P. OUDES,
Wegens verplaatsing der zaak
AD VERTENT I EN.
Uitloten g.
uw
Vraag en Aanbod.
Finale Uitverkoop
Paaschwater.
T
¥raag
85 O EIST*
I
Ingezonden Mededeellngen.
Hoe gy vergiftiging door urinezuur kunt
opmerken.
„de Bonte Koe", Lengtatrait. TeScf. 174
HOUTTIL 26;o: ALKMAAR,
- ZONDAGS GEOPEND.
lust" te Koedijk, J. Reeser te Voorburg, A. Tates te
Heila, O. Boomsma te Kampen, G. Fijth en C. J.
Strick van Kinschoten te Bunnik.
Aan gezien ons gebleken is hoe sommigen de vorige
rubriek hebben ontvangen met No. 228 zoo onduidelijk
afgedrukt, dat zij de stukken er niet op onderscheiden
konden, hebben wij deze opgave boven nog eens laten
afdrukken.
Wij maken van deze gelegenheid gebruik mede te
deelen, dat wij elk oogenblik nieuwe diagrammen
wachtende zijn, omdat die welke to nu toe gebruikt
werden, hunne diensten begonnen te 'weigeren. Wij
verwachten dan ook dat onduidelijk afgedrukte dia
grammen weldra tot de groote zeldzaamheden zullen
behooren.
Wij stellen ons voor hoe het zelfs dengene, die nooit
een oog in deze rubriek slaat, zou interesseeren te ver
nemen, dat de „Alkmaarsche Courant" tegenwoordig
eiken Zaterdag geregeld naar Praag gaat.
Wij kregen namelijk het verzoek te ruilen met het
Boheemsehe maanschrift, aan schaken gewijd, waaraan
wij No. 229 ontleenden, welke vriendelijk aanbod na
tuurlijk door ons aangenomen is.
Genoemd Tijdschrift, dat den naam draagt van
„Blad der Boheemsehe schakers" is in de geheele
schaakwereld bekend, doch geeft slechts zelden twee-
zetten van Boheemsehe componisten omdat deze zich
liever aan de compositie van langere problemen wij
den.
Zoo lazen wij bijv. in de laatste schaakrubriek van de
„Times" een korte beschrijving van het leven van Lad.
Votes nik en zijne praestaties op probleemgebied waar
uit ons o.a. bleek hoe hij tot op heden ongeveer 250
problemen had gepubliceerd. Welnu daaronder waren
vijf (zegge 5!) tweezetten waarvan dé eerste werd ge
publiceerd in 1902 in het. Tijdschrift van den Ned.
Schaakbond.
Er zijn hiervoor allerlei redenen te vinden, te veel
om hier op te noemen, doch een er van zal wel zijn,
dat de Bohemers zich hoofdzakelijk op onberispelijke
afwikkeling toeleggen en dat dit hun bij tweezetten
slechts hoogst zelden gelukt, zonder dat hunne opgave
aan oorspronkelijkheid te wenschen overlaat.
In ieder geval, wij zagen geen kans een Boheem-
schen tweezet uit genoemd Tijdschrift over te nemen,
daar de eenige, die wij er in vonden1) reeds vroeger in
een vaderlandsche rubriek was verschenen. Trouwens,
wij verwachten, dat ook 229 van den Russisehen com
ponist Salkind, onzen lezers goed zal bevallen.
Onnoodig te zeggen, dat de ruiling met dit Boheem
sehe Tijdschrift in verband staat met de mededeeling,
dat wij eiken 2zet, eerste publicatie, die ons bevalt,
met 1.-honoreeren.
Wij zagen dit feit reeds in een 5-tal buitenlandsche
ïubriekeu vermeld en kregen dan uit den vreemde ook
reeds menige opgave ter publicatie, die ons intusschen,
op een enkele uitzondering na, niet bevielen.
Toch zijn wij reeds voor het geheele jaar gereed en
hopen wij in 1910 zes vaderlandsche en zes buitenland
sche eerste publicaties te kunnen geven.
