrammen wachtende zijn, omdat die welke to nu toe gebruikt werden, hunne diensten begonnen te 'weigeren. Wij verwachten dan ook dat onduidelijk afgedrukte dia grammen weldra tot de groote zeldzaamheden zullen behooren. Wij stellen ons voor hoe het zelfs dengene, die nooit een oog in deze rubriek slaat, zou interesseeren te ver nemen, dat de „Alkmaarsche Courant" tegenwoordig eiken Zaterdag geregeld naar Praag gaat. Wij kregen namelijk het verzoek te ruilen met het Boheemsehe maanschrift, aan schaken gewijd, waaraan wij No. 229 ontleenden, welke vriendelijk aanbod na tuurlijk door ons aangenomen is. Genoemd Tijdschrift, dat den naam draagt van „Blad der Boheemsehe schakers" is in de geheele schaakwereld bekend, doch geeft slechts zelden twee- zetten van Boheemsehe componisten omdat deze zich liever aan de compositie van langere problemen wij den. Zoo lazen wij bijv. in de laatste schaakrubriek van de „Times" een korte beschrijving van het leven van Lad. Votes nik en zijne praestaties op probleemgebied waar uit ons o.a. bleek hoe hij tot op heden ongeveer 250 problemen had gepubliceerd. Welnu daaronder waren vijf (zegge 5!) tweezetten waarvan dé eerste werd ge publiceerd in 1902 in het. Tijdschrift van den Ned. Schaakbond. Er zijn hiervoor allerlei redenen te vinden, te veel om hier op te noemen, doch een er van zal wel zijn, dat de Bohemers zich hoofdzakelijk op onberispelijke afwikkeling toeleggen en dat dit hun bij tweezetten slechts hoogst zelden gelukt, zonder dat hunne opgave aan oorspronkelijkheid te wenschen overlaat. In ieder geval, wij zagen geen kans een Boheem- schen tweezet uit genoemd Tijdschrift over te nemen, daar de eenige, die wij er in vonden1) reeds vroeger in een vaderlandsche rubriek was verschenen. Trouwens, wij verwachten, dat ook 229 van den Russisehen com ponist Salkind, onzen lezers goed zal bevallen. Onnoodig te zeggen, dat de ruiling met dit Boheem sehe Tijdschrift in verband staat met de mededeeling, dat wij eiken 2zet, eerste publicatie, die ons bevalt, met 1.-honoreeren. Wij zagen dit feit reeds in een 5-tal buitenlandsche ïubriekeu vermeld en kregen dan uit den vreemde ook reeds menige opgave ter publicatie, die ons intusschen, op een enkele uitzondering na, niet bevielen. Toch zijn wij reeds voor het geheele jaar gereed en hopen wij in 1910 zes vaderlandsche en zes buitenland sche eerste publicaties te kunnen geven. N. 1. in de drie eerste maanden van dit jaar. VOOR DAMES, KIJKJES IN DE MODEWERELD- Nog altijd verheugt de aparte keursrok, die met verschillende blouses gedragen kan worden, zich in de gunst der mode. Vooral voor jonge dames is deze rok practiseh, tevens staat hij elegant. Een dergelijken rok vervaardigt men bijv. van terra-cotta panama en soutacheert hem langs de naden met soutache in den zelfden kleur. De rok wordt op de schouders en van achteren gesloten met knoopen van zwart satijn, die tevens ter garneering dienen. Een eenvoudige blouse, waarvan alleen een weinig werk van den pas en van de manchetten is gemaakt, voldoet uitstekend bij de zen rok. Een aardig voorjaarspakje voor kleine meisjes be staat uit een rok van blauw cheviot, die op een voe ringlijfje bevestigd is, een blouse van wit cheviot en een blauw jakje. Het rokje blijft ongevoerd, is 52 cM. lang, 350 cM. breed en wordt in plooien, die 7 cM. breed zijn, verdeeld. De blouse gaat van voren, met knoopen en knoopsgaten die niet te zien komen, dicht Van onderen zoomt men er een elastiekje in. De losse matrozenkraag en de manchetten zijn