DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN Groote VoorjaarsYeemarkt Groote Paardenmarkt No. 77 Honderd en twaalfde Jaargang. 1910. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor P ikmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Af jnderlijke nummers 3 Cents. Prij» der gewone advertentien: Per rege! f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER 8s ZOON, Voordam C 9. ZATERDAG 2 A P R I L. te ALKMAAR Maandag 88 April 1810. te ALKMAAR Woensdag!20 April 1910. Uit den Raad. BINNENLAND. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. op - op - ONDERZOEK VAN HANDELSWAREN. ÜËMEMClDNIËUWb. MM AAR SC HE COURANT. t a HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat beden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd bet aan ben ingediende verzoek met bijlagen van D. DE BOER te BERGEN, om vergunning tot bet oprichten van een SMEDERIJ in het perceel Laat Wijk D No. 195. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Zaterdag, 16 April e.k., 's-voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en bij, die bezwaren beeft ingebracht, op de secretarie dezer ge meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Alkmaar, 2 April 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. De laatste raadsvergadering doet denken aan een stereoskoop, waarin men door aan een knopje te draai en achtereenvolgens een reeks verschillende platen te zien krijgen en den tijd van waarneming regelen kan. Is er iets goeds of belangrijks achter de glazen, dan vestigt men daarop langeren tijd de aandacht, heeft het beeld daarentegen weinig te beteekenen, dan draait men zoo vlug mogelijk verder. Is het toestel zuiver gesteld, en zijn de foto's goed, dan ziet men van de op een plat vlak voorkomende beelden van voorwerpen de drie afmetingen, hapert er daarentegen iets aan, dan kan men niet het juiste perspectief krij gen, komen er tegelijkertijd twee verschillende heelden voor de glazen, dan deugt hetgeen men te zien krijgt natuurlijk heelemaal niet. Passen we deze ervaring toe op de raadsvergadering van Woensdag, dan hebben we al dadelijk bij het begin twee heele mooie stereoskopische beelden gezien. Wat nu nog maar op een plat vlak, op het papier stond, dat zagen we duidelijk drie afmetingen aannemen en zoo kregen we voor oogen een prachtig ruim gebouw voor het vakonderwijs aan de Hoevervaart en de Eg- monderstraat en aan den Baansingel een geheel com plex frissche arbeiderswoningen, welke tegen niet te hooge huurprijzen 2 a 2.25) gezonde en aangena me huisvesting bieden. Even bleven onze gedachten zich tot deze beelden bepalen. Wij herinnerden ons, dat dit nieuwe gebouw een kwart millioen gulden zal moeten kosten, maar ook, dat hierin het eenige middel wordt gezien om de moeielijkheden op te lossen, waarin èn het ambachts- onderwijs èn dat aan de Burgeravondschool èn de han delscursus op dit oogenblik verkeeren, moeielijkheden welke in hooge mate belemmerend' werken voor de schooling van bekwame vakmannen op allerlei gebied. Het is waarlijk geen klein offer, dat voor dit doel wordt gevraagd (verhooging van de gemeentelijke subsidie van 4200 tot 10.000), maar tegen het groo te kwaad van belemmering van het vak-onderwijs is een groot middel noodzakelijk. Moge Alkmaar voor gaan en rijk en provincie volgen I Wat het verzoek van de vereeniging voor Volkshuis vesting betreft, de inwilliging daarvan zal wel niet op overwegende bezwaren stuiten, immers het door de gemeente gegeven geld kan worden teruggekregen van het rijk in den vorm van een voorschot. Een volgend plaatje bood een minder gunstig pers pectief we bedoelen, het adres van de afdeeling Alk maar der Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken, strekkende om het maximum aantal vergunningen in deze gemeente te verlagen, van ruim 90 te brengen tot 50. Op inwilli ging van dit verzoek zal wel geen kans zijn. Misschien echter vindt ons gemeentebestuur termen het Rotter- damsche voorbeeld te volgen. Van de serie „ingekomen stukken" valt voorts niets meer te vertellen. Bij de nieuwe serie, de te behande len punten, kregen we al heel gauw een blauw ge kleurd beeld te zien, dat niet aangenaam aandeed. Voor dat tot benoeming van .onderwijzeressen