N. 1. in de drie eerste maanden van dit jaar.
VOOR DAMES,
KIJKJES IN DE MODEWERELD-
Nog altijd verheugt de aparte keursrok, die met
verschillende blouses gedragen kan worden, zich in de
gunst der mode. Vooral voor jonge dames is deze rok
practiseh, tevens staat hij elegant. Een dergelijken
rok vervaardigt men bijv. van terra-cotta panama en
soutacheert hem langs de naden met soutache in den
zelfden kleur. De rok wordt op de schouders en van
achteren gesloten met knoopen van zwart satijn, die
tevens ter garneering dienen. Een eenvoudige blouse,
waarvan alleen een weinig werk van den pas en van
de manchetten is gemaakt, voldoet uitstekend bij de
zen rok.
Een aardig voorjaarspakje voor kleine meisjes be
staat uit een rok van blauw cheviot, die op een voe
ringlijfje bevestigd is, een blouse van wit cheviot en
een blauw jakje. Het rokje blijft ongevoerd, is 52 cM.
lang, 350 cM. breed en wordt in plooien, die 7 cM.
breed zijn, verdeeld. De blouse gaat van voren, met
knoopen en knoopsgaten die niet te zien komen, dicht
Van onderen zoomt men er een elastiekje in. De losse
matrozenkraag en de manchetten zijn van blauw sa
tinet met wit band belegd. Het manteltje wordt met
witte zijde of satinet gevoerd en met zwart band1 ge
boord; het sluit met twee rijen knoopen en één rij
knoopsgaten.
De nieuwe voorjaarsmantels voor dames zijn .nog
steeds voorzien van een sjaalkraag, waar boven uit
men een jabot draagt. Om eeu jabot te maken neemt
men crème of witte kant, 40 cM. lang en 2 cM. breed
Aan weerskanten zet met er 3l/2 cM. breede, met
kantjes afgezette piissées aan. Desverkiezende kan
men er nog aan één of aan beide kanten een plissée
van 8 cM. bteed aanzetten. Voor een klein jabotje
neemt men geborduurd nansouc, dat men in twee
strookjes boven elkaar zet, het bovenste 23, het onder
ste 27 cM. lftug. Met een broche kan men dit op de
blouse bevestigen.
Jammer, dat de Paaschfeesten tegenwoordig
niet meer zijn wat zij vroeger waren, zei onze buur
vrouw, ene vroolijke, montere vrouw en moeder eener
talrijke familie. Zij was een uurtje komen buurten en
zat naast mijne moeder in een sofahoekje.
fk ken althans in verband met Paschen niets an
ders meer dan modder en slecht weer en zieke kinde
ren, en hoesten en niezen is 't wat men hoort. Ik be
doel vroeger was dat anders.
Dus de goede oude tijd komt bij u ook reeds
èere vroeg mijne moeder lachend.
Och neen, dat wil ik niet zeggen. Ik gun den te
gen woordigen tijd zeker zijn voorrang. Maar de tijd
onzer jeugd is toch maar j c tijd. En juist aan de
Paaschfeesten knoopen zich voor mij zoo treffende
herinneringen vast. Wij brachten ze bijna altijd door
op het buiten van papa's oudsten broeder en waren
dan altijd met een grooten kring van neven en nich
ten. O, als ik er aan denk, welk een onschuldige pret
we dan hadden en welke grappen er dan werden ver
kocht! Eens echter hebben ze het met mij een beetje
te ver gedreven. Maar per slot van rekening kon ik
toch niet boos op hen zijn, want .het was juist het
feest aller feesten en het begin van m ij n levensge
luk.
- Ali, zoo! U bedoelt eene verlovingsgeschiedenis.
Wij, de jongere leden van het theekransje, gevoel
den ons in hooge mate geïnteresseerd.
Die moet u ons toch eens vertellen. Toe, lieve
mevrouw Winter!