van blauw sa tinet met wit band belegd. Het manteltje wordt met witte zijde of satinet gevoerd en met zwart band1 ge boord; het sluit met twee rijen knoopen en één rij knoopsgaten. De nieuwe voorjaarsmantels voor dames zijn .nog steeds voorzien van een sjaalkraag, waar boven uit men een jabot draagt. Om eeu jabot te maken neemt men crème of witte kant, 40 cM. lang en 2 cM. breed Aan weerskanten zet met er 3l/2 cM. breede, met kantjes afgezette piissées aan. Desverkiezende kan men er nog aan één of aan beide kanten een plissée van 8 cM. bteed aanzetten. Voor een klein jabotje neemt men geborduurd nansouc, dat men in twee strookjes boven elkaar zet, het bovenste 23, het onder ste 27 cM. lftug. Met een broche kan men dit op de blouse bevestigen. Jammer, dat de Paaschfeesten tegenwoordig niet meer zijn wat zij vroeger waren, zei onze buur vrouw, ene vroolijke, montere vrouw en moeder eener talrijke familie. Zij was een uurtje komen buurten en zat naast mijne moeder in een sofahoekje. fk ken althans in verband met Paschen niets an ders meer dan modder en slecht weer en zieke kinde ren, en hoesten en niezen is 't wat men hoort. Ik be doel vroeger was dat anders. Dus de goede oude tijd komt bij u ook reeds èere vroeg mijne moeder lachend. Och neen, dat wil ik niet zeggen. Ik gun den te gen woordigen tijd zeker zijn voorrang. Maar de tijd onzer jeugd is toch maar j c tijd. En juist aan de Paaschfeesten knoopen zich voor mij zoo treffende herinneringen vast. Wij brachten ze bijna altijd door op het buiten van papa's oudsten broeder en waren dan altijd met een grooten kring van neven en nich ten. O, als ik er aan denk, welk een onschuldige pret we dan hadden en welke grappen er dan werden ver kocht! Eens echter hebben ze het met mij een beetje te ver gedreven. Maar per slot van rekening kon ik toch niet boos op hen zijn, want .het was juist het feest aller feesten en het begin van m ij n levensge luk. - Ali, zoo! U bedoelt eene verlovingsgeschiedenis. Wij, de jongere leden van het theekransje, gevoel den ons in hooge mate geïnteresseerd. Die moet u ons toch eens vertellen. Toe, lieve mevrouw Winter! Nu, het kwam zoo - begon onze buurvrouw op nieuw. -We waren als gewoonlijk met Paschen op Louisahof en ditmaal nog wel bijzonder talrijk, want de eerste feestdag viel met ooms verjaardag samen en zou door een dansje gevierd worden. Onder het ge zelschap waren eenige jonge echtparen, een bruidspaar en een aantal jonge meisjes, van wie ik de oudste was. Verder waren er een aantal jongelui uit de familie en nog een paar vrienden. Karei, mijn tegenwoordige mnn, natuurlijk ook. Hij was namelijk een school vriend van mijn oudsten neef en was ook vroeger bij alle feesten geweest. We waren van toen af samen zusterlijk niet hem omgegaan en we spraken elkaar met „jij" aan, hoewel hij nu al student op de Acade mie was. Nu, we waren dus uiterst gezellig samen en t was het heerlijkste weder van de wereld; ik geloof, dat ik inds dien alle Paaschfeesten met deze ëene vergelijk en daarom zoo moeilijk te bevredigen ben. Het was Zaterdag van de Goede Week en eenigen van óns waren eerst in den loop van den dag' aangeko men., Den geheelen namiddag waren we bezig ge weest om de groote zaal, die slechts bij feestelijke ge legenheden werd gebruikt, voor den volgenden dag te versieren en uit de voorhanden zijnde voorjaarsbloe men cotillonbouquetjes te binden. En 's avonds was zoo'n heerlijke maneschijn, dat het bruidspaar in den tuin wandelde en wij, jonge meisjes, bijna -senti