werd overgegaan, vroeg de heer Pot, of de eerstvoorgedra- gen dames ook lid waren van den Bond van Neder landsche onderwijzers. Toen de voorzitter verklaarde, dat hij dit niet wist, zeide de heer Pot „dat spijt me." Hoe men nu ook over de bekende neutraliteitskwestie moge denken, welke maatregelen men ook tegen de voorstanders van die z. g. n. absolute neutraliteit wen- sehelijk moge achten, in geen geval gaat het, dunkt ons, aan, iemand uit de school te weren op de enkele overweging, dat hij of zij lid is van den genoemden Bond de vraag was niet of de dames ijverige pro pagandisten voor den Bond of vurige verdedigsters van die neutraliteit waren, doch gold slechts het lid maatschap. Intusschen waar de dames met algemeene stemmen werden benoemd en er niet blanco gestemd is, heeft het blauwe denkbeeld, dat in de vraag lag opgesloten, den heer Pot gelukkig er niet toe kunnen brengen zijn stem aan de eerstvoorgedragenen te ont houden. Het volgende beeld kon ons ook al weinig bekoren. We hadden iets anders verwacht en ook iets anders gehoopt. De verwachting was, dat er in den raad over de beerputtenkwestie heel wat verschil van mee ning zou blijken te bestaan schreven B. en W. in hun bijlage niet iets dergelijks? en de hoop, dat in afwijking van het aanbevolen stelsel zou worden beslo ten tot toelating van beerputten zonder overstort, waardoor het openbare water niet verontreinigd zou worden. Wij hebben zeer uitvoerig betoogd, waarom deze beerputten aanbeveling verdienden en zullen -er thans niet veel van zeggen. Slechts merken we op, dat de overweging, dat de openbare wateren in de gemeen te toch reeds zóó vervuild zijn, dat toevoeging van meer faecaliën, geen verschil kan maken, kwalijk past in een besluit van een bestuurscollege van een stad, die op hygiënisch en op ander gebied niet wil achter blijven. Als men een oogenblik aan de konsekwentie van zulk een overweging denkt, ziet men dadelijk in hoe verkeerd het is, dat zij in de praktijk gebracht wordt. De opmerking van den heer Wanna, die verklaarde, dat hij, vermoedelijk tegen de zeer gegronde! - verwachting in tegen het voorstel geen sterke opposi tie zou voeren en er aan toevoegde, dat het advies van de. gezondheidscommissie vermoedelijk anders zou heb ben geluid, indien zij te voren het advies van den in specteur had gekend, werpt als zij juist is, een eigen aardig licht op de zelfstandigheid van de gezondheids commissie, welke op meer dan één grond de toelating had bestreden. Niet minder eigenaardig is het overi gens, dat in deze kwestie het advies van de commissie voor de reiniging niet gevraagd is. Zonder hoofdelijke stemming werd Woensdag tot die toelating besloten, een resultaat, dat bezwaar lijk te voren verwacht kon worden en dat in een min of meer belangrijke zaak zoo zeldzaam is, dat het waarlijk een gelukkiger en hygiënischer besluit ver diend had. De hr. v. d. Bosch herinnerde er bij de rondvraag aan, dat „het water het oog is van het landschap." Had hij daaraan bij dit punt gedacht, dan zou hij er misschien niet toe meegewerkt hebben, om heel wat anders dan zand in dit oog te strooien, om dat oog steeds meer te vervuilen en te besmetten, maar wellicht overwogen hebben wat er in Matheus staat: „wanneer het oog kwalijk gesteld is, zoo wordt het geheele lichaam duis ternis." Eenige platen, welke daarna kwamen, bleken geen aandacht waard te zijn en toen verscheen er een zeer bezienswaardige kiek: de Kooltuin. De heer Yan den Bosch vertelde dat deze plaat evenals de straks be sprokene zijn tienjarig jubilé vierde. Toch was de toestand in 1900 wel eenigszins anders als nu In liet najaar van 1899 hadden 27 bewoners van den Kool tuin, de Heerenstraat en den Achterdam verzocht de gracht te detnpen, maar 27 andere bewoners verzoch ten twintig dagen later, niet tot die demping over te gaan. B. 