Nu, het kwam zoo - begon onze buurvrouw op
nieuw. -We waren als gewoonlijk met Paschen op
Louisahof en ditmaal nog wel bijzonder talrijk, want
de eerste feestdag viel met ooms verjaardag samen en
zou door een dansje gevierd worden. Onder het ge
zelschap waren eenige jonge echtparen, een bruidspaar
en een aantal jonge meisjes, van wie ik de oudste was.
Verder waren er een aantal jongelui uit de familie en
nog een paar vrienden. Karei, mijn tegenwoordige
mnn, natuurlijk ook. Hij was namelijk een school
vriend van mijn oudsten neef en was ook vroeger bij
alle feesten geweest. We waren van toen af samen
zusterlijk niet hem omgegaan en we spraken elkaar
met „jij" aan, hoewel hij nu al student op de Acade
mie was.
Nu, we waren dus uiterst gezellig samen en t was
het heerlijkste weder van de wereld; ik geloof, dat ik
inds dien alle Paaschfeesten met deze ëene vergelijk
en daarom zoo moeilijk te bevredigen ben.
Het was Zaterdag van de Goede Week en eenigen
van óns waren eerst in den loop van den dag' aangeko
men., Den geheelen namiddag waren we bezig ge
weest om de groote zaal, die slechts bij feestelijke ge
legenheden werd gebruikt, voor den volgenden dag te
versieren en uit de voorhanden zijnde voorjaarsbloe
men cotillonbouquetjes te binden. En 's avonds was
zoo'n heerlijke maneschijn, dat het bruidspaar in
den tuin wandelde en wij, jonge meisjes, bijna -senti
menteel werden. Maar de eindelooze grappen van d.e
jongens lieten ons niet zoover komen en eindelijk
werden we ook op hooger bevel naar binnen geroepen.
Daar beweerde men, dat 't een erg scherpe lucht was,
wat wij nu eigenlijk niet zoo direct konden toegeven.
We begaven ons echter gehoorzaam in de zoogenaam
de tuinkamer, die als een verzamelplaats voor de jon
gelui was aangewezen, begonnen gezelschapsspelen en
geraakten spoedig in zóó uitgelaten stemming, dat we
er onmogelijk van konden hooren, toen de getrouwde
paren van hunne verscheidene whistttafels opstonden,
en, gedachtig den komenden feestdag, tot naar-bed-
gaan maanden. Na veel bidden en smeeken werd ons
toen nog onder oppertoezicht van ooms oudsten klein
zoon, luitenant Stein, een half uurtje toegestaan
en de hoofden der familie trokken zich naar hunne,
gelukkig afgelegen, slaapkamers terug.
Nu moet ik echter eerst opmerken, dat tusschen Ka-
rel en mij sinds onze kinderjaren een zekere teere ver
houding bestond. Het begon daarmede, dat hij mijne
grootere broeders eens eene aframmeling had gegeven,
toen zij mij plaagden en hij sloofde zich later uit met
J'y pense-geschenken en elegante balboekjes, die wel
wat de afgunstige bewondering' mijner jongere zusters
wekten. Maar m'n zusters, en later ook de neven en
nichten, lieten ons niet rustig het genot van onze eer
ste liefde smaken. Zij hielden ons beiden in het oog-
en waren er voortdurend op uit ons te plagen. En ik
ergerde er mij temeer over, daar ik de domme gewoon
te had, bij elke gelegenheid tot over de ooren te blo
zen. Zoodra slechts iemand eene toespeling op Karei
maakte, voelde ik reeds, hoe mij, tot vermaak van het
geheele gezelschap, het bloed naar het gelaat steeg en
daar was ik inwendig buiten mezelf over. En einde
lijk hadden zij het werkelijk zóó ver gebracht, dat ik
mij in 't oog vallend! van Karei op een afstand hield
en hem zoo elke gelegenheid tot eene verklaring ont
nam.