menteel werden. Maar de eindelooze grappen van d.e jongens lieten ons niet zoover komen en eindelijk werden we ook op hooger bevel naar binnen geroepen. Daar beweerde men, dat 't een erg scherpe lucht was, wat wij nu eigenlijk niet zoo direct konden toegeven. We begaven ons echter gehoorzaam in de zoogenaam de tuinkamer, die als een verzamelplaats voor de jon gelui was aangewezen, begonnen gezelschapsspelen en geraakten spoedig in zóó uitgelaten stemming, dat we er onmogelijk van konden hooren, toen de getrouwde paren van hunne verscheidene whistttafels opstonden, en, gedachtig den komenden feestdag, tot naar-bed- gaan maanden. Na veel bidden en smeeken werd ons toen nog onder oppertoezicht van ooms oudsten klein zoon, luitenant Stein, een half uurtje toegestaan en de hoofden der familie trokken zich naar hunne, gelukkig afgelegen, slaapkamers terug. Nu moet ik echter eerst opmerken, dat tusschen Ka- rel en mij sinds onze kinderjaren een zekere teere ver houding bestond. Het begon daarmede, dat hij mijne grootere broeders eens eene aframmeling had gegeven, toen zij mij plaagden en hij sloofde zich later uit met J'y pense-geschenken en elegante balboekjes, die wel wat de afgunstige bewondering' mijner jongere zusters wekten. Maar m'n zusters, en later ook de neven en nichten, lieten ons niet rustig het genot van onze eer ste liefde smaken. Zij hielden ons beiden in het oog- en waren er voortdurend op uit ons te plagen. En ik ergerde er mij temeer over, daar ik de domme gewoon te had, bij elke gelegenheid tot over de ooren te blo zen. Zoodra slechts iemand eene toespeling op Karei maakte, voelde ik reeds, hoe mij, tot vermaak van het geheele gezelschap, het bloed naar het gelaat steeg en daar was ik inwendig buiten mezelf over. En einde lijk hadden zij het werkelijk zóó ver gebracht, dat ik mij in 't oog vallend! van Karei op een afstand hield en hem zoo elke gelegenheid tot eene verklaring ont nam. Maar om nu op den bewusten avond terug te ko men: Neef Stein gedroeg zich als oppertoezichter zoo ongeveer als de vos, die op de kippen moest passen; want hij was het, die een toost op het Paaschwater uitbrachtGij kent toch allen de sage van het Paaschwater, dat onsterfelijke schoonheid moet verlee- nen, wien het op Paaschmorgen vóór zonsopgang ge haald en voor 't wasschen gebruikt had. Het moest echter stroomend water en door hen, die zijn toover kracht wilden probeeren, zelf geschept zijn. En de hoofdzaak is, dat daarbij zoowel op den heen- als den terugweg geen woord mag gesproken worden, anders gaat de werking verloren. Paaschwater! De gedachte had iets electriseerends. Ver in het door de maan verlichte park vlood onder wilgenstruiken een ruischende beek. Welk eene gele genheid om de proef eens te nemenDat zou een grapje geven. Dat we onmogelijk tot morgen vroeg konden wachten, daarover waren we het allen eens. Bij zonsopgang zouden we zeker in Morpheus' armen rusten en thans was het ontwijfelbaar zeker nog vóór zonsopgang! Waarom dus iets uitstellen, waartoe het oogenblik buitengewoon gunstig scheen? Zoo gezegd, zoo gedaan. Ik weet nu nog niet waar wij zoo gauw een paar lichte mantels, alsmede krui ken en kannen vandaan haalden. In elk geval we wa ren marschvaardig vóór we 't zelf gedacht hadden en gingen door de naar de warande leidende glazen deur naar buiten. Nu werd afgesproken, dat wij meisjes natuurlijk onder de voorwaarde van het strengste stilzwijgen een wedloop naar de beek zouden hou den en de jonge mannen ons boven aan de warande