'en W. stelden den raad voor adressanten te berichten „dat het dempen van den Kooltuin door de ze vergadering vooralsnog niet wenschelijk wordt ge acht," en de Raad besloot dienovereenkomstig den 31sten Januari 1900. Maar in de September-vergade- ring van datzelfde jaar was er alweer een herhaald verzoek, thans van 43 ingezetenen, om over te gaan tot het dempen, waarop door den Raad na discussie eenigszins demonstratief geantwoord werd -,-,dat de Raad volhardt bij zijn besluit." In Augustus van het vorige jaar hebben 45 bewo ners van Kooltuin, Achterdam en Luttik Oudorp en eigenaren van perceelen aan den Achterdam, en 48 an deren, belanghebbenden bij het marktwezen en han delsverkeer op het Luttik-Oudorp verzocht den Kool tuin te doen dempen. B. en W. stelden den Raad voor adressanten te berichten „dat de Raad den tijd om tot demping, rioleering en bestrating van den Kooltuin over te gaan, nog niet gekomen acht." Het beeld nu, dat we Woensdag te zien kregen, was niet zuiver omlijnd en bovendien scheef. Niet zuiver omlijnd omdat de discussie soms zeer vaag was, en scheef, omdat het besluit aldus werd geredigeerd, dat men den tijd nog niet gekomen acht „in verband met andere aanhangige plannen." Men leest hieruit na tuurlijk dat bij verwezenlijking van die plannen de tijd voor demping van den Kooltuin gekomen is. Maar dit is hebben we hét wel niet in den haak. De be doelde plannen toch raken het handelsverkeer en ko men zij tot stand dan is juist een der voornaamste mo tieven, welke voor het algemeene belang van de dem ping van den Kooltuin werden aangevoerd, vervallen en ligt het dus te zeer voor de hand, dat dan de tijd voor demping verder dan ooit verwijderd zal zijn. Deze omstandigheid lijkt ons voor de voorstanders van dem ping, die zich niet minder volhardend toonen dan de Raad in 1900, een leelijk ding. De voornaamste bezwa ren welke tegen demping aangevoerd worden zijn twee erlei: het hoogsteigenaardige karakter van dit stads gedeelte en de kosten. De kosten 600 lager geraamd dan in 1900 zouden, gelijk in den Raad is opgemerkt, ten deele kunnen worden vergoed door de belanghebbenden en het daarvoor te besteden bedrag kan men beschouwen als een belasting op waardever meerdering, waartoe het op den duur toch zal komen. En wat het hoogsteigenaardige karakter betreft ze ker het is een karakteristiek buurtje, al is het dan ook ontsierd door de zware waterleidingsbuis, die de boog van het bruggetje en de weerspiegeling daarvan in het water geheel heeft weggenomen, en het zou wel aar dig zijn als de gemeente het geheel in haar bezit had' en het bestaan liet; maar nu dit niet het geval is, nu de huizen niet aan de gemeente maar aan particulie ren behooren, ligt het voor de hand, dat het op den langen duur toch opgeofferd zal moeten worden. Men kan wel uitstellen, maar tenslotte niet afstellen. En waar dit zoo is, zullen de belanghebbenden door aan houders te blijven de overwinning kunnen verhaasten, vooral als zij bereid zijn iets ervoor te geven. De discussie gaf nog tot een paar grappige momen ten aanleiding, die hier even vermeld mogen worden. De heer Van den Bosch wijzende op het groote ver keer, beval de demping aan met gelijk hij zelf voor op stelde niet zeer parlementair te zeggenéén knoopje los helpt al veel, waarop de voorzitter ant woordde, dat het bij benauwdheid aan den voet heele maal niet helpt, als men een knoopje aan den hals losmaakt, zoodat, zeide hij, de heer Yan den Bosch, willende betoogen dat het hier een algemeen belang gold, door zijn vergelijking had aangetoond dat het slechts een zeer plaatselijk belang betrof. En toen de heer Pot weer klaagde over de begrooting der kosten, welke z. i. door den directeur van gemeentewerken te zeer was opgevoerd, zeide de burgemeester zeer ter snede, dat de begrooting was goedgekeurd door de commissie voor gemeentewerken, waarin zitting heeft de heer de Groot, van wien niet onbekend is dat hij nog al ver gaat in de richting van de bezuiniging Verschillende andere platen werden ternauwernood vluchtig bekeken, en opgevolgd door andere, welke evenmin veel tijd vroegen, zoodat het knopje voortdu rend draaide en de serie spoedig afgewerkt was. En zoo stonden we buitengewoon vroeg op de glad de steentjes in de Langestraat, in prettige stemming, omdat de zaken vlug waren afgehandeld en in de over tuiging, daf er heel wat groot werk aan den gemeente lijken winkel gebracht is, zaken van grooten omvang en van groote beteekenis, die den eersten tijd B. en W. en verschillende ambtenaren de handen vol geven, maar welker spoedige afwerking van zeer- veel belang De Minister van