Maar om nu op den bewusten avond terug te ko
men: Neef Stein gedroeg zich als oppertoezichter zoo
ongeveer als de vos, die op de kippen moest passen;
want hij was het, die een toost op het Paaschwater
uitbrachtGij kent toch allen de sage van het
Paaschwater, dat onsterfelijke schoonheid moet verlee-
nen, wien het op Paaschmorgen vóór zonsopgang ge
haald en voor 't wasschen gebruikt had. Het moest
echter stroomend water en door hen, die zijn toover
kracht wilden probeeren, zelf geschept zijn. En de
hoofdzaak is, dat daarbij zoowel op den heen- als den
terugweg geen woord mag gesproken worden, anders
gaat de werking verloren.
Paaschwater! De gedachte had iets electriseerends.
Ver in het door de maan verlichte park vlood onder
wilgenstruiken een ruischende beek. Welk eene gele
genheid om de proef eens te nemenDat zou een
grapje geven. Dat we onmogelijk tot morgen vroeg
konden wachten, daarover waren we het allen eens.
Bij zonsopgang zouden we zeker in Morpheus' armen
rusten en thans was het ontwijfelbaar zeker nog vóór
zonsopgang! Waarom dus iets uitstellen, waartoe het
oogenblik buitengewoon gunstig scheen?
Zoo gezegd, zoo gedaan. Ik weet nu nog niet waar
wij zoo gauw een paar lichte mantels, alsmede krui
ken en kannen vandaan haalden. In elk geval we wa
ren marschvaardig vóór we 't zelf gedacht hadden en
gingen door de naar de warande leidende glazen deur
naar buiten. Nu werd afgesproken, dat wij meisjes
natuurlijk onder de voorwaarde van het strengste
stilzwijgen een wedloop naar de beek zouden hou
den en de jonge mannen ons boven aan de warande
zouden wachten. Wij wisten natuurlijk evengoed als
zij zeiven, dat zij in elk geval zouden probeeren ons te
volgen.
Luitenant Stein gaf het teeken en wij begonnen te
draven; waarbij wij nauwelijks het moeilijk onderdruk
te lachen konden verbijten. Bergaf ging het naar het
breede grasperk beneden en dan in de met voorjaars
geuren gevulde lanen met de knoppende takken.
Daar ik bij iedereen om de vlugheid mijner voeten
bekend en gewoon was alle anderen in éen wedloop te
overvleugelen, verwonderde het me in het geheel niet,
als langzamerhand de voetstappen achter mij verdwe
non en eerst op het oogenblik, dat ik mij met mijn
kruik over de beek boog, viel het mij op, dat ik moe
derziel alleen was. Maar ook slechts één oogenblik
want 't volgende moment werden de elzenstruiken
vaneen g'eschciden en de maan scheen juist op Kareis
lachend gelaat, zooals -hij zonder hoofdbedekking met
groote stappen achter mij aankwam.
Nu heb ik je! riep hij uit en breidde zijne armen
uit, om mij den weg te versperren. Maar op een be
slist gebaar van mij trad hij ter zijde en keek toen
naar de andere meisjes, die komen moesten. Zij had
den toch onder de hand ook bij haar doel moeten zijn
aangekomen maar merkwaardig, er was niemand te
hooren of te zien. Ik drukte mijne verwondering daar
■r uit door een stom gebarenspel want ik wilde
niet uit mijn rol vallen en ook hij scheen zóó ver
baasd, dat hij niets kon zeggen. Zoo nam hij slechts
zwijgend mijn waterkruik af en wij gingen langzaam
naast elkander den weg terug, dien wij gekomen wa
ren. Niemand kwam ons tegen; geen geluid deed zich
hooren. Wat zou dat te beteekenen hebben? Was. het
misschien een afgesproken grap?
Ik voelde plotseling, hoe ik donkerrood werd en ver
heugde er mij over, dat de kale takken van de allee
toch nog iets schaduw gaven; het was anders bijna
zoo helder als op den dag. Merkwaardig we hadden
vroeger zoo dikwijls naar een ongestoord samenzijn
uitgezien; maar het gedwongene en plotselinge van
dit alleen-zijn benam ons thans alle onbevangenheid.