zouden wachten. Wij wisten natuurlijk evengoed als zij zeiven, dat zij in elk geval zouden probeeren ons te volgen. Luitenant Stein gaf het teeken en wij begonnen te draven; waarbij wij nauwelijks het moeilijk onderdruk te lachen konden verbijten. Bergaf ging het naar het breede grasperk beneden en dan in de met voorjaars geuren gevulde lanen met de knoppende takken. Daar ik bij iedereen om de vlugheid mijner voeten bekend en gewoon was alle anderen in éen wedloop te overvleugelen, verwonderde het me in het geheel niet, als langzamerhand de voetstappen achter mij verdwe non en eerst op het oogenblik, dat ik mij met mijn kruik over de beek boog, viel het mij op, dat ik moe derziel alleen was. Maar ook slechts één oogenblik want 't volgende moment werden de elzenstruiken vaneen g'eschciden en de maan scheen juist op Kareis lachend gelaat, zooals -hij zonder hoofdbedekking met groote stappen achter mij aankwam. Nu heb ik je! riep hij uit en breidde zijne armen uit, om mij den weg te versperren. Maar op een be slist gebaar van mij trad hij ter zijde en keek toen naar de andere meisjes, die komen moesten. Zij had den toch onder de hand ook bij haar doel moeten zijn aangekomen maar merkwaardig, er was niemand te hooren of te zien. Ik drukte mijne verwondering daar ■r uit door een stom gebarenspel want ik wilde niet uit mijn rol vallen en ook hij scheen zóó ver baasd, dat hij niets kon zeggen. Zoo nam hij slechts zwijgend mijn waterkruik af en wij gingen langzaam naast elkander den weg terug, dien wij gekomen wa ren. Niemand kwam ons tegen; geen geluid deed zich hooren. Wat zou dat te beteekenen hebben? Was. het misschien een afgesproken grap? Ik voelde plotseling, hoe ik donkerrood werd en ver heugde er mij over, dat de kale takken van de allee toch nog iets schaduw gaven; het was anders bijna zoo helder als op den dag. Merkwaardig we hadden vroeger zoo dikwijls naar een ongestoord samenzijn uitgezien; maar het gedwongene en plotselinge van dit alleen-zijn benam ons thans alle onbevangenheid. Hij was verlegen en ik was verlegen. En daarenboven nam bij mij nog de toorn toe over de onbeschrijfelijk lage grap, die men zich met ons geoorloofd' had. Maar dat is toch te zot, riep ik uit, meer dan zot! Denk je ook niet, dat dit een grap moet verbeelden? Zoo, zeide hij lachend, nu heb je den ban gebro kenWat heb je nu aan je heele Paaschwater? Ach, onzin! Voor mijn part kun je het- uitgie ten. De heele geschiedenis is toch een sprookje! Ik was tot in den grond geërgerd en daarom voegde ik er in opgewonden toon aan toe: Het is echter ove rigens zeer bezorgd van je, als je meent, dat ik zoo zeer een schoonheidsmiddeltje noodig heb. Nu lachte hij hardop. Maar, Truusje, zei hij gemoedelijk, je weet toch wel, hoe ik het meen. Scherts moet vroolijk zijn Waarom zou je je dat onschuldig genoegen niet doen? Dat zie ik ook niet in! verzette ik mij kortaf. Waarom ben je dan zoo boos? Wijl ik 't onuitsprekelijk zot vind, dat de anderen er eerst iemand toe aanzetten en naderhand niet mee doen Laat ze daarvan pleizier hebben. Nu genieten wij den maneschijn alleen! Ik begrijp zelf niet, dat mij elk woord, dat op dezen gedenkwaardigen avond gesproken werd, zoo duidelijk in de gedachte is gebleven. Ook het tooneel zie ik nog als den dag van heden voor me. Het was werkelijk wonderbaar. Geen windje werd gevoeld. Aan den he mel waren witte wolken en de maan was aan 't afne men, maar toch nog zoo helder, als ze mij nimmer te voren had geschenen. Maar merkwaardig, juist toen ik