Landbouw, .Nijverheid en Handel, Vergezeld van den chef der afdeeling Handel mr. J. C. Everwijn, bezocht gistermiddag het nieuw ingerich- te perceel Doezestraat 43 te Leiden, waarin thans is i gevestigd het Rijksbureau tot onderzoek van Handels- j waren. Zooals men weet werd het Rijksbureau tot onderzoek van Handelswaren in 1907 geopend als tegemoetko ming van de zijde der regeering aan wenschen door den Middenstandsbond geuit, en in overleg met dien bond. Het heeft ten doel „het onderzoeken van handelswa ren ten bate van winkeliers en in het algemeen van hen, die rechtstreeks in het klein aan de verbruikers hunne waren verkoopen, onverschillig of die personen al of niet tevens een ambacht of een tak van kleine nijverheid uitoefenen, mits hunne zaken niet van zoo danige grootenn omvang zijn, dat naar het oordeel van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, bemoeiing van het bureau te hunnen behoeve is uitge sloten. De onderzoekingen geschieden kosteloos, tenzij door de'n Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel an ders wordt bepaald. Wat de werkwijze van het bureau betreft, zij herin nert, dat overeenkomstig den geheelen opzet, zooals deze in het reglement tot uitdrukking komt, wordt ge- j tracht, de behandeling der ingekomen vragen zoo een voudig mogelijk te doen zijn. Aanvragers richten zich per gewonen brief tot het bureau, met vermelding van de vraag, die zij wenschen te stellen; daarna wordt hun een verklaring ter onderteekening toegezonden, inhoudende, dat de aanvrager winkelier is, althans zijn waren rechtstreeks in het klein aan de verbruikers ver koopt, dat de aanvrage uitsluitend geschiedt tot zijn persoonlijke voorlichting en dat de mededeelingen van het bureau niet door hem zullen worden gebezigd tot reclame in welken vorm ook. Hierbij wordt den aan vrager tevens medegedeeld, hoeveel hij van het te on derzoeken artikel als monster moet inzenden, terwijl hem zoo noodig nog eenige vragen gesteld worden. Naar wij vernemen, zullen belanghebbenden, waarbij in de eerste plaats gedacht wordt aan besturen van vakbonden en winkeliersvereenigingen, na voorafgaan de aanvrage gaarne in de gelegenheid gesteld worden, het nieuwe gebouw te bezichtigen. SNEL VERVOER. In Noord-Holland liggen de dorpen Abbekerk en Wognum een uur van elkaar. Brengt men Maandags ochtends een postwissel op het hulpkantoor te Abbe kerk, dan krijgt de geadresseerde dien den daaraanvol- genden Donderdag in handen. Die wissel, 's morgens 9 uur te Abbekerk afgegeven, wordt 's avonds naar het kantoor Medemblik gezonden en logeert daar. Dinsdag gaat hij naar Hoorn, later naar Wognum en arriveert Donderdag. (Hbld.) BELANGRIJKE LEGATEN. Door het overlijden van Baron van Pallandt te Waardenburg, die het vruchtgebruik had van het ka pitaal van Wijlen Baron van Lijnden, vroeger wonende op Lijndenstein te Beetsterzwaag, zullen deze legaten nu tot hunne bestemming komen. De weesinrichting te Neerbosch krijgt 500.000; de Reddingsmaatschappij te Amsterdam 200.000, het Diaconessenhuis te Leeuwarden 30.000. Het buitengoed „Lijndersluis" wordt ingericht voor gasthuis voor tuinder gefortuneerden uit den deftigen stand, de rechtzinnige richting toegedaan. De hulp kerk en Christelijke school te Beets krijgen ook lega ten. Het dienstpersoneel krijgt nu pensioen. HET KNOOPJE. De jonge man, die in den nacht van Dinsdag op Woensdag werd aangehouden, wegens inbraak in den ijzerhandel van den heer Dijkstra N. Z. Voorburgwal 23, te Amsterdam, is voor den officier van justitie ge leid. Door het vinden van een schijnbaar onbeduidend voorwerp staat, ondanks zijn ontkentenis vast, dat hij in het perceel geweest is. In het bediendenkantoor werd namelijk bij de deur, waarvan hij het paneel had verwijderd om binnen te komen een. knoop gevon den, waaraan nog een klein stukje stof zat en die dus blijkbaar met geweld afgerukt was. Deze knoop bleek aan 's mans kleeding te ontbreken. De inbreker was daags voor zijn aanhouding uit Bel gië hierheen teruggekeerd, nadat hij door de Belgische justitie over de grenzen gezet was. UIT WIERINGERWAARD. Benoemd tot heemraad van den polder Wieringer- waard de heer H. Waiboer Jbz. te Wieringerwaard. UIT EGMOND AAN ZEE. Wijlen