Hij was verlegen en ik was verlegen. En daarenboven
nam bij mij nog de toorn toe over de onbeschrijfelijk
lage grap, die men zich met ons geoorloofd' had.
Maar dat is toch te zot, riep ik uit, meer dan zot!
Denk je ook niet, dat dit een grap moet verbeelden?
Zoo, zeide hij lachend, nu heb je den ban gebro
kenWat heb je nu aan je heele Paaschwater?
Ach, onzin! Voor mijn part kun je het- uitgie
ten. De heele geschiedenis is toch een sprookje!
Ik was tot in den grond geërgerd en daarom voegde
ik er in opgewonden toon aan toe: Het is echter ove
rigens zeer bezorgd van je, als je meent, dat ik zoo
zeer een schoonheidsmiddeltje noodig heb.
Nu lachte hij hardop.
Maar, Truusje, zei hij gemoedelijk, je weet toch
wel, hoe ik het meen. Scherts moet vroolijk zijn
Waarom zou je je dat onschuldig genoegen niet doen?
Dat zie ik ook niet in! verzette ik mij kortaf.
Waarom ben je dan zoo boos?
Wijl ik 't onuitsprekelijk zot vind, dat de anderen
er eerst iemand toe aanzetten en naderhand niet mee
doen
Laat ze daarvan pleizier hebben. Nu genieten wij
den maneschijn alleen!
Ik begrijp zelf niet, dat mij elk woord, dat op dezen
gedenkwaardigen avond gesproken werd, zoo duidelijk
in de gedachte is gebleven. Ook het tooneel zie ik nog
als den dag van heden voor me. Het was werkelijk
wonderbaar. Geen windje werd gevoeld. Aan den he
mel waren witte wolken en de maan was aan 't afne
men, maar toch nog zoo helder, als ze mij nimmer te
voren had geschenen. Maar merkwaardig, juist toen
ik daaraan dacht, viel me eene opmerking van mijne
zuster in, die destijds een erg snippig bakvischje was.
Ze had namelijk met een beteekenisvollen blik op Ka-
rel en mij gezegd, dat maneschijnwandelingetjes toch
héérlijk moesten zijn, als ze maar in het juiste gezel
schap konden ondernomen worden. En tegelijkertijd
ik weet zelf niet, hoe ik aan deze gedachtenverbin-
ding kwam stond me een indringerigen jongen voor
de oogen, die mij eens bij maneschijn van een bal naar
huis had begeleid. Die had me gevraagd of ik niet
vond, dat de maan een zeer passende begeleider voor
verliefden is. Ik had me toen verschrikkelijk geër
gerd en. 't was toch te gek, dat ik juist op dit
oogenblik aan dien jongen en het snippig bakvischje
denken moest. Maar, wijl ik dit nu eenmaal niet kon
veranderen, zei ik tegen Karei zoo onvriendelijk mo
gelijk
Wat heb ik met de maan te maken? Ik wou, dat
ze heelemaal niet scheen!
Maar waarom dan niet, Truusje? vroeg hij,
steeds op denzelfden vroolijken toon, die me nu ook
reeds ergerde. Bedoel je misschien, dat 't in donker
gezelliger is?
Je bent onuitstaanbaar, Karei! voer ik uit. Ik
was nu werkelijk bijna aan het schreien gegaan.
Maar Truusje, waar maak je je nu eigenlijk zoo
boos om? Dat ik je gevolgd ben? Ik verzeker je, ik
had er niet het minste vermoeden van, dat de anderen
in den steek zouden laten. En ten slotte, zou 't
je dan aangenaam zijn, hier thans heel alleen rond te
dwalen
Ik zweeg. Hij had eigenlijk toch gelijk, en 't was
niet aardig van mij, hem als den eenigen onschuldige
mijn toorn tegen de anderen te doen ontgelden.