daaraan dacht, viel me eene opmerking van mijne zuster in, die destijds een erg snippig bakvischje was. Ze had namelijk met een beteekenisvollen blik op Ka- rel en mij gezegd, dat maneschijnwandelingetjes toch héérlijk moesten zijn, als ze maar in het juiste gezel schap konden ondernomen worden. En tegelijkertijd ik weet zelf niet, hoe ik aan deze gedachtenverbin- ding kwam stond me een indringerigen jongen voor de oogen, die mij eens bij maneschijn van een bal naar huis had begeleid. Die had me gevraagd of ik niet vond, dat de maan een zeer passende begeleider voor verliefden is. Ik had me toen verschrikkelijk geër gerd en. 't was toch te gek, dat ik juist op dit oogenblik aan dien jongen en het snippig bakvischje denken moest. Maar, wijl ik dit nu eenmaal niet kon veranderen, zei ik tegen Karei zoo onvriendelijk mo gelijk Wat heb ik met de maan te maken? Ik wou, dat ze heelemaal niet scheen! Maar waarom dan niet, Truusje? vroeg hij, steeds op denzelfden vroolijken toon, die me nu ook reeds ergerde. Bedoel je misschien, dat 't in donker gezelliger is? Je bent onuitstaanbaar, Karei! voer ik uit. Ik was nu werkelijk bijna aan het schreien gegaan. Maar Truusje, waar maak je je nu eigenlijk zoo boos om? Dat ik je gevolgd ben? Ik verzeker je, ik had er niet het minste vermoeden van, dat de anderen in den steek zouden laten. En ten slotte, zou 't je dan aangenaam zijn, hier thans heel alleen rond te dwalen Ik zweeg. Hij had eigenlijk toch gelijk, en 't was niet aardig van mij, hem als den eenigen onschuldige mijn toorn tegen de anderen te doen ontgelden. Het is hier werkelijk heerlijk, begon hij opnieuw. Merk je wel de geur van de viooltjes? 't Is kostelijk! Maar waarom loop je zoo? We kunnen dit allemaal toch rustig genieten. Ja, alles was er: lente-friscliheid, viooltjes-geuren en maneschijn. Alleen de nachtegaal ontbrak. Ik echter brandde van verlangen om naar huis te komen en daar allen eens grondig de waarheid te zeggen. Ik ijlde dan ook zoo snel ik kon naar de warande, terwijl Karei wat langzamer volgde. Maar wie beschrijft onze verbazing, toen wij de ven- de tuinkamer donker en de deur. dicht nep niet zeer op T» koop: Een flink HEERENHUIS nut TUIN. Te bevragen hij dan bewoner en eigen»*? W. VAN STAM, Berger weg 2. /Leen hee-lijker en »m keiijker gl&ü bier dan het be roemde TRAPFISTENBÏElï. Ook per halve fleach veikrij jbaar bij J. H. ALBERS in de Bierkelder, Verdronkenoord. Ingang Kapelplein. Epen flieke JONGEN gevrAagd, boven 16 j*ar, bij H. ELFRING, Verdronk noord. /Jev »agd ec-n SCHILDERSLEERLING bg G DIRKMAAT, Middenweg, Heer-Hujowa rd. TT H. K>ppnuhoudi»r». Te koop a&Dgeboden een KIP PENHOK met ren (zoo goed *D nieuw), 5 Meter Lng. Te bevragen Houttil 33B. fha ergeteekende BIEDT ZICH AAN voer het maken van Mantels, Dames- en Kinderklesding. Vluggs in nette afperking. Aanbevelend, Mtj. A. TIMMERMAN, Gedipl. Coupeus», Kooltuin 6. UIANINO. Te koopgoed onderhoudon Studie PJA- NINO tegen billijken prgs. Brieven K' nneaserpark No. 3. CJTOF JASSEN. Ltnga WINKEL JASSEN vanaf 2 gulden 50 ets. E. W. VET, Ltngestroat 91. gevraagd, voor geruimen J. BROUWER, Forestusstr&at 12. koop Puik beet gewennen KOEHOOI bij W. Z. TEGEL te Bergsn (N.-H.) Ook een jong PAARD, bruine Merrie, mak en prachtig in 't tuig loopende. 