mej. E. ILeerenga, wed. W. J. Jorritsma, heeft 5000 vermaakt voor de Prins Hendrikstichting alhier. UIT RUSTENBURG. Donderdagavond j.l. had alhier plaats de slotbijeen komst van de dezen winter opgerichte sociëteit „Ons Genoegen," welke feestelijk gevierd werd. Om zes uren waren nagenoeg alle leden met hunne dames vereenigd op de bovenzaal van het café Kok. Nadat de voorzitter de leden zoowel als de dames met een gepaste toespraak verwelkomd had werd de avond gezellig doorgebracht afgewisseld door lezingen, voordrachten en zang, waarhij ook de dames niet ten achter bleven en welke steeds een goed onthaald von den. Jammer genoeg moest het gewone uur van sluiten, niettegenstaande het hier een besloten kring gold, op bevel van den burgemeester dezen avond gehandhaafd blijven, waardoor het gezelschap dan ook eenigszins onvoldaan huiswaarts, keerde. Opmerkelijk is het, dat in een klein gehucht als Rustenburg, waar blijkt dat men de handen in elkaar slaat en waar stand en afkomst buiten beschouwing blijven, een dergelijke goedgeorganiseerde vereeniging reden van bestaan heeft. Wij wenschen deze vereeniging verder een goed suc ces toe. ONTSLAG JONGSMA. De heer H. Jongsma, ontslagen onderwijzer te Koe dijk heeft bij zijn adres aan Ged. Staten „inhoudende verzoek om het besluit van den Gemeenteraad van Koedijk, waarbij H. Jongsma onmiddellijk is ontsla gen, als onderwijzer aan de openbare lagere school, met behoud van salaris voor den tijd van zes weken, te vernietigen" een zeer uitvoerige memorie van toe lichting gevoegd. Adressant betoogt allereerst dat aangenomen moet worden dat de schoolopziener in het arrondissement Alkmaar zijn voordracht tot onmiddellijk ontslag met behoud van salaris voor den tijd van zes weken, deed in het dringend belang van het openbaar onderwijs in die gemeente dat het peil van het onderwijs door zijn langer werkzaamblijvenaan de school dus belangrijk zou dalen daarvan spreekt het onmiddelijk ontslag nadrukkelijk genoeg. Daartegenover stelt hij de dooi den schoolopziener en het hoofd der school hem meer dan eens gegeven bewijzen van hooge tevredenheid en het feit, dat de ouders zijn werk aan de school in het belang van de verstandelijke en moreele ontwikkeling hunner kinderen achten, getuige een ingezonden stuk in de N. Ct. en de adresbeweging te Koedijk. Uit de missive van den schoolopziener is reeds voor een aanzienlijk gedeelte de conclusie te trekken, dat niet zoo zeer de school als ontwikkelend en opvoedend instituut adressants onmiddellijke verwijdering eisch- te, alswel de uiterlijke ambtelijke verhoudingen in dat lichaam. De schrijver tracht aan te toonen, waarom hij meent dat de grondenwaaruit door den schoolopziener zijne verregaande ambtelijke ongehoorzaamheid' geconclu deerd wordt, niet voldoende zijn en alzoo naar zijn meening het ontslag niet kan zijn in het waarachtig belang van het openbaar onderwijs in die gemeente. „Uit den zin „Op grond van deze verregaande on gehoorzaamheid" mogen wij de gevolgtrekking maken, dat onder deze ongehoorzaamheid worde begrepen al het voorgaande t. w. I. „In de eerste week dezer maand weigerde de on derwijzer H. Jongsma aan een, hem, door het Hoofd „der School gedaan verzoek, gevolg te geven." II. „Tegenover den heer burgemeester en mij heeft „hij daarna bevestigd, niet geneigd te zijn de opdracht „uit te voeren." III. „Op Donderdag 17 Maart heeft hij pertinent „geweigerd het kinderfeest, te houden op Vrijdag 18 „Maart, met de kinderen bij te wonen, hoewel 18 Maart „geen vacantiedag was." In bovenstaande volgorde brengt de beschouwing van deze drie feiten ons tot het constateeren van de navolgende onderlinge waardeverhouding: I. Ambtelijke ongehoorzaamheid. II. Bevestiging van en volharding in ambtelijke ongehoorzaamheid. III. Herhaling van ambtelijke ongehoorzaamheid. Zoodoende gedrieëlijk vormend een elimax van ver zwarende omstandigheden, zeer ten nadeele van den overtreder haar ongunstig gewicht in de schaal leg gende. Betreffende punt 1 merkt adressant op, dat van «f zijn infunctie treding op 1 December 1908, geenerlei conflict tusschen het hoofd der school, den heer Was senaar, en hem heeft plaats gevonden, doch dat hij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1910 | | pagina 1