Het is hier werkelijk heerlijk, begon hij opnieuw.
Merk je wel de geur van de viooltjes? 't Is kostelijk!
Maar waarom loop je zoo? We kunnen dit allemaal
toch rustig genieten.
Ja, alles was er: lente-friscliheid, viooltjes-geuren
en maneschijn. Alleen de nachtegaal ontbrak. Ik
echter brandde van verlangen om naar huis te komen
en daar allen eens grondig de waarheid te zeggen.
Ik ijlde dan ook zoo snel ik kon naar de warande,
terwijl Karei wat langzamer volgde.
Maar wie beschrijft onze verbazing, toen wij de ven-
de tuinkamer donker en de deur.
dicht
nep
niet
zeer
op
T» koop: Een flink HEERENHUIS nut TUIN.
Te bevragen hij dan bewoner en eigen»*? W.
VAN STAM, Berger weg 2.
/Leen hee-lijker en »m keiijker gl&ü bier dan het be
roemde TRAPFISTENBÏElï. Ook per halve fleach
veikrij jbaar bij J. H. ALBERS in de Bierkelder,
Verdronkenoord. Ingang Kapelplein.
Epen flieke JONGEN gevrAagd, boven 16 j*ar, bij
H. ELFRING,
Verdronk noord.
/Jev »agd ec-n SCHILDERSLEERLING bg
G DIRKMAAT,
Middenweg, Heer-Hujowa rd.
TT H. K>ppnuhoudi»r». Te koop a&Dgeboden een KIP
PENHOK met ren (zoo goed *D nieuw), 5 Meter
Lng. Te bevragen Houttil 33B.
fha ergeteekende BIEDT ZICH AAN voer het maken
van Mantels, Dames- en Kinderklesding. Vluggs
in nette afperking.
Aanbevelend, Mtj. A. TIMMERMAN,
Gedipl. Coupeus», Kooltuin 6.
UIANINO. Te koopgoed onderhoudon Studie PJA-
NINO tegen billijken prgs.
Brieven K' nneaserpark No. 3.
CJTOF JASSEN. Ltnga WINKEL JASSEN vanaf 2
gulden 50 ets.
E. W. VET, Ltngestroat 91.
gevraagd, voor geruimen
J. BROUWER, Forestusstr&at 12.
koop Puik beet gewennen KOEHOOI bij W. Z.
TEGEL te Bergsn (N.-H.) Ook een jong PAARD,
bruine Merrie, mak en prachtig in 't tuig loopende.
2 SCHILDEKSKNECHTS
tjjd werk, bij
sters van
vonden
Maar dat gaat toch alle perken te buiten!
ik buiten mezelf uit. Dat is. neen, ik weet
hoe ik het noemen moet!
Ik klopte op de deur.... eenmaal, tweemaal,
hard. Geen antwoord. Ik riep. hij riep.
gedempten toon natuurlijk om geen opschudding te
wekken. er verroerde zich niets. We wachtten een
wijl en klopten opnieuw. Doodstil!
Maar dat is werkelijk een lage grap, zei Karei,
die nu eindelijk ook eens kwaad werd. Wat moeten we
nu aanvangen? Wil je een oogenblik hier blijven, dan
zal ik eens om het huis loopen en zien of er ergens
licht is.
Maar om hemels wil! riep ik uit. Als de oude
lui iets bemerkenAchen de dienstboden
Het werd me plotseling zwaar te moede, dat het ui
terst pijnlijk zou zijn in dit onvrijwillig tête-a-tête
door den een of anderen oningewijde te worden aange
troffen. Ik was werkelijk op dat oogenblik geheel ver
twijfeld.
Ik zal eens zien of er niet ergens een venster
open is, waardoor ik naar binnen kan klimmen, ver
klaarde hij snel besloten en wilde gaan. Maar wees
toch kalm, zei hij dan, zich nog eens omwendende. Ten
slotte is het toch maar een zotte grap. Het is onmo
gelijk, dat ze ons lang hier buiten laten staan. Ze zul
len wel gauw open doen. Wees toch kalm!