2 SCHILDEKSKNECHTS tjjd werk, bij sters van vonden Maar dat gaat toch alle perken te buiten! ik buiten mezelf uit. Dat is. neen, ik weet hoe ik het noemen moet! Ik klopte op de deur.... eenmaal, tweemaal, hard. Geen antwoord. Ik riep. hij riep. gedempten toon natuurlijk om geen opschudding te wekken. er verroerde zich niets. We wachtten een wijl en klopten opnieuw. Doodstil! Maar dat is werkelijk een lage grap, zei Karei, die nu eindelijk ook eens kwaad werd. Wat moeten we nu aanvangen? Wil je een oogenblik hier blijven, dan zal ik eens om het huis loopen en zien of er ergens licht is. Maar om hemels wil! riep ik uit. Als de oude lui iets bemerkenAchen de dienstboden Het werd me plotseling zwaar te moede, dat het ui terst pijnlijk zou zijn in dit onvrijwillig tête-a-tête door den een of anderen oningewijde te worden aange troffen. Ik was werkelijk op dat oogenblik geheel ver twijfeld. Ik zal eens zien of er niet ergens een venster open is, waardoor ik naar binnen kan klimmen, ver klaarde hij snel besloten en wilde gaan. Maar wees toch kalm, zei hij dan, zich nog eens omwendende. Ten slotte is het toch maar een zotte grap. Het is onmo gelijk, dat ze ons lang hier buiten laten staan. Ze zul len wel gauw open doen. Wees toch kalm! Nu echter was het met mijne koelbloedigheid ge daan. Al mijne tot nu toe met moeite onderdrukte ge voelens lieten zich niet langer in toom houden en be gonnen zich in een stroom van tranen te luchten. In mijn -onmachtigen toorn en mijne erbarmelijke hulpe loosheid zonk ik op de bank neer en begon te snikken. Wat nu geschiedde, is de hoofdzaak van de heele geschiedenis. Want plotseling zat Karei naast me en troostte en streelde me.... nu ja: nu kregen ze toch hun zin, die ons zoo listig in hun net gelokt hadden. We verloofden ons. Onze buurvrouw zweeg. En toen? vroegen wij, die ademloos naar het ver haaltje geluisterd hadden. Wat gebeurde er toen ver der? O, ja, dat vergat ik nog. De meeste geschiede nissen toch eindigen met eene verloving. Deze eigen lijk ook. Maar natuurlijk de deur! Verbeeld je, toen we na eenige oogenhlikken langzaam en voorzichtig de kruk omdraaiden, gaf deze mee en we konden onge hinderd de kamer binnentreden. Er brandde ook een klein lampje op de tafel en de gang was ook verlicht. Van het vroolijke gezelschap was echter niemand meer te vinden! Toen ik echter snel over de trappen naar mijn kamer liep, zag ik op den achtergrond nog aller lei wegvluchtende schaduwen; en later kon ik nog dui rlelijk gedempte stemmen van Karei en luitenant Stein onderscheid',-n. Beiden klonken zeer hartelijk. Mijne zusters en een nicht echter, die mijne kamer met mij deelden, moesten toch wel een slecht geweten hebben want ze hadden de hoofden onder de kussens verbor gen en schenen reeds fe slapen. En ik was door zoo vele tegenstrijdige gevoelens vervuld, dat ik geen lust gevoelde om te onderzoeken of deze slaap voorgewend of echt was. Den volgenden morgen waren zij weer lang vóór mij beneden, want ik sliep natuurlijk eerst na uren in en dientengevolge ongewoon lang. Toen Karei en ik in den loop van den morgen een deel van onze strafpredikatie loslieten, werd eerst met ongelooflijke driestheid beweerd, dat de deur heele maal niet gesloten was geweest! verliefde lui kan men alles en nog wat op den mouw spelden. En mand zei halfluid', ik geloof, dat het de stem van het wijsneuzige bakvischje was Het was niet meer uit te houden, dat die twee altijd als katten den heeten brij draaiden Bij het ontbijt echter want Karei had reeds in al le vroegte de noodige stappen gedaan werd onze verloving medegedeeld, juist toen de Paaschklokken ter kerke begonnen te luiden en 't was een zóó vroolijk Paaselifeest, als ik er nimmer meer een be leefd heb. \17egens plaatsgebrek billijk to koop: een DIEN TAFELTJE van mahoniehout en 6 dito STOELEN rood Trijp behlesd, alles uitmuntend onderhouden. Ta bevrjgan Stationsweg 29. fTE KOOP6 sterke Stoelen met leer voir f 14.