Nu echter was het met mijne koelbloedigheid ge
daan. Al mijne tot nu toe met moeite onderdrukte ge
voelens lieten zich niet langer in toom houden en be
gonnen zich in een stroom van tranen te luchten. In
mijn -onmachtigen toorn en mijne erbarmelijke hulpe
loosheid zonk ik op de bank neer en begon te snikken.
Wat nu geschiedde, is de hoofdzaak van de heele
geschiedenis. Want plotseling zat Karei naast me en
troostte en streelde me.... nu ja: nu kregen ze toch
hun zin, die ons zoo listig in hun net gelokt hadden.
We verloofden ons.
Onze buurvrouw zweeg.
En toen? vroegen wij, die ademloos naar het ver
haaltje geluisterd hadden. Wat gebeurde er toen ver
der?
O, ja, dat vergat ik nog. De meeste geschiede
nissen toch eindigen met eene verloving. Deze eigen
lijk ook. Maar natuurlijk de deur! Verbeeld je, toen
we na eenige oogenhlikken langzaam en voorzichtig
de kruk omdraaiden, gaf deze mee en we konden onge
hinderd de kamer binnentreden. Er brandde ook een
klein lampje op de tafel en de gang was ook verlicht.
Van het vroolijke gezelschap was echter niemand meer
te vinden! Toen ik echter snel over de trappen naar
mijn kamer liep, zag ik op den achtergrond nog aller
lei wegvluchtende schaduwen; en later kon ik nog dui
rlelijk gedempte stemmen van Karei en luitenant Stein
onderscheid',-n. Beiden klonken zeer hartelijk. Mijne
zusters en een nicht echter, die mijne kamer met mij
deelden, moesten toch wel een slecht geweten hebben
want ze hadden de hoofden onder de kussens verbor
gen en schenen reeds fe slapen. En ik was door zoo
vele tegenstrijdige gevoelens vervuld, dat ik geen lust
gevoelde om te onderzoeken of deze slaap voorgewend
of echt was. Den volgenden morgen waren zij weer
lang vóór mij beneden, want ik sliep natuurlijk eerst
na uren in en dientengevolge ongewoon lang.
Toen Karei en ik in den loop van den morgen een
deel van onze strafpredikatie loslieten, werd eerst met
ongelooflijke driestheid beweerd, dat de deur heele
maal niet gesloten was geweest! verliefde lui kan
men alles en nog wat op den mouw spelden. En
mand zei halfluid', ik geloof, dat het de stem van
het wijsneuzige bakvischje was Het was niet
meer uit te houden, dat die twee altijd als katten
den heeten brij draaiden
Bij het ontbijt echter want Karei had reeds in al
le vroegte de noodige stappen gedaan werd onze
verloving medegedeeld, juist toen de Paaschklokken
ter kerke begonnen te luiden en 't was een zóó
vroolijk Paaselifeest, als ik er nimmer meer een be
leefd heb.
\17egens plaatsgebrek billijk to koop: een DIEN
TAFELTJE van mahoniehout en 6 dito STOELEN
rood Trijp behlesd, alles uitmuntend onderhouden.
Ta bevrjgan Stationsweg 29.
fTE KOOP6 sterke Stoelen met leer voir f 14.—,
een Fauteuil met stroomat voer f 3.Dienstbo
denk* st je, hoog 1.25 voor f twee Mahoniestoelen
met rood trijp k f 1.50 en een groeten Spiegel voor f 2.
T.) bevragen Kooltuin 5, Alkmaar.
H H TUINIERS,
ffli koop ongeveer 10 000 SNIJBOONEN en PEULEN-
A RIJEN (latten). Te xien bij Jb. TJEERTE, Verl.
Langstraat 18, Alkmaar.
i huur in 't santrum der stad eon frisseha GEM.
of ONGEM. SLAAPKAMER. Brieven onder lett.
E 148, bur* au van dit blad.
Nu h*t «oorjaar begint, beveelt ondergetekende xieh
b; leefd aan voor het SCHOORSTEEN VEGEN.
Voor gauw en net werk zal worden zorg gedragen.
J. v. d. SLUIS, Gidempte Baansloot, Telef. 111. Bood-
sshippen worden aangenomen bg M j. Wed. P. Blaauw,
Rïtsevoort.
Wanneer overvloedig urinezuur zich in uw lichaam
begint op te hoopen, zult gij spoedig opmerken, dat
iedere weersverandering uw gestel aandoet, en dat gij
u op vochtige, nevelige morgens loom, dof en prikkel
baar gevoelt. Uw spieren worden dan stijf en rheuma-
tisch. Gij krijgt watergezwellen onder de oogen en in
de enkels. Gij hebt pijn in de lendenen en zijden, en
een ellendig gevoel in uw rug, vooral des morgens hij
het ontwaken. Misschien krijgt gij ook stoornissen
met de urine, neerslag of graveel in uw water.
Deze verschijnselen duiden er op, dat nog erger
kwalen in aantocht zijn, want hoe langer het urine
zuur niet wordt verminderd, des te meer vergiftigt het
uw gestel, en wanneer het overvloedige niet spoedig
door de nieren .wordt uitgedreven, gaat gij lijden aan
lendenjicht, waterzucht, ontsteking van de blaas, gra
veel, steen, rheumatiek, bloedvergiftiging, en zullen
uw nieren cel na cel vernietigd worden en laten zij
het levengevend eiwit ontsnappen.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen staan de nieren op
een zachte wijze bij in hun grootseh werk om het over
vloedige urinezuur af te voeren, en om het lichaam te
zuiveren van de niergiften, die zoovele mannen en
vrouwen zwak, ziek en moedeloos maken.
Overtuigt u, dat ons handelsmerk de man met
zijn handen in de lendenen op de doos voorkomt.
Gij kunt er dan zeker van zijn de echte Foster's Rug
pijn Nieren Pillen te hebben gekregen, die te Alk
maar verkrijgbaar zijn bij de heefen Nierop Slot-
houber, Langestraat 83. Toezending geschiedt franco
na ontvangst van postwissel a 1.75 voor één, of 10
voor zes doozen.
HET BESTUUR der COÖPERATIEVE VEREENI-
OING „ONS BELANG" t« Alkmaar, bericht, dat de
2 uhg-1? te Oblsatjë no. 21 >n 28, alsmede de met
1 April 1910 vervallende coupons barer obllga-
tlënleesing, vanaf 1 April e.k. ten hare kautsre,
Lvat no. 110 beta-lb: a- zijn.
N*m«r-s het Bsïtuur,
L. MOLIJN
8-scretsri*.
MEVROUW!
Van 1—5 regels 25 Cents, bg vooruitbetaling.
I B. L. 8 I M O N, Alkmaar. Steenhouwerij Ko-
ningsweg67. Grafteekenen, Sekoorsteen-
mantels en».
apruiming van ve, schillec.de Meubelen, als KASTEN,
TAFELS, STOELEN en SPIE9EL8 in het meufcel-
taagasgn Fnids-n C 69, Alkmaar.
ffd kocp een «ompieet dubbel POMP8TEL met kope-
ren KRANEN. Adres Zwdma'kt No. 36.
uit de Stoomzuivelfabriek van MAREES ZONEN,
Beverwijk.
Verkrijgbaar in verzegelde kartonnen doozen van
V, kilo.
Alleenverkoop voor ALKMAAR in
Sluit-étiket waarborgt de kwaliteit.
van »ile JUWEELEN, GOUDEN en ZILVER-
WL RKEN, HORLOGES, enz., teg^n VEEL VER
MINDERDE PRIJZEN, in het Goudmegazijn van