—, een Fauteuil met stroomat voer f 3.Dienstbo denk* st je, hoog 1.25 voor f twee Mahoniestoelen met rood trijp k f 1.50 en een groeten Spiegel voor f 2. T.) bevragen Kooltuin 5, Alkmaar. H H TUINIERS, ffli koop ongeveer 10 000 SNIJBOONEN en PEULEN- A RIJEN (latten). Te xien bij Jb. TJEERTE, Verl. Langstraat 18, Alkmaar. i huur in 't santrum der stad eon frisseha GEM. of ONGEM. SLAAPKAMER. Brieven onder lett. E 148, bur* au van dit blad. Nu h*t «oorjaar begint, beveelt ondergetekende xieh b; leefd aan voor het SCHOORSTEEN VEGEN. Voor gauw en net werk zal worden zorg gedragen. J. v. d. SLUIS, Gidempte Baansloot, Telef. 111. Bood- sshippen worden aangenomen bg M j. Wed. P. Blaauw, Rïtsevoort. Wanneer overvloedig urinezuur zich in uw lichaam begint op te hoopen, zult gij spoedig opmerken, dat iedere weersverandering uw gestel aandoet, en dat gij u op vochtige, nevelige morgens loom, dof en prikkel baar gevoelt. Uw spieren worden dan stijf en rheuma- tisch. Gij krijgt watergezwellen onder de oogen en in de enkels. Gij hebt pijn in de lendenen en zijden, en een ellendig gevoel in uw rug, vooral des morgens hij het ontwaken. Misschien krijgt gij ook stoornissen met de urine, neerslag of graveel in uw water. Deze verschijnselen duiden er op, dat nog erger kwalen in aantocht zijn, want hoe langer het urine zuur niet wordt verminderd, des te meer vergiftigt het uw gestel, en wanneer het overvloedige niet spoedig door de nieren .wordt uitgedreven, gaat gij lijden aan lendenjicht, waterzucht, ontsteking van de blaas, gra veel, steen, rheumatiek, bloedvergiftiging, en zullen uw nieren cel na cel vernietigd worden en laten zij het levengevend eiwit ontsnappen. Foster's Rugpijn Nieren Pillen staan de nieren op een zachte wijze bij in hun grootseh werk om het over vloedige urinezuur af te voeren, en om het lichaam te zuiveren van de niergiften, die zoovele mannen en vrouwen zwak, ziek en moedeloos maken. Overtuigt u, dat ons handelsmerk de man met zijn handen in de lendenen op de doos voorkomt. Gij kunt er dan zeker van zijn de echte Foster's Rug pijn Nieren Pillen te hebben gekregen, die te Alk maar verkrijgbaar zijn bij de heefen Nierop Slot- houber, Langestraat 83. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel a 1.75 voor één, of 10 voor zes doozen. HET BESTUUR der COÖPERATIEVE VEREENI- OING „ONS BELANG" t« Alkmaar, bericht, dat de 2 uhg-1? te Oblsatjë no. 21 >n 28, alsmede de met 1 April 1910 vervallende coupons barer obllga- tlënleesing, vanaf 1 April e.k. ten hare kautsre, Lvat no. 110 beta-lb: a- zijn. N*m«r-s het Bsïtuur, L. MOLIJN 8-scretsri*. MEVROUW! Van 1—5 regels 25 Cents, bg vooruitbetaling. I B. L. 8 I M O N, Alkmaar. Steenhouwerij Ko- ningsweg67. Grafteekenen, Sekoorsteen- mantels en». apruiming van ve, schillec.de Meubelen, als KASTEN, TAFELS, STOELEN en SPIE9EL8 in het meufcel- taagasgn Fnids-n C 69, Alkmaar. ffd kocp een «ompieet dubbel POMP8TEL met kope- ren KRANEN. Adres Zwdma'kt No. 36. uit de Stoomzuivelfabriek van MAREES ZONEN, Beverwijk. Verkrijgbaar in verzegelde kartonnen doozen van V, kilo. Alleenverkoop voor ALKMAAR in Sluit-étiket waarborgt de kwaliteit. van »ile JUWEELEN, GOUDEN en ZILVER- WL RKEN, HORLOGES, enz., teg^n VEEL VER MINDERDE PRIJZEN, in het Goudmegazijn van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 6